Al decennialang verschijnen er publicaties over het feno-meen stad als ingewikkeld sociaal weefsel met haargelaagde, betekenisvolle functies die tot uiting komenin de publieke ruimte. De eenduidige gerichtheid opwoningbouw en de overheersende aandacht voor deauto had een grote verwaarlozing van eeuwenoudesociale patronen en hun controle op die publieke ruimtetot gevolg. Toen ook in Nederland de aandacht voor depublieke ruimte professioneel op gang kwam, duurde hetvaak nog jaren alvorens bestuurders en ontwerpersbegrepen dat de openbare ruimte mede, en in sommigegevallen alleen, aan de mensen en het openbare verkeertoebehoort en niet aan auto.In de jaren vijftig en zestig was in de stedenbouw, inde architectuur maar ook bij de inrichting van deopenbare ruimte in Nederland, de eenvormigheidtroef en werd de ontwerpopdracht zeker niet als eensamenhangend geheel gezien. Het inrichten wasvoornamelijkeenfunctioneelgegeven,bekekendoorde vele specialisten die zich weinig van elkaar aan-trokken. Daarbij waren ook de verantwoordelijkhe-den van de politici, van de opdrachtgevers, van deontwerpers en van de uitvoerenden niet op elkaarafgestemd. De overheersende invloed van de auto opde stad in het algemeen en op de oude centra in hetbijzonder was aanleiding voor heftige reacties uitdiverse lagen van de maatschappij. De roep om eenleefbare publieke ruimte met goed openbaar vervoerwerd een bijna wereldomvattend item.De Stad als Stede, als plek van bescherming en ge-borgenheid, van samenkomst en inspiratie geplaatstin een nieuwe dimensie waarbij de totale composi-tie van ruimte benaderd wordt, van structuur totdetail, van detail tot structuur. Als een werkelijk ste-delijk interieur! [1]H e t i n i t i a t i e fIn de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening, eind jarentachtig, werd aangegeven dat de kwaliteit van deinrichting van de publieke ruimte veel meer aan-dachtmoestkrijgen.Devraagnaarkwaliteitnamtoe,zowel bij bestuurders, ontwerpers als ook bij de pro-ducenten van bestratings-/verlichtingsmateriaal enstraatmeubilair.Het was deze vraag die begin 1992 Paul Dorigo,ondersteund door Cees Wortel, (bestuursleden vanrespectievelijk Fabes en Teban) het idee bracht omdaarvoor een prijs te organiseren. De vereniging vanFabrikanten van betonstraatstenen (Fabes), de ver-eniging van Fabrikanten van Betontegels en Beton-banden (Teban), alsmede de Vereniging Nederland-se Cementindustrie namen daarop het initiatief omdeze prijs te organiseren en te financieren: het besteontwerp voor de inrichting van de openbare ruimtevan de voorafgaande twee jaar zou worden beloond.Ook personen en organisaties uit de ontwerpwereldwerden benaderd om dit idee kritisch te besprekenen verder te ontwikkelen.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 8 9Tien jaar OAP ? OmgevingsarchitectuurprijsARCHITECTUURVAN DE OPENBARE RUIMTE*)FloorvanDusseldorpismede-oprichterenoudbestuurslidOAP,Lector Stedelijk Interieur, en beeldend vormgever`Het bevorderen van de kwaliteit van de inrichting van de publieke ruimte', dat was de primaire doelstelling vande prijs voor Omgevingsarchitectuur, als zodanig opgenomen in de akte van oprichting van de Stichting Omge-vingsarchitectuurprijs in januari 1994.Het juryrapport van de eerste Omgevingsarchitectuurprijs destijds: "De Omgevingsarchitectuurprijs is d? onder-scheiding voor een gerealiseerd project dat bijdraagt aan de verhoging van de kwaliteit van de publieke buiten-ruimte. De onderscheiding is bedoeld om een kwaliteitssprong te veroorzaken, zodat herwaardering of vernieu-wing van de opvattingen omtrent de inrichting van de publieke buitenruimte ontstaat. Verwacht mag worden opdeze wijze trends te ontdekken, vernieuwingen te stimuleren, te intensiveren en helder in beeld te kunnen brengen.MetdeOmgevingsarchitectuurprijswordenprojectengetoetstengewaardeerd.Toegepastematerialenenelementen(natuur, groen, verhardingen) maken daarvan deel uit; zij worden in de beoordeling meegewogen. Bij de beschou-wing van de gerealiseerde projecten wordt een relatie gelegd tussen het project en zijn omgeving. Bekeken wordende functionaliteit, de innovatieve en culturele waarden, het modieuze of het op rijping gestoelde karakter, de toe-gepaste materialen en de beheer- en onderhoudsaspecten daarvan, de consistentie in het ontwerp en de relatietussen natuur en cultuur...".Floor van Dusseldorp *)BNS (Bond van Nederlandse Stedenbouwkundigen),NVTL (Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Land-schapsarchitectuur) en HKU (Hogeschool voor deKunsten Utrecht) ondersteunden het project doorzitting te nemen in het bestuur, dat in 1996 werd uit-gebreid met Vereniging Stadswerk Nederland, en in2001 met de Stichting Promotie Straatbaksteen. Van2001 tot mei 2003 was Vianed lid.De Omgevingsarchitectuurprijs (OAP) bestaat uitdrie elementen: de organisatie, de tweejaarlijkseprijs en de reizende tentoonstelling.Het bestuur vergadert enkele malen per jaar, beheertde gelden, stelt de jury samen en zet de lijnen uitvoor de naaste toekomst. De onafhankelijke jury stelthaar eigen criteria vast, rekeninghoudend met degeformuleerde uitgangspunten en doelstellingen.Tevens heeft ze een eigen jurysecretaris. De organi-satieendepublicatiewordtverzorgddoorhetbureauZorge Partners Public Relations bv.De prijs ? een geldbedrag en een trofee (foto 1) ?wordt uitgereikt aan het winnende team van de op-drachtgever en ontwerper gezamenlijk, waarbij hetgeldbedrag is bestemd voor de ontwerper. Voor deuitvoering van het project is er een eervolle vermel-ding.Met een door de jury gemaakte selectie van de inge-zonden projecten wordt een reizende tentoonstel-ling ingericht, die gedurende anderhalf jaar doorNederland en Vlaanderen trekt, zowel naar deelne-mende gemeenten als naar onderwijs- en voorlich-tingsinstellingendiege?nteresseerdzijnindeinrich-ting van de openbare ruimte.D e e e r s t e O A P - p r i j s 1 9 9 4 ?D e n o o d z a a k v a n o m g e v i n g s -a r c h i t e c t u u rDe heer Zef Hemel:"Niet de architectuur van individuele gebouwen,maar de architectuur van de stedelijke ruimte alsgeheel (de `Omgevingsarchitectuur') bepaalt of demensen zich ergens prettig voelen. Het gaat eromdat de publieke ruimte schoon, veilig, beschut, toe-gankelijk en voldoende afwisselend is. Dat is wat demensen aantrekt of juist afstoot, en niet die optel-som van al of niet knap ontworpen gebouwen. Datbetekent dus zorgvuldige inrichting en vormgevingvan de publieke ruimte als absolute prioriteit voorlokaal bestuur. Of de lokale overheid dat ook vol-doende beseft, is nog maar de vraag. Te lang is deopenbare buitenruimte alleen maar ge?xploiteerd.Het is belangrijk dat de overheid juist in het publiekedomein weer de idealen van gemeenschapszin en`civic culture' gaat uitdragen. Hij moet dat doen opeen wijze die alle bewoners ten goede komt en diehen trots maakt op hun dorp, stad of streek."Uit zijn bijdrage `De noodzaak van omgevingsarchitec-tuur' voor het eerste Juryverslag Omgevingsarchitec-tuurprijs 1994Een belangrijk voorbeeld dat samenwerking eengrote meerwaarde in kwaliteit teweegbracht is hetproject `De Kern Gezond' in Den Haag. Hier bleekdat juist de uitwisseling van idee?n en gegevens vande vele partijen in een vroeg stadium het ontwerpzeer ten goede is gekomen: voetgangers en fietsersen het openbare verkeer staan centraal, de auto isniet uitgebannen maar speelt een teruggetrokkenrol. Dat blijkt de grote winst te zijn bij het belevenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 8101 | De Omgevingsarchitectuurprijs (een trofee en een geldbedrag van 10.000) wordt uitge-reikt aan de winnende ontwerper. foto: Bob de Ruiter2 | 1994, 1e prijs: Zilverpark Lelystad (ontwerp Bureau B+B Stedebouw en Landschapsarchitectuurb.v. Amsterdam). "Er is een interessant contrast tussen cultuur en natuur geschapen. De toe-gepaste waterpartij geeft maat aan de totaliteit. De vijver verricht bovendien een functie in deopvang van hemelwater. De stalen brug legt duidelijk accent in het geheel, maar de eenvoudervan hoedt voor te opdringerigheid. De bereikte aansluiting van het ziekenhuis bij hetcentrum wordt als evident beschouwd." foto: Bob de Ruitervan de openbare ruimte; het gaat om de totale com-positie van de ruimte, dat wil zeggen: vloer, wandenen daken, inrichting met bomen, verlichting, totalekleurstelling en meubilair dat nodig is om de ruimtehaar specifieke aantrekkelijkheid te geven. Door deOmgevingsarchitectuurprijs komt er niet alleen ineen betrekkelijk korte tijd beduidend meer aandachten waardering voor de inrichting van de openbareruimte, maar wordt er ook kritischer gekeken.D e t w e e d e O A P - p r i j s 1 9 9 6 ?V a n k w a n t i t e i t n a a r k w a l i t e i tDe heer drs. Y.H. Gietema:"Indejarenzeventigentachtiglagbijdestedenbouwde nadruk op woningen. De openbare ruimte hadgeen prioriteit. Ook was men zo tuk op het uitbrei-den van stad of dorp, dat men het resultaat in kwan-titeit ging zien in plaats van kwaliteit.Gelukkig maken overheden nu vooraf goede plan-nen. Of het nu gaat om stadsuitbreidingen of omherinrichting van centra en woonwijken, er wordtgestreefd naar orde en vooral multifunctionaliteitvan de publieke ruimte. Als hoedster van openbaargebied moet de gemeente die visie vaak bevechten,omdat in deze moderne tijd de belangen divers zijn.Projectontwikkelaars, winkeliers, autobezitters, mon-dige bewoners, verkeerskundigen, je kunt een in-richting van de openbare ruimte niet zonder slag ofstoot vanuit een algemeen belang vormgeven. Tochis die verantwoordelijkheid als hoedster belangrijk.Sterker, overheden zullen die taak juist nog moetenintensiveren om het algemene, gemeenschappelijkebelang te laten overheersen in de inrichting van deopenbare ruimte. De architectuur van woningen engebouwen is al enige tijd sterk opgeleefd, dus nu ishet de beurt aan de architectuur van de openbareruimte."Uit het interview met OAP-jury-voorzitter Gietema,voorzitter welstand/oud-wethouder RO Groningen, inStraategie, juni 1996"Je kunt onmogelijk elke plek van de stad ontwer-pen; of preciezer gezegd: je kunt de openbare ruimteall??n op bijzondere plekken met hoge intensiteitontwerpen.Hetgemeentelijkapparaatiserwatman-kracht op de verschillende diensten en wat financi?nbetreftniettoeuitgerustomdeheleopenbareruimtein een stad of dorp echt aansprekend te maken. Erzal een eenvoudige basiskwaliteit moeten zijn voorgrotedelenvandepubliekeruimte,waarbijtekenaar,straatmaker, onderhoudsman, kabellegger en veleandere betrokkenen begrijpen hoe ze ermee ommoeten gaan.Het liefst via een draaiboek, waarin de werkwijze ooknog eens is vastgelegd. Daarnaast zijn er plekken diequabetekenisengebruikerbovenuitsteken.Deplek-ken die het waard zijn om in topkwaliteit te ontwer-pen. De scheidslijn tussen basis en bijzonder is eenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 8 113 | 1996, 1e prijs: Nieuw Sloten te Amsterdam (ontwerp ing.W.Val, Ingenieursbureau Amsterdamen D.Hoornsman, Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam en Supervisor dr.ir.J.L.Baljon)."Ten eerste was er de stedenbouwkundige visie en het inrichtingsconcept; het beeld waar dewijk naar toe moest. Ten tweede was er het pluspunt dat in het projectteam op alle niveaustegelijkertijd is ontworpen. Dit samenspel heeft tot een sterke samenhang van de wijk geleid.Deze bepaalt de kwaliteit van Nieuw Sloten. Door de partijen intensief bij elkaar te brengen,inspireer je elkaar." foto: Henk Snaterse4 | 1998, 1e prijs: Vughterstraat te `s-Hertogenbosch (ontwerp Harry Verhallen (Stadsontwikke-ling Gemeente 's-Hertogenbosch en Beth Gali uit Barcelona). "De herinrichting van deVughterstraat valt op door een grote samenhangende helderheid, door een welhaast virtuozesierlijkheid en door een comfortabele en adequate materialiteit. De donkerrode rijwegmeandert als een rivier in haar bedding, een vloeiende lijn in de wisselende breedte van hetstraatprofiel, waardoor gevelwanden wijken en komen, gekadreerd door de geruwde rozegranieten opsluitbanden." foto: Henk Snatersebenadering die steeds meer terrein wint."Uit het interview met ir.A.Reijndorp, Reijndorp Stede-lijk Onderzoek en Advies te Rotterdam, in Straategie,juni 1996D e d e r d e O A P - p r i j s 1 9 9 8 ?Z o r g v o o r h e r b e r g z a a m h e i dDe heer drs. P.Ph. Dordregter:"De belangstelling is in tien jaar buitengewoon sterkgegroeid, vooral door het idee dat stadsvernieuwingeen culturele activiteit is, waarmee je een nieuweidentiteit schept, een nieuw prestige aan de open-bare ruimte geeft. Het debat vindt veelal plaats enwordt soms door een enkeling levendig gehouden,maar tegelijkertijd is ook de belangstelling van hetpubliekenormtoegenomen.Bijvelenleefthetgevoeldat er kwaliteitsverlies dreigt. Dat er onherberg-zaamheid ontstaat. Een belangrijk aspect is de weer-baarheid van het ontwerp: het moet wat kunnenhebben, het moet tijdloos zijn zonder modieuzeidee?n en de mensen moeten de ruimte als vanzelf-sprekendgebruiken,zonderdatervanallesaanmoetworden toegevoegd. Je ziet op straten en pleinensoms terrassen komen met schreeuwerige parasols,die niet van tevoren bedacht zijn. Of er duiken groteverkeersborden op in een ontwerp met een prachtigritme van lantaarnpalen; borden die dat ritme in ??nklap verstoren. In de opdracht moet heel preciesstaan wat je met de ruimte wil. Maar ook de ont-werpers moeten bedenken dat er altijd trafohuisjes,bushokjes of verkeersborden nodig zijn en zemoeten van meet af aan weten hoe die in het geheeleen plek zullen krijgen."Uit het interview met OAP-jury-voorzitter drs.P.Ph.Dordregter, directeur VNG, in Straategie, juni 1998"Ik geloof dat de straten en pleinen de kamers vande stad zijn. En daarin zetten de mensen hunmeubels. Voor mij is verandering niet het ergste,maar dat men tegenwoordig indelingen maakt diezo modegevoelig zijn, zo vergankelijk, waarin demensenhetmeubelenhethuisverwardhebben.Hetis zo: we moeten het huis ontwerpen en de mensenplaatsen de meubels. De mensen die de stadsver-nieuwingen maken doen het tegenovergestelde. Zezijn bang voor leegte. In die leegte van de openbareruimte is het grondvlak van groot belang. Essentieelin een stad is dat wat het minst verandert: het ruim-telijke ontwerp vastgelegd in het grondvlak. Een ver-andering in het grondvlak valt de mensen meer opdan de ernaast gelegen architectuur. Het verandertde lichtval onmiddellijk en volledigt zelfs compleetde afmeting van de ruimte."Uit Stadswerk nr. 6?98, het artikel over het ontwerp voorde Champs Elys?es van Bernard Huet, door ir. MartinKnuyt en Boudewijn Almeskinder van Bureau Okra.D e v i e r d e O A P - p r i j s 2 0 0 0 ?W a t m a a k t d e z e p l e k n u z o u n i e k ?Mevrouw Kristin Feireiss:"Deze jury heeft zich hardop afgevraagd wat een pleknu zo uniek maakt. Niet minder belangrijk: wat laateen project zien van de eigenheid van dit land? Enbreder:hoeprofileerthetprojectzichinternationaal?Daarnaast lette de jury op de middelen waarmee hetresultaat werd bewerkstelligd. Soms was iets ont-zettend goed bedacht, maar schoot de inzet van demiddelen tekort. Verder viel op dat er regelmatigsprake was van overdesign, met het gevolg dat hetontwerp de omgeving niet versterkte. En voor dezejury was dat nu juist het belangrijkste criterium. Infeite ontbrak het de inzendingen chronisch aan eenmoeiteloos versmelten met de omgeving. Naar op-vatting van de jury moet er een natuurlijke harmo-nie plaatsvinden en gaat het er niet om dat het objectopzichspannendis.Wantalsdeomgevingergewelddoor wordt aangedaan, schiet het zijn doel voorbij."Uit het interview met OAP-jury-voorzitter mevrouwKristin Feireiss, directeur van het NAi, Juryverslag 2000)Het stedelijke interieur is het directe `visitekaartje'geworden van iedere gemeente die zichzelf respec-teert. De gerichte zorg voor de stedelijke omgevingis een belangrijk aandachtspunt geworden voor degemeenteraad, voor de winkeliers/ondernemers enzekerookvoorhetpubliek.Vandeoverdaadvanvoor-heen is men nu veel meer gericht op helderheid eneenvoud,opgeraffineerdedetailleringenopeenwer-vende uitstraling.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 8125 | 2000, 1e prijs: Koningin Emmaboulevard te Hoek van Holland (ontwerp Maud Roukes, DienstStedenbouw en Volkshuisvesting Rotterdam). "Ontwerpen is zoeken naar condities die delocatie aangeeft. Het plan is het logische gevolg. Dit Genius Loci-principe zou in ontwerpers-kringen een open deur moeten zijn, maar men houdt zich hier in de regel weinig aan. Vaak lijkthet ego van de ontwerper groter dan de schoonheid van de locatie. Dat geldt niet voor deboulevard van Hoek van Holland. De locatie is van een oer-Hollandse indrukwekkendheid.De geurende grijze Maas met de bonte containerschepen, witte cruiseboten, onbekende vlag-gen en krijsende meeuwen doet de toeschouwer vanuit de veilige kade verlangen naar verrelanden. Het ontwerp van de boulevard ondersteunt al deze facetten." foto: Henk SnaterseGoede voorbeelden zijn hard nodig om bestuurders,bewoners en gebruikers van het stedelijk interieurte stimuleren en te overtuigen dat dit interieur ver-zorgd moet worden om als bron van inspiratie, ver-wachting en geborgenheid te kunnen functioneren.Het is een delicate situatie en dit vraagt om een zorg-vuldig ontwerpproces om de onderlinge relatiestussen vloer, wanden, inrichting en gebruik op el-kaar af te stemmen.D e v i j f d e O A P - p r i j s 2 0 0 2 ?D e o p e n b a r e r u i m t e i s g e e n v l o e r -k l e e d v o o r d e a r c h i t e c t u u rDe heer dr. Wim Kuiper:"Als wethouder was ik betrokken bij het beleid omde openbare ruimte terug te geven aan de burger. Erzijn veel leuke dingen gebeurd, doordat wijkbewo-ners er rechtstreeks bij werden betrokken en verbe-teringen niet vanuit het stadhuis werden bedacht.Bovendien hebben we er geld ingestopt. Jarenlang issteeds gefocust op ontwikkeling en was beheer alsnel het kind van de rekening, wanneer er bezuinigdmoest worden. Dat werkt averechts. Ook is goedbuurtbeheer niet mogelijk zonder een goede klach-tenservice en bewoners die fungeren als voelhorensin de wijk. Alleen dan kan het vandalisme actiefwordenbestreden,waarbijertevenssprakemoetzijnvan een vervolgoptreden van de politie."Uit het interview met OAP-jury-voorzitter dr. WimKuiper, lid van de directieraad van VNG, Juryverslag2002)Deze vijf OAP-prijzen laten zien dat een vroegtijdigesamenwerking met alle betrokkenen van essentieelbelang is voor het denken over, het ontwerpen vanen het beheer en onderhoud van het stedelijk interi-eur. Tevens mag worden gesteld dat mede door deOAP-prijs, haar reizende tentoonstelling en de di-verse publicaties de discussies intensief zijn en dui-delijkactiverendvooropdrachtgeversenontwerpers.De voorbeeldfunctie is evident, waardoor enerzijdsde kwaliteit stijgende is maar ook de kritische hou-ding van vakgenoten en bewoners/gebruikers is toe-genomen.Daarom zal scherper dan voorheen de opdrachtge-ver haar verantwoordelijkheid voor de inrichting vande publieke ruimte moeten accentueren in eenheldere opdrachtformulering die het totale veld vandebat, via ontwerp, informatie, uitvoering, onder-houd en beheer dient te beslaan.De Omgevingsarchitectuurprijs zal ook de komendetien jaar weer kwalitatief hoogwaardige ontwerpenvoor de inrichting van het stedelijk interieur actiefwillen stimuleren. Meer informatie:www.oap-prijs.nlL i t e r a t u u r1. Gordon Cullen, Townscape, 1961A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 8 136 | 2002, 1e prijs: Monnickenhuizen te Arnhem (ontwerp P.I.M.Lubbers, Buro Lubbers bv's-Hertogenbosch) "Het plan met 204 woningen integreert woningen, landschappelijke opzeten ecologische duurzame doelstellingen tot een ruimtelijk-esthetisch totaalontwerp.Het sterk hellende terrein werd benut om zowel een typologisch geschakeerde reeks woningente plaatsen als ook om een overgang tussen aangrenzende landschappen te bewerkstelligen.Materieel wordt de buurt aaneengesmeed door veelvuldig toepassen van `schanskorven':als grondkering, erfafscheiding en zelfs als plint van woningblokken."foto: Henk Snaterse
Reacties