Enkele mededelingen in verband met hetnieuwe stationsgebouw te Enschededoor Ir. H. G. J. Schelling B.N.A.Architect Nederlandsche Spoorwegenfoto 2. Stationsgebouw te Enschedevoorgevel met hoofdentree; zijgevel met terras, pergola en toegang rijwielbewaarplaatsToen ik in beginsel besloten had, voor de uitvoeringYan het nieuwe stationsgebouw te Enschede betonals bouwmateriaal te bezigen, moest ik nog met,,denken in beton" beginnen. Veel gegevens bezatik daar niet voor. Zoals nagenoeg iedere architect,ging het ook mij: voor beton had ik nog maar eengeringe belangstelling. Wat kan een architect metbeton aanvangen? Hij vindt het eigenlijk een beetjeminderwaardig en past het alleen toe, als hij er metandere materialen niet komen kan. En dan moetdat beton meteen maar achter ander materiaal wor-den weggewerkt...Van de aanvang af heb ik mij toen op het stand-punt gesteld, dat bouwen in beton in elk geval zoumoeten zijn: z i c h t b a a r b o u w e n in be-t o n. Het materiaal moet dus in elk geval aan dedag treden en daarom moet het het aanzien waardzijn. Nu is er niets vervelender, dan beton dat uit debekisting komt. Een glad huidje van sterk cement-houdend materiaal zien w?j verschijnen, grijs,grauw, dikwijls vol vlekken. Daar is niet veel meete beginnen.Dat cement kan ons geen bruikbaar oppervlakgeven. Wij moeten het dus zoeken in de toeslag-stoffen. En die toeslagstoffen moeten wij op de eenof andere manier laten spreken.Het ,,denken in beton" werd feitelijk ingeleid dooreen grote serie proefnemingen. Niet alleen zijn vor-men onderzocht: ronde en vierkante zuilen, gevel-platen met cassetten, afwerkingen van constructie-delen, maar ook zijn een serie toeslagstoffen ge-probeerd om te zie wat daarmee te bereiken viel.Voorts werden proeven gemaakt met normaal grijscement en proeven met wit cement, waardoor na-tuurlijk geheel andere kleurverhoudingen wordenbereikt. Ook zijn kleurstoffen beproefd in combina-tie met verschillende cementsoorten.Allereerst werd de vorm van de ronde zuil (foto 7)nader bekeken, omdat hier het lijnenspel van decannelures van grote invloed is op de slankheid vandeze zuil. Het bleek, dat bij een keuze van 36 cmvoor de diameter voor een 16-tal cannelures eenredelijke maat werd verkregen, indien werd voorop-gesteld: dat de tussen de cannelures overblijvende,,stegen" half zo breed werden genomen als decannelures zelf.Toen beslist was, dat deze ronde zuilen zoudenworden gecentrifugeerd, kon de vorm (diepte) vande cannelure worden bepaald uit de eis, dat debeide half-cylindrische vormen na het slingerenmoesten kunnen worden gelost. Daaruit resulteerde12 Cement 3 (1951) Nr 1-2een vrij ondiepe groef, maar hiermee moest genoe-gen worden genomen.Door nu alleen de cannelures te zandstralen, werdde interessante afwisseling ruw-glad verkregen,kwam de toeslag duidelijk aan het licht over onge-veer twee-derde deel van de zuilomtrek en kreeghet te passen steunpunt slankheid en levendigheid.Door de naad in het midden van een cannelure telaten vallen werd zij na het zandstralen wel niet ge-heel weggewerkt, maar is zij toch in 't geheel niethinderlijk zichtbaar.Ook de vierkante kolom werd vooraf als proef ge-maakt. Ten eerste om na te gaan, op welke wijzede ribben hiervan strak konden worden uitgevoerd.Hier bleek na enig zoeken een afronding met eenstraal van 5 mm goed te voldoen. Tevens werd aandeze proefkolommen bestudeerd, hoe deze kondenworden gezandstraald en welk effect het gaf, deribben over ongeveer 17 mm onbewerkt ie laten(foto 6). Het bleek, dat dit alles god uitvoerbaar wasen dat op deze wijze een kantige kolom kon wor-den gemaakt.Ofschoon ik dit elders reeds uitvoerig heb beschre-ven, wil hier gaarne nog eens herhalen, dat dezeafwerking niet door mij is bedacht, maar dat zowelA u g u s t e P e r r e t als zijn leerling D e n i s H o-n e g g c r deze werkwijze toepassen om aan destrakheid van constructieve betononderdelen huneigen karakter te geven.Daar de Zwitsers dit randje later -- na het bouchar-deren -- aanbrengen, en er een zeer donker op-werkende cementsoort voor gebruiken, worden ditzeer donkere lijnen, die fraai tegen het tamelijklichte grijs van het betonwerk afsteken.Ten aanzien van de van cassetten voorziene gevel-platen leek het gewenst, daarvan de verschillendediepten ten opzichte van het voorvlak te bepalen.Hierbij bleek, -- zoals trouwens bij al het werk ingewapend beton aan gevels -- dat krachtige plas-tiek van veel belang is om voldoende schaduw-werking in het gevelvlak te verkrijgen.In het betonmengsel zijn een groot aantal kleurstof-fen bij verschillende monsters beproefd: geel,groen, zwart, rose en paars. De resultaten warenechter niet bevredigend; er worden onnatuurlijketinten verkregen, die niet voldoen. Alleen zwart ism.i. bruikbaar, omdat het niet anders doet danhet oorspronkelijke grijs donkerder van kleur te ma-ken. In Enschede is gebleken, dat men bij hettoevoegen van mangaanzwart al gauw te veelneemt; bij de proeven is hoe langer hoe minderhiervan genomen tot tenslotte de verhouding 1 deelmangaanzwart op 80 delen cement als de beste konworden gekozen. Toch verkrijgt men bij deze don-foto 3. Station Enschedezijgevel met zuilen en pergolafoto 4. Station Enschedeoverdekking van het terras engezicht op hel overdekte perronCement 3 (1951) Nr 1-2 13foto 5. Station Enschede terras met aansluitende pergolakere betonsoort al spoedig een gevlekt oppervlakals resultaat.Wat de toeslagstoffen betreft: steeds moeten ce-ment en zand gemengd worden met grind. Hier-voor kan men Maas- of Rijngrind kiezen, hetgeenten opzichte van de kleur wel wat uitmaakt.Belangrijker is echter, te trachten een grindsoort tevinden, waarin de witte kwarts verre overweegt ende donkere kwartsieten slechts sporadisch voor-komen. Nu bestaat er helaas geen wit grind en hetuitzoeken van witte kwartsen zou een bepaaldegrindsoort veel te kostbaar maken. Het enige red-middel is nog het Brunssumse grind toe te passen,dat nagenoeg vrij van kwartsieten is, maar toch ookniet steeds volkomen helder wit van kleur is.Intussen zijn hiermee bij het Enschedese station zeergoede resultaten bereikt en is vooral de combinatievan gebroken wit Brunssums grind met wit cementuitstekend; het geeft na het zandstralen een fijn zil-verig oppervlak te zien.Behalve grind als toeslagstof is voor de vooraf ge-reedgemaakte monsters ook nog gebruik gemaaktvan silex en van basalt.Silex is een mooie naam voor vuursteen. in Lim-burg zijn grote vuursteenlagen aanwezig tussen demergelafzettingen, zodat o.a. in de St. Pietersbergveel vuursteen wordt gegraven. Het zijn zeer gril-lige en onregelmatige stukken. Het materiaal is zeerhard en breekt als glas. Het voornaamste bestand-deel is kiezelzuur. Vuursteen is daardoor een zeerweinig verwerende toeslagstof, die voor beton zeergoed bruikbaar is. Het materiaal is echter te hardom goed bewerkbaar te zijn,Basalttoeslag bij beton is mij persoonlijk niet mee-gevallen; de donkere kleur van deze natuursteen isgrauw en mist de frisheid, die oergesteenten ver-tonen.Over het algemeen acht ik met het oog op ver-weren de toepassing van vrijwel alle natuursteen-soorten in beton aan bedenking onderhevig: men-ging met fijn gebroken graniet leidt tot nabootsingvan dieptegesteenten, en menging met marmers be-tekent toepassing van materiaal, dat sterk aan ver-weren blootstaat. Uit dien hoofde moet zowel mar-mer (door kalkgehalte) als graniet (door het veld-spaatgehalte) worden ontraden.Een goede, harde en onaantastbare toeslag is nogte vinden in het glas (voor een groot deel weer uitzand opgebouwd), maar de verwerkbaarheid is be-zwaarlijk. Glas leent zich niet voor nadere bewer-king (bij zandstralen b.v. gaat de heldere kleur ver-loren); het moet dus in gebroken toestand min ofmeer ,,oppervlakkig" worden toegepast.Als op zichzelf staande toeslagstof is het vermicu-lite nog van belang, een stof die een gewijzigdevorm is van de delfstof glimmer (mica) en waarvande glanzende schilferige plaatjes door verhitting vanelkaar zijn losgemaakt. De onaantastbaarheid vanmica voor vuur is een waarborg voor de houdbaar-heid van deze typische toeslag.Voor binnenwerk kunnen natuurlijk zachtere toesla-gen toepassing vinden, zoals de baksteensoorien,14 Cement 3 (1951) Nr 1-2die in een groot aantal kleuren kunnen worden uit-gezocht, de dakpansoorten (rood en blauw) en degresbuizen. Hierbij komen dan nog de hardgebak-ken en z.g.n. dubbel-hardgebakken tegelsoorten,die ook in donkere kleuren (paars en bruin b.v.) alstoeslagen kunnen worden gebruikt.De betonafwerkingen bestaan m.i. in twee vormen:1. Het oproepen van de tegenstelling ruw en glad,dus een gedeelte van het werk als cementhuidaanvaarden, en de rest een oppervlaktebehande-ling doen ondergaan.In hoofdzaak kan deze bewerking zich bepalentot het markeren van de randen van de construc-tieve bouwonderdelen (randen van balken, om-ramingen van cassetten), maar ook kan het wor-den toegepast ter accentu?ring van de schaduw,zoals b.v. bij de brede banden over de z.g. balk-schalen te Enschede is geschied, waar zij aaneen naad een ,,verkenning" geven.2. Het op een of andere wijze plaatselijk verwijde-ren van de cementhuid.Dit kan geschieden door:borstelen enige tijd na het storten;wassen (met zoutzuur) na de verharding,boucharderen, of doorzandstralen.Borstelen kan maar in weinig gevallen wordentoegepast.Voor een oppervlakkige behandeling, door was-sen bestaat alleen aanleiding bij kleinere beton-onderdelen, zoals b.v. de claustra's (foto 9, 12).De cementhuid wordt door het zoutzuur opge-lost; na het schoonwassen komt de toeslag tevoorschijn. Hoe ver het zoutzuur in het betondringt, blijft hierbij een open vraag.Boucharderen en zandstralen betekenen eenverbrijzeling van de betonoppervlakte op eenkrachtdadige of op een meer zachtzinnige wijze.Met de bouchardhamer komen de scherpe pun-ten met kracht op de cementhuid neer; de bo-venlaag verpulvert en verdwijnt. Het is hierbijnog de vraag, of deze steenhouwersmethode zoukunnen worden vervangen door toepassing vande compressor, waarmee men wellicht in veelkortere tijd een overeenkomstig resultaat kan be-reiken. Ik bezit hieromtrent helaas nog geen er-varing.Het zandstralen bestaat in het bewerken van hethet oppervlak door middel van een met enigeatmosferen druk uitgeblazen zandstroom. Hier-foto 6. Station Enschedevoorkant en in de schaduw liggende zijkant van eengezandstraalde kruiskolom met glad kantjedaarnaast de geschuurde wandplaatfoto 7. Station Enschededetail van een gecannuleerde zuil onder het moerbintvan de perronkapCement 3 (1951) Nr 1-2 15foto 8. Station Enschedeinterieur met geschuurde wandplaten, gezien naarhet lokettenfrontfoto 9. Station Enschedeinterieur van de hal, gezien naar het restaurantmede kunnen goede resultaten worden bereikt(foto 6). Het is echter een moeilijk werk, dat veelvan de werkman eist en waarvan op het bouw-werk veel hinder wordt ondervonden.Bij iedere betonafwerking ervaart men steeds, datelke naad in de bekisting aanleiding geeft tot eenplaatselijke wijziging in de betonsamenstelling, diena de behandeling steeds zichtbaar blijft. Dit leidtvanzelfsprekend tot het voorschrijven van gladdebekistingen van betontriplex of van hardboard.Maar aangezien men toch nooit aan een naad tus-sen de triplexplaten of tussen de hardboardonder-delen kan ontkomen, zal men wel steeds aan hetbeton de gebruikte bekisting kunnen blijven aflezen.Als wezenlijkste element van de betonafwerking teEnschede moet ongetwijfeld het gladde cement-randje van 17 mm langs balken en kolommen wor-den aangemerkt. Logisch doorgevoerd kan deze af-werking aan de onderdelen van het gebouw eenstrakheid geven, die bijzonder karakteristiek ver-schilt van wat wij op betongebied gewend zijn. Hetwordt verkregen door de rand te bedekken met eenhoekstaal no. 2 en daarna te zandstralen. Het staalgeeft daardoor een scherpe begrenzing tussen ruwen glad. Ik acht dit het belangrijkste detail, waardooraan hel beton een beier aanzien kan worden ge-geven (foto 6). Wanneer deze methode ook bij defabrieken ingang zou kunnen vinden, dan zou zekereen stap in de goede richting gedaan zijn.Ten slotte moet nog worden stilgestaan bij de platenmet een geschuurde oppervlakte (foto 8 en 10).Voor hel station Enschede zijn in het interieur vlakke16 Cement 3 (1951) Nr 1-2bekledingsplaten voor de wanden toegepast van vrijgrote afmeting, gemiddeld 1,05x2,30 meter. Dezeplaten werden op een vloer gemaakt door eerst eenlaag van 2? cm dik normaal gewapend beton testorten, met puin als toeslagmateriaal in een grade-ring 0 tot 11 mm.Deze laag wordt vlak afgewerkt, waarna er eenpuinlaag met gradering 11 tot 25 mm overheenwerd gestrooid. De strooilaag werd ingewalst meteen stalen wals en na drie dagen verharding opge-schuurd door middel van een amarilsteen. Doorvoor de toeslag rood en geel baksteenpuin te men-gen met gruis van gesmoorde dakpannen, alles innauwkeurig bestudeerde verhoudingen, werd eenresultaat bereikt van een zeer bevredigend karakter.Ik ben er mij van bewust, dat hiermee slechts eeneerste stap is gedaan en er talrijke andere mogelijk-heden bestaan, in deze richting iets nieuws te be-denken. Gekleurd materiaal van niet al te hoge vast-heid geeft gelegenheid op deze wijze gladde platente verkrijgen, terwijl materiaal van grotere vastheidzou kunnen worden toegepast, als men de boven-laag zou gaan zandstralen. Licht en donker cementgeven bij verschillend gekleurde toeslagstoffen aan-leiding tot grote verscheidenheid in het bereikbareresultaat.Het nieuwe station te Enschede vertoont naast debovenomschreven platen van geel, rood en blauwop een witte ondergrond ook platen van geel opeen donkergrijs fond.Vermiculite werd als toeslag gebruikt voor de pla-fondplaten (opgeschuurd na de verharding), (foto12), gresbuizenpuin in de vlakke en in de van cas-setten voorziene gevelplaten (foto 11), geel enblauw glas in combinatie met kleine stukjes gefoe-lied spiegelglas voor de afwerking van de kop vande schoorsteen.Een grote verscheidenheid, die niettemin door deuitsluitende toepassing van beton voor het gebouwnergens sterk afwijkt van het materiaal, dat het uit-gangspunt is en blijft.Cement 3 (1951) Nr 1-2 17foto 10. deel van een wandplaat met geel en rood baksteen-puin en gruis van gesmoorde dakpannenfoto 11. deel van een vlakke gevelplaat, met toepassingvan gresmateriaalfoto 12. Station Enschedebovenlicht in de grote hal, plafondplaten van ver-miculite-beton, open en gesloten wanden vanclaustra's
Reacties