Architektuur en bouwmethodendoor prof. ir. J. H. van den BroekIn het bouwen is het verband tussen vorm en constructie onver-brekelijk. Zelden kan architektuur als vorm zelfstandig wordenbedacht om daarna voor de uitvoering de meest ge?igende con-structie te zoeken en hopelijk te vinden. Eigenlijk is dat alleenmogelijk, wanneer zij als monument bedoeld is, maar dan is zijmeer vrije kunst dan architektuur.En zelfs in de vrije kunst is de vorm niet alleen afhankelijk van deuit te beelden idee, maar wordt ook gekarakteriseerd door zijnuitvoering:in de sculptuur door de keuze tussen hout, steen of metaal, in depeintuur door de uitvoering in olie-verf, tempera of aquarel, in delitteratuur door zijn proza of po?zie en de velerlei variaties daarin.In het bouwen is uiteraard het aandeel van de invloed van materi-aal en constructie in vormverschijning groter dan in de vrije kunst,omdat zij aan bepaalde technische condities moeten voldoen, dievan het gebouw verwacht worden. Het karakter van alle grotearchitektuur-tijdperken is dan ook niet alleen bepaald door degeestelijke cultuur, maar in belangrijke mate mede door het ma-teriaal en de constructieve potentie, die daarvoor ter beschikkingstonden. Waar deze binding verloren ging of zelfs ontkend werd,ging mede de volheid van de architektuur van het bouwen alstotaliteit verloren -- dan werd de bouwmeester vrije kunstenaar,die eclectische of romantische schema's tekende om daarna demeest geschikte materialen en constructies te bedenken of aan deconstructeurs en uitvoerdars over te laten.De in de 19e eeuw begonnen regeneratie van de architektuur vanhet classicisme, de barok, het eclecticisme en de historiserenderomantiek hervond het noodzakelijk verband tussen constructieen architektuur in de eenheid tussen die beide, die hetfoto 2. De elementen hebben een eigen door de funktie bepaaldekarakteristieke vorm. Het materiaal beton is als zodanigaanvaard, de struktuur is door licht zuren aan de oppervlaktegebracht. Kleine detaillerende elementen (bloembakken,borstweringsplaten) zijn als contrasterende kleur-accentenbehandeld door het aanbrengen van moza?ek in de giet-bekisting (gekleurde tegeltjes 2x2 cm2)(lboco)foto I. De bouwelementen zijn aanvaard in hun door produktie, (lboco)vervoer en verwerking bepaalde afmetingen ; zij zijn nietdoor bepleistering of bekleding tot conventionele architek-tuur-vormen gebracht.kenmerk van de gothiek was geweest. Maar zij sloeg door onderde indruk van de grandioze gothische constructie in de stellingenvan Violet-le-duc en in de slagzin van Gilbert Scott: 'Archi-tecture is decoration of construction', die nog doorwerkte bijVan der Velde en zelfs bij Berlage, toen zij de nieuw ontwik-kelde bouwtechnieken in de architektuur als grondslag accep-teerden. Zij legde wel opnieuw het nauwe verband vast tussenarchitektuur en constructie, maar trok hun relatie scheef, doorde architektuur als toegevoegde vorm aan de constructie tedefini?ren.Voor onze tegenwoordige tijd, waarin wij op weg zijn het bouwenopnieuw als een totaliteit van idee en verwerkelijking te zien,moeten wij de architektuur karakterise-en als een fenomeen,waarin een creatieve potentie de idee en de funktie van de opgavedoor materieel en techniek tot een adequate vorm heeft gebracht,d.w.z. een vorm waarin zowel de idee en de funktie, als de tech-nisch constructieve produktie en de creatieve potentie totexpressie zijn gebracht. Of anders gezegd: in de architektuurbehoren zich het wezen van het gebouw, zijn technische realisatieen het creatieve karakter van zijn ontwerper als facetten van eentotaliteit -- nl. het bouwen-- te manifesteren.Men zou deze karakteristiek nog kunnen afleiden uit het doorGilbert Scott geponeerde beginsel, indien men daarin 'con-struction' zou interpreteren als 'production', hetgeen een aan-vaardbare uitbreiding zou zijn van constructie tot het totalebouwen en 'decoration' als de vormbepalende verwerking daar-van, al is zeker deze uitbreiding van het begrip wel te geforceerd.Het is merkwaardig en voer onze verdere beschouwingen ookbelangrijk, dat deze ontwikl-cling met het inzicht in de architek-tuur van toegevoegde vorm tot verschijning ener totaliteitparallel is gelopen met de inzichten in de vormgeving van deindustri?le produkten, zoals zich die in nagenoeg hetzelfde tijd-perk heeft ontwikkeld. Ook daar is de vorm oorspronkelijk ge-?nterpreteerd als kunstzinnig toevoegsel aan een industrieel ver-188 Cement 9 (1957) Nr. 5-6vaardigd produkt, welk toevoegsel dan in het begin op een imi-tatie van de handwerkelijke vorm neerkwam. Daarna zijn welpogingen gedaan om de produktie zelf tot kunstzinnige verschij-ning te brengen, doch dat is geresulteerd in kunstnijverheid, dietoch snobistische uitzondering bleef naast die produkten, wiervorm afgestemd werd op de (mogelijk te laag aangeslagen) pu-blieke smaak.Eerst in de huidige tijd heeft men erkend, dat de technischeschepping op zich altijd ook een (bewuste of onbewuste, onhan-dige of beheerste) vormwil toont en dat daarmede het industri?leprodukt tot een eigen adequate verschijning kan worden ge-bracht, d.w.z. zijn eigen wezen in bevredigende vorm kan uit-drukken.Deze algemene beschouwingen mogen van enige betekenis zijnvoor het verband van architektuur en constructie in het algemeenen voor die in de woningbouw in het bizonder. Volledig is thansreeds geaccepteerd, dat in de constructieve ontwikkeling denieuwere materialen: staal en beton en thans ook de kunststoffen,niet zonder meer kunnen worden gebruikt als technische hulp-middelen, opgenomen in een gedacht architektuur-schema, dochdat zij voor die architektuur kenmerkende karaktertrekken be-horen te zijn. Dat geldt dus ook voor de woningbouw in het bi-zonder, waar zich naast de traditionele bouwmethoden (overigensmet de ook daarin optredende industrialisatie, vooral in de toe-leveringsbedrijven) de zgn. nieuwe bouwsystemen hebben ont-wikkeld. Het principe daarvan is geweest, dat men de bouw-methode in het licht van de nieuwe mogelijkheden aan constructieen materiaal, opnieuw (onafhankelijk van de traditionele gewoon-ten) kritisch heeft geanalyseerd. De algemene drijfveer daartoe isde door prof. Zweers gekarakteriseerde tendens tot opvoeringvan de arbeidsproduktiviteit. Maar met dit beginsel is naast hetvraagstuk van de architektuur dat van de produktie op de voor-grond getreden, dat voor de behoefte-bevrediging van zo enormbelang is. Overdreven gezegd, is daarmee de overgang van dewoningbouw van incidentele voorziening naar 'geplande' pro-duktie een feit geworden, en dat deze geplande produktie danfoto 4. In de stijfheid van de platen brengen de perforaties de voorde loggia's noodzakelijke openheid. (Iboco) (foto G. Burg)foto 3. De elementen vormen gedeeltelijk een stijf geheel, ook in de (Iboeo)loggia's (zie ook de foto's 2 en 5); daartussen is de wand (foto G. Burg)van de woonkamer en de doorgaande glaspui. Voorgevel.een industri?le of althans zover mogelijk ge?ndustrialiseerde pro-duktie moet zijn, is onontkoombaar. Daarmee komt het vraag-stuk van de vormverschijning van de bouwmethode binnen hetkader van het technisch scheppen in het algemeen en van deindustri?le produktie in het bizonder. De huidige filosofie van detechniek erkent de (bewuste ot onbewuste) vormwil als intentio-neel aanwezige kracht in het technisch scheppen (van Riessen)en de industri?le vormgeving heeft de vorm als noodzakelijkadequaat (althans in theorie) aan wezen en produktie-vorm ge-karakteriseerd.De verwerking van de bouwmethode in de architektuur van dewoningbouw behoort deze beginselen te volgen. Voor de zgn.traditionele bouwmethode is dit nooit een werkelijk vraagstukgeweest; doch de traditionele bouwmethode is nooit een vast-staand systeem geweest: zij was altijd het resultaat en de uitdruk-king van wat in land, streek of tijdperk ter beschikking was enheeft zich dus met veranderende omstandigheden ook zelvegewijzigd. De in bedrijf en toeleverende bouw-industrie nieuwoptredende mogelijkheden tracht zij echter, evenals in het beginvan de ontwikkeling in de industrie, zo lang mogelijk in de am-bachtelijke vormen te houden waarschijnlijk met het oog op depublieke waardering, of wat men daarvoor houdt.De toepassing van gestandaardiseerde elementen, nieuwe vloer-constructies en muurelementen hebben dan ook geen eigenkarakteristieke vorm in de architektuur gekregen: de bakstenenmuur met ramen of het hellende dak zijn er niet door aangetast.Sommige systemen gebaseerd op betonmateriaal (Welschen,korrelbeton, Airey e.d.) hebben oorspronkelijk dit materiaal alszodanig in het uiterlijk verwerkt. Maar enige daarvan zijn be-zweken voor de daartegen ten rechte of ten onrechte ingebrachtebezwaren en hebben het 'casco' met een baksteenmuur omkleed.Dit kan hoogsteens als adequaa1: worden aanvaard, indien het huisgeheel in binnenwanden wordt geconstrueerd (zoals laatstelijkuitgedacht door de Bouwkas eer Nederlancse Gemeenten), datmet een baksteen-omkleding tot een eigen geheel wordt afge-maakt.foto 5. Aan de buitenzijde geeft het toegevoegde sieensplit eenwarme blonde kleur. De openingen in de platen vormen een (Iboc )bewuste geometrische compositie. Woonloggia met bloembak, (foto G. Burg)189Cement 9 (1957) Nr. 5-6Zelfs afgezien van het door prof. Zweers gesignaleerde beginselvan maatvastheid, dat zou voeren tot de constructie van grotemaatbepalende elementen, behoort de architektuur deze ele-menten naar hun eigen karakter te verwerken en daarvoor ookde technische bezwaren van het materiaal: beton of plastic, op telossen. Deze elementen behoren niet alleen technisch doch ookesthetisch hun eigen vorm te krijgen. Wat stijf moet zijn, moetook in de vorm als stijf geheel verschijnen. Dat tussen deze stijveelementen losse puien kunnen worden aangebracht, wairdoor detotale architektuur dezelfde afwisseling tussen open en geslotendelen vertoont, die in de huidige woningarchitektuur veelvuldigverschijnt, is dan niet principi?el, maar zonder meer aanvaard-baar. Wat wezenlijk en daarmee noodzakelijk is, is de verschijningvan de elementen zelf en hun afwerking. De grote schaal behoortde architektuur te bepalen tegenover de kleine voegverdelingvan het traditionele in baksteen. Maar nieuwe mogelijkhedenontstaan in de behandeling van de elementen zelve: hun materiaalhun oppervlakte-struktuur, hun kleur. Ook de vormgeving vande karakteristieke onderdelen: borstweringen, openingen, toe-gevoegde onderdelen als bloembakken en platen, kan daarbij inde hand van de creatieve ontwerper een eigen rol spelen. Debijgevoegde voorbeelden mogen daarbij aanwijzingen geven, datook moderne bouwmethoden voor de architektuur nieuwe,eigene en naar wij hopen ook waardevolle mogelijkheden bieden.foto 6. De karakteristieke siruktuur van het materiaal zou zich (lboco)lenen tot eenvoudig in kleur afsauzen, ofschoon ook het (foto G. Burg)conventionele behang zonder voorstucadoren mogelijk is.Architecture and building Methodsby Prof. J. H. van den Broek, Constr. Eng.In che last century, the indissoluble relationshipbetween form and construction was often disto??:-ed and sometimes even denied. Only in our time,it has been recognized that there is always avolition towards from inherent in technicalcreation which helps the industrial product toexpress its intrinsic essence in a satisfying form.Taking these thoughts as a starting point, theauthor gives his views on housing constructionand modern building methods.The appearance of the construction elementsthemselves and their finishing are of essentialsignificance. According to the author, the ar-chitect must work up these elements in keepingwith their own character. The illustrations ofhousing constructions according to the Ibocosystem included in the article show that the newbuilding methods of architecture offer new.characteristic, and it is to be hoped, valuableopportunities.L'architecture et les m?thodes de construc-tionpar le professeur J. H. van den Brock, ingenieurLe si?cle dernier a souvent fauss? ou m?me ni?simplement de rapport intrins?que qui existeentre forme et construction. Ce n'est que de nosjours qu'on a reconnu que toute cr?ation techni-que poss?de un ?l?ment de forme, une tendance? la formation qui permet au produit industrield'exprimer sa nature propre d'une fa?on ad?quateet correspondante. A la lumi?re de cette pens?e,l'auteur d?veloppe ses id?es sur la constructiondes habitations en rapport avec les m?thodesmodernes de construction.Les faits de l'apparition des ?l?ments finis et deleur finissage rev?tent une importance essentielle.L'architecte devrait en respecter le caract?re in-dividuel dans sa conception. Les illustrationsdonn?es d'habitations construites d'apr?s le sy-st?me Iboco nous montrent que ces m?thodesmodernes ouvrent des perspectives nouvelles,caract?ristiques et l'on esp?re importantes pourl'architecture.Architektur und Baumethodenvon Prof. Dipl.-Ing. J. H. van den BroekIm neunzehnten Jahrhundert wurde die unver-br?chliche Beziehung zwischen Form und Kon-struktion h?ufig verzerrt wiedergegeben odermanchmal sogar geleugnet. Erst heutzutage hatman erk.innt. dass in jeder technischen Sch?pfungein Forrrwille zum Ausdruck kommt, mit dem dasIndustrie produkt sein eigenes Wesen in befriedi-gender Form ausdrucken kann. Mit diesem Gedan-kengang als Ausgangspunkt gibt der Verfassereine Betrachtung ?ber den Wohnungsbau unddie modernen Baumethoden.Die in Erscheinung tretenden Bauelemente an undf?r sich und deren Abarbeitung sind von wesent-licher Bedeutung. Der Auffassung des Verfassersentspreciend hat der Architekt diese Elementenach demihnen eigenen Charakter zu verarbeiten.Die in der Abhandlung aufgenommenen Abbil-dungen von Wohnungsbauten nach dem Iboco-System beweisen, dass die modernen Baumetho-den dem Architekten neue, originelle und voraus-sichtlich such wertvolle M?glichkeiten bieten.foto 7. De plastiek van het geheel berust op de afwisseling van de open raampartijen met de meer gesloten (stijve) elementenAchtergevel (zie ook foto 3) (lboco)
Reacties