O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVeiligheidcement 2002 888C o n s t r u c t e u r e nb o u w v e i l i g h e i dSinds 1994 is in het Arbeidsom-standighedenbesluit,hoofdstuk2,afdeling 5: Bouwproces (voorheenBouwprocesbesluit)vastgelegddatontwerpers tijdens het ontwerprekening moeten houden met dearbeidsomstandigheden op debouwplaats. Artikel 2.29 wijst opde verplichtingen van de bouw-partners in de ontwerpfase:"In de studie-, ontwerp- en uitwer-kingsfase van het ontwerp van eenbouwwerk worden bij de bouwkun-dige, technische of organisatorischekeuzen [...] de artikelen 3, 5 [...] en8 van de wet in acht genomen."Artikel 3 van de Arbowet legt devolgende verplichting op:"Tenzij dit redelijkerwijs niet kanworden gevergd, moeten de gevarenen risico's voor de veiligheid of de ge-zondheid van de werknemer zoveelmogelijk in eerste aanleg bij de brondaarvan worden voorkomen of be-perkt."Hiermeeligt ondubbelzinnig vastdat de ontwerper potentieel ge-vaarlijke en/of onveilige situatiesreeds in het ontwerp moet probe-ren te voorkomen. Zijn deze situ-aties niet weg te nemen, dan moethij ervoor zorgen dat de risico'swordengeminimaliseerd.Ditkanworden gedaan door de kans open het mogelijke gevolg van eeneventueel ongeval te minimalise-ren. In de loop der jaren hebbendiverse instanties aanbevelingen,checklists en richtlijnen opge-steld om de ontwerper houvast tebieden. Het ontbrak echter aaneen methodische aanpak van deintegratie van de arbeidsomstan-digheden in het constructief ont-werpproces. Doel van de studiewas een opzet te geven voor eendergelijke methodiek [1].Vooralsnog is hierbij enkel naarde veiligheid van de werknemergekeken.Laterkanhetmodelwor-den uitgebreid naar de andere de-len van arbeidsomstandigheden,te weten gezondheid en welzijn.V e i l i g h e i d e n g e z o n d h e i d( V & G ) i n d e b o u w p r a k t i j kOm een beeld te krijgen van dekennis van arbeidsomstandighe-den in de constructieve ontwerp-fase is onder constructeurs eenindicatieve enqu?te uitgevoerd.Doelhiervanwasantwoordtekrij-gen op de volgende vragen:? Kent de constructeur zijn ver-plichtingen op het gebied vanarbeidsomstandigheden?? Schenkt de constructeur aan-dacht aan de factor arbeidsom-standigheden tijdens het ont-werpproces?? Wordt de constructeur door deeigen werkgever gestimuleerdom rekening te houden metarbeidsomstandigheden?? Kan de constructeur een in-schatting maken van de risico'sdie een medewerker loopt opde bouwplaats?Uit de antwoorden op de enqu?tekunnen de volgende conclusiesworden getrokken:? De constructeur is slechtbekend met de arbeidsom-Bouwveiligheid in hetconstructief ontwerpprocesir. B. van Halen, PKB Bouwadviseurs, Diemen/Rotterdam *)ir. A. te Boveldt, TU Delft, faculteit Civiele techniek en GeowetenschappenDe laatste decennia laten ongevallencijfers in de bouwsector een duidelijkneergaande tendens zien. Sinds de jaren zeventig van de afgelopen eeuw isgrote vooruitgang geboekt door voorlichting en controle. Toch blijft de bouween relatief onveilige sector. Blijkens de voorgenomen strengere controles opde bouwplaats door de Arbeidsinspectie, is ook de overheid de mening toege-daan dat de ongevallencijfers nog steeds te hoog zijn. Bij de aanpak van ditprobleem worden de pijlen doorgaans gericht op de uitvoerende sector.Daarmee wordt echter voorbijgegaan aan de mogelijkheden om reeds in hetarchitectonisch en constructief ontwerp rekening te houden met de arbeids-omstandigheden op de bouwplaats.*) Dit artikel vormt de weerslag van het afstudeerwerk van de heer Van Halen. In de af-studeercommissie hadden zitting: prof.dipl-ing. J.N.J.A. Vambersky, prof.dr.ir. R.A.F.Smook, A.C.P. Frijters MSHE (Stichting Arbouw) en ir. A. te Boveldt1 | Stekken aanbrengenvoor het plaatsen vankanaalplatenO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVeligheidcement 2002 8 89standighedenwetgeving en der-halve met zijn verplichtingenop het gebied van arbeids-omstandigheden.? De constructeur houdt in hetontwerp weinig tot geen reke-ning met de arbeidsomstan-digheden van de medewerkerop de bouwplaats.? Constructiebureaus treffenover het algemeen geen maat-regelen om hun constructeurste begeleiden bij hun verplich-tingen op het gebied van ar-beidsomstandigheden.? Constructeurs geven sterk uit-eenlopende risico-inschattin-gen van vloersystemen.Daaruit kan worden afgeleiddat zij geen duidelijk beeldhebben van de risico's engevaren op de bouwplaats(foto 1).Samengevat kan worden gecon-cludeerd dat de constructeur bijwet verplicht is in het ontwerp-proces rekening te houden metarbeidsomstandigheden op debouwplaats, maar dit in de prak-tijk niet doet.R i s i c o m e t i n gOm bij het ontwerp rekening tekunnen houden met de veiligheidvan de werknemer op de bouw-plaats, moet eerst worden nage-dacht over de kwantificering vandat begrip. Het beoordelen vanverschillende varianten op bouw-veiligheid kan immers alleen ge-beuren als deze ook daadwerke-lijk vergelijkbaar zijn. Door pervariant vast te stellen hoeveelmanuren de werknemers wordenblootgesteld aan onveilige situ-aties, is een basis gelegd voor eenvergelijking op grond van kwanti-tatieve gegevens.Aangezien er per variant verschil-lende onveilige situaties zullenvoorkomen, zijn de varianten nietdirect ??n op ??n te vergelijken.Daarom is ervoor gekozen hetrisico van een onveilige situatie tekwalificeren met zogenoemde ri-siconiveaus. Hiervoor is [2] ge-volgd, waarin risico's worden on-derverdeeldinvijfcategorie?n,op-lopend van onbeduidend tot on-aanvaardbaar. De ernst van hetrisico wordt bepaald aan de handvan tabel 1, afkomstig uit dezenorm.Om tot een risiconiveau te ko-men, moet een inschatting wor-den gemaakt van de waarschijn-lijkheid van optreden van eenongeval en het mogelijke gevolgvan een ongeval. Bij elke activiteitop de bouwplaats moet van elkgevaar worden bepaald welk risi-coniveau van toepassing is. Doorvervolgens aan elke activiteit hetaantal verwachte manuren te kop-pelen, kan worden bepaald hoe-veel manuren werknemers op debouwplaats worden blootgesteldaan elk van de vijf risiconiveaus.In tabel 2 is een voorbeeld ge-geven van een vergelijking tussendrie bouwsystemen A, B en C.Uit tabel 2 kan worden afgeleiddat bouwsysteem C ??n manuurblootstelling aan een belangrijkrisico met zich meebrengt. Deandere twee systemen hebbengeen groter risiconiveau dan ma-tig. Systeem C valt hierdoor af.Vervolgens valt ook bouwsysteemB af, omdat dit 3 uur blootstellingaan een matig risico met zichmeebrengt. Bouwsysteem A zaldus op basis van deze redeneringwordenverkozenbovendeanderetwee.Bovenstaande afweging doet den-ken aan de medaillespiegel bij deOlympische Spelen. Ook hierbijstaat een land met ??n goudenplak boven een land met verschil-lende zilveren en bronzen me-dailles. In het geval van een risi-coanalyse is het denkbaar dat eenblootstellingsduur van 1 uur aaneen belangrijk risico, gelijk wordtgesteld aan een blootstelling van10 uur aan een matig risico. Aan-gezien het ontbreekt aan degelijkonderzoek naar een dergelijkeverhouding tussen risiconiveaus,is in het onderzoek vastgehoudenaan het `Olympische' principe.Inbovenstaandvoorbeeldwordende beschouwde systemen sec metelkaar vergeleken. Door voor elksysteem de risico's te bepalen endeze te minimaliseren, kan eenvergelijking worden gemaakt tus-sen geoptimaliseerde varianten.Het minimaliseren van risico'skan gebeuren aan de hand vanreeds voorhanden zijnde check-lists. De maatregelen die de con-structeur kan nemen zijn echterook afhankelijk van andere facto-ren, zoals opleiding en ervaring.K e u z e m o d e lDerisicometingvormthethartvande ontwikkelde methodiek voorde integratie van bouwveiligheidinhetconstructiefontwerpproces.Figuur 2 toont het ontwikkeldemodel.Omeenvergelijkingtussenbouw-systementekunnenmaken,moe-ten alle arbeidsactiviteiten van elkalternatief worden geclassificeerd.Elk alternatief moet voldoen aande voor het project geldende rand-Tabel 1 | Bepaling risiconiveaulicht letsel letselschade zwaar letselhoogst onwaarschijnlijk onbeduidend risico aanvaardbaar risico matig risicoonwaarschijnlijk aanvaardbaar risico matig risico belangrijk risicowaarschijnlijk matig risico belangrijk risico onaanvaardbaar risicoTabel 2 | Aantal manuren risicoblootstelling per bouwsysteem (voorbeeld)risiconiveau bouwsysteemA B Conbeduidend 12 1 4aanvaardbaar 8 4 2matig 1 3 1belangrijk 0 0 1onaanvaardbaar 0 0 0O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVeiligheidcement 2002 890voorwaardenzoalsopgenomeninhet Programma van Eisen. Daar-omwordeninstap1eerstderand-voorwaarden van het systeembepaald. Als binnen deze afbake-ning de alternatieven zijn opge-steld (stap 2), moeten de systeem-grenzen worden vastgesteld (stap3). De systeemgrenzen geven aanwaar de grenzen van de vergelij-king tussen de bouwsystemenliggen.Alleendeactiviteitenendebijbehorende risico's die binnendesysteemgrenzenvallenwordenmeegenomen. Het is belangrijkde grenzen zorgvuldig te kiezen,om te voorkomen dat activiteitendie wel degelijk van invloed zijnop de veiligheid van een bouw-systeem, buiten de vergelijkingvallen.Nadat de grenzen van de vergelij-king zijn vastgesteld, worden inde vierde stap per alternatief alleactiviteitengeclassificeerddiebin-nen de systeemgrenzen vallen.In stap 5 wordt voor elk van dezeactiviteiteneenrisico-inventarisa-tie en -evaluatie (RI&E) gemaakt.Hierbij worden de risico's vanelke activiteit ingeschat en ge-minimaliseerd door maatregelenvan de constructeur. Dit is hetpunt waarop de constructeurdaadwerkelijk zijn invloed kanlatengeldenopdebouwveiligheidvan een gebouw. Elke maatregelen elk restrisico (het risico datoverblijft na maatregelen in deontwerpfase) moet worden opge-nomen in het V&G-plan, ter in-lichting van de uitvoerende partij.Nadat in stap 6 aan elke activiteitmanuren zijn toegekend, wordtin stap 7 voor elk risiconiveaude blootstellingsduur bepaald. Deblootstellingsduur is het aantaluren dat een werknemer wordtblootgesteld aan een risiconiveau.Van alle activiteiten waarbij het ri-siconiveau gelijk is, worden demanuren opgeteld. Zo wordt perrisiconiveau vastgesteld hoeveelmanuren de werknemer eraanwordt blootgesteld. Op basis hier-van kan ten slotte een keuze wor-den gemaakt uit de alternatievenop basis van de blootstellings-duur. Het systeem met de laagsteblootstellingsduur krijgt de voor-keur boven de andere.P r a k t i j k t o e p a s s i n gOm het model te toetsen op eenpraktijksituatie, is het toegepastop een eenvoudige rechthoekigeverdiepingsvloer van een `stan-daard' kantoorgebouw. De tweemeest gebruikelijke vloersyste-men in Nederland, te weten dekanaal- en breedplaatvloer, zijnvergeleken op valveiligheid. Voorelke arbeidsactiviteit zijn de risi-co'sge?valueerdenwaarmogelijkbeperkt. Vervolgens is aan dehand van de benodigde manureneen vergelijking gemaakt op hetaantal risicomanuren, de bloot-stellingsduur. Conclusie was datde kanaalplaatvloer met de juistemaatregelen in de ontwerpfase(zie stap 5 van het model: RI&E)tot een lagere blootstellingsduuraan valrisico's leidt dan de breed-plaatvloer. In figuur 3 is de bouw-volgorde in stripvorm weergege-ven. Twee maatregelen zijn hier-bij te herkennen:? het gebruik van de gevelele-menten als permanente val-beveiliging door de elementen1,0 meter boven de bovenkantvan de te leggen vloer te latenuitsteken;? de keuze voor een verrijdbaresteiger, waarvoor voorzienin-gen moeten worden getroffenin de gevelelementen.B r e d e i n z e t v a n h e tm o d e l m o g e l i j kZoals beschreven is bij de toetsgekeken naar een rechthoekigvloeroppervlak, waarbij twee sys-temen zijn vergeleken op valvei-ligheid. Ondanks deze beperkin-gen kan het model, door deneutrale opzet, op een veel bredergebied in de ontwerpfase worden2 | Keuzemodel voorconstructief ontwerp1. Inventarisatie van randvoorwaarden2. Opstellen alternatieve bouwsystemen3. Bepalen grenzen van vergelijking4. Classificeren arbeidsactiviteiten per alternatief5. Risico-inventarisatie en -evaluatie6. Toekennen van manuren aan (clusters van) arbeidsactiviteiten7. Bepalen van blootstellingsduur bij elk alternatief8. Keuze bouwsysteem op basis van blootstellingsduur en randvoorwaardenO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVeiligheidcement 2002 8 91ingezet. Door het model conse-quent toe te passen en resultatenvan verschillende projecten te ca-talogiseren, kan met behulp vaneen database snel een keuzeworden gemaakt tussen bouw-systemenopbasisvanveiligheids-aspecten. Met de opzet van eennetwerk voor een gezamenlijke,bijvoorbeeld via internet toe-gankelijke database, kunnen con-structiebureaus profiteren vanieders ervaringen. Het opzettenvan een dergelijke gezamenlijkedatabase zou door een onafhan-kelijke instantie geco?rdineerdmoeten worden om de kwaliteitvan de geboden informatie hoogen betrouwbaar te houden.T e n s l o t t eTot op heden is het niet mogelijkgebleken de constructeur te con-troleren op zijn wettelijke ver-plichtingen. E?n van de moeilijk-heden was het feit dat veel keuzesvan de constructeurs in het con-structief ontwerp impliciet wor-dengenomenendaarommoeilijktoetsbaar waren. Door toepassingvan het model worden de keuzesvan de constructeur in de ont-werpfase expliciet gemaakt endaardoor wel controleerbaar. Deoverheid heeft daarmee een mid-del in handen om de constructeurte kunnen controleren op zijnwettelijke verplichtingen.Het ontwikkelde model heeft depotentie een praktisch toepasbaarmiddel te worden waarmee deconstructeur arbeidsomstandig-heden integreert in het ontwerp-proces en waarmee de overheidkan controleren of de construc-teur dit naar behoren doet. Hier-mee is de basis gelegd voor eenvolwaardigeaanpakvanintegratievan arbeidsomstandigheden inhet ontwerpproces. s3 | Bouwvolgorde ruwbouwa. beginsituatieb. plaatsing kerndelenc. bevestiging gevelelementend. leggen eerste kanaalplaate. leggen volgende kanaalplatenf. eindsituatieL i t e r a t u u r1. Van Halen, B., Integratievan bouwveiligheid in hetconstructief ontwerpproces.Afstudeerverslag TU Delft,2001.2. LOS 5001:1998, Model vooreen risico-inventarisatie en -evaluatie. Praktische advie-zen voor de aanpak van eenRI&E met stappenplan.NNI, Delft 1998.3. Nieboer, M.E.T., Effect vanhet bouwprocesbesluit.Research voor Beleid, Leiden1997.
Reacties