De Zuidertoren, Europa's hoogstekantoorgebouwDe stad Brussel, die reeds verscheidene ?aren geleden de richtingvan de hoogbouw is ingeslagen, zal binnen afzienbare tijd verrijktzijn met een kantorencomplex dat gebouwd wordt voor de NationaleKas voor Bediendenpensioenen. De ruwbouw van dit project is thansbijna gereed.Het reusachtige prisma, met een hoogte van ca. 148 m, heeft een vier-kante doorsnede met zijden van ca. 39 m en telt 37 verdiepingen.De fundering van de toren bestaat uit een vierkante wafelvormigeplaat van gewapend beton met zijden van 60 m. Deze rust op eenniveau van 9 m beneden het wegdek op de natuurlijke grondslag.De ruimte boven deze funderingsplaat wordt tot aan het maaiveld in-genomen door kelderverdiepingen.De funderingsplaat verdeelt de belastingen gelijkmatig over de on-dergrond Het is wellicht interessant hierbij te vermelden dat hetgewicht van de toren met inbegrip van de fundering ongeveer gelijkis aan dat van de ontgraven grond. Dit betekent dat de gronddrukna be?indiging van de werkzaamheden ongeveer gelijk zal zijn aandie welke steeds geheerst heeft.De overbrenging van het gewicht van de toren op de funderingsplaatgeschiedt door middel van een centrale kern die aan de onderzijdeversterkt ?s door acht reusachtige steunberen, samengesteld uitstalen balken, omgord met beton. De verbinding tussen kern en fun-deringsplaat komt tot stand door middel van vier betonnen hoofd-balken die als het ware de ,,ruggegraat" vormen van een rooster-vloerconstructie ter ondersteuning van de funderingsplaat. Op deranden van de funderingsplaat is een betonwand opgetrokken diereikt tot aan het maaiveld. Ter plaatse van de verbinding van kern enfunderingsplaat zijn in speciale uitsparingen hydraulische vijzelsaangebracht die het mogelijk maken om bij afwijkingen van de torenuit de verticale stand, als gevolg van aardbeving, atoomaanval, e.d.,deze te corrigeren.De centrale kern bezit een vierkante doorsnede met zijden van19,70 m. Deze is opgebouwd uit verticale stalen profielen die omgordzijn met beton. Binnen de kern bevinden zich de 11 liften en verderkokers, leidingen, vestiaires, toiletten, enz.De 36 verdiepingsvloeren kragen aan vier zijden 10 m uit de kern.Dank zij het gebruik van voorgebogen balken heeft men de toe-passing van kolommen, die dikwijls een hindernis in ruimten vormen,kunnen vermijden.De constructieve oplossing van deze hoogbouw mag uniek genoemdworden. Aangezien aan vier zijden een uitkraging van 10 m gerea-liseerd moest worden, heeft de ontwerper van, dit project de moei-lijke kruising van preflexbalken op dezelfde verdieping willen ver-mijden. Daarom zijn op de oneven verdiepingen de vier hoofdliggers(preflexbalken) in de richting noord-zuid gelegd en op de evenverdiepingen in de richting oost-west.De vloerplaten zijn als volgt samengesteld:? vier hoofdliggers (preflexbalken),? randbalken die gedragen worden door de uiteinden van de preflex-liggers (Dunne buisvormige stijlen die in deze randbalken zijn op-genomen verbinden de verdiepingsvloeren telkens tot een paar.),? geprefabriceerde ribben van gewapend beton, die ofwel steunen opde preflexliggers, ofwel op de randbalken of wanden van de cen-trale kern,540? een betonvloer ter dikte van 8 cm die randbalk, geprefabriceerderibben en preflexbalken tot ??n geheel verbindt.Het statisch evenwicht komt bij elk paar verdiepingsvloeren als volgttot stand:Bij de even vloeren wordt de oost- en westzijde gedragen door deverdieping zelf, terwijl de noord- en zuidzijde zijn o p g e h a n g e naan de preflexliggers van de verdieping daarboven, door middel vande reeds genoemde verticale stijlen die in dit geval aan trek-k r a c h t e n onderhevig zijn.Bij de oneven verdiepingen wordt de zuid- en noordzijde gedragendoor de preflexliggers van de verdieping zelf, terwijl de zijden oosten west van de vloer s t e u n e n op de uiteinden van preflexbalkenvan de eronder liggende verdiepingen, door middel van de verticalestijlen die in dit geval aan d r u k k r a c h t e n onderhevig zijn.De toegepaste preflexbalken, waarvan de betonnen onderflens eensterkte bezit van 500 kgf/cm2, hebben een lengte van bijna 40 m eneen gewicht van ca. 40 ton. Voor het vervoer naar de bouwplaatswerd een speciale oplegger ontwikkeld.Cement XVII (1966) Nr. 8Beschikbaar waren twee Peinerkranen met een hefvermogen van 2ton/m, die beide geplaatst waren in de as van de toren, de een tegen-over de zuidgevel, de andere tegenover de westgevel.De kranen waren voorzien van een speciale uitrusting voor het hijsenvan de preflexliggers. De benodigde windas met dubbele trommelstond opgesteld in de eerste kelderverdieping en kon, door de trom-mel 90 ? te laten draaien, geori?nteerd worden in de richting van dekraan aan de westgevel of van die aan de zuidgevel. De draagbalkwaaraan de preflexliggers waren opgehangen verplaatste zich langsde schacht van de kraan en werd geleid door twee glijrails die gedu-rende het hijsen de liggers evenwijdig aan de gevel hield.Aangezien de kranen vanzelfsprekend verankerd dienden te wordenaan het gebouw, moest hiervoor een speciale oplossing worden ge-vonden om het hijsen van de preflexliggers mogelijk te maken. Hiertoezijn de verankeringen opklapbaar gemaakt. Als de preflexligger terhoogte van een verankering komt, wordt deze opgeklapt, de balkpasseert en de verankering wordt vervolgens onmiddellijk weer ge-sloten.Voor het horizontale transport van de preflexliggers op de te monte-ren verdieping was een weg samengesteld uit twee langsliggers diedienden als rolweg voor de wielen van de translatiewagens. Delangsliggers waren opgelegd op dwarsliggers, die weer steunden open bevestigd waren aan de reeds gemonteerde preflexbalken van deverdieping daaronder. Aangezien de 'rolweg' was samengesteld uitelementen, was verplaatsing ervan naar een volgende verdieping be-trekkelijk eenvoudig.Er stond nog een derde torenkraan opgesteld, met een hijsvermogenvan 80 t/m, geplaatst tegenover de oostgevel. Deze werd gebruikt bijde montage van de kleinere liggers en andere elementen.Het grootste gedeelte van het betonwerk aan de Zuidertoren werduitgevoerd met behulp van een metalen bekistng. De opgelegdeuitvoeringstermijn die neerkwam op 8 dagen per verdieping maaktehet noodzakelijk om een snel proc?d? toe te passen, waarmee inkorte tijd 2800 m2bekisting op te bouwen was. Anderzijds, gezien degeringe toelaatbare maatafwijking, moest het type bekisting tegelijkook nauwkeurig zijn.Gezien de repetitie van 32 maal is een metalen bekisting aangeschaft,in hoofdzaak samengesteld uit gestandaardiseerde rechthoekigeelementen en verbindingsbalkjes. Ten einde de werkzaamheden te ver-snellen en werkkrachten uit te sparen, werden de bekistingselemen-ten, nadat deze voor de eerste verdiepingsvloer waren samenge-voegd, in een zo gering mogelijk aantal delen gedemonteerd; som-mige ervan hadden een oppervlakte van 30 m2.De betonspecie werd bereid met behulp van een automatische cen-trale op de bouwplaats, die een capaciteit bezit van 80-100 mVdag.Op sommige dagen waarop een zeer hoge aanvoer van betonspecievereist was, werd de hulp ingeroepen van een betonmortelbedrijf.Vereist werd een betonsterkte van 450 kgf/cm2na 28 dagen.Cement XVII (1966) Nr. 8Het hijsen van de preflexliggers was ??n van de moeilijkste proble-men die moesten worden opgelost. In principe komt het erop neerdat de liggers met behulp van een draagbalk langs de zuid- en west-gevel omhoog gehesen worden en vervolgens met behulp van tweewagens horizontaal vervoerd over de reeds geplaatste balken.De betonspecie werd vanuit de molen of truckmixer gestort in kubelsvan 800-1000 liter en met behulp van de drie kranen in het werk ge-bracht. Sommige plaatsen waren echter voor kubels praktisch nietbereikbaar. Dit gold speciaal voor de centrale kern, daar waar deruimte grotendeels was ingenomen door preflexliggers en materieelvoor het horizontale transport daarvan op de verdiepingen. Dezemoeilijkheden zijn opgelost door de installatie van een verplaatsbareontvangbak, voorzien van wielen. De ontvangbak was uitgerust meteen trechter en een lange, richtbare en telescopische goot, zodat hetstorten op elke plaats binnen de grenzen van haar bereik mogelijkwerd.Tijdens de winter werd het betonwerk slechts gestaakt gedurendeperioden van hevige koude. Het was de menselijke factor die hierde grens stelde.De volgende maatregelen waren genomen:? bekleden van de metalen bekisting en stortbakken met platen poly-stireen;? bescherming van het toeslagmateriaal met behulp van dekzeilentegen sneeuw en hagel;? vervaardiging van betonspecie met behulp van verwarmd aanmaak-water;? bescherming van de pasgestorte vloeren door middel van kleinegewatteerde dekzeilen, genageld op houten latten;? dichten van de in ruwbouw verkerende verdiepingen met zeilen;? verwarming onder de gebetonneerde vloeren door kachels.Per verdieping was een hoeveelheid beton nodig van 365 m3. Hettotale betonvolume van het gebouw boven de grond bedroeg 16000 m3.Op de bouwplaats was een laboratorium aanwezig van waaruit con-trole uitgevoerd werd op de vervaardiging van de betonspecie. Ondermeer werd toegezien op de kwaliteit van het aangevoerde toeslag-materiaal, op de plasticiteit van de betonspecie en op de vervaar-diging en opslag van de proefkubussen die werden opgestuurd naareen erkend laboratorium.De architecten van dit propect zijn: R. Aerts, P. Ramon, J. F. Petit,A. Bressers, A. van Acker, M. Lambrichs, J. van Doosselaere, J. Hen-drickx.Als raadgevend ingenieur trad op: S.A. Bureau d'Etude A. Lipski.Het project werd uitgevoerd door Maurice Delens N.V. en L. vanNeck N.V.541
Reacties