Een kolenopslag metkeerwanden van eenongebruikelijk typedoor ir C. W. J. Groothofffoto 1. kolenopslag bij ketelhuis II op Staatsmijn Emma metbedienende grijperkraan en met koeltorens op deachtergrondAls de opslag vol is, staat er een ,,kop" op.In het begin van de oorlog zijn op de Staatsmijn Emmaenige reeds elders gebruikte ketels opgesteld in eenafzonderlijk ketelhuis. De kolen hiervoor moestenworden aangevoerd door een over een spoor rijdendeportaalkraan, die ze uit de open spoorwagons grijpten in de hoog in het ketelhuis gelegen voedingsbun-kers deponeert.Als buffer bij onregelmatige aanvoer was bovendieneen voorraadsbunker nodig, die door dezelfde kraangevuld en geledigd moest kunnen worden, en diedaarom alleen langs de kraanbaan in het verlengdevan de bunkers van het ketelhuis kon worden gepro-jecteerd. Er was hiervoor niet veel ruimte beschikbaar(zie foto 1).Was de plaats van de keermuur aan de zijde van dekraan, uiteraard bepaald door het profiel van vrijeruimte daarvan, de bodembreedte werd begrensddoor de reikwijdte van de kraan, daar alle kool doortek. 2. constructie van de kolenopslagde grijper moest kunnen worden verwijderd.De helling van de tegenoverliggende wand mocht niet.flauwer zijn dan 60? (de hoek waaronder de koolbegint af te glijden). Van de op 2,00 m hoogte gelegenbovenrand af is nog gerekend op een verdere vullingonder taluds van 45? (de hoek van het natuurlijktalud).Het ongebruikelijke bij de constructie van deze keer-wanden bestaat daarin, dat deze niet onderaan zijngefundeerd, doch reeds op vorstvrije diepte ondermaaiveld, dus ongeveer halverwege. Dit was moge-lijk door de vaste bouwgrond, die het storten vanhet onderste gedeelte tegen een werkvloer mogelijkmaakte. Dit onderste gedeelte is een uitkragendeplaat, die dus naar het ondereinde steeds dunnerwordt en minder bewapend is.k. 2 toont de constructie met de wapening.De tek. 3 en 4 geven de berekening, welke is op-172 Cement 5 (1953) Nr 11-12Beton in zeewaterOp het te Rome gehouden XVIIIe InternationaalScheepvaartcongres was een der onderwerpen(sectie II: Zeescheepvaart, Mededeling 1): Strijd te-gen aanvallen, welke de verschillende materialen on-dergaan, speciaal wat betreft de onderste gedeelten vanmeergelegenheden met grote diepte. Behandeld zijnbeton, staal en hout.BetonHier wordt uiteraard speciaal over beton gespro-ken. De betrokken rapporten waren van Mc.Gowan, Engeland; Thorel, Frankrijk; Periani,Malquori en Basso, Itali?; Cook, U.S.A.Hoewel volgens de opgave geen aandacht behoefdete worden besteed aan beton, dat aan weersinvloe-den bloot staat, is dat door de rapporteurs medein beschouwing genomen.Men kan uit de rapporten, als belangrijkste, devolgende conclusies trekken:1. goed beton wordt practiseh niet aangetast;2. onder goed beton moet in de eerste plaats wa-terdicht beton worden verstaan;3. de waterdichtheid van beton wordt bevorderddoor:een goede gradering,een minimum aan aanmaakwater enniet minder cement te gebruiken dan om-streeks 350 kg/m3beton.Voorts werkt fijne mating van het cement gun-stig op het waterverbruik, evenals de toepas-sing van een air-hulpstof en het trillen van debetonspecie;4. stortnaden zoveel mogelijk vermijden. Onver-mijdelijke stortnaden met grote zorg behande-len;5. voor zeewater is portlandcement minder goedCement 5 (1953) Nr 11-12dan bijv. hoogovencement (een toevoeging van? maatdeel tras aan portlandcement is gunstig;6. de betondekking op wapeningsstaal moet grootzijn; voor met zeewater in aanraking komendevlakken ten minste 7,5 cm (3");7. vorst is zeer schadelijk voor beton, vooral in dezeer vochtige zone tussen hoog en laag water in.Ook ten deze is een waterdicht beton vereist;er mag geen water in binnendringen;8. voor onder water te storten beton is de con-tractmethode goed (wegens cementverlies tenminste 400 kg cement per m3beton), maar vooralhet ook hier te lande meer en meer toegepaste,,colcrete", dat zuinig is in het cementverbruik.Met bovenstaande conclusies, welke geen van alleverrassend zijn, kan men zich ?n Nederland vol-komen verenigen.Bij de discussie over de rapporten gaf een bekendEngels ingenieur, Prof. Baker, als zijn mening tekennen, dat de betonarbeider geschoold behoortte zijn (evenals bijv. de metaalbewerker): hij moetde diepere grond van zijn handelingen beseffen.Fouten welke hij maakt (bijv. het te dicht op debekisting stellen van wapeningsstaal) komenmeestal eerst jaren later aan het licht: waarschijn-lijk zal hij ze nimmer te weten komen.Ook met deze voor ons land niet nieuwe wens kanmen zich te onzent over het algemeen verenigen.De moeilijkheid is echter: Hoe bereikt men hetverplicht stellen van het behalen van een diplomavoor betonbewerkers? Mogelijk zijn er ook finan-ci?le consequenties aan verbonden (geschooldearbeiders in de plaats van ongeschoolde).De stad, waarin het congres is gehouden, is voorde betontechnicus wel zeer instructief en fascine-rend: haar onvergetelijke eeuwenoude monu-menten blijken de tand des tijds te kunnen door-staan. Hoe komt dat? Niet door minder verweringwegens minder regen -- het regent veel in Itali? --maar m.i. vermoedelijk door het bijna geheel ont-breken van vorst. En als het van tijd tot tijd vriest,dan zijn de min af meer poreuze bouwmaterialentevoren niet, zoals bij ons, inwendig vochtig, zodatde vorst er geen vat op heeft. Bovendien vriesthet in Itali? nimmer lang, zodat de vorst niet in hetinwendige van de muren zal trekken.Vorst, gecombineerd met inwendig vochtigebouwmaterialen, waarvan de temperatuur onderhet vriespunt kan dalen, werkt op den duur fataal :door het telkens stukvriezen van het buitenstekorstje gaat de vernielende werking steeds verdernaar binnen.Conclusie 7 is dan ook voor landen, waarin het ge-regeld vriest, zoals het onze, uiterst belangrijk.Hout en StaalBehalve door genoemde rapporteurs werd hier-over bericht door: Evans, Engeland; Guima-raas Sant'Anna, Brazili?; Leimdoerser,Zweden.Voor de betontechnicus is het van belang te ver-nemen, dat hout en staal tegenwoordig tegen ver-nieling door paalworm, resp. roest wel wordt be-schermd door een manchet van beton, tegen hethout of staal gegoten. Deze manchet kan preven-tief (voorkomend) of repressief (beteugelend)worden aangebracht, in het laatste geval bijv. vol-gens de colcrete-methode. Men kan hier niet spre-ken van ,,de lamme helpt de blinde", omdat menhet volste vertrouwen heeft in de duurzaamheidvan het beton in zeewater.Soms wordt een verfhemd tegen aantasting doorzee pokken beschermd door een dunne en opge-smeerde laag cementpap. Niet immer is zulks eensucces, omdat de cementlaag niet steeds blijftzitten. Er bestaan verfsoorten, waarop de cement-huid houdt. Langdurige proeven ?n natura zijnnodig om te kunnen vaststellen, welke combinatiesverf-cement juist zijn. J. P. Josephus Jitta173tek. 3. berekening van keermuur onder 60? tek. 4. berekening van keermuur met kraanbaangezet voor de gevallen: opslag vol, max. vertikalelasten, -- opslag vol, geen kraanlast, -- opslag leeg,max. vertikale lasten. De keerwand aan de kraan-zijde is gecombineerd met de kraanbaan.Naast de opslag staat nog een betonnen bordes, waar-op een electrische frictielier en twee handlieren zijnopgesteld. Hieraan kunnen trekkrachten worden uit-geoefend van 300 resp. 3 000 kg. Dit bordes is vrij ge-houden van de keerwanden en wordt ondersteunddoor 4 kolommen, twee aan twee gekoppeld doorwanden.De kopwanden zijn uitgevoerd als normale keermuurmet grondplaat onderaan en zijn door voegen geschei-den van de langswanden.De bodem is bezet met betonblokken van 20 cm dikteop een werkvloer van 10 cm.De lieren dienen om de opslag met een bak leeg tekunnen trekken, wanneer de kraan zou uitvallen.
Reacties