IWONINGBOUW IBOUWFYSICABOUWBESLUIT, GELUIDEN BETON (I) .WIJZIGINGEN IN DE EISENir.W.G.M.Beentjes, Bouwcentrum Advies BV, MaarssenOp 1 oktober 1992 is het Bouwbesluit in werking getreden. Daartnee zijn veelwijzigingen in de regelgeving op het gebied van bouwen effectiefgeworden, waarbijvan solIllIl?ge regels de inkt nog niet eens droog was. E?n van de wijzigingen gaatover de geluidisolatie, waarbij de eisen aantnerkelijk zijn verzwaard ten opzichtevan het oude Besluit geluidwering gebouwen (BggJ uit 1982. Een nieuwe wijze vanbouwen zal hiervan het gevolg zijn. In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op deachtergronden van deze veranderingen. In een volgend artikel zullen deconsequenties voor het bouwen in beton worden uitgewerkt.De uitgangspunten van het Bouwbesluirzijn reeds opdiverse plaatsen uitgebreid aan de orde geweest [1].Voor de geluidisolatie zijn daarbij niet alle puntenvan belang, mede omdat in het Bgg al zaken waren geregelddie in het Bouwbesluit integraal als uitgangspunt zijn geko-zen.Zo was het Bgg ten aanzien van geluidisolatie al dwingendrecht en golden in Nederland overal dezelfde geluidisolatie-eisen (uniformiteit van regelgeving). De eisen zelfwaren ookal geformuleerd in de vorm van prestatie-eisen aan het geredegebouw. In de regelgeving was ook al een Nederlandse normaangewezen voor de bepalingsmethode, namelijk NEN1070:1976.Toch is er door het Bouwbesluit een aantal aspecten, die sa-menhangen met een aantal andere principes, duidelijk gewij-zigd, zoals:Ondubbelzinnigheid van de bepalingsmethodeAangezien de in NEN 1070:1976 aangewezen meetnormNEN 20140 slechts op zeer summiere wijze de meetmethodebeschrijft, was er zeer veel ruimte over voor interpretatie vandeze meetmethode. Ditis uit oogpuntvan rechtszekerheid enrechtsgelijkheid geen gewenste situatie. In het kader van hetBouwbesluitis daarom de nieuwe norm NEN 5077:1991 ver-schenen, waarinde meetmethodeveel scherperenuitvoerigerdan voorheen is omschreven, waarmee wordt voldaan aan dezwarejuridische eisendie aanwetstekstenwordengesteld. Ditlaatste is noodzakelijk omdat de norm door de verwijzingvanuithetBouwbesluitdeel uitmaaktvan dewettelijke regel-geving zelf. Dit betekent danwel dat de norm eerder geschre-venlijkttezijn voorjuristendanvoor de technici die uiteinde-lijk met deze norm in de praktijk metingen moeten gaan ver-richten!Vrije indeelbaarheidE?nvande belangrijkste uitgangspuntenvan hetBouwbesluitis, dat de eisenzodanig geformuleerd moetenzijn datzij onaf-hankelijk zijn van de indeling van de woning. Wijzigingen in52latere fasen van bewoning hebben dan geen invloed op hetprestatieniveau, zodatniet opnieuween bouwvergunning be-hoeft teworden aangevraagd.Bovendienkunneninde bouw-fase gemakkelijk verschillende varianten worden ge?ntrodu-ceerd. De vrije indeelbaarheid maakte ook de introductie vannieuwe definities noodzakelijk, zoals verblijfsgebieden enverblijfsruimten (zieafzonderlijkkader): ruimtenals keukens,woonkamers en slaapkamers zijn niet meer in de regelgevingterug te vinden. Het punt van vrije indeelbaarheid heeft degrootste gevolgen gehad voor de geluidisolatie-eisen, omdatde oude prestatiegrootheden (liu' lcD en GA) sterk afhankelijkzijn van de afmetingen van de ruimten.Handhaving van hetprestatieniveau volgens deModel-bouwverordeningHet Bouwbesluit mag geen verzwaringen opleveren ten op-zichte van de Model-bouwverordening. Voor geluid leidt dittotconflictenmetdevrijeindeelbaarheid:immers de regelge-ving moet onder invloed van die vrije indeelbaarheid zondermeer wijzigen. Hoe deze discrepantie is opgelost, wordt hier-na uitgebreid behandeld.Tenslotte mag de geheleBouwbesluit-operatie niet leiden toteen algehele stijging van het kostenniveau. Dit betekent datkostenstijgingen op verschillende gebieden weliswaar kun-nen v??rkomen, maar hier dienen dan zodanige kostenverla-gingen tegenover te staan, dat het geheel kostenneutraal blijft.Hoe de principes van hetBouwbesluit op de diverse gebiedenvan de geluidwering vorm hebben gekregen, zal hierna wor-den uiteengezet.LuchtgeluidisolatieDe vrije indeelbaarheid enerzijds en het handhaven van hetbestaande eisenniveau anderzijds vormden het probleem datmoestworden opgelost. De prestatiegrootheid onder hetBgg,de luchtgeluidisolatie-index liu' heeft als belangrijkste eigen-schap datzij afhankelijk is vandevertrekafmetingen. Hetver-Cement 1993 nr. 7/8Nieuwe defmitiesVerblijfogebied: besloten ruimte, bestaande uit een ofmeer metelkaar in verbinding staande, op dezelfde bouwlaag gelegenverblijfsruimten ofandere afzonderlijke ruimten, anders daneen toilet- ofbadruimte, technische ruimte ofgemeenschap-pelijke verkeersruimte.Verblijforuimte. besloten ruimte, bestemd voor het verblijvenvan mensen.Verkeersruimte. ruimte van een bouwwerk, bestemd voor hetbereikenvan eenandere,van hetbouwwerkdeel uit makenderuimte.Uitwendige scheidingsconstructie. constructie die de scheidingvormt tussen een voor mensen toegankelijke besloten ruimtevan een gebouwen de buitenlucht, de grond of het water,waaronder begrepende op die constructie aansluitende delenvan andere con structies, voorzover die delen van invloed zijnop het voldoen van die scheidingsconstructie aan de bij ofkrachtens dit besluit gestelde voorschriften;Inwendige scheidingsconstructie. de constructie die de scheidingvormt tussen twee voor mensen toegankelijke besloten ruim-ten van een gebouw, waaronder begrepen de op die construc-tie aansluitende delen van andere constructies, voorzover diedelen van invloed zijn op het voldoen van die scheidingscon-structie aan de bij ofkrachtens dit besluitgestelde voorschrif-ten.band tussen ~u en de vertrekafmetingen wordt gegeven door:(1)waarin:V = volume van de ontvangruimte (m3);Sw = gemeenschappelijk scheidingsoppervlak tussen dezend- en de ontvangruimte (m2);To = referentie-nagalmtijd (s). In woningbouw is To = 0,5 sen in andere gebouwen To = 0,8 s.Dus hoe groterhetvolumevan de ontvangruimte en hoe klei-ner het gemeenschappelijk scheidingsoppervlak, hoe hogerde ~u. Belangrijke achtergrond om in de Model-bouwveror-dening en het Bgg voor ~u te kiezen, was de correlatie tussendeze ~u en de beleving van de geluidisolatie in de woning-bouw: hoe hoger ~u, hoe kleiner de kans op geluidhinder [2].Vanuit hetprincipevanvrije indeelbaarheid is de afhankelijk-heid van ~u van de afmetingen volgens formule (1) niet aan-.vaardbaar. De meest voor de hand liggende oplossing is danook om de term 10 19 [V/(?ToSw)] van ~u af te trekken. Denieuwe grootheid beschrijft dan ook min ofmeer de geluid-isolatievandeconstructiezelfenvoldoetals zodanig aande eisvan onafhankelijkheid van de indeling. De correlatie met degeluidhinderbeleving wordt dan echter verlaten.Aangezien de normcommissie 'Geluidwering in gebouwen'echter de oude prestatiegrootheden in de nieuwe regelgevingtot uiting wilde laten komen,juist vanwege de goede correla-tie met geluidhinder, is de nieuwe grootheid in NEN5077:1991 gedefinieerd als de 'karakteristieke luchtgeluid-isolatie-index' ~u;k> volgens de formule:(2)N.B. 1 Als er geen gemeenschappelijke scheidingsconstructieaanwezig is, geldt: Sw = 10 m2?N.B. 2 Als geldt: VI(?ToSw) ~ 2,5 m dan wordt de termVI(? ToSw) vastgesteld op 2,5 m.De term'-1' houdt daarbij verband met de eis tot handhavingvan het huidige eisenniveau.Decorrectieterm'1O 19 [VI(? ToSw)]' heeft tot gevolg dat ~u en~u;k zonder de term'-1' aan elkaar gelijk zouden zijn bij eenvertrekdieptevan 3m(VISw = 3m).Ditzoueenfeitelijkever-lichting hebben betekendvan deeisvoor boven elkaargelegenruimten. Om dat te voorkomen, is de term'-1' toegevoegd.Dit betekentdat~u en~u;k aan elkaargelijkzijn bij eenvertrek-diepte van 2,4 m. Bij vertrekdiepten kleiner dan 2,4 m treedtdan feitelijk een lichte versoepeling van de eis op, daarboveneen verzwaring. Dit is weergegeven in figuur 1, waarin tevensde gangbare vertrekafmetingen van de diverse typen kamersin de oude terminologie zijn weergegeven. Uit de grafiek kanglobaal het volgende worden geconcludeerd:- voor naast elkaar gelegen woonkamers en zolders een ge-middelde verzwaring van circa 3 dB;- voor naast elkaar gelegen slaapkamers een gemiddelde ver-zwaring van circa 1 dB;- voor boven elkaar gelegen ruimten geen wijzigingen.Deze gemiddelde waarden zijn gebaseerd op diverse onder-zoeken, waarin de oude ~u-waarden zijn omgerekend naar denieuwe ~u;k-waarden [3 t.m. 7].1 Verband tussen Jlu en Jlu;k alsfunctie van de verhouding VIS.Tevens zijn de gebrnikelijkeafinetingen van de diverse ru?l:nten inde huidige terminologie aangegeven.Dit verband geldt alleen voor situatiesop verblijfsruill1te-niveau6 .-----,-----.-----,r---.-----r----,----..-------,---~H = horizontaal, naast elkaar gelegenru?l:ntenV = verticaal, boven elkaar gelegenru?l:ntenCement 1993 nr. 7/85432CO1"0~-'"0:J-----woon_slaapkamer (V) ...-- --- [---1-__-T__~---~---+_--~~-~.---~--+_I-U-~----.....--.....[lu; k,/...::;- - 1I:J / / --+- open zolders (H I i...::;- -2;--?L--T--~---~---+_-r_-~1---4---~---~-~,r/ slaapkamers (Hl- 3 /.L_ 4 woon~amers (lH I1 2 3 4 5 7 9 10----+ vis (mI53IWONINGBOUW IBOUWFYSICADeze verzwaringen zijn politiek aanvaard in het kader van demaatschappelijke roep naar een hogere geluidisolatie tussenwoningen, zoals verwoord in de NMP+-bijlage 'DuurzaamBouwen'.In het kader van het NMP+ is onderzoek gedaan naar de kos-tenconsequenties van een algehele verhoging van de geluid-isolatie met 5 dB [7]. Deze kostenconsequenties werden tehoog gevonden, waarna de politiek zich feitelijk heeft gecon-formeerd aan de consequenties van formule (2) [8]. De ver-zwaring is dus feitelijk maar voor een deel van de situaties hetgeval. Inhet ontwerp-Bouwbesluit uit februari 1988 en NEN5077:1991 heeft dit zijn beslag gekregen.Aldus zijn de eisen toen geformuleerd op ruimte-niveau, datwil zeggen in de formulering worden eisen gesteld aan deprestatiegrootheden gemetenvan ruimte naarruimte.Enerzijdsomdat vanuit de theorie bekend was dat formule (2) een zogoed als indelingsvrije prestatiegrootheid oplevert, anderzijdszou het formuleren van eisen in termenvanverblijfsgebiedenleiden tot een grote meetinspanning.Bij ingedeelde verblijfs-gebieden zou men dan namelijk in alle deelruimten moetenmeten om ??n waarde te verkrijgen. Dit laatste werd onge-wenst geacht omdat de controle achterafdan te veel meetin-spanningzouvergen,waardoor ermogelijkmindergecontro-leerd zou gaan worden.Op basis van de nieuw geformuleerde prestatiegrootheid liu;kzijn de geluidisolatie-eisen tussen woningen als volgt gedefi-nieerd:- ter bescherming van een verblijfsruimte: liu;k ;;::: 0 dB;- ter bescherming van een overige ruimte: liu;k ;;::: -5 dB;- tussen verblijfsruimten binnen de woning geldt:I1u;k ;;::: -20 dB.In de maanden oktober t.m. december 1991 is op basis van hetontwerp-Bouwbesluit en NEN 5077:1991 een nieuwe NPR5070 opgesteld, die uiteindelijk in maart 1993 is verschenen.Bij hetverschijnenvan hetdefinitieveBouwbesluitin decem-ber 1991 deed zichechtereenonverwachtewijzigin~ indefor-muleringvan deeisenvoor, namelijknietop verblijJsruimte-ni-veau maar op verblijfigebied-niveau. Deze situatie is inde gehelenormering in het voortraject niet ter sprake geweest, althansniet bij de desbetreffende normcommissie en bij de samen-stellers van de norm.Zoals hiervoor beschrevenwordtin NEN 5077:1991 de liu;k al-leen op ruimte-niveau gedefinieerd. Hierdoor ontstond demerkwaardige situatie dat de wettelijk voorgeschreven pres-tatiegrootheid in de aangewezen norm niet was gedefinieerd.De ministeri?le regelingBouwbesluit-gezondheid zou hierinuitsluitsel moeten gaan geven.Twee mogelijke oplossingen zijn daarbij ter sprake geweestnamelijk:1. De laagste I1u;k> gemeten naar de deelruimten van het ver-blijfsgebied, is bepalend.2. Een somformule waarin de totale geluidenergie die zichverspreid over het gehele verblijfsgebied bij elkaar wordt op-geteld en dan weer wordt genormeerd op het gemeenschap-pelijk scheidingsoppervlak, volgens de formule:I1u;k = - 10 19 .~ JIj 10 10 - 1 dB[n ~]} - 1 6 Ta Sz;vg(3)waann:liu;k = karakteristieke luchtgeluidisolatie-index naar ver-blijfsgebied (dB);54Tabel 1Statistische analyse van het verschil tussen Jlu geD1eten tussendirect aan elkaar grenzende ruiD1ten en liu;k volgens desotnforD1ule.tussen een ruiD1te en een verblijfsgebied, voornaast elkaar gelegen ruiD1ten op de Ie verdieping vaneengezinshuizen en voor boven elkaar gelegenverblijfsgebieden in woongebouwen. De gegevens zijnontleend aan [10] en aan door BouwcentrUD1 in een laterstadiuD1 verrichte praktijmetingen in woningen D1et diverseindelingengemiddeldstan~aardafwijkingmaXlillummlillmumaantal resultatennaast elkaar op1everdieping2,71,25,30,536boven elkaar2,61,34,3-0,214luchtgeluidisolatie-index naar deelruimte j volgensNEN 5077:1991 (dB);JIjnnetto volume van deelruimte j (m3);aantal ruimten dat gezamenlijk het verblijfsgebiedvormt;Sz;vg = oppervlak van de gemeenschappelijke scheidings-constructie tussen zendruimte en verblijfsgebied (m2).N.B. 1 Als deze scheidingsconstructie niet aanwezig is, dientSz;vg op 10 m2te worden gesteld.N.B. 2 Als de verhouding V,0/3Sz;vg groter is dan 2,5 m, dientvoor de berekening van liu;k, Sz;vg gelijk te worden ge-steld aan V,0/7,5, waarin:v,ot = somvan de voluminavan de deelruimten (m3).Bij een keuze voor 1.zou er feitelijk weinigveranderen, omdatinhet overgrote deel vande gevallen de geluidoverdrachtnaarde direct aangrenzende ruimte de laagste waarde oplevert endaarmee a priori bepalend is.Mogelijkheid 2. heeft tot gevolg dat naar alle deelruimtenmoet worden gemeten en betekent dientengevolge een ver-plichtevergrotingvan de meetinspanning metgemiddeld eenfactor 3?4 (3 of4 ruimtenzal in de regel hetaantal ruimten perverblijfsgebied zijn). Daarnaast gaven de eerste berekeningenvan TNO [9] aan, dat de somformule en de laagste waarde totgelijke uitkomsten zouden leiden.In de ministeri?le regeling Bouwbesluit-gezondheid (RBg)(stct 100 d.d. 26 mei 1992) is in principe gekozen voor de som-formule. De eerste metingen van Bouwcentrum [10] gavenechter aan, dat de somformule niet leidt tot dezelfde resulta-tenals de laagsteliu;k-waardevande deelruimten. Infeite bete-kent de somformule globaal een extra verzwaring van circa2 dB voor de verblijfsgebieden op de verdieping van eenge-zinshuizen en van circa 3 dB voor boven elkaar gelegen ver-blijfsgebieden van woningen (tabelt).Gevoegd bij de reeds eerder genoemde gemiddelde verzwa-ringenvande eis bij de overgangvanliu naarliu;k> komtde som-formule feitelijk neer op een algehele verzwaring van de eisenmetgemiddeld 3 dB, dus zowel voorwoonkamers op de bega-ne grond, ruimten op de eerste verdieping en ook voor de bo-venelkaargelegen ruimten.Vooral ditgegevenheefter toe ge-leid dat definitiefvoor de somformule is gekozen bij publika-tie van de RBg van 29 september 1992 (stct. 188, 1992), waarintevens een aantal foutjes in de definities van een aantal groot-heden werd gecorrigeerd. Vlak voor het van kracht wordenCement 1993 nr. 7/8van het Bouwbesluit was dus pas de definitieve regeling voor Stotde geluidisolatie tussen woningen rond.totale oppervlak van de uitwendige scheidingscon-structie van het verblijfsgebied (m2).De algehele verzwaring van 3 dB door de somformule bete-kende daarnaast dat de ontwerp-praktijkrichtlijn NPR 5070,die voor het verschijnen van de somformule was opgesteld,achterhaald zou zijn al voor zij gepubliceerd was. Het werkzou dan moeten worden overgedaan, om ook de verzwa-ringen voor boven elkaar gelegen ruimten te kunnen dekken.Uiteindelijk is er voor gekozen om de NPR 5070:1993 niet teverandere~, maar in bijlage C van de NPR een duidelijkewaarschuwingop te nemenvoorverblijfsgebieden. Ineenvol-gend artikel zal op de bouwtechnische consequenties naderworden ingegaan.ContactgeluidisolatieTen aanzien van de contactgeluidisolatie in de woningbouwzijner in de regelgeving geenveranderingen opgetreden, om-dat in eerste instantie de oude grootheid, de isolatie-indexvoor contactgeluid (Ieo) als voldoende indelingsvrij is beoor-deeld. De Ico is dan ookinNEN 5077:1991 als zodanig gehand-haafd, en wel op verblijfsruimte-niveau. Maar ook voor decontactgeluidisolatie moest er een definitie komen voor de Ieonaar een verblijfsgebied, omdat het Bouwbesluit dat vereist.In tegenstelling tot de keuze bij de luchtgeluidisolatie, is in deRBggekozenvoorde laagsteIco, gemetenin de deelruimten, alstoetswaardevoorde Ieo naarhetverblijfsgebied. Dithoudtfor-meel in, dat de {a naar alle deelruimten moet worden geme-ten, maar praktisch gezien zal vrijwel altijd in de direct-aan-grenzende ruimte de laagste Ieo worden gemeten, zodat in demeeste gevallen kan worden volstaan met het meten naar dedirect-aangrenzende ruimte.Een enanderhoudt echterwel in, datde eisenvoor de contact-geluidisolatie uit het Bouwbesluit gelijk zijn aan die van deoude regelgeving. Maar de verzwaring van de eis voor deluchtgeluidisolatie zal maatregelen vereisen die indirect ookleiden tot hogere Ieo-waarden dan onder de oude regelgevinggebruikelijk was, zodat de contactgeluidisolatie toch zal toe-nemen.Geluidwering van gevelsWat gold voor Ilu' geldt voor een groot gedeelte ook voor degeluidwering van de gevel. De oude grootheid GA voor de ge-luidwering van de gevel is op eenvergelijkbarewijze afhanke-lijk van de vertrekafmetingen. Vanwege de vrije indeelbaar-heid is ook dat dus ongewenst.De nieuwe grootheid GA;k' de karakteristieke geluidweringvan de gevel of, zoals we onder het Bouwbesluit moeten zeg-gen, de karakteristieke geluidwering van de 'uitwendigescheidingsconstructie', wordt dan ook op een vergelijkbarewijze als bij de -4u en de -4u;k> gedefinieerd volgens:(4)waann:Su = oppervlak van de uitwendige scheidingsconstructie(m2).Formule 4 geldt dan voor ??n ruimte;voor eenverblijfsgebiedgeldt reeds volgens NEN 5077:1991 een somformule:GA k = - 10 19 [ f, j=l(5)waarin:Cement 1993 nr. 7/8Ogenschijnlijk gebeurt er dus voor GA;k en -4u;k naar een ver-blijfsgebied hetzelfde, immers de formules hebben geheel de-zelfde structuur. Toch treden er bij luchtgeluidisolatie en ge-luidwering van de gevel verschillende effecten op, die de aardvan de formules duidelijk doen verschillen:1. Bij geluidwering van de gevel wordt de geluidoverdrachtgeheel bepaald door de 'zwakke' plekken in de gevelcon-structie zelf, zoals beglazing, lichte borstweringen en venti-latieroosters c.q. suskasten. Bij geluidisolatie tussen wonin-gen wordt een groot gedeelte van de geluidoverdracht ver-oorzaakt door de flankerende geluidoverdracht, dus de ge-luidoverdrachtvia anderewegendan de directe scheidings-constructie.2. Bij geluidwering van de gevel heeft,elke deelruimte zijn ei-gen uitwendige scheidingsconstructie. De gemeenschap-pelijke scheidingsconstructie bij de luchtgeluidisolatie zalin de meeste gevallen beperkt blijven tot de gemeenschap-pelijke constructie van de zendruimte en de direct daaraangelegen deelruimte van het verblijfsgebied, met anderewoorden: de geluidoverdracht neemt toe, terwijl het op-pervlak Sz;v in principe gelijk blijft.Bij de geluiawering van de gevel nemendaarentegenzowelde geluidoverdracht naar het verblijfsgebied, als ook hetoppervlak Stat toe.Beideeffectenleidenertoe, datde somformule (5) feitelijkeenmiddeling inhoudt, terwijl de somformule (3) alle energiesommeert en daardoor altijd leidt tot een lagere -4u;k naarmatehet verblijfsgebied groter wordt.Een belangrijk effectvan de omschakelingvan GA naar GA;k is,datvoor ruimten met eenvertrekdiepte, vanuit de gevel, klei-ner dan 3 m, een verlichting van de eis optreedt, terwijl voorvertrekdieptengroter dan 3m, eenverzwaringoptreedt (fig. 2).Dit betekent dat vooral voor woonkamers verzwaringen opkunnen treden tot meer dan 5 dB!Naast dezeverzwaringen kunnen er doorde nieuwe formule-ring vooral bij hoekvertrekken en dergelijke, situaties ont-staandie tot eenverlichting van de eis kunnen leiden. Om de-ze situaties op verblijfsruimteniveau in te perken, is in hetBouwbesluitnaast de eis op verblijfsgebiedniveau, als extra eisopgenomen dat GA;k naar een verblijfsruimte maximaal2 dB(A) lager mag zijn dan GA;k naar het verblijfsgebied.Voor de geluidwering van de gevel is tevens van belang, datook de ventilatie-eisen strenger zijn geworden. Dit heeft totgevolg, dat langereventilatie-roosters en suskasten nodig zijn.Inveel situaties, waar de basiseisvan GA;k :2:: 20 dB(A) geldt, zalmet berekeningen gecontroleerd moetenwordenofmetklas-siekeventilatieroosterswel aande gecombineerde eisvanven-tilatie en geluidwering zal kunnen worden voldaan, om dantot de conclusie te moeten komen, dat kleine suskasten nood-zakelijk zullen zijn!Getalmatig zijn de eisen inhetBouwbesluitnietgewijzigd tenopzichte van het Bgg. De prestatiegrootheid is echter wel ge-wijzigd met bovengenoemde consequenties. Extra aandachtzal daarbij ook moeten worden gegeven aan de nieuwe venti-latie-eis.Door de nieuwe definitie van uitwendige scheidingscon-structie (zie kader) is er ook een einde gekomen aan alle dis-cussies over de invloed van serres, loggia's en dergelijke. Voorhet realiserenvan de eis mogende gunstige effectenvanserres,55IWONINGBOUW IBOUWFYSICA2 Verband tussen GA en GA;k alsfunctie van de verhouding VIS~co"'0~6S43210.xl:J< - 1 /I /~-21--~t---t--~+=====~==~~~~~==~=====i==~~r-3 /.-t------:--'-:---t--/slaapkamer-4~--~--~i--~r-__~__~__~__+-__+-~1 2 3~ vis gevel {mIin wezen dus een 'grote voorzet-constructie' bij de bepalingvan GA;k worden meegenomen.InstallatiesBij het geluid ten gevolge van installaties zijn de optredendegeluiddrukniveaus sterk afhankelijk van de ruimte-afmetingen en het type installatie (soort aanstoting). Voor eenindelings-onafhankelijke grootheid is het daarom noodzake-lijk uit te gaanvan de hoeveelheid geluidvermogendie een in-stallatie in de (buur)woning produceert. Ook al wordt het to-taal opgewekt geluidvermogen beperkt, de resulterende ge-luiddrukniveaus in ruimten kunnen sterkverschillen: een ac-ceptabel niveau in een grote ruimte kan leiden tot onaccepta-bele niveaus bij hetverkleinen (indelen) van die ruimte. Dere-latie daartussen is echter niet eenvoudig gekoppeld aan de af-metingen, zoals het volume; die relatie hangt ook afvan desoort installatie en de plaatsing.Gekozen is voor een aanpak waarbij het (totale) geluid-vermogen op een gemiddelde wijze wordt teruggerekendnaarhet geluiddrukniveau datzou optredenin eenklein refe-rentievertrek van 25 m3? De huidige prestatiegrootheid voorinstallatiegeluid is het rechtstreeks in dB(A) gemeten geluid-niveau L';A- Daarbij wordt uitgegaan van een vaste aannamevoor de hoeveelheid geluidabsorptie in kale en in aangekledevertrekken, zie NEN 1070:1976, tabel 4.Op een wat scherpere wijze kan dit worden ge?nterpreteerdals een op nagalmtijd genormeerd geluiddrukniveau L,;nr(6)waann:~ = geluiddrukniveau ten gevolge van de installatie bepaaldin octaafbanden (dB).Door A-weging over de 5 octaven van 125 t.m. 2000 Hz volgtdan de L';A-waarde.Deze grootheid vormt de basis voor de prestatiegrootheidvoor het Bouwbesluit, het karakteristieke A-gewogen instal-latiegeluidniveau (~;A;k)'Voor ??n verblijfsruimte geldt dan:VL"A-k = L"A +5lg --, , , Vo56(7)waann:Vo = referentie-volume met een waarde van 25 m3,en voor een verblijfsgebied met deelruimtenj:n (~ 10 L,;~;j) + 5lg VtotL';A;k = 10 19 ..LJ = 1 Vtot Vowaann:~;A;j = installatiegeluidniveau in deelruimte j, dB(A).(8)Evenals bij de geluidwering van gevels zou het in dit geval ookzinvol zijn omvoor de bescherming van bewoners, naasteisenaan de karakteristieke grootheid voor een verblijfsgebied als'vangnet', een aanvullende eis te stellen per verblijfsruimte.Veelal zal hieraan dan automatisch zijn voldaan, alleen voorbijzonder kritische situaties wordt deze eis van belang. In hetBouwbesluit is hier echter van afgezien. Hierdoor is de vrijeindeelbaarheid optimaal gehandhaafd, ten koste van een ge-lijkblijvende bescherming.De installatie-eisengeldenvoor devolgende installaties: toiletmet waterspoeling, kraan, mechanisch ventilatiesysteem op-gesteld in een andere woning; voorzover aangebracht buiteneen woning tevens een warmwatertoestel, waterdruk-verho-gingsinstallatie en lift.De eis luidt voor een verblijfsgebied:L';A;k ::;:; 30 dB(A)Gemiddeld is het eisenniveau voor kamers gelijk gebleven; denieuwe grootheid komt overeen met de oudevoor gestoffeer-de kamers, conform NEN 1070, tabel 4. wel is daarbij het on-derscheid tussen typen installaties verlaten; sommige wordendus iets strenger, anderen iets soepeler beoordeeld. Overigenshad hetBgg alleenbetrekking op toiletgeluid;heteisenpakketis dus uitgebreid. Door het normeren op de nagalmtijd is deeis onafhankelijk gewordenvan de aankleding van de ruimte.In het Bgg werd namelijk de eis gesteld zonder dat rekeningwerd gehouden met de aankleding; de eis werd daarmee for-meel gezien minder streng naarmate de ruimte meer geluid-absorberend was uitgevoerd.Daarnaast is echter de geluideis voor toiletten binnen de wo-ning vervallen. Aan de installaties in de eigen woning wordenhelemaal geen eisen gesteld. Dit is gebeurd vanwege het feitCement 1993 nr. 7/8dat men zijn eigen installaties zelfaan en uit kan zetten. Menheeft hierbij echter over het hoofd gezien dat men niet altijdde keus heeft om een installatie al ofniet te gebruiken. Een la-waaiig toilet in de eigen woning, een lawaaiig ventilatie- enverwarmingssysteem en een lawaaiige kraan kunnen daar-door publiekrechtelijk niet worden bestreden. Hierover zalmen dusprivaatrechtelijkinhetbestekafsprakenmoetenma-ken.Galm in gemeenschappelijke ruimtenTen aanzien van galm in gemeenschappelijke ruimten is ergeen wijziging in de eisen opgetreden. De wijzigingen zijnhier louter van administratieve aard. Zo is de berekening vande absorptie in een ruimte formeel ondergebracht in eennieuwe norm NEN 5078:1990. Ook is de NPR 5071 aangepastop de nieuwe situatie.ConclusieDoor de komst van het Bouwbesluit zijn de eisen op gebiedvan geluidwering voor een groot deel gewijzigd. Deels is dateen gevolg van de eis dat de prestatiegrootheden 'vrij-indeel-baar' moesten zijn en deels heeft men gehoorwillen gevenaande maatschappelijke wens tot verzwaring van de geluidisola-tie-eisen tussen woningen. Aangezien de eisen pas in een laatstadium haar definitieve vorm hebben gekregen en de conse-quenties van een algehele verzwaring van de eis met 3dB tus-sen woningen bouwtechnisch nog voor een deel moestenworden ingevuld, zal in een volgend artikel worden ingegaanop de bouwtechnische consequenties. Dat hier ook kosten-consequenties aan zijnverbonden, zal duidelijkzijn. Hetprin-cipe van kostenneutraliteit gaat echter veel verder dan alleenmaar de geluidwering. Hierbij moet evenwel worden opge-merkt dat er bij geluidwering .tevens sprake is van nieuw be-leid: een hogere geluidisolatie-eis, om de komende tijd de ge-luidhinder bij nieuwbouwwoningen in te dammen. De toe-komst zal leren in hoeverre geluidhinder door buren daad-werkelijk zal worden ingeperkt.VABOR OPGERICHTLiteratuur1. Monkel, M., Hoofdlijnen en effecten van hetBouwbesluit.Cement 1992, nr. 4.2. De Roo, E, Geluidisolatie tussen eengezinshuizen en de be-leving van buurgeluiden. Rapport 6077, Bouwcentrum, Rot-terdam, 1981.3. Beenges, w'G.M. en Niggebrugge, ].w" Flankerende ge-luidoverdracht bij stapelbouw met grote elementen. Rapport15366, Bouwcentrum Advies BV, Maarssen en rapport 61.139Lichtveld Buis & Partners BV, 1990.4. Van Luxemburg, L.C). en Raaijmakers, T.M)., AnalysemeetresultatenWG 8. RapportB-91-001, Werkgroep FAGO-TNO-TU Eindhoven, 1991.5. Hartman, R.A.A., Heringa, P.H, Vercammen, M.e., Bouw-besluit en geluidwering van woningen. SBR-publikatie 251,Rotterdam, 1991.6. Beentjes, w'G.M., Akoestische kwaliteit van nieuwbouw-woningen, periode begin 1991. Rapport 6571, BouwcentrumAdvies BV, Maarssen, 1992.7. Boonekamp, HA.L. e.a., Kostenconsequenties verhoginggeluidisolatie-eisen.Rapport6557,BouwcentrumAdviesBV,Rotterdam, 1990.8. Kameruitspraak minister Alders bespreking 'Wijzigingvan de Wet geluidhinder'. Handelingen Tweede kamer 1990-1991, 20985 nr. 11, 19 april 1991.9. Gerretsen, E., Karakteristieke isolatie-indices voor ver-blijfsgebieden - nader onderzoek. Rapport TPD-HAG-91-0140, TPD-TNO-TU Delft, 1992.10. Beentjes, w'G.M., Evaluatie van luchtgeluidisolatie-metingen volgens NEN 5077:1991 en volgens de Ministeri?leregeling Bouwbesluit gezondheid. Rapport 6601, Bouwcen-trum Advies BV, Maarssen.Eind 1992 is de VABOR (VerenigingAdviseurs BetonOnderhoud en Repa-ratie) opgericht. De VABOR stelt zichals eerste doel het bevorderen van dekwaliteit van adviezen en bestekkenmet betrekking tot onderhoud enreparatie van beton.uitvoering van betononderhoud en-reparatiewerkzaamheden. Tevens wilVABOR zorgdragen voor kennisover-dracht naar derden en naar medewer-kers van leden om daardoor het vakvan adviseur verder te ontwikkelen.9 december: Praktische aspecten vande nieuwe BeoordelingsRichtLijn(BRL) voor de erkenning van betonre-paratiebedrijven door Nico van derWinden van INTRON en Frans Leveltvan Koning en Bienfait.Een aantal ingenieursbureaus met debeschikking over hoogwaardige kennisen speciaal opgeleide medewerkers ophet gebied van inspectie en adviseringvoor betononderhoud en reparatieheeft besloten zich aaneen te sluitentot de Vereniging Adviseurs BetonOn-derhoud en Reparatie. De verenigingis opgericht met het doel de inscha-keling van de vereiste deskundigheidbij betononderhoud en reparatie tebevorderen. Deze deskundigheidbestaat onder meer uit het uitvoerenvan doeltreffende inspecties, het gevenvan adviezen, het opstellen vanbestekken en de begeleiding van deCement 1993 nr. 7/8Tijdens de eerste vergadering op 5februari 1993 is uitvoerig met elkaarvan gedachten gewisseld over demogelijkheid van het opstellen vaneen algemeen VABOR-bestek voorbetononderhoud en -reparatie.Programma VABOR-studie- endiscussiebijeenkomsten12 September: reflectometrischeImpuls Meet Techniek (RIMT) doorWim Segers van Nebest. Een nieuwetechniek, die inhoudt het bepalen vanaard, grootte en locatie van anomali-teiten aan voorspankabels en (grour-)vulling uit reflecties van elektrischesignalen.Correspondentieadres:Secretariaat ONRIKoninginnegracht 222514 AB 's-Gravenhage57
Reacties