ing. G. van Engelen, Arcadis Bouw en Vastgoed BV
ir. M.M. Vola en ing. H.P. Zuidwijk (co-auteur), DHV
Bouw en Industrie BV
De belastingen op een balk of vloer worden afgedragen
op de ondersteuningen door inwendige krachten. Deze
inwendige krachten zijn momenten en dwarskrachten.
Bij balken heeft de belastingafdracht ééndimensionaal in
de lijn van de balk plaats. Bij puntvormig ondersteunde
vloeren heeft de belastingafdracht naar de kolommen
tweedimensionaal, in het vlak van de vloer, plaats. De
dwarskrachten in balken en vloeren veroorzaken schuif-
spanningen. Deze schuifspanningen worden gedeeltelijk
door het beton opgenomen. Indien het betonaandeel in
de opname van schuifspanningen ontoereikend is, wordt
voor de opname van het resterende gedeelte wapening
aangebracht. De afdracht van dwarskrachten in vloeren
op de ondersteunende kolommen wordt pons genoemd.
Pons is een vorm van afschuifbreuk (dwarskracht) en de
ponskracht is de kracht die afschuiving veroorzaakt. Bij
bezwijken op pons zakt de vloer als het ware over de
kolom. In dit artikel wordt de dimensionering op dwars-
kracht in balken nader beschouwd en uitgewerkt in een
voorbeeldberekening. De dimensionering van vloeren op
pons wordt beschouwd in een volgend artikel.
Rekenmodel dwarskracht
Op dwarskracht belaste liggers en platen moeten in
elke snede voldoen aan het toetsingscriterium
?d ? ?u . De optredende rekenwaarde van de dwars-
kracht moet kleiner dan wel gelijk zijn aan de
dwarskrachtcapaciteit van de gewapende doorsne-
de.
De capaciteit
?ubestaat uit een betonaandeel ?1en
een wapeningaandeel
?s. Een algemeen aanvaarde wijze van berekenen van
de capaciteit van dwarskrachtwapening van liggers
en platen is gebaseerd op de vakwerkanalogie.
Binnen de gestelde randvoorwaarden zijn bij de
gebruikelijke wapeningsvormen twee vakwerken
op te stellen; één voor verticale beugels of deuvels
en één voor opgebogen wapening. In beide vakwer-
ken worden de boven- en onderrand evenwijdig aan
de liggerrand genomen. De drukdiagonalen maken
een hoek
?met de liggeras. Deze hoek ?kan vrij
gekozen worden tussen 30° en 60°. Gebruikelijk
wordt
?= 45° aangehouden. Een andere hoek kan
consequenties hebben voor de hoofdwapening. Bij
?< 45° is meer hoofdwapening en minder dwars-
krachtwapening nodig; bij
?> 45° is dat andersom.
De dwarskrachtwapening wordt aangebracht onder
een hoek
?met de liggeras. Bij verticale beugels en
deuvels is
?= 90°, bij opgebogen wapening gebrui-
kelijk
?= 45° (fig. 1).
In art. 8.2.4van NEN 6720wordt een formule gege-
ven voor het wapeningsaandeel van de opneembare
dwarskracht:
V
s= A sv·z·f s·sin ?(cotg ?+ cotg ?)
V
s;bgls = A sv·z·f s·1 (bij ?= 45°)
V
s;opgeb = A sv·z·f s·?2 (bij ?= 45°)
De dwarskrachtcapaciteit van een ongewapende
betondoorsnede zonder normaalkracht is:
Vs
bd A
sv zf s ? g? cot
( g ?)
cot+
sin
?? ?
bd ?
= ?s=
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2005 2 60
Berekening dwarskracht
Berekenen en detailleren van betonconstructies (6)
z
2z 2z
z
d
d
V
d V
d
z
z 0,1d
0,1d ?
?
? ?
Figuur 1
V1= ?1·b·d
?1= 0,4 f bk\bkh3? ?0<
0,4 f b (art. 8.2.3.1)
Het verwerken van k
\bkh3??0en met name
k \bkan bij
gedrongen constructies een forse verhoging van het
betonaandeel opleveren. Voor de bepaling van de
mate van gedrongenheid moet dan wel in detail op
de krachtswerking worden ingegaan. Voor een
rationele wapeningsbepaling is dat niet efficiënt.
Eenvoudigheidshalve kan voor de ondergrens
?1= 0,4 f bworden aangehouden.
In specifieke gevallen kan het zinvol zijn het beton-
aandeel nader te beschouwen.
De dwarskrachtcapaciteit van de gewapende door-
snede:
V
u= V 1+ V s;bgl + V s;opgeb ? V 2= ?2·b·d
?2= 0,2 f' bknk? (art. 8.2.1)
waarin:
k
?;bgls = 1, bij ?= 45° en ?= 90°
k
?;opgeb = 2, bij ?= 45° en ?= 45°
Voor een met beugels gewapende doorsnede zon-
der normaalkracht wordt:
?2= 0,2 ·f' b ·1 ·1
De dwarskrachtcapaciteit wordt dus begrensd door:
V
2= 0,2 ·f' b ·b·d
of omgeschreven naar f'
ck
Volgens de detailleringsregels in de VBC is er altijd
een minimale beugelwapening aanwezig.
De beugelafstand is maximaal de kleinste waarde
van 300 mm of
2/3hen minimaal 4/3dnom of 50 mm.
Binnen deze range is een reeks samen te stellen
van praktische beugelafstanden (tabel 1).
Voor een bepaalde balkafmeting is voor deze reeks
beugelafstanden snel de dwarskrachtcapaciteit te
bepalen. Met de V
u;bgl-300 enz. is eenvoudig op basis
van de uitkomsten van een liggerberekening de
dwarskrachtwapening te bepalen. Hierbij wordt
gebruikgemaakt van een dwarskrachten-dekkings-
lijn. Zie het rekenvoorbeeld.
Dimensioneerregels dwarskracht,
praktische vuistregels
Het is niet gemakkelijk om een eenvoudige regel te
geven voor de toe te passen afmetingen van balken
of platen. Enkele aanbevelingen kunnen wel wor-
den gegeven:
? Kies de balkafmeting zó, dat de maximaal optre- dende dwarskracht in de balken van de gekozen
afmeting V
d< 0,1 ·f' ck·b·h(? 90% · ?2). Dit laat
enige ruimte voor het opnemen van wringing en
afwijkingen in belasting ten opzichte van het ont-
werp. Uiteraard moet de momentcapaciteit van
de balkdoorsnede voldoende zijn.
? Bepaal een globale basiswapening voor de balk en met behulp van de detailleringsregels uit de
VBC, het aantal sneden van de beugels.
? Kies een basisbeugeldiameter; houdt aan
1/2à 1/3 van de diameter van de hoofdwapening en kies
geen kleinere diameter dan 6mm.
? Houdt een maximale h.o.h.-afstand van de beu- gels aan van maximaal
2/3h of 300 mm. In dat
geval mogen de beugels worden meegenomen
als dwarskrachtwapening.
? Ga na of de brandwerendheid een rol speelt. NEN 6071; > 60 min: beugels h.o.h. ? 150mm over
0,15 ·luit de oplegging.
? Indien uit de berekening een beugelafstand van 50 mm volgt, pas deze dan over een zeer beperk-
te lengte toe, ter voorkoming van stortproblemen.
Beter is beugels te bundelen.
Voorbeeldberekening
Gegevens
Een doorgaande funderingsbalk, (afmetingen:
b = 300 mm, h= 600 mm) op starre ondersteunin-
gen over de volledige lengte belast.
Belastingen en overige gegevens: gelijkmatig ver-
deelde belasting ( q
d= 60 kN/m) en puntlast op
het uiteinde ( F
d= 100 kN).
Figuur 2geeft het resultaat van de berekening van
de krachtsverdeling.
Het maximale moment is M
d= -320kNm, de maxi-
male dwarskracht V
d= 220 kN
sterkteklasse B 35, milieuklasse 1, dekking 30mm
Globale toets;
V
d; max ? 0,1 ·35 ·300 ·600 = 630 ·10 3N
>> V
d; optredend , doorsnede is te wapenen.
Stel hoofdwapening Ø 20, beugels Ø10mm.
d = 600 ? 30 ? 10 ? 10 = 550 mm.
V2 02, 072
f' ck ?
,
bd
? ?
012, f'
ck bd
???
=
?
=
1,2
k? 2 g ? cot g ? cot+
1 g
2 cot ? +
-
?
?
=
kn
5
3 1 ?'bmd
f'b
-
?
\f? ??
?? 1 < =
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2005 2 61
Tabel 1
veelvoud van 50 mm: 300 250 200 150 100 50
veelvoud van 75 mm: 300 225 15075
samengevoegd: 300 250 225 200 150 100 75 50
wapening 3Ø25 = 1473 mm 2
beugeldiameter 1/2á 1/3Ø25= 8tot 10mm, kies
8 mm.
balkbreedte 300mm ?300 < 500 ?tweesnedige
beugels voldoen aan detailleringseis.
basisbeugel: Ø 8? 300, tweesnedig
A
s;bgl = 101 mm 2per beugel ?
A
s;bgl = 101 / 300 = 0,337 mm 2/mm
sterkteklasse B 35, staalsoort FeB 500:
f
b = 1,4 N/ m m 2
f'b = 21 N/ m m 2
fs = 435 N/ m m 2
V1 = 0,4 ·f b·b·d= 0,4·1,4 ·300 ·550
= 92,4 ·103N
V
2 = 0,2 ·f' b·b·d= 0,2·21 ·300 ·550
= 693 ·103N
V
s;bgls = A sv·z·f s·1 met z= 0,9 ·d ?
V
s;bgls- 300 = 0,337 ·0,9 ·550 ·435 ·1 = 72,5 ·10 3N
V
u;bgls- 300 = V 1+ V s;bgls- 300 = (92,4 + 72,5) ·10 3
= 164,9 ·10 3N = 165 kN Aan de hand van de dwarskrachten(lijn) kan de
dwarskrachtwapening (beugels) worden bepaald.
Steunpunt
1
links :
V
d= -220 kN ?beugels Ø 8? 150; V u=237 kN
lengte waarover beugels Ø 8? 150 moeten worden
toegepast:
Steunpunt 1
rechts :
V
d= 202 kN ?beugels Ø 8? 150 V u=237 kN
lengte waarover beugels Ø 8? 150 moeten worden
toegepast:
Steunpunt 2
links :
V
d= -158 kN ?beugels Ø 8? 300; V u= 165 kN
Steunpunt 2
rechts :
V
d= 212 kN ?beugels Ø 8? 150; V u=237 kN
lengte waarover beugels Ø 8? 150 moeten worden
toegepast:
Steunpunt 3
links :
V
d= -148 kN ?beugels Ø 8? 300; V u=165 kN
Met voorgaande berekening wordt een dwarskrach-
ten-dekkingslijn gecreëerd (fig. 3).
Literatuur
1. Vis, W.C. en R. Sagel, Constructief ontwerpen in
beton CB 24. Stichting ENCI Media, 's-Hertogen-
bosch, 2001.
2. De VBC in de praktijk. Betonvereniging, Gouda, 1995.
3. NEN 6720, VBC 1995 bijgewerkt december
2001.
4. Grafieken en Tabellen voor Beton, GTB Deel 2.
Betonvereniging, Gouda, 1992.
078,
015 ,
--------- -
52 5 015
m,
×?
,=
l V d Vu bgls
300
?; ?
q
d
- 212 165
?
60 078
m,?
===
062 ,
015 ,
?
41 4 015 m,
×?
,=
l V d Vu bgls
300
?; ?
q
d
- 202 165
?
60 062
m,?
===
092 ,
015 , 61 6 015
m,
×?
,=
l V d Vu bgls
300
?; ?
q
d
- 220 165
?
60 092
m,?
===
Asben ; 0898 03 055 10 4 ?
,
?
,
?
, 1482mm 2 ==
Mu
bd 2
320
0 300 0 550
2 ,
?
,
-
3526
?0 ?
0 898?
,
===
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2005 2
Ø8-150 4x Ø8-150 5x
202 kN 212 kN
bgls Ø8-150
bgls Ø8-300
238
165,5
165,5 238
-100 kN -220 kN -158 kN -148 kN
Ø8-150 6x
2000 6000
6000
F = 100 kNd
q = 60 kN/md 1 2
3
2000 6000
6000
422 kN 370 kN148 kN
202 kN 212 kN
-148 kN
-158 kN
-220 kN
-100 kN
-320 kNm -190 kNm
183 kNm
18 kNm
in tabelvorm
beugels Ø8 h.o.h. 300 250 225 200 150 100 75 50
Vuin kN
164,9 179,4 189,1 201,1 237,4 309,9 382,4 527,4
Figuur 2
Figuur 3
62
Reacties