IWONINGBOUW IMATERIALEN IMILIEU IBETON IN HET PERSPECTIEFVAN DUURZAAM BOUWENdrs.ing.G.de Vries, WDC Consulting BV, Rotterdamir.Ede Haas, Woon Energie, Goudair.D.Anink, Woon Energie, GoudaIn de nota Duurzaam Bouwen heeft de overheid het milieubeleid voor de bouwvastgelegd. In dit themanummer mag een bijdrage over de positie van beton in hetperspectiefvan duurzaam bouwen niet ontbreken. De betekenis van het beleidinzake duurzaam bouwen voor de betontoepassing in de woningbouw wordt in dezebijdrage geanalyseerd. Ter illustratie daarvan is een korte beschrijving van hetdemonstratieproject Ecolonia opgenomen.De Nederlandse overheid be-schouwt de bouwsector als een? belangrijke doelgroep in haarmilieubeleid. Gezien de grote volumesen de veelheid aan materialen is dat ookniet verwonderlijk. Aan het NationaalMilieubeleidsplan Plus Guni 1990) isdaarom zelfs een rapport DuurzaamBouwen toegevoegd, waarin het mi-lieubeleid voor de bouw is vastgelegd.Daarin zijn drie beleidslijnen onder-kend:- integraal ketenbeheer;- energie-extensivering;- kwaliteitsbevordering.Voor het beleid in relatie met beton isvooral het eerste punt van belang. Inte-~raal ketenbeheer houdt voor de bouwIn:- sluitenvan kringlopenvan grondstof-fengebruik, door vermindering ge-bruik eindige grondstoffen en stimu-lering gebruik secundaire grondstof-fen en verlengen van de levensduur;- beperkenvan afvalstromenenvergro-ten van het hergebruik bouwafval;- verminderen van emissies afkomstigvan produktie- en bouwprocessen.De beleidslij? Energie-exten.-siveri~gheeft betrekking op de therimsche el~genschappen van constructies in ver-band met het energiegebruik voorruimteverwarming en ventilatie en opde energie die nodig is voor produktieen verwerking van bouwmaterialen.De beleidslijn Kwaliteitsbevorderingspeeltvooral een rol bij de bouwfysischeeigenschappen van constructies en ge-bouwen, bijvoorbeeld de geluidsisolatiein woongebouwen.ActiesDe overheid heeft devolgende acties ge-24formuleerd die raken aan de produktievan beton:- Beleidsnota Gegrond Ontgronden: denog in Limburg uit nieuwe wingebie-den te produceren hoeveelheid grindzal niet70 miljoenton, maarslechts 35miljoen ton bedragen.- stimulering van rnilieuverantwoordetoepassing van alternatieven voorgrind als grof toeslagrnateriaal voorbeton (zoals puingranulaat);- opstellen van een implenientatieplanvoor verdubbeling van hergebruikbouw- en sloopafval.De geformuleerde acties blijken voor-namelijk gericht op de beperking vanhet gebruik van primaire grondstoffenen bevordering van het gebruik vanreststoffen. Andere facetten, die van be-lang zijn bij de beoordeling van de mi-lieubelasting als gevolg van het toepas-sen van beton, worden niet explicierge-noemd, maar zijn wel aan de orde bij deaandacht aan de vermindering van rest-emissies, de milieuveranrwoorde toe-passing van alternatieve grove toeslag-materialen en het tegengaan van emis-sies uit bouwmaterialen die het binnen~milieu nadelig kunnen be?nvloeden.INTEGRAAL KETENBEHEERVan tnilieu-effecten tottnilieurnaatDe produktie en het gebruik van bouw-materialen hebben effecten op het mi~lieu. Hetoverheidsbeleid is erop gerichtnegatieve milieu-effecten terug te drin-gen, ?fdoor het produkt c.q. produktie-proces te veranderen, ?f te bevorderendatwordrgekozenvoor een produktdatminder negatieve milieu-effecten ver-oorzaakt.Daarvoor is het van belang te weten waten hoe groot .de milieu-effecten zijn.Voor de tweede weg is het bovendienvan belang te weten hoe verschillendeprodukten op hun milieu-aspectenkunnen worden vergeleken. Voor datlaatste wordt naarstig gezocht naar een'milieumaat', een methode waarmeemilieu-effecten ge?nventariseerd enuiteindelijk ook vergeleken kunnenworden.Elementen daarin zijn:- de functionele eenheid (wat wordtvergeleken);- levenscyclus-analyse (wat is er bij be-trokken);- milieu-effecten.Functioneleeenheid, van bouwdeeltot totaalgebouwVoor een re?levergelijking is hetvan be-lang om de milieuvergelijking te base-ren op produkten die qua prestatie ookvergelijkbaar zijn. Er wordt dan gespro-ken over een functionele eenheid. Gaathet bijvoorbeeld over woningscheiden-de wanden, dan wordt een aantal vari-anten geanalyseerd met vergelijkbaregeluidisolatie en draagvermogen. Eenmilieumaat per kilogram of kubiekemeter produh is a priori niet bruikbaar.Analyse levenscyclusVoor hetbepalenvan de milieu-effectenwordt gekeken naar alle fasen in de le-venscyclus van een produkt, zowel vanhet totaal (de functionele eenheid), alsvan de onderdelen, de grondstofwin~ning tot aan het gebruik, onderhoud enreparatie en tenslotte het stadium vansloop en mogelijk hergebruik.Milieu-effectenBij de beoordeling van de milieubelas-ting worden de volgende aspecten vanbelang geacht:Cement 1992 nr. 4- winbare voorraad/schaarste;- aantasting ecosysteem door winninggrondstoffen;- transport;- energie-inhoud;- emissies schadelijke stoffen;- gezondheidsaspecten;- afvaVherbruikbaarheid.Milieubelasting kan worden vertaaldnaar potenti?le milieu-effecten.Milieu-effecten van betonWinningifaseDe grondstoffen zand, grind en mergelzijn in principe in enorme voorradenaanwezig. Door onbeperkte winningzou echter onaanvaardbare ecologischeschade worden veroorzaakt als gevolgvan de ingrepen in natuur en landschap.De aantasting van het landschap is goedzichtbaar in de grindwingebieden.De aandacht is er dan ookop gericht zo~veel mogelijk grondstoffen toe te passenwaarvan de winning eu/of produktiedie minder grote invloed op het land-schap hebben.Alternatieven voor grind moeten wor-den onderscheiden in primaire en se-cundaire materialen. Tot de primairegrondstoffen behoren gebroken na-tuursteen en zeegrind. Gebroken kalk-steen,graniet, kwarsietenporfieralsookzeegrind worden thans al in toenemen-de mate ge?mporteerd.Met secundaire materialen wordt ge-doeld op reststoffen uit de bouw zelfofandere sectorenvandeindustrie.Secun-daire grondstoffen die geschikt zijn alsgrindvervangend toeslagmateriaal inbeton zijn in de eerste plaats granulatenvan beton- en metselwerkpuilL Daar-naast kan door sintering van poeder-kooivliegas kunstmatig een lichtge-wicht, grof toeslagmateriaal wordenvervaardigd. Overigens kanworden op-gemerkt dat vrijwel alle beschikbare inNederland geproduceerde vliegas enhoogovenslak al nuttig wordt gebruiktin de produktie van cement en beton.(Elders in dit nummer is een artikel op-genomen over de toepassing van granu-laten van beton- en metselwerkpuin inbeton voor de woningbouw. Voor eenuitgebreide bespreking van grindver-vangende toeslagmaterialen wordt ver-wezen naar Cement 1991 nr. 5, het the-manummer 'Materiaalontwikkeling ophet gebied van beton'. - Red.)ProduktiefaseDe produktie bestaat eigenlijk uit eenketen van processen, die alle hun in-vloed hebben op het milieu. Als afzon-derlijke processen kunnen worden on-derscheiden de produktie Van cement,betonmortel en betonelementen.Het belangrijkste milieu-effect van de-Cement 1992 nr. 4-ze produktieprocessen heeft betrekkingop het energieverbruik. Betenergiever-bruikvanhetproduktieproces kanwor-den uitgedrukt in de energie-inhoudvan een materiaal of produkt, bijvoor~beeld megajoule per ton materiaal.In Nederland worden vier soorten ce~ment geproduceerd: portlandcement,portlandvliegascement, metselcementen hoogovencement. Bij de laatste driesoorten wordt een deel van de portland-klinker (vervaardigd uitmergel)vervan-gen door respectievelijk vliegas, fijnge-malen kalksteen en gegranuleerdehoogovenslak.Van deze drie vergt de produktie vanhoogovencement het minste energie;dienovereenkomstig is de emissie vanrookgassen het laagste.Voor de produktie van beton (zowel be-tonwaren als betonmortel) uit cement,toeslagmaterialen en water is opnieuwenergie nodig. De vervanging van grinddoor Lytag, vervaardigd door sinteringvan vliegas, is enerzijds gunstig als be-sparing op primaire grondstoffen, maaranderzijds ongunstig omdat het sinte-ringsproces leidt tot een hogere ener-gie-inhoud van het beton.Inhetproduktieproces is ook hetbeper-ken van afval belangrijk. Spoelsystemenmaken het mogelijk niet-verwerktehoeveelheden betonspecie uitte spoelenwaarna de grondstoffen weer beschik-baar zijn. Afgekeurde betonelementenkunnen met behulp van een breekin-stallatie worden verwerkt tot granula-ten, die als grof toeslagmateriaal kun-nen worden gebruikt.BouwfaseOok in de bouwfase speelt het energie-verbruik een belangrijke rol bij de bepa-ling van milieu-effecten van beton. Degrote massa van beton is in dit verbandeen belangrijke factor voor de energiedie nodig is voor transport.Ookinde bouwfasevraagthetbeperkenvan afval de aandacht. Restbeton kanmee worden teruggenomen naar de be-toncentrale enwordenbenutinhetpro-duktieproces.GebruiksfaseHet gebruik van steenachtige materia-len (baksteen, natuursteen, gips en be-ton) heeft invloed op de concentratieaan radioactieve stoffen in het binnen-milieu. Vergeleken met natuursteen zo-als graniet is de radioactieve straling diewordt veroorzaakt door beton gering.Toepassing van industri?lereststoffeninbeton kaneen negatieve invloed hebbenop de stralingseigenschappen. Daarommoet duidelijkheid bestaan over de her-komst en de samenstelling van de rest-stoffen.De belangrijkste bijdrage aan de stra-lingsbelasting in woningen is overigensafkomstig van radon, dat uit de bodemontwijkt en via kruipruimten het bin-nenmilieu kan bereiken. In de paragraafover kwaliteitsbevordering wordt laterin dit artikel op deze problematiek te-ruggekomen.AfiralfaseBetonpuin wordt momenteel vrijwelvolledig benut als secundaire grondstofvoor de bouwwereld. Door breken enzeven ontstaat een waardevol materiaal.Ookdeze processenverbruiken energie,maar zijn belangrijk ter besparing opprimaire grondstoffen en ter voorko-ming van afval. Gebroken betonpuinwordt voor het grootste deel toegepastin niet-gebonden funderingen van we-gen.Terreinenvoor breekinstallaties moetenoverigenswordenvoorzienvan een ont-waterings- en zuiveringssyteem om tevoorkomen dat bodem- en grondwaterworden verontreinigd door schadelijkestoffen. Deze kunnen voorkomen inpuinafkomstig uit constructiesdie sterkverontreinigd zijn.ENERGIE-EXTENSIVERINGEnergiezuinigebouwsystemenIn 1987 werden in opdracht vanNOVEM een twaalftal bouwmethodenonderzocht op hun energetische eigen-schappen. Tot die bouwsystemen be-hoorden ook prefab-betonelementen,gasbeton en gietbouw. Dit onderzoekleidde tot de overigens voorspelbareconclusie dat energiezuinige woning-bouw met iedere bouwmethode kanworden bereikt.Het te verwachten brandstofverbruikvoor de twaalf systemen werd op een-zelfde manier voor ieder systeem be-paald. Vervolgens werden de kosten vande bouwsystemen met elkaar verge-leken. Voor deze vergelijking werd uit-gegaan van een van te voren gedefini-eerde referentiewoning.De volgende bouwmethoden werdenvergeleken: elementenbouw, giettech-nieken, stapelbouwmethoden en hout-skeletbouw. Bij eenzelfde isolatieniveaukwamen gasbetonelementen als besteuit de bus; door toepassen van gasbetonwerd eensignificantlager brandstofver-bruik berekend voor ruimteverwar-ming en ventilatie. Bij gelijke uitgangs-punten ontliepen de andere bouwme-thoden elkaar niet voor zover dit hetbrandstofverbruik betreft.25IWONINGBOUW IMATERIALEN IMILIEU(Een geactualiseerde versie van deNOVEM-brochure over energie~zuinige bouwmethodenzal in april 1992op de NWR~BouwRAI wordengepre~senteerd. Zie ook de aankondiging in deBerichtenrubriek in dit nummer. - Re-dactie)VerwarmingsinstallatieTijdens het stookseizoen vinden vooralin het voorjaar en het najaar plotselingeveranderingen in de weersom-standigheden plaats. Plotselinge zonin-val vraagt dan een snelle aanpassing vande verwarmingsinstallatie. Te langdoorgaan met het leveren van warmtekan dan tot overmatige en ongewensteverwarming leiden.Naarmate de massa van de constructiesdie door de zon worden beschenen ge-ringer is, treedt deze ongewenste op-warming minder op.Een dergelijke oplossing is gewenst alsuit het oogpunt van gebruik een vertreksnel op temperatuur moet worden ge-bracht. Daarin kan worden voorziendoor thermische isolatie aan de binnen-kant aan te brengen.Ook uit energetische overwegingen isisolatie aan de bovenzijde van de bega-negrondvloer aan te bevelen, omdatdaarmee warmteverlies via koudebrug-gen beter kan worden voorkomen.Echter, daar waar gebruik wordt ge-maakt van de principes van passievezonne-energie geldt een ander verhaal.Zonne-energieBeton heeft een naar verhouding grotesoortelijke warmte en massa. De grote(warmte)accumulatiecapaciteit kanworden benut ten behoeve van passieveVoor de Buitenexpositie van deBouwRAI ontwierp architect TheoBosch voor opdrachtgever BouwfondsWoningbouw BV, 17 woningen met alszonne-energie. Deze accumulatiedempt temperatuurwisselingen.Hetar-chitectonisch en bouwkundig ontwerpmOeten hierop dan wel zijn afgestemd.De via zonnestraling binnenkomendezonne-energie kanworden gebufferd inbetonnen constructiedelenals die directworden beschenen.Wanneer de buitentemperatuur laterop de dag daalt en het binnenshuis ookafkoelt, staat de wand zijn warmte afwaardoorsoms zonder aanvullendever-warming de gehele dag door een be-haaglijk binnenklimaat kan wordenverkregen.Een waarschuwing is hier echter op zijnplaats. Naarmate het thermisch isolatie-niveau in een woning toeneemt, zalmeer aandacht besteed moeten wordenaan het voorkomen van oververhitting.Buiten-zonwering zal dan veelal onver-mijdelijk zijn om het binnenklimaatook in de tussenseizoenen en de Zomerbeheersbaar te houden.KWALITEITSBEVORDERINGIn de beleidslijn 'kwaliteitsbevordering'wordt voor woningen vooral aandachtgeschonken aan het binnenmilieu.Daarbij gaat het om aspecten als geluid-isolatie, vochtwering, het thermischcomfort en het weren van radonemissieuit de kruipruimte. Hierbij speelt deuitvoering van de begane-grondvloereen voorname rol.GeluidDe geluidwering tussenwoningenis eenbelangrijk aspect in verband met dewoonkwaliteit. Het ervaren van geluid~motto 'licht en ruimte'. Typerend zijnde erkers van begane grond tot dak.Detail in verband met aandacht voorenergiebesparing: dehinderkan hetwoongenot tot een mini-mum terug brengen. Het is dan ook nietvoor niets, dat de rijksoverheid speciaalaan geluidhinder een voorlichtings-programma heeft gewijd. De afgelopenjaren is de geluidhinder door burenla-waaisterk toegenomen. Oorzakendaar-voor zijn een sterke verbreiding van ge-luidsinstallaties, de populariteit vanharde vloerbedekkingen zoals plavui-zen en een verder toegenomen mecha-nisatie van de huishoudelijke arbeid endoe~het-zelfactiviteiten.Ook de verbe-tering van de geluidwering van gevel-constructies leidt tot een sterkere ge~waarwording van geluid uit aangren-zende woningen.Bij de geluidwering tussen woningengaat het niet alleen om de massa van dewoningscheidende wanden en de vloe-ren, maar ook om de opbouw van deconstrUctieende detaileringvan de aan-sluitingen. Goede bouwkundige maat-regelen zijn ankerloze spouwmuren,isolerende vloeropleggingen en zwe-vende dekvloeren.Waar het gaat om de massa bij enkel~voudige woningscheidende wanden envloeren, is beton als materiaal bij uitstekgeschikt. Zo kan een betonvloer in ver-gelijking tot een holle-baksteenvloereen verschil opleveren van 12 dB in het.voordeel van de betonvloer.Met een steenachtige ankerloze spouw-muur kan een verbetering in de geluid-wering van 9 dB worden verkregen tenopzichte van een in massa gelijkwaardi-ge massieve wand. Dit vergt echter weleen zorgvuldige uitvoering. Betrekke-lijk kleine uitvoeringsfouten kunnenhet voordeel weer teniet doen.buitengevelisolatie is doorgezet totonderzijde fundering.foto's: Van der Vlugt en Claus,Amsterdam26 Cement 1992 nr. 4gevelmetselW'erkisolatie 75minrefab betonopen stootvoegen t.b.v.ventilatiespotJwventilatie kokerkrjipruimte100 1301 75 1001dekv.oerkonstrlJktietEDndersto in15 90sierpleister~apenjngslaagiS'J.;:tieptate_"-----11+-~refah .betonventilatie kokerkrui ruimtebitumen{aaMAAIVELD 125-PgrindJ50-P100afdichtindekvloerafdichfin1 Twee details uit de SBR-publikatie 200 voor de aansluiting van de fundering aan de gevel- en vloerconstructiesKruipruimte enbegane-grondvloerNa;lst het aspect van de geluidwering,zijn er andere factoren die te makenhebben met de begane-grondvloer endewijzewaarop deze aansluitop de fun-deringen. Het gaat daarbij om:- het voorkomen van koudebruggen inverband met condensatie;- de luchtdoorlatendheid van de bega~ne-grondvloer in verband met vocht-toetreding vanuit de kruipruimtenaar de woning;- de kruipruimteventilatie in verbandmet de afvoervanvocht en radonvan-uit de kruipruimte;- de contactgeluidisolatie;- de thermische isolatie ter beperkingvan het warmteverlies.KoudebruggenIn het Bouwbesluit worden eisen ge-steld aan de binnenopper-vlaktetemperatuur van constructies.Dezeeisenzijn tot uitdrukkinggebrachtin de temperatuurfactor, waarvoorwordt verwezen naar de norm NEN2778. De temperatuurfactor, ook welf-waarde genoemd, is een kental dataangeeft wat de minimale opper-vlaktetemperatuur wordt bij een be-paalde buitentemperatuur en een be-paalde binnentemperatuur. Deze factorheeft een waarde tussen 0 en 1. In hetBouwbesluit wordt een temperatuur-factor verlangd van ten minste 0,65.Om aan de gestelde eisen tevoldoen kande SBR-publikatie 200 'Bouwtechni-Cement 1992 nr. 4sche details voor energiezmmge wo-ningbouw' worden geraadpleegd (fig.la-b). Inmiddels is wel duidelijk dat omaan de gestelde eis te voldoen vooral defunderingskoudebruggen om specialeaandacht vragen. In het algemeen geldt,dat funderingskoudebruggen aande ge-stelde eis zullen voldoen als:- de gevelisolatie voldoende diep door-loopt langs de begane-grondvloer,- de vloeroplegging geheel of gedeel-telijk is ge?soleerd enJof,- de geveVfunderingsconstructie metthermische isolatie is ingepakt.Thermische isolatieWaar het gaat om thermische isolatiekan met wat voor vloer dan ook aan deeisen van het Bouwbesluit worden vol-daan. Naast het voorkomen van koude-bruggen speelt hierbij immers alleen dediktevanhettoe te passenisolatiepakketeen rol.LuchtdoorlatendheidAan de luchtdoorlatendheid van wo-ningconstructies worden in het Bouw-besluit ook eisen gesteld. Dezeeisen be-treffenzowel de uitwendige scheidings-constructies als de begane-grondvloer.De achtergrond daarvan is te voorko-men, datvochtigeluchtvanuitde kruip-ruimte in de woning dringt. Bovendienis het vanuit het oogpunt van beperkenvan het warmteverlies een luchtdichtebeganegrondvloer gewenst.Dit betekentextra aandacht voor het af-dichten van begane-grondvloeren, in-clusiefkruipluikomrandingen, leiding-doorvoeren - ook in de meterkast! - enluchtlekkendie bij devloeropleggingopfunderingsbalken kunnen ontstaan. Inverband met het bereiken van de ge-wenste luchtdichtheid van prefabvloer-systemen kunnen gietvloeren als af-werkvloer een goede oplossing bieden.RadonDe belangrijkste bronnen van het .edel-gas radon in het binnenmilieu zijn debodemonderdewoning,debouwmate-rialen en de buitenlucht. De bodemvormt verreweg de belangrijkste bronvan radongas binnenshuis. Ongeveer70% van de radonconcentratie wordtdaardoor veroorzaakt. Radon uit gang-bare bouwmaterialen wordt voor hetovergrote deel als onvermijdbaar be-schouwd (bijdrage aan het binnenmi~lieu ongeveer 20%). De enige grote ver-mijdbare blootstelling is die van het ra-don uit de bodem datvia dekruipruim-te de woning binnendringt.De concentratie van radon in het bin-nenmilieu kan worden beperkt dooreen gesloten begane-grondvloer toe tepassen.Met beton kan hierin worden voorzienindien veel aandacht aan de detailleringen de kierafdichting wordt geschonken.Bovendien kan de concentratie van ra-don in de kruipruimte door ventilatieworden verminderd, hetgeen ook de af-voer van vocht uit de kruipruimte tengoede komt.27IWONINGBOUW IMATERIALENECOLONIA - DEMONSTRATIEPROJECTVOOR MILIEU EN ENERGIEHet geheel van eisen overziend, is hetnietverwonderlijk datdaarbij aan betonals constructiemateriaal voor begane-grondvloeren wordt gedacht.Beton is bij uitstek een materiaal waar-mee in principe op eenvoudige wijzeeen gesloten vloerconstructie valt teverwezenlijken.Als nieuwe ontwikkeling kan wordengedacht aan integrale standaard-oplos-singen voor fundering plus begane-grondvloer en gevel.Daarmee zou de betonindustrie eenkant-en-klare oplossing kunnen biedendie aan alle huidige eisen voldoet.2Artist hnpression van Ecolonia,het demonstratieproject voormilien en energie te Alphen aJd Rijn3Detail van opleggingbegane-grondvloer zoals toegepastin ??n van de deelprojecten in Ecolonia28Het Ecolonia-project omvat een hon-derdtal eengezinswoningen in dewoonwijk KerkenZanen, gemeenteAl-phen aid Rijn (fig. 2). Dit project komttot stand in samenwerking tussen deNederlandse Maatschappij voor Ener-gie en Milieu BV (J\j"?VEM) en Bouw-fonds Woningbouw BV, die als risico-dragende partner optreedt.In Ecolonia wordt gestalte gegeven aande drie eerder genoemde beleidslijnenvoor Duurzaam Bouwen: energie-ex-tensivering, integraal ketenbeheer enkwaliteitsbevordering. Iedere beleids-lijn is weer verdeeld in drie specifiekethema's:energie-extensivering1. terugdringen van warmteverliezen2. benutten van zonne-energie3. vermindering energiegebruik bijbouwen en wonenintegraal ketenbeheer4. beperken van watergebruik en her-gebruik bouwmaterialen5. aandacht voor lange levensduur, on-derhoudsarme materialen en organi-sche architectuur6. streven naar flexibel bouwen en wo-nenkwaliteitsbevordering7. geluidisolatie binnen en tussen wo-ningen8. gezondheid en veiligheid9. bio-ecologisch bouwen.Voorelkthemais een architectenbureauuitgenodigd een ontwerp te maken. De-ze ontwerpen zijn beoordeeld door eenteam van deskundigen, met aandachtvoor de volgende aspecten:- het te verwachten brandstofverbruikvoor ruimteverwarming en ventilatie;Cement 1992 nr. 4- bouwfYsische aspecten zoals: geluid,vocht- en warmtetransport, koude-bruggen, daglichttoetreding, radon-toetreding, straling en luchtdoorla-tendheid;- de materiaalkeuze inverband met mi-lieubelasting en gezondheid;- duurzame energiebronnen;- kringloopprocessen;- de keuzevan de installaties voorruim-teverwarming,ventilatieenwarmtap-waterbereiding.Het te verwachten brandstofverbruik isbepaald aan de hand van de thermischeisolatie, het ventilatiesysteem en deluchtdichtheid van de woningen en debegane-grondvloer.BouwfYsisch bleek extra aandachtnoodzakelijk ten aanzien van de geluid-isolatie en de koudebrug problematiekrond de begane-grondvloer (fig. 3J.In het Ecolonia-project is aandacht ge-schonken aan een aantal specifieke ac-ties die in de notitie DuurzaamBouwenstaan vermeld: beperken van het ge-bruik van tropisch hardhout, toepassenvan betonpuingranulaat en het gebruikvan rookgas-ontzwavelingsgips in gietvloeren. Met gietvloeren kan een goedeafdichting worden verkregen van sa-mengestelde begane-grondvloeren tenopzichte van de kruipruimte.Andere aandachtspuntenzijn herbruik-bare gevelelementen en binnenwandenen herbruikbare eu/of aanpasbarebouwsystemen.Ookis gelet op materia-len met een lange levensduur en de mo-gelijkheden van hergebruik.BetontoepassingDe aandacht voor beton geldt nadruk-kelijk de toepassing van betonpuingra-nulaat als grindvervangend toeslagma-teriaal. Dit is gerealiseerd in heipalen,funderingsbalken, geprefabriceerdevloeren en andere betonelementen.De architect die het thema 'Extra aan-dacht voor energiegebruik bij bouwenen wonen' kreeg toegewezen heeft ge-kozen voor het gebruik van gasbetonvoor een aantal constructies.De ervaringen in het Ecolonia-projecthebben aangetoond datbetonals bouw-materiaal kan worden hergebruikt (indevormvan betonpuingranulaat) en datde opleggingen van de begane-grond-vloer kan voldoen aan de huidige eisenten aanzien van luchtdichtheid, thermi-sche isolatie en geluidsisolatie.Literatuur:1. Nationaal Milieubeleidsplan plus,Bijlage 2, Duurzaam Bouwen. Ministe-rie van VROM; 's-Gravenhage, juni19902. Zorgen voor Morgen, Nationale mi-lieuverkenning 1985-2010. RIVM, Bilt-hoven, 1988.3. NationaleMilieuverkenning 2,1990-2010. RIVM, Bilthoven, 1991.4. Teksteditie van het besluit 680,Bouwbesluit, Ministerie van VROM, 's-Gravenhage, 1992.5. Oldegarm,], e.a.;Beoordeling schets-ontwerpenEcolonia - Deel 1 - Algeme-ne aanbevelingen en aandachtspunten.Instituut TNO voor Bouwmaterialenen Bouwconstructies, Delft, 1990.6. Vries, G. de;Ecolonia - energie & mi-lieuaspecten, WDC Consulting, Rot-terdam, 1990.Cement 1992 nr. 4 29
Reacties