Veel gebouwen met een industriële of logistieke functie worden voorzien van een betonnen gevel. De gevelelementen bestaan dan uit sandwich betonelementen, opgebouwd uit een buitenschil, isolatiekern en binnenschil. In een rekenvoorbeeld worden het lineair elastische gedrag van deze elementen, scheurmomenten en stijfheden beschouwd en wordt een beeld gegeven van het gedrag van de elementen in geval van niet-lineair gedrag.
68?CEMENT?6 2025
RUBRIEK REKENEN
IN DE PRAKTIJK
Dit is de 29e aflevering in de
Cement-rubriek 'Rekenen in de
praktijk'. In deze rubriek staat
telkens één rekenopgave uit de
praktijk centraal. De rubriek
wordt samengesteld door een
werkgroep, bestaande uit:
Harm Boel (ABT), Willem van
Heeswijk (Heijmans), Dennis
Heijl (Heijmans), Friso Janssen
(Goldbeck Nederland), Matthijs
de Hertog (Nobleo), Jorrit van
Ingen (WSP), Jacques Linssen
(redactie Cement) en Rick van
Middelkoop (Witteveen+Bos).
De artikelen in deze rubriek
worden telkens opgesteld door
één van de leden van deze
werkgroep. Het wordt vervol-
gens gereviewd door de andere
leden en door minimaal één
senior adviseur binnen het
bedrijf van de opsteller.
Ondanks deze zorgvuldigheid,
is de gepresenteerde rekenme-
thode de visie van een aantal
individuen.
Veel gebouwen met een industriële of
logistieke functie worden voorzien van
een betonnen gevel. De gevelelementen
bestaan dan uit sandwich betonelementen,
opgebouwd uit een buitenschil, isolatiekern
en binnenschil. In een rekenvoorbeeld
worden het lineair elastische gedrag van
deze elementen, scheurmomenten en
stijfheden beschouwd en wordt een beeld
gegeven van het gedrag van de elementen
in geval van niet-lineair gedrag.
BETONNEN
SANDWICH
GEVELELEMENTEN
BEREKEND
Case
In deze case wordt de krachtswerking in een betonnen sandwich gevelelement beschouwd, opgebouwd met een buitenschil (70 mm), isolatiekern
(110 mm) en binnenschil (70/110 mm).
CEMENT 6 2025 ?69
rekenen in de praktijk (29)
Voor de buitenschil wordt uitgegaan van een buiten-
milieu (XC4, XF1). Hiermee worden dus de effecten voor
kustgebieden en hoge zoutgehalten buiten beschou-
wing gelaten. De gekozen dekking in de binnen- en
buitenschil bedraagt 30 mm. Deze dekking geldt
voor de hoofdwapening, de horizontale wapening in
elementen. Bij een dikte van de schil van 70 mm kan
de horizontale wapening (Ø10-150) in het hart van de
doorsnede worden aangebracht en is de gevel bij druk
en zuiging even sterk.
De betonsterkteklasse bedraagt C35/45 (prefab beton) en
daarmee is de gemiddelde treksterkte f
ctm
= 3,21 N/mm
2
.
UITGANGS-
PUNTEN
sandwich
gevelelementen
70 mm ? 110 mm ?
70 mm en 120 mm ?
110 mm ? 70 mm
wandhoogte
1,0 m
overspanning wand
6,5 m
milieuklasse
XC4, XF1
betonsterkteklasse
C35/45
dekking
30 mm
wapening
Ø10-150
foto 1 Voorbeeld betonnen sandwich gevelelement (foto: Preco)
We beschouwen een wand met de volgende afmetingen
en belastingen:
Buitenschil: 70 mm
Isolatiekern 110 mm
Binnenschil: 70 / 120 mm
Wandhoogte: 1,0 m
Overspanning wand: 6,5 m
Windlast: q
p
(z) = 1,0 kN/m
2
Vormfactor druk, zuiging: C
pe
= 0,8 (zone D of zone B/C)*
Vormfactor binnendruk: C
pi
= 0,3
Partiële factor wind: ?
Q
= 1,5
* In hoekzones van bouwwerken kan de windlast mogelijk hoger
uitvallen door hogere vormfactoren.
70?CEMENT?6 2025
c = 30 mm c = 30 mm
windwind windwind
c = 55 mm
Rekenwaarde belasting: Q = h ? q
p
(z) ? C
t
? ?
Q
= 1,0 ? 1,0 ? (0,8 + 0,3) ? 1,5 = 1,65 kN/m
2
Rekenwaarde moment: M
ed
= 1/8 Q l
2
= 8,71 kNm
Rekenwaarde moment per schil: 4,36 kNm
Scheurmoment beton: M
cr
= f
ctm
I / (0.5h)
= 3,21 ? 28.583 ? 10
3
/ 35 = 2,62 kNm
De wanden kunnen deze last ongescheurd niet
opnemen.
Berekening wapening
M
ed
= 8,71 kNm
d = 35 mm
x
u
= 8 mm
z = 32 mm
A
s,ben
= 313 mm
Bepaling minimum wapening
M
cr
= 2,62 kNm
d = 35 mm
x
u
= 4,5 mm
z = 33,2 mm
A
s,min
= 181 mm
2
Toegepaste wapening
A
s,toeg
= 524 mm
2
Wand voldoet op druk en zuiging in de uiterste grens-
toestand.
Lineair elastisch gedrag
Voor het lineair elastisch gedrag wordt uitgegaan van
een oneindig stijve isolatiekern, beide schillen worden
belast door de externe windlasten. De verdeling van
de lasten is gebaseerd op stijfheidsverhoudingen. De
isolatiekern neemt geen schuifspanningen op. Beide
schillen werken individueel, het is geen samengestelde
doorsnede.
Er worden twee casussen beschouwd (fig. 2):
- In casus 1 wordt een binnenschil van 70 mm beschouwd.
- In casus 2 wordt een binnenschil van 120 mm
beschouwd. Daarbij wordt de wapening excentrisch
aangebracht, aan de binnenzijde van wand (warme
zijde). Vanwege de excentrische ligging worden twee
situaties beschouwd:
2a: druk op de gevel, onderdruk binnen
2b: zuiging op de gevel, overdruk binnen
Casus 1
De stijfheid van de binnen- en buitenschil:
I
binnen
= I
buiten
= 1/12 b h
3
= 1/12 ? 1000 ? 70
3
= 28.583 ? 10
3
mm
4
(= 2858 cm
4
)
Beide schillen dragen een evenredig aandeel (50%-
50%), uitgaande van een volledige hechting van de
drie lagen, zonder schuifsterkte in de isolatielaag.
fig. 2 Schematische weergave elementen met van links naar rechts: casus 1, casus 2a, casus 2b (rechts is binnen)
CEMENT 6 2025 ?71
rekenen in de praktijk (29)
Casus 2a druk op de gevel
De stijfheid van de binnen- en buitenschil:
I
binnen
= 1/12 b h
3
= 1/12 ? 1000 ? 120
3
= 14.4000 ? 10
3
mm
4
(14.400 cm
4
)
I
buiten
= 1/12 b h
3
= 1/12 ? 1000 ? 70
3
= 28.583 ? 10
3
mm
4
(2.858 cm
4
)
De binnenschil is lineair elastisch beschouwd ruim vijf
maal stijver dan de buitenschil en draagt 83,4% van
de totale windlast. De buitenschil draagt 16,6% van de
totale windlast.
Rekenwaarde moment: M
ed
= 1/8 Q L
2
= 8,71 kNm (zie
casus 1)
Rekenwaarde moment binnenschil: 7,26 kNm (83,4%)
Rekenwaarde moment buitenschil: 1,44 kNm (16,6%)
Scheurmoment beton binnenschil:
M
cr
= 3,21 ? 144.000 ? 10
3
/ 60 = 7,70 kNm
Scheurmoment beton buitenschil:
M
cr
= 3,21 ? 28.583 ? 10
3
/ 35 = 2,62 kNm
Bij beide wanden blijven de optredende momenten dus
onder het rekenkundige scheurmoment.
Om te zorgen dat er waarschuwend vermogen aanwe-
zig is in het beton moet er echter altijd een bepaalde
minimale wapening aanwezig zijn. Voor de bepaling
van de rekenkundig benodigde wapening wordt er
conform de norm vanuit gegaan dat beton geen trek-
spanningen kan opnemen.
Omdat de buitenschil reeds is berekend in casus 1 met
een hogere last, wordt voor deze casus 2a uitsluitend
de binnenschil getoetst.
Berekening wapening
d = 85 mm
x
u
= 5 mm
z = 83,1 mm
A
s,ben
= 201 mm
2
A
s,min
= 214 mm
2
A
s,toeg
= 524 mm
2
De binnenschil voldoet dus bij druk op de gevel.
Casus 2b zuiging op de gevel
Ter vereenvoudiging van de berekening is ervan
uitgegaan dat de winddruk en windzuiging hetzelfde
belastingeffect hebben. Dit is conform de norm voor
windlasten niet geheel juist.
Net als in case 2a geldt dat het grootste deel van de
belasting, in dit geval zuiging, moet worden opgeno-
men door de binnenschil. Hierbij is de dekking gezien
vanaf de binnenzijde 30 mm en 80 mm vanaf het
midden van de wand. De hefboomsarm is dus aanzien-
lijk kleiner dan in case 2a.
Berekening wapening
d = 35 mm
x
u
= 14 mm
z = 29,5 mm
A
s,ben
= 565 mm
2
A
s,toeg
= 524 mm
2
De wand voldoet volgens deze berekening niet. Door
de gereduceerde hefboomsarm in het beton blijkt dit
wanddeel niet in staat om de belasting door wind-
zuiging op te nemen.
Validatie van het model
De vraag is of de lastverdeling 83%-17% op een juiste
manier is aangenomen. Om dat na te gaan zijn de
belastingen (karakteristieke waarde) ingevuld in een
niet-lineair rekenprogramma, dat rekening houdt met
eventuele gewijzigde stijfheden als gevolg van scheur
-
vorming. Scheurvorming en stijfheden zijn afhankelijk
van het optredend moment in de desbetreffende snede.
Belasting buitenschil: 1,1 kN/m x 16,6% = 0,183 kN/m
Belasting binnenschil: 1,1 kN/m x 83,4% = 0,917 kN/m
Uit het rekenprogramma volgt:
- De vervorming van het buitenschil bedraagt bij deze
belasting 0,87 mm.
- De vervorming van de binnenschil bedraagt bij deze
belasting bij druk 0,85 mm.
- De vervorming van de binnenschil bedraagt bij deze
belasting bij zuiging 0,85 mm.
Doordat de vervormingen mede gebaseerd zijn op het
scheurgedrag van beton en de wanden, uitgaande van
de gemiddelde treksterkte van beton, ongescheurd
voldoende capaciteit bezitten, zijn de verschillen in
vervorming nihil. De grootte van de dekking (30 mm
versus 80 mm) heeft dan geen invloed op de vervor-
ming.
72?CEMENT?6 2025
Aangezien de vervorming van buitenschil en binnen-
schil in dezelfde orde van grootte ligt, is de aange-
nomen verdeling tussen binnenschil en buitenschil in
voldoende mate gevalideerd.
Conclusie
Bij een ongelijke verdeling in dikte van de wanden,
moet als gevolg van een onevenredige lastverdeling
tussen binnenschil en buitenschil worden gecontro-
leerd of de binnenschil bestand is tegen zowel de
winddrukken als de windzuiging op een gevel.
In een aantal gevallen zal de binnenschil dan moeten
zijn voorzien van een binnen- en buitennet om de
optredende buigende momenten te kunnen opnemen,
of moet een zwaarder net worden gekozen in het hart
van de binnenschil.
Aanbeveling
Indien in casus 2 het wapeningsnet wordt toegepast in
het hart van de wand (dekking = 55 mm), dan volstaat
de wapening voor het opnemen van druk en zuiging
op de gevel.
Wapeningsberekening
d = 60 mm
x
u
= 7,3 mm
z = 57 mm
A
s,ben
= 292 mm
2
A
s,toeg
= 524 mm
2
Aandachtspunten
In dit artikel zijn de effecten van thermische uitzetting
en krimp niet beoordeeld, net zomin als een toets van
de bruikbaarheidsgrenstoestand. Behoudens lineaire
uitzetting moet ook een temperatuurgradiënt worden
onderzocht. Immers (geïsoleerde) buitenvlakken of in
zomeromstandigheden buitenvlakken in de zon kunnen
aanmerkelijk lagere respectievelijk hogere tempera-
turen bereiken dan binnentemperatuur. Het koppelen
van binnen- en buitenschil vereist derhalve voldoende
aandacht om breuk in aansluitvlakken en kromming
van panelen te voorkomen.
Voor gevelzone A (hoekzone) moeten hogere lasten in
aanmerking worden genomen. Voor hoeken van bouw-
werken loont het om de overspanningslengte te redu-
ceren, om hogere lasten te kunnen opnemen.
In dit artikel zijn krachtsinleiding naar steunpunten niet
beschouwd. De strokenmethode vereist een validatie
van de verticale partiele zones nabij de oplegging. In
veel gevallen wordt in de oplegging de isolatiedikte
verjongd om ruimte te maken voor aanvullende wape-
ning, stekken, gaines of ankerrails. Het beoordelen van
deze details behoort veelal tot de taak van de deel-
constructeur.
Detailleringsvoorschriften ten aanzien van maximale
staafafstand en verhouding drukzone tot hefboomsarm
zijn in dit praktijkvoorbeeld niet getoetst.
Case
In deze case wordt de krachtswerking in een betonnen sandwich gevelelement beschouwd, opgebouwd met een buitenschil (70 mm), isolatiekern (110 mm) en binnenschil (70/110 mm).
Uitgangspunten
Sandwich gevelelementen 70 mm – 110 mm – 70 mm en 120 mm – 110 mm – 70 mm
Wandhoogte 1,0 m
Overspanning wand 6,5 m
Milieuklasse XC4, XF1
Betonsterkteklasse C35/45
Dekking 30 mm
Wapening Ø10-150
Rubriek Rekenen in de praktijk
Dit is de 29e aflevering in de Cement-rubriek ‘Rekenen in de praktijk’. In deze rubriek staat telkens één rekenopgave uit de praktijk centraal. De rubriek wordt samengesteld door een werkgroep, bestaande uit: Harm Boel (ABT), Willem van Heeswijk (Heijmans), Dennis Heijl (Heijmans), Friso Janssen (Goldbeck Nederland), Matthijs de Hertog (Nobleo), Jorrit van Ingen (WSP), Jacques Linssen (redactie Cement) en Rick van Middelkoop (Witteveen+Bos).
De artikelen in deze rubriek worden telkens opgesteld door één van de leden van deze werkgroep. Het wordt vervolgens gereviewd door de andere leden en door minimaal één senior adviseur binnen het bedrijf van de opsteller. Ondanks deze zorgvuldigheid, is de gepresenteerde rekenmethode de visie van een aantal individuen.
Voor de buitenschil wordt uitgegaan van een buitenmilieu (XC4, XF1). Hiermee worden dus de effecten voor kustgebieden en hoge zoutgehalten buiten beschouwing gelaten. De gekozen dekking in de binnen- en buitenschil bedraagt 30 mm. Deze dekking geldt voor de hoofdwapening, de horizontale wapening in elementen. Bij een dikte van de schil van 70 mm kan de horizontale wapening (Ø10-150) in het hart van de doorsnede worden aangebracht en is de gevel bij druk en zuiging even sterk.
De betonsterkteklasse bedraagt C35/45 (prefab beton) en daarmee is de gemiddelde treksterkte fctm = 3,21 N/mm2.
We beschouwen een wand met de volgende afmetingen en belastingen:
Buitenschil: 70 mm
Isolatiekern: 110 mm
Binnenschil: 70 / 120 mm
Wandhoogte: 1,0 m
Overspanning wand: 6,5 m
Windlast: qp(z) = 1,0 kN/m2
Vormfactor druk, zuiging: Cpe = 0,8 (zone D of zone B/C)*
Vormfactor binnendruk: Cpi = 0,3
Partiële factor wind: γQ = 1,5
* In hoekzones van bouwwerken kan de windlast mogelijk hoger uitvallen door hogere vormfactoren.
Reacties