ir. J.C.J. Bertels, Conforum Bouwconsult, Valkenswaardir. A.P. Pielkenrood, BFBN, WoerdenBij de keuze voor een constructie voor een bedrijfshal zijnde nationale bouwcultuur en regelgeving niet te ver-waarlozen elementen. In de ons omringende landenwordt sneller voor beton gekozen dan in Nederland nuhet geval is. Nog geen kilometer over de grens bijHazeldonk in Belgi? is recentelijk nog een aantal beton-nen hallen gebouwd, terwijl op het bedrijfsterrein aan deNederlandse zijde voor staal werd gekozen. Maar het tijlijkt te keren. Het distributiecentrum in Wormerveer(foto 1) en de nieuwe productiehal van VBI in Huissen(zie blz. 39) zijn mooie voorbeelden van recent rationeelbouwen in prefab beton in Nederland. In een naar ver-wacht zelfs in 2005 nog krimpende bouwmarkt kan pre-fab beton (weer) een rol gaan spelen in de concurrentiemet staal.Bij het ontwerpen van een bedrijfsgebouw wordt ineersteinstantienietgekekennaardeopzetvandecon-structie. Bovenaan staat de bruikbaarheid, in de vormvan vrije hoogte en beschikbare nettomaten. Vervol-gens gaat het om de uitstraling, de exploitatiekosten,het gebruikscomfort en het binnenklimaat (in devorm van daglichttoetreding, temperatuur, geluidwe-rendheid en akoestiek). Het gebouw vormt de huidomhetbedrijfsproces;hetmoeterleukuitzienenmagniet al te duur zijn. Ergens tussen het initiatief en deoplevering komt aan de hand van de gestelde rand-voorwaarden de opzet van de constructie tot stand.Verreweg de meeste bedrijfsgebouwen bestaan uiteen combinatie van een gedeelte met kantoor-, ont-vangst-, overleg- of onderzoeksfuncties en een ge-deelte voor het productieproces en/of opslag. Degrootste verschillen tussen deze functies zijn:? vereiste minimale vrije hoogte;? vloerbelastingen;? opbouw van de gevels;? eisen aan het binnenklimaat.Afhankelijk van de randvoorwaarden, zoals het be-schikbare terrein, kunnen deze functies naast, op ofin elkaar worden geplaatst.N o o d z a k e l i j k k w a a dOm de keuze van de constructie te kunnen analyse-ren, moet eerst worden gekeken naar het ontwerp-proces zelf. Meestal leveren drie partijen hierbij eeninbreng:? de opdrachtgever, die zijn eisen stelt;? de architect, die hieraan vormt geeft;? deconstructeur,diehetontwerpvertaaltineenuit-voerbare constructie.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU til iteitsbouwcement 2004 310Adviesrol constructeur in bouwproces moet ruimerBEDRIJFSGEBOUWENIN BETON OF....?1 | DistributiecentrumMolletjesveer inWormerveer2 | De inbreng van de con-structeur in een projectblijft vaak onzichtbaar3 | De constructeur kijktwanneer de keuze opprefab beton valtVoor de opdrachtgever is het ontwerp- en bouwpro-ces vaak een noodzakelijk kwaad om zijn huisves-tingsprobleem op te lossen. Veelal komt hij voor deeerste keer in aanraking met het bouwproces. Voorhem staan het optimaliseren van de prijs/kwaliteiten het minimaliseren van de bouwtijd voorop. Hetfeit dat het gebouw ook aan ruimtelijke ordenings-en milieutechnische eisen moet voldoen, wordtevenals het bouwproces door de opdrachtgever alseen ongrijpbaar traject ervaren. Het nog altijd veelte vaak voorkomen van de overschrijding van hetbudget geeft alle betrokkenen in het ontwerp- en uit-voeringsproces een slecht imago.Positief aan het bouwproces is dat uiteindelijk hethuisvestingsprobleem van een onderneming wordtopgelost, hetgeen leidt tot een vooruitgang van hetbedrijfsproces en het rendement. Daarnaast wordtdoor een fraai pand het imago van het bedrijf verbe-terd en mede daardoor is de ondernemer trots op`haar' of `zijn' gebouw.C o n s t r u c t e u rDe opdrachtgever vindt in dit proces vaak het mate-riaal van de constructie totaal ondergeschikt. Opval-lend is dat beton bij veel opdrachten intu?tief de voor-keur krijgt vanwege het imago van degelijkheid; metname in relatie tot de specifieke eigenschappen alshoge sterkte, onderhoudsarm en hoge brandweer-stand.Een architect kiest menigeen voornamelijk op zijnstijl van ontwerpen (foto 2). Vaak wordt er geen re-kening mee gehouden of de architect bij het ont-werpen voldoende oog heeft voor de bouwkosten enonderhoudsaspecten.Nog minder is de affiniteit met de werkzaamhedenvan de constructeur. Zijn inbreng op de `bouwbaar-heid'endeminimalisatievandebouwkostenvanhetproject blijft onzichtbaar. De aannemer en een advi-seur voor de installaties spelen bij het ontwerppro-ces in dit marktsegment geen bepalende rol.Naasthettraditionelebouwproceszijnersindslangetijd systeembouwers op de markt die kunnen zorgenvoor een `design and build'-concept, zodat het be-drijfsgebouw `turn-key' wordt opgeleverd. Het vooreenopdrachtgeverwarrigebouwproceswordtdante-ruggebracht tot een overzichtelijke en relatief `een-voudige'leveringmeteenverminderdaantalrisico's.Het imago van goedkoop en standaard doet deze in-dustrietak te kort.D r a a g c o n s t r u c t i eIn de meeste gevallen wordt gekozen voor eenontwerp waarbij functies naast elkaar zijn geplaatst.Vaak wordt al snel gekozen voor een staalconstruc-tie met stalen dakplaten. Voornamelijk omdat bere-keningen aan de hand van standaardprofielen vooriedere constructeur eenvoudig uitvoerbaar zijn en erveel (onder-)aannemers zijn die staalconstructieskunnen uitvoeren. Prefab-betonelementen voor dedraagconstructie zijn de afgelopen jaren steeds meerop de achtergrond geraakt.De constructeur wordt meestal beoordeeld op debouwkosten van de door hem ontworpen construc-tie. Gezien de omvang van de gemiddelde project-grootte zal in verreweg de meeste gevallen de keuzevoor een staalconstructie de meest optimale zijn.Door de automatisering in de staalindustrie zijn deproductie-uren per ton de afgelopen jaren zodaniggedaald, dat de loonkosten per ton ongeveer gelijkbleven. Het feit dat bij bedrijfsgebouwen wordtgekozen voor een lichte gevel- en dakconstructie inde vorm van stalen binnendozen en stalen dakpla-ten, versterkt de neiging voor het kiezen van eenstaalconstructie. De sterk toegenomen automatise-ring en flexibilisering in de betonindustrie van de af-gelopen jaren hebben nog niet tot hernieuwdemarktpenetratie geleid.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2004 3 114 |Een totaalproduct leve-ren, zoals Hercuton doetmet deze showroom, isde toekomstK r i m p e n d e b o u w m a r k tDe Nederlandse bouwmarkt krimpt al enkele jaren.Was die markt in 2001 nog goed voor ruime omzet-ten, in 2002 en 2003 is deze met respectievelijk 8%en 15% afgenomen. De vooruitzichten laten ook voordit jaar een afname zien, met minus 10%, en voor2005 een daling van `slechts' 4%.De markt voor bedrijfsgebouwen is daarbij zeer uit-eenlopend: van kleine bedrijfshallen (ca. 500 m2) totgrotemagazijnen(100000m2enmeer).Inditartikelwordt uitgegaan van een projectgrootte met een pro-ductie/opslagruimte van 1000 tot 5000 m2en eenkantoorgedeelte van circa 500 m2.Bijhettoepassenvangrotevrijeoverspanningenzijnprefab-betonconstructies duidelijk concurrerend.Bij het optreden van hogere belastingen komen dezeconstructies daarbij nog sneller in beeld. De bouw-kosten voor constructies van prefab beton zijn voorbuitenstaanders echter slecht inzichtelijk en wordendaardoor vaak te hoog ingeschat. De laatste tijd is debenodigde seriegrootte voor prefab-betonelementenaanzienlijk teruggebracht. De invoering van zelfver-dichtend beton (ZVB), waardoor sneller en met lich-tere mallen kan worden gewerkt, is hier mede debetaan. Architecten en constructeurs hebben door ZVBeenveelgrotereontwerpvrijheidgekregen,waardoorprefab betonnen gevel- en dakelementen ook eensterkere positie in de markt kregen. Momenteelwordt van deze ontwerpvrijheid onvoldoendegebruik gemaakt. De constructeur zal altijd kritischmoeten kijken naar het omslagpunt waarop prefab-betonconstructies voor hallen concurrerend worden(foto 3).De moeilijkheid is dat de opdrachtgever vaak geenalternatieven krijgt aangeboden met een kosten-technische vergelijking. Een gebouw met een rela-tief zware massa kan in sommige gevallen leiden tothogere stichtingskosten, maar heeft wel een lagerenergieverbruik en een aangenamer binnenklimaat.En dat leidt weer tot lagere exploitatiekosten en eenhogere productiviteit. Het verschil in stichtingskos-ten kan in veel gevallen binnen afzienbare tijdworden terugverdiend. Het invoeren van een certifi-caat met de energieprestatie voor gebouwen zal naarverwacht spoedig tot verandering leiden in deze af-weging. Een vergelijking met de onderhoudsaspec-ten van constructievarianten wordt nog te vaak ach-terwegegelaten.Hetafwegenvanintegralevariantendoor een onafhankelijk projectmanager is eigenlijkonontbeerlijk in ieder goed geleid bouwproces.C o n c l u s i eResumerend kan worden gesteld dat in de marktvoor bedrijfsgebouwen:? opdrachtgeverstijdenshetbouwprocesaandecon-structeur ruimte zouden moeten geven voor hetuitwerken van alternatieven, met als resultaat degunstigste oplossing voor stichtings- ?n exploita-tiekosten;? in die gevallen waar prefab-betonconstructies ineerste instantie niet het goedkoopste alternatieflijken, constructeurs meer oog moeten hebbenvoor het feit dat de goedkoopste constructie nietaltijd het beste gebouw oplevert. Bovendienmoeten constructeurs beter gebruik maken van dehuidige mogelijkheden van de betonindustrie;? producenten van prefab-betonelementen op basisvan een schetsontwerp snel een overzichtelijkekostenopbouw zouden moeten kunnen verstrek-ken;? deze producenten geen elementen als productzouden moeten verkopen, maar voor bedrijfsge-bouwen meer in concepten moeten gaan denkenen een totaalproduct leveren (foto 4). In ieder gevalzouden ze complete constructies moeten aanbie-den en (laten) monteren, met standaarddetailsvoor de meest voorkomende dak- en gevelmate-rialen. A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU til iteitsbouwcement 2004 312O m s l a g p u n t s t a a l / b e t o n l i g g e r sEen voorgespannen I-ligger met een hoogte van 700 mm en een stalenIPE 600 hebben een vergelijkbaar bezwijkmoment. Door zijn groterestijfheid heeft de voorgespannen I-ligger echter bij een nuttige belas-ting van 5,00 kN/m een circa 20% grotere vrije overspanning dande stalen IPE 600.Uitgangspunten:? IPE is voldoende gesteund tegen kip;? de prefab betonnen I-ligger heeft een minimale brandweerstandvan 1 uur.IPE 600 I 300/700gewicht 122 kg/m 330 kg/mkosten inclusief montage 125,-- 165,--Wxx3070 cm321104 cm3Ixx92080 cm4752390 cm4Mmaxincl. eigen gewicht 490 kNm 560 kNm0,005,0010,0015,0020,0025,0030,0012 13 14 15 16 17 18 19 20I 300/700IPE 600maximaaltoelaatbarenuttigebelasting(kN/m)vrije overspanning (m)
Reacties