HOUTBETONdoor G. W. EngelsmanSedert enige jaren is een interessantmateriaal verkrijgbaar, bekendonder de naam Fire Brake - hout-beton, dat door opmerkelijke eigen-schappen voor velerlei doeleindenbruikbaar is.Aan deze Nederlandse vinding isniet toevallig een Engelse naam ge-geven. Het is een gevolg van demarkanste eigenschap, nl. de zeergrote weerstand tegen vuur. Wantde eerste toepassingen, in de eerstebezettingsjaren, waren haast uit-sluitend gericht op de beveiligingvan gebouwen -- Monumenten --tegen brand tengevolge van brand-bommen. Ongewoon hoge tempera-turen worden er door ,,afgeremd",vandaar de naam Vuur-rem of FireBrake. Een aantal oude en nieuwegebouwen zijn destijds door het aan-brengen van een laag F.B.-houtbe-ton op houten zoldervloeren entegen dakbeschietingen beschermdtegen dit gevaar.Eerst later hebben andere eigen-schappen, waaronder het betrekke-lijk geringe s.g. (1,1), de geringekrimp, de spijker- en schroefbaar-en de spijker- en schroefvastheiden de onaantastbaarheid voor ver-rotting, geleid tot andere toepas-singen, waaronder enige, die voorde bouwnijverheid van belang zijn.Bouwklossen, strippen en strokenTot dusver werden, afgezien van derawlplugmethode, voor het bevesti-gen van hout aan metselwerk ofbeton, slechts houten bouwklossengebruikt, die door de timmerlui open in het werk werden gemaakt vanafvalhout of fabriekmatig vervaar-digd van iepen- of beukenhout. Dezebetere houtsoorten werden gekozen,omdat de hiervan gemaakte hout-klossen minder snel scheurden ofbarstten. Maar alle houten klossenhebben hetzelfde nadeel: bij het in-metselen sterk te zwellen en bij hetverharden van metselwerk of betonweer even veel te krimpen. Daar-door zitten ze steeds los, want houtverbindt zich nu eenmaal niet metmetsel- of betonspecie. De samen-stelling van F.B.-houtbeton maakthet mogelijk een klos, strip of strookte vervaardigen, welke deze bezwa-ren mist. Bij het inmetselen ervan,in muren of bij het invoegen inbetonspecie, gedraagt het materiaalzich als steen, dat wil zeggen: hetlaat zich deugdelijk vastmetselen,en opgenomen in beton wordt hetdaarmede zo hecht verbonden, datop het oog zelfs geen scheidingslijnte zien is. Wanneer men later deklos, strip of strook wil gebruikenvoor het bevestigen van voorwer-pen, dan gedraagt het materiaal zichals hout. Draadnagels zitten vast alsin goed vurenhout; houtschroeventappen hun eigen schroefdraad.Deze eigenschappen hebben tot ge-volg gehad, dat de F.B.-klos, stripen strook -- oorspronkelijk een ideefoto 3. blootstelling van een F.B.-plaat aande intense hitte van smeltthermiet (ca 3 000?C)van de ,,Commissie voor Bouwcon-structies" te Delft -- stilaan een uit-gebreid gebied ging beslaan. Lettenwe vooreerst op de mogelijkhedenin de bouwkunde, b.v. aan het be-trouwbaar vastmaken aan opgaandemuren van allerlei van hout ge-maakte onderdelen: lijst- en lambri-werk, neuten, plinten, stofdorpels,architraven, omtimmeringen, koof-werk, leuningen e.d., verder aan hetbevestigen van wat men gewoonlijkmet ,,sanitair" pleegt aan te duiden;voorts de lange lijst van onderdelen,die gas- en waterfitters, aanleggersvan centrale verwarmingen en lei-dingen (electr. licht, radio, telefoon,enz.) bij de afbouw van een bouw-werk aanbrengen, dan ziet men,dat er haast geen met de bouw-nijverheid verbonden ambacht is,dat niet telkens met het vraag-stuk worstelt: hoe iets afdoende vastte maken aan metselwerk of beton.Behalve de zgn. standaardmodellenworden op bestelling klossen, stro-ken, strippen, blokken enz. gemaaktin elke gewenste afmeting en voorallerlei, soms zeer ongedachte, doel-einden. Zo zagen wij o.a. een spe-ciaal klosje voor het aanbrengenvan schakelaars, stopcontacten e.d.;weer een ander; dat dient voor hetaanbrengen van plafondlichten. Het99gebied is werkelijk haast onafzien-baar.BetonbouwElk van gewapend beton vervaar-digd constructie-element is met be-hulp van vaak maar een klein stukjeF.B.-houtbeton op elk verlangd puntspijker- en schroefbaar te maken.Daarvoor is niets anders nodig danhet aanbrengen van een klosje,strookje of stripje op de juiste plaatsfig. 2. betonvloer met strippen en metdekvloera = onmiddellijk op de betonvloerb = met ruimte tussen beton en dekvloerin de bekisting. Met behulp hiervankan men op de bouwplaats zelfspijkerbare betonbalken vervaardi-gen. De werkwijze is uiterst een-voudig. Het te voren door en doornat gemaakte houtbeton wordtonder in de bekisting gelegd, waarnahet storten van de betonspecie opfig. 1. vier wijzenvan het aanbrengenvan F.B.-houtbetonfig. 4. branddeur met F.B.-vulling fig. 5. brandluik met F.B.-vullingde gebruikelijke wijze plaats heeft;zo gewenst kan ook schokken oftrillen worden toegepast. Fig. 1 geeftde methode aan.Een andere toepassing is het aan-brengen van smalle stroken in testorten betonvloeren, ten einde dezeop eenvoudige wijze te kunnen af-dekken met een houten woonvloer-tje van geringe dikte. Deze dekvloerwordt genageld; de draadnagelshouden als in goed vurenhout. Eendergelijk vloertje is, vooral in devolkswoningbouw, van voordeel,met het oog op de aan te brengenvloerbedekking, die erdoor bevestig-baar wordt (fig. 2).BrandvrijheidDe reeds in het begin van dit artikelgenoemde merkwaardige eigenschapvan het F.B.-houtbeton, nl. de groteafweerkracht tegen de vernielendewerking van vuur, levert voor depractijk zo belangrijke mogelijkhe-den op, dat wij hieraan zeker enigebeschouwingen moeten wijden.Het is waarlijk geen wonder, datdeze eigenschap heeft geleid totallerlei toepassingen, waar het gaatom de beveiliging tegen de gevarenvan brand, zowel voor de gebouwenzelf, als voor de daarin aanwezigewaarden. De geschiktheid van hetmateriaal voor dit doel bestaat nietenkel uit het feit, dat het practischgesproken niet door vuur vernietig-baar is, maar vooral ook in het ge-drag, bij het optreden van zeer hogetemperaturen. Herhaalde proevenhebben aangetoond, dat blootstellenaan ongewoon hoge temperaturengeen vormveranderingen veroorza-ken. Wanneer men, om maar eenvoorbeeld te noemen, de vlam vaneen gewone snijbrander (ca 1700?C)gedurende een uur laat ,,spelen" opeen verticaal opgestelde F.B.-plaatter dikte van 40 mm, en de te ver-hitten plek niet groter laat wordendan 30 cm diameter, dan zal menzien, dat het buiten deze kring val-lende gedeelte niet noemenswaardwarm wordt en dat de achterkantvan de plaat zelfs koel blijft. Ertreden daarbij geen uitzettings- ofkrimpverschijnselen op; evenminzal de plaat kromtrekken, barstenof scheuren. Zelfs ,,doet" zij nietsals men, wat bij een werkelijkebrand ook geschiedt, de verhittingenige keren onderbreekt met eenstraal ,,bluswater". Het zelfde resul-taat werd verkregen bij het bloot-stellen van het materiaal aan deintense hitte van smeltthermiet; ditis de brandstichtende vulling vanbrandbommen. De temperatuur vanbrandend thermiet ligt, naar bekendis, in de buurt van 3 000 ?C (foto 3).Wanneer men nu bedenkt, dat staalgeen temperatuur van 1000 tot1 200 ?C verdraagt zonder nadeligegevolgen, dan is het begrijpelijk, datFire Brake dienstbaar wordt ge-maakt voor het maken van brand-deuren.Door het aanbrengen van F.B.-branddeuren en F.B.-luiken, is hetderhalve mogelijk elke beslotenruimte, waarvan wanden, vloer enplafond uit onbrandbaar materiaalzijn vervaardigd, absoluut brand-veilig af te sluiten. Fire Brake stalenbranddeuren (fig. 4) hebben hetvoordeel, dat zij voortdurend in ge-bruik kunnen zijn en door beschil-dering of door afdekking met debelendende wandbekleding of be-hangselpapier, niet in een vertrekmisstaan. Zij hebben bovendien deeigenschap, dat zij tengevolge vande onaandoenlijkheid voor hittesteeds kierdicht sluiten en dit blij-ven doen zelfs bij de hevigstebrand. De practijk, aangevangenmet gewone sponningdeuren, heeftgeleid tot het vervaardigen van:schuifdeuren, duikeldeuren, hefdeu-ren, enz. en natuurlijk ook zelf slui-tende en automatisch werkendedeuren.Het laatste woord is ook op dit ge-bied nog niet gezegd. De practijkwijst voor alle bruikbare dingen'altijd zelf de weg; zo ook hier.F.B.-houtbeton moest wel de aan-dacht trekken van de technici, diezoeken naar een materiaal, datbruikbaar is voor het vervaardigenonder in de bekisting gelegd, waarnahet storten van de betonspecie opde gebruikelijke wijze plaats heeft;laag, voorts de mogelijkheden voorhet brandveilig maken van lakspuit-van z.g. lichte brandveilige deuren.Dit zijn deuren, die een veel grotergebied beslaan dan de ,,echte"branddeuren; deze moeten immersbestand zijn tegen het volle geweldvan het vermeiende element, datmen brand noemt. Er zijn vele ge-vallen dat van een brandveiligedeur niet zulk een zware taak wordtgevraagd en kan worden volstaanmet een tijdsduur verlopende tussenalarm en de komst van de brand-weer.De hierbij afgedrukte tekening (fig.5) geeft een voorbeeld van zulk eenlichte brandveilige deur. Zoals menziet: een kern van houtbeton opge-sloten tussen platen multiplex,waarvan de bovenlaag edeler houttoont. Behalve deze plaatdeurenzullen ook gewone paneeldeurenworden gemaakt.Wij zagen nog een andere zeer inte-ressante vorm van brandbeveiliging,nl. een brandveilige ruimte; dezenaam is te verkiezen boven die vankluis, omdat dit woord de gedachtesuggereert van inbraakveiligheid, endat is een F.B.-brandveilige ruimtein de regel niet. . . . tenzij dit wordtverlangd. Men kan zich zulk eenruimte gemakkelijk behalve brand-veilig ook inbraakveilig denken. Inverreweg de meeste gevallen wordtinbraakveiligheid niet vereist. Eenvertrek, dat slechts dient voor hetbrandveilig opbergen van archieven,tekeningen, administraties, enz., isal een zo belangrijk ding, dat hetnauwelijks aanbeveling vraagt ofhet ook rustgevend is zulk eenruimte te bezitten (foto 6). Brand-kamers kunnen bovendien overalworden gemaakt, ook in bestaandegebouwen, waar maar een betonnenof gemetselde vloer aanwezig is ofgemaakt kan worden, muren wor-den opgetrokken van F.B.-bouw-stenen, bestaande muren wordendaarmede bekleed. Het plafond iseen combinatie van F.B.-houtbetonen gewoon beton, waardoor debovenaf dekking behalve brandveiligook puinveilig is. De afsluiting is,zoals vanzelf spreekt, een F.B-stalenbranddeur, zo nodig inbraakveilig,dus kluisdeur. Zulke brandkamerszijn eigenlijk vaste brandkasten vangroot formaat, volkomen brandvei-lige bergplaatsen, waarvan de kos-ten op geen stukken na die van eenkluis, zoals bij bankinstellingen ingebruik, benaderen (fig. 7).In de loop van ons onderhoud wer-den ons nog enkele merkwaardigetoepassingen genoemd, alle een ge-volg van suggesties van technici uitindustrie en bouwwereld. Zo b.v.een werkelijk brandveilige plafond-100foto 6. brandkamer met F.B.-houtbetonfig. 7, brandveilige ruimte (kluis) van F.B.-bouwstenenfig. 8. brandveilige kluisconstructie tegen een houten balk-laag; voorts de mogelijkheid voorhet brandveilig maken van lak-inrichtingen, droogkamers, rokerijene.d., met het doel deze te isolerenvan de belendingen, waarin ze maarfig. 9 -- 11. verschillende wijzen vanbetonbeschermingal te vaak branden hebben veroor-zaakt. Ook de mogelijkheid ommetselwerk en/of beton te bescher-men tegen de vernielende werkingfig 12. holle baksteenvloermet F.B.-houtbetonvan grote hitte, of, omgekeerd, tegenwarmteverlies, hetzij om utiliteits-redenen, hetzij om de hinder vante hoge temperaturen in werkplaat-sen e.d. (fig. 8--12).Wij sluiten dit artikel met de ver-melding van een van de laatstetoepassingen, nl. . . . een onderzettervoor strijkbouten. Ogenschijnlijkwel een zeer onbelangrijk artikel,maar weet U wel dat elk jaar tien-tallen branden en als gevolg daar-van tienduizenden guldens schadeontstaan door een vergeten onder-stroomstaand strijkijzer?VOOR DEB O E K E N K A S TIr. W. K. v. Oppen, Nederland's Nieuwe Kerken; Prof.Ir. M. J. Grandpr? Moli?re, Bouwen; Prof. Dr. G.v. d. Leeuw en Dom Nicolaas Boer, Kerk en Kerk-bouw; Dr. Peter Meyer (Z?rich), Opmerkingenover Kerkbouw; Prof. Dr. J. N. Bakhuizen v. d.Brink, K. L. Sijmens Dzn. en Ir. N. v. d. Laan, Li-turgie en Kerkgebouw; Dr. R. Miedema, NieuweStromingen in de Protestantse Kerkbouw ; Ir. H.Thunnissen, Nieuwe Stromingen in de R.K. Kerk-bouw; Ir. J. A. Kuiper, De Situatie van het Kerk-gebouw; Jhr. Dr. E. v. Nispen tot Sevenaer, Res-taureren (R.K., Geref. en N.H. kerkontwerpen),Amsterdam 1948; 19 x 27 cm, 112 blz., 25 situatie-teken., 32 plattegr., 84 tek., 18 foto's; ringplastiekf 10,65.E. Verschuyl, arch, en O. Jelsma c.i., Catalogus voorde Bouwwereld, 12e jaargang, Den Haag 1949; 20 28,5 cm, 516 blz., met alfab. index van: inzen-ders, materialen en fabrikaten en register vanhandelsnamen en -merken, vele redact, artikelen,tabellen en 106 N-bladen, f 7,50.P. W. Scharroo, Vijftig Jaren Aannemer 1899--1949,T. van Hoogervest, Amersfoort 1949; 23 30 cm,40 blz., 64 foto's. Gedenkschrift.Ir. W. v. d. Schrier, c.i., Beton, practisch leerboekjevoor de te stellen eisen aan betonmateriaal, hetmaken van bekistingen, het aanbrengen van be-wapeningsstaal en de samenstelling en het ver-werken van beton, 2e druk, Amsterdam, 1948 (op-gedragen door de Betonvereniging); 15 x 23 cm,83 blz., 77 fig., ing. f 2,10.Ernst Tode, Unterwasserbeton mit ortsfesten Trich-tern, 2e Aufl., Wilhelm Ernst und Sohn, Berlin 1947;15 x 21 cm, 56 blz., 21 tek., 12 foto's, 2 graf. ingen.DM 4,50.Dr. Ing. W. Drechsel, Der Baustoff Beton. Grundlagenund Beitr?ge zur Steigerung der G?te, W. Ernst undSohn, Berlin, 1948; 15 x 21 cm, 75 blz., 14 tek., 43foto's, 17 graf., 10 tab., 6 protocols, 46 litt.-opg., ing.DM 6.--.. Wedler, Binde- und Zusatzmittel f?r M?rtel undBeton, W. Ernst und Sohn, Berlin 1949, 15x21 cm,47 blz., 29 tek., 8 foto's, 15 tab., ing. DM 1,80.Report on Prestressed Concrete, Cement and ConcreteAssociation, London 1949, 20x26 Cm;Part 1: K. W. Mautner, D. Sc, M. I. Struct. E., M. Soc.C.E., Recent Developments in Prestressed ConcreteStructures;Part 2, A.R. Collins, D.Sc, Ph. D., A.M.I.C.E., A.M.I.Struct E., P.G. Bowie, A.C.G.I., A.M.I.C.E., M.I. StructE. and B. Boothby; 22 blz., 10 tek., 29 foto's;Prestressed Concrete in France, A, Report of a Tourof Inspection, 1948; 20 blz., 6 tek., 28 foto's, 1 tab.Dr. Ir. G. F. Janssonius, Nieuwe vereffenings-methoden voor het berekenen van balkroosters, Delft1949; 16 x 24 cm, 233 blz., 20 staten, geb. 8,75.101
Reacties