O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eMater ialencement 2002 388Het bouwproces is gedurende deafgelopen jaren meer en meer ge-rationaliseerd. Het tekort aan vak-kundig personeel op de bouw-plaats en het streven naar effi-ciency hebben ertoe geleid, dat debouwplaats een assemblageplekis geworden. Geprefabriceerdeonderdelen worden in goed uit-geruste fabrieken vervaardigd enop de bouwplaats afgeleverd. Hetgeheel is erop gericht zo zuinigmogelijk om te springen metschaarse en vaak dure arbeid. Bijde keuze van een plaatmateriaalvoor een bekisting moet dan ookrekening worden gehouden metde arbeidskosten. Het toepassenvan een goedkoop, maar in hetgebruik arbeidsintensief plaat-materiaal kan tot gevolg hebben,dat de totale kosten hoger uitval-len.U i t g a n g s p u n t e nBetonoppervlakVoor in het werk gestort betonzijn de oppervlakte-eisen ver-woord in de VBU 1988 (NEN6722). Hierin wordt onder meerbeschreven, welke afwijkingenzijn toegestaan op het gebied vanvlakheid, maximaal aantal lucht-bellen en mate van scheurvor-ming (krimpscheuren zijn con-structief soms aanvaardbaar). Opbasis van deze eisen is een inde-lingvanbetonoppervlakontstaan,die bestaat uit twee hoofdklassen(I en II), die elk weer bestaan uitdrie subklassen (A, B en C). In depraktijk blijken meestal IA of IBte worden voorgeschreven.De oppervlakte-eisen geven reedsrichting aan de keuze voor eenbepaald type plaatmateriaal. In-dien bijvoorbeeld IB als eis staatvoorgeschreven, dan kan menmerantitriplex of een combiplex(hierbij zijn fineren van verschil-lende houtsoorten met elkaar ver-lijmd) toepassen. Deze typenplaatmateriaal zijn goedkoper danbijvoorbeeldeencompleetuitber-kenfineren opgebouwde plaat.Gewenste repetitieHoe vaker een bekisting kan wor-den toegepast, hoe beter. Dit im-pliceert echter wel, dat de ver-werkte bekistingplaten weinigreparaties behoeven. De kostenvanhetschoonmaken,oli?nenre-pareren moeten immers opwe-gen tegen de kosten van het in-zetten van nieuwe platen. Hoehoger de repetitiefactor, des tehoger derhalve de eisen aan de be-kistingplaat.De repetitiefactor wordt voor eenbelangrijk gedeelte bepaald doorhet coatinggewicht. De coatingkan bestaan uit een fenolfilm vanBekistingplaat, ja maar welke?A.F. Gooijer en drs. P.J. van Drimmelen, Houtgroep van Drimmelen*)*) Met medewerking van Studiecommissie Technisch Plaatmateriaal van Stichting Centrum Hout en P. Meinen (Schauman WoodBenelux B.V.)De keuze voor het type plaatmateriaal dat in een bekisting wordt gebruikt, ismeer dan ooit afhankelijk van andere factoren dan de prijs alleen. Wanneermen zich te eenzijdig laat leiden door de prijs van het product, dan is de kansgroot dat goedkoop duurkoop wordt. Het zijn vooral de specifieke eigen-schappen van de diverse soorten plaatmateriaal, die een belangrijke rol spelenbij de keuze. Kennis van plaatmateriaal draagt bij aan het verbeteren van deefficiency.1 | Voorbeeld van eenafwijkende bekistingaannemer: Kon.Aann.mij.Van Waning b.v.bekisting: Thyssen H?nnebeckfoto: Van Det v.o.f.O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eMater ialencement 2002 3 89? 120 gram per m2 of een lami-naat met een hogere gewichts-aanduiding. Ook andere kunst-stofcoatings zijn toepasbaar. Defilmcoating vertraagt de vochtop-name, maar is niet dampdicht. Deslijtsterkte van de coating is aan tegeven met de zogenoemde Ta-berwaarde (het aantal omwente-lingen van een schuurschijf tot decoating is verdwenen).Voor klasse IA geldt te allen tijdeeen minimaal coatinggewicht van120 gram per m2. Bij een hoge re-petitiefactor in klasse IA, waarbijin systeembekistingen een inzettot 200 maal geen uitzondering is,vormen een homogene en dunnefineeropbouw en een versterktecoating bijkomende eisen. Indienklasse IB is voorgeschreven en derepetitiefactor is kleiner dan 10,kan men spreken van een ruimekeuze in plaatmateriaal. Merkbe-kendheid en ervaring met eenplaattype zijn in deze gevallenvaak bepalend.VormgevingGebogen gevelvormen komensteeds vaker voor. Veelal wordtvoor een meerlaagse opbouw ge-kozen teneinde het buigen te ver-eenvoudigen.Populairediktenzijn4, 61/2 en 9 mm. De kleinst mo-gelijke buigradius is haaks op denerfrichting van het dekfineer.Belangrijk is in dit geval te wetenwat de buigradius is van het ma-teriaal en welke eisen aan de on-derliggende constructie wordengesteld. De betondruk en de toe-gestane doorbuiging bepalen destijfheid van de constructie en devereiste plaatdikte.Voor betonoppervlak met eenhoutreli?f zijn speciale platen le-verbaar. Een licht houtmotief kanmen ook verkrijgen door gebruikte maken van (naald)houtcon-structiemultiplex. Het is echterniet altijd mogelijk om vooraf tebepalen in hoeverre de structuurwordt overgedragen. Diverse an-dere soorten reli?f zijn mogelijkdoor speciale rubbermatten opconstructietriplex te leggen.C o n t r o l e o p g e w e n s t em e c h a n i s c h e w a a r d e nNadat de uitgangspunten zijnbepaald kan een shortlist wordengemaakt van de typen plaatmate-riaal die men overweegt in tezetten. Uiteraard vormt de prijseen belangrijk onderdeel bij hetmaken van een definitieve keuze.Het is echter niet het enige crite-rium. Medebepalend zijn name-lijk maatvoering, vochtopnameen ?belasting, gevoeligheid voorbeschadiging en stabiliteit.MaatvoeringPlaatmateriaal is verkrijgbaar indiverse afmetingen. De meest ge-bruikte afmeting is 1250 x 2500mm2. Het is echter zeer wel mo-gelijk dat het gebruik van eenplaat met andere afmetingen eenbehoorlijke besparing oplevert.Het kan immers een belangrijkevermindering aan zaagafval bete-kenen. Er zijn zelfs platen in dehandel van 12300 x 2700 mm2.Vochtopname en -belastingDe gevoeligheid voor vocht is be-palend voor (plaatselijke) zwellingvan de plaat en voor de verlagingvan de E-modulus. Indien eenplaat veel vocht opneemt, danneemt de doorbuiging toe. Hetbehoeftgeentoelichtingdatspaan-platen veel gevoeliger zijn voorvochtenhierdoorbeperktinzetbaar.Gevoeligheid voor beschadigingBeschadigingen beperken de le-vensduur, c.q. maken het realise-ren van een hoogwaardig beton-oppervlak onmogelijk.Beschadiging kan onder meerontstaan door:? de wijze van opslag;? het gebruik van trilnaalden;? de afwerking van randen;? het gebruik van slijptollen en? het niet goed aanbrengen vanontkistingsolie.StabiliteitKruip van een bekistingplaat leidttot een blijvende doorbuiging, hetzogenoemde `wasbord'-effect.Sommige platen zijn hiervoor erggevoelig. Kruip manifesteert zichbij:2 | De meerlaagse opbouwbestaat in dit geval uiteen dunne bekisting-plaat, vurenhout,scheggen uit Okoum?plaatmateriaal, construc-tiemultiplex en houtenIPE-liggersaannemer: Kon.Aann.mij.Van Waning b.v.bekisting: Thyssen H?nnebeckfoto: Van Det v.o.f.3 | Bij grote vlakken mogenplaten niet vast tegenelkaar worden aange-drukt. Hou, net als dezetimmerlieden, 1 mmruimte (of de dikte vaneen spijkertje) aan ofgebruik kit ofcompribandfoto: P. MeinenO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eMater ialencement 2002 390? een langdurig hoog vocht-gehalte;? het dagelijks volstorten vaneen bekisting gedurende langetijd;? een te hoge stortsnelheid en? een verkeerde ondersteuningvan de plaat.De hoogste sterkte wordt verkre-gen als de ondersteuning haaksop de nerfrichting van het dekfi-neerisgeplaatst.Belangrijkisdanook, dat men een keuze maakt uitdwars- of langsgefineerde platenen dat de platen vervolgens op dejuiste wijze worden gemonteerd.B e s l u i tUit het voorgaande wordt duide-lijkdatveelfactoreneenrolspelenbij het kiezen van de juiste plaatvoor een bekisting. Kennis vanhet gewenste eindproduct, de to-leranties, het productieproces enkennisvanplaatmateriaalmoetenuiteindelijk ertoe leiden, dat defaalkosten worden teruggedron-gen en de efficiency wordt ver-hoogd. Een belangrijke advise-rende rol is hierbij weggelegdvoor de leverancier van het plaat-materiaal. 4 | Deze pijler van deErasmusbrug teRotterdam is een goedvoorbeeld van de moge-lijkheden op het gebiedvan bekistingenaannemer: CFE Nederland b.v.bekisting: TimmerfabriekDe Brug b.v.foto: P. MeinenKunststof plaatduurzaam alternatiefMet de almaar toenemende arbeidskosten wordt ook de roep om duurzamerplaatmateriaal steeds luider. De Duitse bekistingsfabrikant Meva nam vijftienjaar geleden alweer uit markttechnisch oogpunt het initiatief in eigen beheereen kunststof bekistingplaat te ontwikkelen. Sinds enkele jaren is het productop de markt. De reacties zijn tot dusver unaniem positief.De aanleiding voor het ontwik-kelen van een duurzame variantop het beproefde houten plaat-materiaal lag vooral in de nadelendie aan het natuurproduct `hout'kleven:? hout werkt (neemt vocht op)en vervormt daardoor;? hout veroudert snel en veroor-zaakt aldus aftekening in hetbetonoppervlak;? reparaties aan de bescherm-laag van het hout moetenaltijd met `houtvreemde'materialen worden uitgevoerd.Ook dit heeft vochtindringingen aftekening tot gevolg.De opgave was een houtvervan-gend product te ontwikkelen datniet alleen al deze nadelen zouelimineren, maar bovendien allevoordelen van hout zou behou-den.O n t w i k k e l i n g s t r a j e c tHet eisenpakket voor de alterna-tieve bekistingplaat luidde:? grote mechanische stijfheid inde buigverhouding (minstensdie van hout);? goed spijkerbaar voor hetbevestigen van sparingen enin te storten voorzieningen;? grote vormvastheid en weer-bestendigheid (vochtigheid,temperatuur);? geen warmtegeleiding die debetonbinding be?nvloedt;? kras- en schadebestendig;? milieuvriendelijk enrecyclebaar.Hoewel de keuze voor kunststofals alternatief materiaal snel wasgemaakt, was de daadwerkelijkeontwikkeling verre van eenvou-dig. Het grote probleem bij kunst-stof is de temperatuurgevoelig-heid van het materiaal: het ver-weekt bij hoge temperaturen enis bros bij lage temperaturen. Hetkostte de ontwikkelaars ongeveeracht jaar van uitgebreide proef-nemingen om dit probleem tetackelen.De oplossing werd uiteindelijkgevonden in een combinatie vantwee materialen: een geschuim-de polypropyleen binnenkern dievan de eveneens polypropyleendeklaag wordt gescheiden dooreen aluminiumstrip (fig. 1); bijde dunnere platen wordt hiervooreen glasvezelmat gebruikt. De be-1 | Schematische opbouw van een kunst-stof bekistingplaat1 Polypropyleen deklaag2 Aluminium of glasvezelmat3 Geschuimd polypropyleen
Reacties