foto 1. woningbouw volgens het systeem Panagro / Larsen & NielsenVlaardingen en de systeemwoningen U.D.C. 69.002:728bouwsystemen : woningenExcursies van de Betonvereniging op 6 en 13 maart 1962Uit de grote deelneming aan de excursies van de Betonverenigingnaar de gemeente Vlaardingen en de fabriek van de N.V. Elemen-tum te Maassluis, waar de elementen gemaakt worden voor hetbouwsysteem Panagro / Larsen & Nielsen, blijkt wel dat de ge-prefabriceerde woningbouw in Nederland een groeiende belang-stelling ondervindt.De leden van de Betonvereniging werden 's morgens ontvangenop het stadhuis van Vlaardingen, waar de wethouder voor stads-ontwikkeling, de heer F. de Bruyn, een inleiding hield over hetuitbreidingsplan van de stad Vlaardingen en over de vraag:Heeft de ge?ndustrialiseerde woningbouw in beton toe-komst ?InleidingHet gedeelte van het Vlaardingse stadhuis, waar de leden van deBetonvereniging ontvangen werden, dateert van 1657. Omdat deruimte te klein bleek om alle diensten van de gemeente te kunnenonderbrengen, is na de tweede wereldoorlog het belendendeperceel van het politiebureau gesloopt, en in een harmoni?rendestijl met het oude stadhuis herbouwd.Deze combinatie is in zekere zin symbolisch voor de gemeenteVlaardingen, die vele banden met de historie heeft en desondanksopenstaat voor de nieuwste ontwikkelingen op technisch en in-dustrieel gebied.Vlaardingen mag gerekend worden tot een van de oudste stedenvan Holland. De namen van Dirk de Derde en Floris de Vijfdezijn er nauw mee verbonden.We kunnen echter nog veel verder in het verleden teruggaan.Sinds kort is aangetoond, dat de resten van oude nederzettingen,die 4 tot 5 m beneden het maaiveld gevonden zijn op het terreinwaar thans de woningen volgens het systeem Panagro / Larsen &Nielsen gebouwd worden, stammen uit een tijd van 2500 jaar v.Chr. Uit deze resten kon geconcludeerd worden, dat de toen-malige Vlaardingers contact gehad moeten hebben met bewonersuit de Franse en Scandinavische landen.Het 'rijke' verleden van Vlaardingen vermeldt oorlogen, brandenen plunderingen, maar ook perioden van opgang en bloei. Dezewelstand was voor een niet onbelangrijk deel te danken aan devisserij, waaraan ook industrie?n zoals de droge en natte kuiperij-en hun ontstaan danken.Hoewel in tegenstelling met Heijermans' Op hoop van zegen', dezeewaardigheid van de Vlaardingse loggers zeer goed was, rezener bij de inwoners van Vlaardingen, die met de visserij hun dage-lijks brood verdienden, toch klachten over de arbeidsvoorwaar-den, over de huisvesting en de voeding.Zodra de vissers dan ook de kans zagen om hun wisselvallig be-staan en ongeregeld leven te verwisselen voor een vrij vaste be-trekking aan de wal, deden zij dit. Het gevolg hiervan is dat dehuidige vissersvloot van Vlaardingen slechts voor 10% doorVlaardingers wordt bemand; 90% van de bemanning komt uitScheveningen en Katwijk.De industri?le ontwikkeling vond aanvankelijk in hoofdzaak plaatsin de voedings- en genotmiddelenbranche, daarnaast ook in deagrarische sector.De behoefte aan woonruimteNa de tweede wereldoorlog telde Vlaardingen ongeveer 41 000inwoners. Het huizenbezit was in de oorlogsjaren niet beschadigden men stond in 1945 voor de keus: wachten op de ontwikkelingdie komen zal, of van meet af aan de ontwikkeling te stuwen,vooral door middel van de industrialisatie.Hoewel in 1946 niet meer dan 20 woningen werden toegewezenen in 1947 slechts 21, ontwierp men in datzelfde jaar een 10-jaren-plan, waarin 7 000 woningen met de bijbehorende winkels,scholen, kerken e.d. zouden moeten worden gebouwd.Hiermee begon de grote ontwikkeling van Vlaardingen gestaltete krijgen. Belangrijke bedrijven, grotendeels gelegen op hetgrondgebied van Rotterdam, zochten en verkregen in Vlaardingenonderdak voor hun werknemers. Reeds eerder hadden inwonersuit Rotterdam in Vlaardingen huisvesting en onderdak gevonden,toen bombardementen in hun woonplaats het verblijf daar on-mogelijk maakte. Om aan de grote immigratie tegemoet te kunnenkomen, is in Vlaardingen met bijna elk in Nederland toegepastbouwsysteem gebouwd, zij het ook niet altijd met succes.En hoewel er een zekere hang naar traditie te bespeuren viel,heeft de gemeente niet geschroomd om zich aan experimentelewoningbouw te wagen. Als dit jaar de 10 000ste na-oorlogsewoning gereed is, zal blijken dat 70% van de 10 000 na-oorlogsewoningen uitgevoerd is in systeembouw.Dat beton hierbij een belangrijke rol speelt, spreekt vanzelf. Deuitvoering moet zodanig zijn, dat steeds meer kan worden be-spaard op arbeidsloon en materiaal, zodat ruimte wordt geschapenvoor andere voorzieningen die een groter wooncomfort moge-lijk maken.Industri?le woningbouwAls voorbeeld van een woningbouwsysteem dat aangepast is aande Nederlandse maatstaven, kan het systeem Dura-Coignetge-noemd worden. Na twee jaar intensieve voorbereiding gaf deminister zijn goedkeuring aan dit woningtype. Ook de gemeenteVlaardingen stond zeker niet afwijzend tegenover dit systeem.240 Cement 14 (1962) Nr. 4Na een studiereis door Denemarken, waar kennis gemaakt werdmet het systeem Larsen & Nielsen, bleek dat ook dit systeem bijtoepassing van een goede betonkwaliteit en gezien het geringeverschil in klimatologische omstandigheden tussen Denemarkenen Nederland zeker mogelijkheden bood om ingepast te wordenin het keurslijf van de Nederlandse voorschriften.Voor de verdere ontwikkeling van Vlaardingen zijn de goederesultaten met de woningen volgens dit systeem van groot belangomdat behalve de zogenaamde Westwijk nog twee andere woon-wijken gebouwd moeten worden. Met de laatstgenoemde tweewijken zijn weer ongeveer 12 000 woningen gemoeid.Nieuwe mogelijkheden voor het betonOok al kan beton in vele opzichten een geschikt materiaal ge-noemd worden, toch zijn er enige onvolmaaktheden: zo zou bijvoorbeeld het tamelijk hoge gewicht iager moeten worden.Een ander vraagstuk is de fundering, waarvoor in Vlaardingenpalen nodig zijn met een lengte van 18-27 m. Het is uiteraard eengeruststellend idee om te weten, dat de fundering van de nieuwewoningen is geconstrueerd met een drievoudige zekerheid, maargezien de zware en kostbare uitvoering lijkt het van groot belangom ook de mogelijkheden van grondverbetering eens nader tebestuderen.In verband met de snelle ontwikkeling van de nieuwe bouwmate-rialen zoals plastics, moet de betonwereld in nog ruimere mategeld en wetenschap beschikbaar stellen voor de verdere ontwik-keling van het beton.De spreker besluit zijn inleiding ten slotte met de opmerking, dater overigens niets nieuws onder de zon is, en dat de Franse enScandinavische invloeden van 2 500 jaar voor Chr. in Vlaardingenzich nu herhalen met de twee woningbouwsystemen Dura-Coigneten Panagro / Larsen & Nielsen.Na een korte koffiepauze hield de directeur van N.V. Elementum,ir. F. Brouwer, een voordracht over het systeem Panagro /Larsen & Nielsen.De huidige stand van de bouwnijverheidInleidingMen moet zeggen, dat het deel van de bouwnijverheid, dat zichmet woningbouw bezighoudt, tamelijk zwak staat.Het biedt de klanten zijn produkt aan tegen steeds stijgendeprijzen en maakt van de moeilijkheid om de beschikbare capaciteitaan de zich wijzigende omstandigheden aan te passen c.q. te ver-hogen, een politieke aangelegenheid. Het gevolg is dat een vande belangrijkste gebieden van de werkzaamheden van de mens inhet algemeen niet geliefd is.De meeste woningen worden nog volgens de eeuwenoudeambachtelijke methode gebouwd. Hierdoor wordt de capaciteitsterk afhankelijk van geschoolde vakmensen die een kostbareopleiding hebben gehad. Men noemt deze wijze van bouwen'traditioneel'.Verder is de bouwnijverheid wel geneigd het toekomstige pro-bleem en gevaar te onderkennen, dat men toch altijd huizennodig zal hebben, ook in combinatie met de zich voortdurendontwikkelende industrie. Dit alleen is echter niet voldoende.Het is duidelijk dat men tegenover andere industrie?n terreinverloren heeft. Deze gebruiken moderne produktie- en verkoop-methoden en zij dienen het publiek met steeds betere warentegen steeds lagere prijzen.Het hogere inkomen wordt daarom eerder uitgegeven aan aldeze betere dingen en niet aan woningen, omdat toch deze bouwniet in staat is het produkt en de verkoop te verbeteren.Ongeveer85% van het inkomen wordt met belangstelling en interessebesteed aan allerlei zaken. De overige 15% is een noodzakelijkkwaad geworden en heet'huur'!De situatie is urgent en wordt uiterst kritiek, als niet snel eenommekeer wordt bereikt via methoden, die een regelmatigeverbetering van produkt en produktiviteit mogelijk maken.Het capaciteitsprobleem mag niet langer een vraag zijn, het moetin een financieel en mechanisatieprobleem veranderd worden,dat gemakkelijker is op te lossen dan het eerst genoemde.Wat is een industri?le bouwmethode?Een industri?le bouwmethode is een bouwwijze waarbij ineen permanente fabriek de vervaardiging van zo groot mogelijkeelementen plaatsvindt, die na het transport in een minimalearbeidstijd gemonteerd worden. Voorts is er een ver door-gevoerde mechanisatie van de afbouwwerkzaamheden waardoorop de bouwplaats reducties van 60 tot 70% mogelijk zijn.De belangrijkste factor is de tijd. De moderne arbeid- en tijd-studies wijzen op een regelmatige verhoging van de produktivi-teit, in relatie met de tijd, maar alleen in permanente fabrieken.Traditioneel is er nimmer sprake van continu?teit; iederebouwplaats heeft eigen aan- en afloopverliezen. Materieel moetgetransporteerd worden, werkomstandigheden zijn steedsanders, arbeiders wisselen evenzeer. De kosten van het opstellenen afbreken van de produktiemiddelen op de traditionele bouw-plaats en ook de arbeid in provisorische loodsen en keten sprekenvoor zich.Achtergronden1. In het algemeen bestaat er in de bouwnijverheid een tekortaan arbeiders. Een oplossing van dit grote probleem moet gezochtworden in een grotere mechanisatie en in betere werkconditiesin de fabriek waardoor hogere lonen kunnen worden gegeven.Andere industrie?n kwamen via deze weg tot automatisering.2. Algemene stijging van de prijs van metselsteen ten opzichtevan die van zand, grind en cement en overige bouwmaterialen.Hierdoor ontstaat een economisch klimaat.foto 2. interieur gedeelte fabriekshal foto 3. gedeelte opslagterrein met rechts vloerelementenCement 14 (1962) Nr. 4 241foto 4. geprefabriceerde houten buitenpuien foto 5. transport van geprefabriceerde elementen naar de bouw-plaats3. Materiaalverlies in de bouw.Zelfs reeds in het ontwerp moet de ontwerper rekening houdenmet een mindere kwaliteit van het beton en met de tamelijkmoeilijke taak bij de controle op een betonwerk.Grote verbeteringen ontstaan door prefabricage; immers bijvoortdurende controle door een laboratorium, kunnen meereconomische constructies gemaakt worden, waardoor mindermateriaalverlies optreedt.4. Klimatologische omstandigheden.In de winter en tijdens regen ontstaat normaal een grote achter-stand; bij prefabricage zullen de werkzaamheden in de fabriekhiervan geen hinder ondervinden.5. De tegenwoordige tijd vraagt een meer nauwgezette 'planning'.Ook de opdrachtgever vraagt snellere bouwmethoden. Deindustri?le methode voldoet aan deze vraag, immers dagen vanonwerkbaar weer spelen hierbij geen rol en kortere periodenvoor intensief gebruik van gehuurde machines zijn mogelijk.6. Tekort aan woningen.De bouwnijverheid heeft altijd een monopolie-positie ingenomen.De laatste tien jaar echter zijn er andere invloeden van buitengekomen, de gebruiksinteressen zijn veranderd (caravans, tenten,auto's, televisie enz.) en bij de bevolking ontstaat een bewust-wording van de tegenstelling tussen oud en nieuw. Het oudeambacht dient dus de handschoen op te nemen en zich schrap tezetten voor de strijd, om niet door invloeden van buiten onver-wachts te tuimelen.Ook het gebrek aan arbeidskrachten en de wens en behoefte om,met aanwezigheid van dit gebrek, toch nog een grotere produktiete leveren, noopt tot het zoeken van oplossingen waarbij hetgeheel in een produktieproces wordt opgenomen. Er is reedsmet talloze gedeeltelijke oplossingen ge?xperimenteerd; hierdoorwerd echter geen hogere produktie verkregen. De confrontatiemet andere ontwikkelingen, die in de laatste jaren hebbenplaatsgevonden, is beschamend voor de bouw.De conclusie die uit het voorgaande getrokken kan worden is,dat slechts de verplaatsing van de werkzaamheden naar eenpermanente fabriek de oplossing kan geven om de toekomst vande bouwnijverheid zeker te stellen en om te kunnen concurrerenmet alle andere beroepen, zowel in aanzien als in kwaliteit enmogelijkheden.Deze doelstelling is echter nog niet overal geheel geaccepteerd,ofschoon de mening overheerst, dat een wijziging noodzakelijk is.Ter bevordering van deze doelstelling is het vereist dat:het ontwerp van het produkt, dat wil zeggen het gebouw, ge-baseerd moet zijn op de fabricagemethode; 'bij de 'produktieplanning' een samenwerking bestaat tussenopdrachtgever, architect, constructeur en fabriek;de 'planning' van het gehele proces gebaseerd is op continu?teit.Het is nog lang niet zo ver, dat bij de huidige inzichten van debouwproblemen van industrieel begrip sprake is. We kunnen invergelijking met de auto zeggen, dat paard en wagen vervangenzijn door een wagen met een motor erin. De echte auto laatechter nog op zich wachten.Zoveel mogelijk moeten de werkzaamheden plaatsvinden in defabriek. Op de bouwplaats vindt slechts de montage plaats van zoweinig mogelijk onderdelen. Daarom moeten de elementen zogroot mogelijk gemaakt worden; deze grootte is afhankelijk vanhet transport en het hijsmaterieel.Toch moet men nu reeds denken aan elementen van 7,5 tonvoor de woningbouw en van 15 ton voor de utiliteitsbouw. Degraad van mechanisatie moet zo hoog mogelijk zijn.Hier komt men aan het punt investeringen. Zijn deze laag, danontstaan kleine of.zeer kleine elementen, die weer leiden tot eenongewenste secundaire arbeid. Er is dus een kapitaalsinvesteringnodig.De serie-grootte moet zodanig zijn dat geconcurreerd kan worden.Toeleveringsbedrijven en onderaannemers, dienen zich op soort-gelijke wijze te ontwikkelen en te handelen.Het doel van de ontwikkeling in de bouwnijverheidDe bouwnijverheid dient in ontwikkeling gelijke tred te houdenmet de industri?le ontwikkeling van andere takken in hetbedrijfsleven. Dit wordt mogelijk gemaakt door verhoging vande produktiemogelijkheden en de verkoopkracht.Deze ontwikkeling wordt bereikt als het gehele gebouw als het'produkt' van de nieuwe industrie wordt beschouwd en alleorganisatorische en technische hulpmiddelen van de moderneindustrie voor de ontwikkeling, de opvoeding en de verkoop vanhet 'produkt' worden ingeschakeld.Daartoe moet men stellen, dat men op wetenschappelijk enstatistisch verantwoorde wijze over een bepaalde periode dezepunten dient te onderzoeken. Het doel van deze industrie moetdan zijn om de procesontwikkeling op een dergelijke wijze teleiden, dat deze niet de ontwikkeling van het produkt aanbanden legt, maar zo snel mogelijk een oplossing geeft aan capa-citeitsvragen en de daaruit voortvloeiende calculatievragen.Thans ontbreekt dit nog in de bouwnijverheid.Er wordt gevraagd naar een 'industrieel klimaat'.Indien deze richting gevolgd wordt, dan zal de oplossing van hetwoningprobleem niet moeilijker zijn dan de oplossing van bijvoorbeeld het probleem van de fabricage van de in korte tijd zoenorm gestegen behoefte aan televisietoestellen.Wil men geen beroep doen op het arbeidspotentieel van an-dere bedrijven en takken van de industrie, dan kan men stellendat de 60000 arbeiders die thans werkzaam zijn in de woning-bouw, op deze wijze per jaar, laag geschat, 200000 woningenzouden kunnen bouwen in plaats van het huidige aantal van 90000.De oplossing is in zicht. Veel kapitaal is daarvoor nodig (1 miljardgulden), maar dat is beslist aanwezig mits een continu?teit vanbij voorbeeld 5 ? 6 jaar gewaarborgd wordt; maar dan zijn erook 1 miljoen woningen gebouwd!Op deze wijze staan wij niet meer achter bij iedere andereindustrie, die vandaag aan iedere vraag kan voldoen.242 Cement 14 (1962) Nr. 4Het systeem Panagro / Larsen & NielsenNa de lunch werd de woningelementenfabriek 'Panagro-Elemen-tum' te Maassluis bezocht.De aannemingsmaatschappij 'Panagro' N.V. te Warmond is li-centiehouder van het systeem Larsen & Nielsen.Hoewel reeds in Denemarken in 1951 een fabriek gebouwd werdvoor systeembouw, werd in Nederland pas in 1959 de eerste op-dracht gekregen van 1008 woningen in Vlaardingen en Maassluis.De fabriek in Maassluis, die vorige jaar geopend werd, bestaat uitdrie travee?n van ieder 16 m overspanning. De overdekte lengtevan de hal is 60 m, de opslagruimte is 80 m lang.In de drie hallen zijn circa 80 (meest stalen) bekistingen opgesteld.Hierin worden dagelijks 36 verschillende soorten elementen ver-vaardigd, die nodig zijn voor de bouw van twee woningen. De tijddie verloopt tussen het storten van de elementen en het ontkistenbedraagt circa 18 uur. Een doelmatige verwarming van de fabriekdie buiten werktijd wordt opgevoerd tot 23? bevordert de na-tuurlijke verharding in die 18 uur. De elementen, die met debuitenlucht in aanraking komen, alsmede de vloerelementen, zijnvervaardigd van normaal grindbeton. De binnenwanden zijn ver-vaardigd van lavalietbeton. Het normale beton bereikt na 18 uureen sterkte van 200 kg/cm2; de betonspecie wordt met een zet-maat van 10 cm verwerkt. Het licht(gewicht) beton bereikt na dietijd een sterkte van 80 tot 85 kg/cm2, de zetmaat bedraagt hierbij0 cm. De uiteindelijke sterkte van het lavalietbeton zal 200 tot250 kg/cm2zijn. Het verdichten geschiedt met behulp van be-kistingstrillers, die op de mallen bevestigd worden.De gevelelementen, die alleen in de kopgevels voorkomen, zijnzogenaamde sandwichplaten, waarvan de buitenzijde van normaalbeton en de binnenzijde van lavalietbeton is. Tussen beide platen,die met koperen ankertjes verbonden worden, bevindt zich eenlaag schuimplastic. In de vloerelementen bevinden zich ronde uit-sparingen, die worden gevormd door ingebetonneerde stalenpijpen.'Deze worden korte tijd na het storten van de elementendoor een speciaal daarvoor ontworpen mechanisme met 15 tonvermogen weer uit de bekisting getrokken. Op de bouwplaatsworden de vloerelementen aan de bovenzijde afgewerkt met eenestrich-vloer, de onderkanten worden met kristalkalk bespoten.Elektra- en gasleidingen en ook elektradozen zijn ingebetonneerd.Achter in de fabriek op het bordes bevindt zich het hart van defabriek, namelijk de geautomatiseerde mortelbereiding. Achterzijn bedieningstableau regelt ??n man het vullen van de bunkersboven de betonmolens, de dosering van de grondstoffen en hetmengen en ledigen van de molens. Zes kranen van ieder 5 tontransporteren de betonspecie naar de mallen in de fabriek.In Warmond worden in een speciaal daarvoor gebouwde fabrieks-loods de houten buitenpuien gereed gemaakt en de deuren enramen afgehangen, de koplatten worden bevestigd, het glas en deborstweringsplaten geplaatst en het houtwerk geschilderd tot enmet de voorlak. Hierna vindt afvoer plaats van de complete stuk-ken naar de bouwplaats. Ook hier is dus een groot deel van dewerkzaamheden verlegd van de bouwplaats naar de fabriek. Dezemethode is geheel nieuw in Europa en beschermt het hout datuit de fabriek komt.Voor het transport van de betonelementen, die elk tot 3 ? 4 tonwegen, zijn speciale wagens ontworpen. De last per wagen be-draagt ongeveer 18 ton. De wandelementen worden verticaal, devloerelementen horizontaal vervoerd. Speciale constructies dienenervoor, dat de elementen snel en op eenvoudige wijze op de wa-gens kunnen worden vast- en losgemaakt. De truck kan, wanneerde montageplanning dit nodig maakt, op eenvoudige wijze van deoplegger worden losgekoppeld. Aangezien het transport en demontage op elkaar moeten zijn afgestemd, is het noodzakelijkvoor het transport een zeer nauwkeurige tijds- en volgorde-planning te maken. Gerekend kan worden dat de transportkostenper woning 200 gulden bedragen ; het totale gewicht dat hiervoorvan de fabriek naar de bouwplaats gereden moet worden is 80 ton.De ontworpen woningen worden gebouwd in 23 blokken van 36,45 of 54 galerijwoningen, waarvan 18 blokken te Vlaardingen en5 blokken te Maassluis. Het merendeel van de woningen bestaatuit 4-kamerwoningen.De blokken hebben links en rechts bergruimten; daartussen wor-den bejaardenwoningen gebouwd. Exclusief de galerij en de ber-gingen, hebben de woningen een oppervlakte van circa 80 m2.Ze bestaan uit woonkamer, badcel, toilet en drie slaapkamers. Deeindwoningen hebben een slaapkamer minder.De funderingen van de huizen, alsmede de bergingen, worden opde bouwplaats vervaardigd, met gebruikmaking van speciaal ont-worpen effici?nte bekistingen. Uiteraard worden hoge eisen ge-steld aan de maatvastheid van de onderhuizen, in verband met deelementen, die daarop worden gemonteerd.fig. 6. plattegrond woning, systeem Panagro / Larsen & NielsenVoor de montage wordt een 70 tonmeterkraan gebruikt. De mon-tage van een blok vergt circa een maand, de afbouw dient in onge-veer dezelfde tijd hieraan parallel te lopen, zodat bij het gewensteritme van twee woningen per dag een blok van 45 woningen 2?maand na montage bewoonbaar is.De bouw van de eerste blokken duurde vanzelfsprekend watlanger.Als de elementen op de bouwplaats aankomen, worden ze recht-streeks met behulp van de kraan in het werk gebracht. Ook dehouten gevelpuien worden compleet als een element gemonteerd.Slechts de laatste afwerkschilderlaag wordt op de bouwplaats aan-gebracht. Kasten, keukens, lavet, e.d. worden als een groot pakkettegelijk bij de montage in de woning geplaatst met behulp van eenkraan. Hierdoor wordt transport in het blok voorkomen.De kosten van ??n woning bedroegen in 1959 f 15 400. Dehuurprijs ervan bedroeg toen f 19,50 per week.Na een rondgang op de bouwplaats in Vlaardingen, waar ookreeds enige voltooide blokken stonden, werd de excursie besloten.foto 7. montage van een betonelementCement 14 (1962) Nr. 4 243
Reacties