8E JAARGANG19-20AUGUSTUS1956CEMENTtijdschrift gewijd aancement en betonalgemeen-redacteur:ing. G. J. Hamer(verantwoordelijk voor de inhoud)redactie-secretaris:H. M. Mosredactie-adres:Herengracht 507, Amsterdam-C,telefoonnummer: 38531administratie-adres:Nw. Achtergracht 102-104, A'dam-C,tel. 56968, Postgiro 525812 t.n.v. N.V.Uitg. Mij. ,,Met Couragie", A'damabonnementsprijzen:1. Nederland, Indonesi?,Overzeese Gebiedsdelen,Belgi? en Luxemburg 9,-- p. j.2. Studie-abonnementen voorT.H.-studenten, M.T.S.-ersen militairen 5,-- p. j.3. Buitenland 12,-- p. j.overneming van artikelen en illu-straties na schriftelijke toestemminguitgave ENCI-CEMIJ n.v.Christelijke Technische Schoolte AmsterdamArchitekten: . de Geus en J. . IngwersenIn opdracht van de stichting Patrimonium's Nijverheidsscholen en in samen-werking met het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen enhet adviesbureau van de Rijksgebouwendienst is de bouw van de schooltot stand gekomen.Het gebouw wordt gebruikt voor lager technisch dag- en avondonderwijsvoor een maximum toelaatbaar aantal van 700 leerlingen.Bepalend voor de opzet van het gebouw is de situering i.v.m. de bezonning:de theorielokalen zijn op het zuiden geori?nteerd en de praktijk- en teken-lokalen bevinden zich in hoofdzaak op het oosten en westen; de noordgevelis geheel gesloten (tek. I).De school omvat de praktijk-, theorie- en tekenlokalen met de daarbij be-horende accomodatie voor de vakken: smeden, lassen, bankwerken, instru-mentmaken, automontage, timmeren, afdeling gas- en waterfitters en lood-gieters, elektrotechniek. Bovendien zijn op de 4e verdieping een kantine-en filmzaal en een turnzaal ondergebracht. De bouw van een tweede turn-zaal met een stelruimte voor de timmerlieden en een conci?rgewoning, aande oostelijke zijde van het gebouw, als een zelfstandig bouwlichaam is invoorbereiding.Het bouwprogramma bestaat uit een aantal lokaliteiten respectievelijkmagazijnen en nevenruimten met een zeer verschillend grondoppervlak(tek. 2).Een traveebreedte van 3,50 m met de voorgeschreven lokaaldiepte van 8 m,dus een oppervlak van 28 m2, bleek een eenheid te zijn in m2, waarmeehet gedifferentieerde bouwprogramma kon worden opgevangen.Voor de kelder en de begane grond is de traveebreedte verdubbeld tot 7 mt.b.v. de smederij, het lokaal voor automontage, de toegangshal en derijwielkelder (tek. 3).Cement 8 (1956) Nr 19-20449Voor de raamindelingen van de 4 verdiepingen is detraveemaat gehalveerd tot 1,75 m; een verdere onder-verdeling in 87,5 cm en 43,75 cm werd t.b.v. de gevel-beplating doorgevoerd, zowel in de horizontale als devertikale afmetingen van het gebouw (afb. 4a en 5).Het gebouw is geconstrueerd in gewapend beton ophet architektenbureau door F. P. A. Houtschilt enP. Potter; de laatste is tevens de hoofdopzichtertijdens de bouw geweest. Er is naar gestreefd om eengroot aantal onderdelen fabriekmatig te doen ver-vaardigen.De fundering van het gebouw bestaat uit frankipalenmet een maximaal toelaatbare belasting van 110 ton,die zijn ingeheid tot op een diepte van 16 m op detweede zandlaag.Aan de uitvoering van het gewapend-betonwerk zijnzware eisen gesteld. Het werk is uitgevoerd onderbouwcontrole volgens afd. VII van de G.B.V. 1950,toelaatbare spanningen I 400/70 kg/cm2.In het bestek is voorgeschreven het gebruik van detrilnaald en voor alle beton Darex A.E.A.Al het gewapend beton is, behoudens enige bekledingi.v.m. de isolatie, binnen zowel als buiten schoon uitde kist gelaten.De meer robuste constructie van kelder en beganefoto 5. geveldetailCement 8 (1956) Nr 19-20450tek. 4a. gevelbeplating van de westgeveltekAb. details van de betonconstructie zuldkop; balken en kolommen met aansluitingenCement 8 (1956) Nr 19-20 451452 Cement 8 (1956) Nr 19-20grond is bekist in geschaafde delen (foto 6, 7 en 8).De vier etages met de fijnere indelingen zijn bekist ?nbetontriplex, waarbij voor de vloeren en wandensysteemschotten zijn ontwikkeld, groot 104 104 cmmet daarbij enige pasmaten (foto 9 en 10).De kolomafstand van 7 m voor de begane grond houdtin een zware balklaagconstructie voor de Ie verdieping;de oost- en westgevelbalken zijn daarbij benut alsmachinefundament voor de draaibanken van de bank-werkerijen op de Ie verdieping (foto I I).Aan de zuidzijde is deze balklaag voorzien van eendubbele betonvloer (tek. 4a-4b); de ruimte tussen debeide vloeren is opgevuld met sintels om de geluids-isolatie tussen de smederij op de begane grond en debovenliggende 8 theorielokalen te verbeteren.De zuidkop van het gebouw bevat 8 theorielokalenover 4 etages verdeeld.De constructie is opgebouwd als doosconstructie metvloeroverspanningen van 2x9 m1(foto 12).Er is aangenomen, dat de windbelasting op de 4 etagesdoor de vloeren wordt overgebracht op de geslotenbetongevelvlakken van de doosconstructie, op denoordgevel en op de wanden van het hoofdtrappenhuis(foto 13).In de Ie verdiepingsbalklaag is de ca. 9 m1vrij uitste-kende luifel ingeklemd (foto 13, 14 en 15). De zakkingvan de luifel na het ontkisten is nauwkeurig opgemetenCement 8 (1956) Nr 19-20 453en bedroeg aan het vrije uiteinde 22 mm (berekend26 mm).Het dak van de kantine is uitgevoerd als een cilindrischschaaldak (foto 16 en 17), waarvan de berekening isuitgevoerd door ir. W. van der Eb.De turnzaal is uitgevoerd met een parabolisch fuseedak(foto 17a).454Cement 8 (1956) Nr 19-20Uitzetvoegen zijn in het gewapend-betonskelet, dat70 m lang is, niet opgenomen.De geprefabriceerde schokbetonelementen omvattenin hoofdzaak:a) het h o o f d t r a p p e n h u i s met bomen, treden enbordesplaten (foto 18 en 19);b) het noodt ra ppen huis, opgebouwd uit traptrede-en wandelementen (foto 20 en 20b);c) de gevel r a a m - e l e m e n t e n van zuid-, oost- enwestgevel (tek. 2la-f).De raamclcmcnten zijn zodanig gedetailleerd, dac de ventilatie van hetgebouw ook bij storm en regen goed mogelijk blijft door beschuttingvan de ventilatieopening met brede dagkanten, Deze voorkomentevens een overmatige zonbestraling van het glasvlak bij hoge zonne-stand, terwijl de stralen bij lage zonnestand in winter, voor- en najaarongeremd het gebouw kunnen binnendringen (afb. 21 t/m 23);d) de g e v e l b e p l a t i n g (43,75x87,5 cm), in gezand-straalde uitvoering toegepast als blijvende bekis-tingsplaat voor de achterliggende gewapend-beton-wanden (foto 24). Hiertoe zijn in de platen 4 stukskoperen invoegers gestort, waarmee de platenmet behulp van zgn. patentafstandhouders aan deachterliggende bekisting zijn bevestigd;e) de b o r s t w e r i n g s p l a t e n in de houten binnen-puien, de dorpels en neuten, vensterbankplaten, enz. ;Cement 8 (1956) Nr 19-20 455456 Cement 8 (1956) Nr 19-20De voegvullingen aan de gevelkozijnen zijn opgebouwduit een kern van cementmortel, afgedekt met ca. 2 cmelastisch blijvende kit (secomastic). De voegen van degevelbeplatingen zijn afgewerkt met bitumen tot ca.1,5 cm diepte.De betonnen buitenwanden zijn aan de binnenzijdebeklampt met een zachte isolerende steen. De dakpla-ten zijn in het algemeen gestort op 5 cm dikke heraklith-platen.Akoestische materialen, tegels resp. zachtboard, zijngeplaatst tegen de plafonds of tegen de wanden van deturnzaal, kantine en leslokalen. Op de 10 cm dikke ge-wapend-betonvloer van de praktijklokalen is een dekenvan kurk- en cocosvezels, dik 8 mm, aangebracht, waar-over 2,5 cm dikke, geperste asfalttegels.In de theorielokalen, tekenlokalen, kantine en turnzaalis, onder de dekvloer van colovinyl of linoleum, een4 cm dikke laag vermiculitebeton aangebracht.Uiteraard vergt een overwegend in beton en glas ge-construeerd gebouw een royale afwerking met ther-mische en akoetische materialen.Stukadoorwerk is tot het uiterst minimum beperkt.Om praktische en estetische redenen zijn alle dragendeconstructiedelen van gewapend beton ongeschilderdgelaten. De plafonds en de scheidingswanden van lichtebouwsteen zijn behandeld met mineraalverf.Er is naar gestreefd het gebouw op zinvolle wijze, metmiddelen die binnen het budget van de Rijksfinancie-ring liggen, te verrijken; daartoe zijn betonreli?fs,naar ontwerp van H. op de Laak, d.m.v. in de be-kisting gespijkerde houten mallen aangebracht, o.a. inhet hoofdtrappenhuis en in de kantine, terwijl hetbetonreli?f bij de hoofdingang aan de Vrolikstraat metmarmermoza?ek is bezet, (foto 19). In de toegangshalwordt een in beton gegoten plastiek geplaatst, dat doorde beeldhouwster P. C. Eecen is vervaardigd.Summary - Sommaire - Zusammenfassung p. 489
Reacties