ingenornen door installaties voor de luchtbehandeling en de bedrijfsstoffenvoorziening. Hetgebouw is bestemd voor de ontwikkeling en proefproduktie van de nieuwe generatie halfge-leiders (rnegabit-chip) waarbij zeer hoge eisen worden gesteld ten aanzien van stofvrijheid,temperatuurbeheersing en trillingsvrijheid.De meeste delen van de werktuigkundige installaties hebben een levensduur van 15 ? 20jaar. Dus afgezien nog van wijzigingen in de bedrijfsvoering zal de installatie na die periodedrastisch moeten worden aangepast. De vervangende installatiedelen zullen ongetwijfeldanders zijn dan de huidige, andere afmetingen hebben en dus andere ruimte-eisen stellen.Het aanpassen van het gebouw aan deze eisen zal tot ernstige problemen leiden, terwijltoch getracht zal worden, het gebouw dat een levensduur heeft welke die van de installatiesverre overtreft, te blijven gebruiken.Het Zouwaardevol zijn overeen bouwstructuurte beschikken, die gedemonteerd kan worden,om plaats te maken voor vernieuwingen in het installatiepakket, waarna het weer samenge-bouwd kan worden met dezelfde sarnenstellende bouwdelen.Een moderne bouwplaats is al een assemblageprojectVroeger was bouwen een ambacht. Er werd gemetseld, beton vervoerd per japanner, bouw-delen versjouwd per paardetractie. Vandaag is een bouwplaats in hoge mategemechani-seerd met uitstekende transportmiddelen, zware bouwkranen, veel prefabricage (foto 16).Vanuit gespecialiseerde toeleveringsfabrieken worden vrijwel alle bouwonderdelen aanqe-voerd, geheel afgewerkt, gereed om hun plaats in het bouwwerk in te nemen. Een modernbedrijfsgebouw wordt ontworpen op basis van de door de toeleveringsindustrieontwikkeldeelementen, die op de bouwplaats worden samengevoegd.Het punt is dat tot nutoe deze bouwdelen altijd zodanig worden samengebouwd, dat demon-tage alleen op destructieve manier kan plaatsvinden. Misschien is het mogelijk, zelfs metminder inspanningen maar iets meer vindingrijkheid, toch een stevig en stabiel gebouw temaken bestaande uit demonteerbare delen. Misschien is het alleen een kwestie van eenandere benadering; wellicht zou een andere aanpak kunnen bijdragen tot een snellere ont-wikkeling van het ambacht naar een industri?le opzet.Vanuit gebruikersstandpunt zou een dergelijke ontwikkeling zeer welkom zijn, omdat daar-mee onze bedrijfsgebouwen langer hun functie kunnen behouden.SlotSamenvattend denk ik dat demonteerbaar bouwen kan leiden tot-lagere huisvestingskosten;aanpasbaarheid;-betere benutting van materialen;-betere rentabiliteit van industri?le investeringen.Afscheidcollegeprof.ir.J.W.KamerlingOp 7 juli jl. hield prof.ir.JW.Kamerling zijnafscheidscollege aan de Technische Hoge-school Eindhoven, waar hij vanaf 1968 hoog-leraar was in het vak Constructief Ontwar-pen, afdeling Bouwkunde. Onder de talrijkeaanwezigen waren vele vertegenwoordigersvan de betonwereld.In de loop der jaren heeft prof. Kamerling eengroot aantal artikelen in Cement geschreven.In de tijd dat de rubriek VARCEbestond (vra-Cement XXXVII (1985)nr.8gen en antwoorden omtrent de VB '74) washij voorzitter van de redactiecommissie. Nogsteeds is hij lid van de redactieraad.In zijn afscheidscollege ontvouwde prof. Ka-merling enkele gedachten omtrent het bou-wen, die we hier verkort weergeven.In de na-oorlogse wederopbouw kwam deindustrialisatie van de woningbouw op gang.Met overheidssteun werden woningfabrie-ken opgericht. Om de kosten te drukkenkwamen er grote series identieke woningen.Niettemin bleef de traditionele bouw de sys-teembouw steeds een stapje voor en is eenechte industrialisatie niet bereikt. Het pro-bleem zit niet aan de produktiekant, maaraan de marktzijde. Vergelijken we de wo-ningbouw met de autoindustrie, dan blijktaan het ontwerp van een nieuw huis 50 tot500 uur te worden gewerkt, tegenover 5 mil-joen uur aan een nieuwe auto. Voor de autoheeft de consument veel geld over, voor zijnwoning niet. Eengevolg is huursubsidie, pre-mie-regelingen enz. De Nederlander steltmaar weinig eisen aan zijn woning, maar ver-anderingen daarin zijn merkbaar. Dezgn. uit-breidbare woning is daar een voorbeeld van.De bouw zelf heeft gewerkt aan verbeterin-gen door op de bouwplaats minder werk telaten verrichten. Er worden steeds grotereen beter afgewerkte elementen aangeboden.Dit gaat in de richting van een catalogus-wo-620ning, waarbij de koper kan zien wat hij aan-schaft en wat het exact gaat kosten.Bouwen is nooit nieuw. Elk project is door-bouwen op eerder opgedane ervaring, opeen vorig ontwerp. In feite is elk ontwerp eenexperiment voor het volgende. Het resultaatis nooit af. Nog te weinig leren we van ge-maakte fouten en ook gebruikers zoudenopener moeten zijn over hun ervaringen. Terillustratie gaf prof. Kamerling de volgendeanekdote: Een ingenieur bouwde kort na1945 een brug in voorgespannen beton. Na-derhand bekende hij: 'eerst kun je nietslapenomdat je geen voorgespannen beton hebtgebouwd, en dan kun je niet slapen omdatje er een hebt gebouwd',Juist in het onderwijs zoals aan de Techni-sche Hogeschool moet een situatie wordengeschapen waarin nieuwe idee?n kunnenworden ontwikkeld en getoetst. Het ismoei-lijkin de doorgevoerde verkorting van de stu-dieduur voldoende integratie tot stand tebrengen. Een constructief ontwerper moetvoldoende inzicht krijgen in het totale con-cept van het project, om daaraan een bijdra-ge te kunnen leveren. Om goed te kunnenfunctioneren in een team, zal men geoefendmoeten worden in samenwerken. Prof. Ka-merling had zijn afscheidsrede daarom de ti-tel gegeven 'Bouwen is samenwerken'.Red.
Reacties