De Kreekraksluizenwater gelegdIn hetOntwerp: Rijkswaterstaat, dir. Sluizen enStuwenUitvoering: Nederlands-Belgische aan-nemerscombinatie 'Benedac', waarindeelnemen: Albouw Breda; Pieux Franki,Luik; Hillen & Roosen, Amsterdam;De Kondor, Amsterdam; Socol, Brussel1De betonconstructie van hetsluizencomplexvoltooidThe concrete struc:ture of the lookscompieteelfoto: Slagboom en PeelersAlgemeenPrecies 41/2jaar na de aanvang van de werkzaamheden heeft men de bouwput waarin deKreekraksluizengerealiseerd worden onder water kunnen zetten. Daarmee is een eindegekomen aan de bouw van een betonconstructie voor een opmerkelijk sluizencomplex * datnaar schatting 190 miljoen gulden gaat kosten. De laatste fase van het werk omvat o.m. hetinhangen van de hefdeuren en het installeren van de schuiven. De aanvoer van deze staal-constructies heeft over water plaats.De Kreekraksluizen zullen een essentieel.onderdeel vormen van de zgn. Schelde-Rijnverbin-ding, waartoe in 1963 tussen Belgi?' en Nederland een overeenkomst werd gesloten. Dezeverbinding geeft de havenstad Antwerpen rechtstreeks toegang tot de Rijn en daarmee tothet Duitse achterland. In technisch opzicht gafhet tractaat specifieke problemen met betrek-king tot de Deltawerken die onder meer zullen leiden tot de vorming van het Zeeuwse MeerCement XXV (1973) nr. 10 4272aSchutten van Zeeuwse Meer naarAntwerpens KanaalPassing through the loek trom ZeeuwseMeer to Antwerpens Kanaal2bSchutten van Antwerpens Kanaal naarZeeuwse MeerPassing through the loek trom AntwerpensKanaal to Zeeuwse MeerCement XXV (1973) nr. 10met zoet water. Derhalve moest de toegang tot het Zeeuwse Meer, dat is op Zuid-Bevelandin de buurt van het plaatsje RiHand Bath, niet alleen de functie van een sluis vervullen, maartevens moest worden voorkomen dat het brakke water van de Antwerpse Haven bij hetschutten in de richting zuid-noord in het Zeeuwse Meer zou komen en andersom het zoetewater bij het schutten in tegengestelde richting verloren zou gaan. De kosten die met dezeverbinding gemoeid zijn, komen voorzover de werken op Belgisch grondgebied gelegen zijn,geheel ten laste van Belgi?, terwijl de werken op Nederlands grondgebied voor 85% doorBelgi? betaald zullen worden: De-resterende 15% alsmede de kosten voor onderhoud, ver-nieuwing en bediening, komen ten laste van Nederland.De Schelde-Rijnverbinding is een scheepvaartweg met een bodembreedte van 120 meter,waarvan de kosten, althans op Nederlands grondgebied, ca. 600 miljoen gulden zullen bedra-gen. Voor een groot gedeelte is deze vaarweg reeds gereed; onder meer het deel vanaf denoordelijke voorhaven van het sluizencomplex via de Oostersehelde en de Eendracht tot aande Slaakdam in St. Philipsland. De Krabbenkreek, dat is bij de Slaakdam, is inmiddels afge-sloten onder meer om hinderlijke dwarsstromen te voorkomen. Met uitzondering van hetgedeelte van de brug van Bath is de scheepvaartweg in het zuiden tot dichtbij de Nederlands-Belgische grens eveneens gereed. Door Rijkswaterstaat wordt momenteel nog gewerkt aande gedeelten Slaakdam-Volkerak en in de omgeving van het sluizencomplex. Het is duidelijkdat het graven van een nieuwe vaarweg ook de bouw van bruggen met zich meebrengt. OpZuid-Beveland zijn de vier bruggen (2 voor de Nieuwe rijksweg Eindhoven-Vlissingen, 1 voorde spoorwegverbinding en 1 voor de oude rijksweg) bijna gereed. Het uitbaggeren van devaarweg zal t.z.t, onder deze bruggen plaatshebben.HetsluizencomplexAfgezien van wat de resultaten zullen zijn van het opnieuw ter discussie stellen of deOostersehelde al dan niet moet worden afgesloten, leidden de reeds genoemde overweqtn-gen tot het ontwerp van een bijzondere-aluis, waarvan het principe bij het afzonderen vanzout en zoet water berust op de verticale beweging van zout en zoet water die door een zosterk mogelijk grensvlakgescheiden zijn. Ditgrensvlak is mogelijk doordat het s.g. van zoutwater groter is dan dat van zoet water. In het tijdschrift Cement van januari 1970 werd reedsuitvoerig op de werking van dit systeem ingegaan. Zonder hier verder op terug te komen,worden in fig. 2 de verschillende fasen van het schutten in beide richtingen nog eens sche-matisch weergegeven.Het systeem van de Kreekraksluizenleidde tot een aantal speciale voorzieningen:de beide schutkolken steken door de hoofdwaterkering in het Zeeuwse Meer en zijn zo-doende door zoet water omringd. De in- en afvoer van het zoete water heeft via de kolk-wanden plaats, die van afsluitbare inlaatopeningen moesten worden voorzien;? ten einde het genoemde grensvlak te behouden moest bij de vervanging van het zoute waterdoor zoet water een verticale beweging in stand gehouden worden. Dat beteKende dat dehorizontale afvoer niet in de schutkolk kon plaatshebben maar in een aparte ruimte daar-onder, waarin het kan wegzakken via een geperforeerde tussenvloer. De aanvoer van hetzoute water geschiedt in tegenovergestelde richting;? om deze aan- en afvoer mogelijk te maken, moest een uitgebreid riolenstelsel worden aan-gebracht, enerzijds voor de aanvoer van zout water vanaf het Antwerpens Kanaal, anderzijdsvoor de afvoer van zout water naar een bufferbekken waar het waterpeil door middel van eengemaal wordt beheerst;? dit bufferbekken zal in de toekomst een oppervlakte krijgen van ca. 40 ha.Het sluizencomplex bestaat uit twee schutkolken van 320 m lang en 24 m breed. Het behoortdaarmee tot de grootste binnenvaartsluizen van Europa. De doorvaarthoogte bedraagt 9,10 rnen is afgestemd op de Rijnvaarthoogte. Voor de afsluiting van de schutkolken heeft menstalen hefdeuren gekozen. Enerzijds hebben deze het voordeel dat hierover transport metvoertuigen mogelijk is, anderzijds verkrijgt men met hefdeuren bij een vereiste schutkolk-lengte een minimale inhoud en een minimaal zoetwaterverlies. De beide kolken zijn door eentussenhoofd verdeeld in lengten van resp. 120 m en 105 m. Beide deelkolken kunnen apartgebruikt worden. De sluis overbrugt ?uiteraard gelijktijdig een hoogteverschil tussen hetAntwerpens Kanaal (+ 1,80 tot + 1,95 NAP) en de wisselende waterstand van de Ooster-seheide in verband met de getijwerking en later het Zeeuwse Meer (-1 tot + 0,50 m NAP).Enkele uitvoeringsaspectenDe werkzaamheden vingen aan met de aanleg van een bouwput, waarvan de oppervlakteongeveer 35 ha bedraagt. Deze werd uitgegraven tot een diepte van ca. 14 m -NAP. Zij isgesitueerd op de schorren in de Oostersehelde. De werken werden gedeeltelijk als natgrondwerk, gedeeltelijk ook als droog grondwerk uitgevoerd. Tot de uitvoeringswerkzaam-heden in de eerste fase behoorden ook de aanleg van leidammen en van een werkhaven. Debouwput werd met 28 stuks diepwelpompen, elk met een vermogen van 75 m3/uurdroog-gemalen.De constructie werd gefundeerd op staal. Uit grondmechanisch onderzoek was komen vast testaan dat de ondergrond uit een goed draagkrachtig grondpakket bestond. Naderhand be-sloot men wel de pakking met name aan de noordzijde te verbeteren door grondverdichting.Ter plaatse van de diepwelpompen, die in een ring rond de bouwput waren aangebracht, heeftmen door middel van zandpalen de verticale drainage bevorderd ten einde te voorkomen datde taluds door het uittreden van grondwater in de sterk gelaagde grondslag zouden gaan uit-lopen. Om dezelfde reden zijn ter plaatse van de gebouwen ook zandpalen aangebracht omde opgehoogde bouwterreinen sneller te doen inklinken.4284Dwarsdoorsnede over de sluiskolkCross sectien of the loek chamber3Geprefabriceerde, voorgespannen balkenvoor de tussenvloerPrecast prestressed beams for theintermediate floorZ.M.120524101205660Z.M.Bij de inrichting van het bouwterrein is de plaatsing van werkgebouwen zoals buigcentrale,betonmortelcentrale e.d. zorgvuldig overwogen, waarbij men de keuze te maken had tussensituering zo dicht mogelijk bij het werk of ter plaatse van de werkhaven in verband met deaanvoer van materiaal. Men koos voor het laatste, mede gezien het feit dat men voor eengoede organisatie van het werk besloot tot de aanleg van een uitgebreid wegenstelsel metwegen van 6 m breedte. Met de uitvoering van de constructie werd aan beide uiteinden vanhet sluizencomplex begonnen: in het zuiden met de aanleg van het uitgebreide riolenstelsel,aan de noordzijde met de schutkolkeinden. Enerzljds bereikte men hiermee dat de aanleg vanhet riolenstelsel geen hinder zou veroorzaken bij de uitvoering van de schutkolken, anderzijdsverkreeg men hierdoor een gelijkmatige inzet van personeel en een goede continu?teit in deuitvoering van het geheel.In totaal is voor het sluizencomplex 250000 m' beton geleverd door de betonmortelcentraleDe Schelde uit Bergen op Zoom, die voor dit doel een speciale centrale aan de werkhavenhad ingericht met een capaciteit van 120 m' per uur. De aanvoer vanuit Bergen op Zoom werdte riskant geacht, daar het bekisten, betonneren en ontkisten twee jaar lang continu moestplaatshebben, zowel overdag als vier maal in de week 's nachts. In regel werd overdag debekisting gesteld en dein totaal 20000 ton wapeningsstaal geplaatst. Het betonneren had terplaatse van het riolenstelsel 's nachts plaats, terwijl overdag ook aan de schutkolken werdgebetonneerd. De aanvoer van de betonspecie geschiedde voor de verticale stortgedeeltenen op moeilijk bereikbare plaatsen met behulp van kubels, terwijl grote gedeelten gestortwerden rechtstreeks uit vrachtauto's, waarbij zonodig transportbruggen waren opgesteld.Overigens heeft men in het begin voor het transport ook betonpompen ingezet, maar deervaringen daarmee waren zodanig, dat men dit niet heeft voortgezet. Men achtte pompen inde organisatie van het stortprogramma te kwetsbaar. Op het gebied van betonpompen zijn demeningen echter verdeeld; er zijn projecten van massastorten bekend, waar de inzet vanpompen tot grote tevredenheid van de betrokkenen is verlopen.Bij de betonsamenstelling heeft men hoogovencement klasse A toegepast, ten einde te grotewarmte-ontwikkeling en daarmee het gevaar van krimpscheuren te voorkomen. Het gehaltebedroeg voor de massale doorsneden, dus overwegend, 300 kg per m'. Ten einde voldoendeplasticiteit te verkrijgen, werd een luchtbelvormer toegevoegd. Een beperking van de warmte-ontwikkeling werd van veel belang geacht aangezien zowel bij riolen als schutkolken sprakeis van wanddikten van 11/2tot 3 rn,Ook 's winters werd het' continu storten voortgezet, waarbij de twee winterperiodes allemedewerking hebben verleend. Speciale wintermaatregelen werden niet genomen, omdatzoiets voor zo'n uitgestrekt werk moeilijk te realiseren valt. Uiteraard waren dekzeilen aan-"..5Montage van de sponningstijlenErection of the verticel trussing elements6Montage van de geprefabriceerdegeleideramenErection of the prefabricated guide framesfor thes/idings1'12775Cement XXV (1973) nr. 10 4297De bekisting voor het belangr?kste gedeeltevan de wandconstructieFormwork for the most important partof the wall structure8-9De inlaatopeningeneneen van degebruikte bekistingselementenThe inlet openings and one of the formworkelementslaBekisting voor het riolenstelselFormwork for the sewage systemCement XXV (1973) nr. 10wezigom het gestorte beton, met name voor de minder massale gedeelten, zoals het bovenstegedeelte van de kolkwanden, zonodig bi] invallende koude tijdens de verhardingsfase tekunnen beschermen. In het algemeen werd volstaan met het gebruik van verwarmd aanmaak-water voor de betonspecie.Zoals men uit de afmetingen van de sluiskolken kan concluderen, was het storten van deonderste vloer en de wanden uitermate geschikt voor repeterende werkzaamheden, ofschoonvoor sommige gedeelten de voocbereldlnqen en van de systeembekisting veeltijd gevergd hebben. Het storten van het-rlolenstelsel bezat daarentegen dit repetitie-elementin veel mindere mate.Het betonneren van de sluiskolk was onderverdeeld in vijf storten (fig. 4):1. de onderste sluisvloer:2. de wand tot aan de tussenvloer;3. het wandgedeelte waarin de console voor het verdere opgaande werk was opgenomen;4. het gedeelte met de bedieningsgalerij, de inlaatopeningen en de schuiven;5. de kapconstructie.De eerste twee storten geven geen aanleiding tot toelichting. Voor het derde stort werd eenrijdende bekisting gebruikt. Het gedeelte daarboven over een hooqte van ca. 6 rn, was zowelontwerptechnisch als uit het oogpunt van uitvoering bijzonder gecompliceerd.Het vierde stort, rustend op de console, bevat immers het inlaatmechanisme voor de aan- enafvoer van het zoete water, met daarboven de machinegalerij. Zoals reeds opgemerkt, stekende schutkolken uit de hoofdwaterkering in het Zeeuwse Meer en zijnqeheel door zoet wateromgeven. Om het zoete water zo gelUkmatig mogelijk in de schutkolk te brengen heeft meneigenlijk een doorgaande spleet nodig over de gehele lengte, hetgeen uiteraard niet mogelijkis. De oplossing in het ontwerp komt neer op een opening die 75% van de totale lengte be-draagt. De verticale spormlnqstljlen aan de schutkolkzijde besloot men daarbij te prefabri-ceren. Deze werden tijdens het derde stort gemonteerd en in het ter plaatse gestorte werkopgenomen. Aan de bovenzijde zijn desponningstijlen gekoppeld door een ter plaatse ge-storte langsbalk in het vierde stort. De uitstekende voeteinden van de stijlen vormen deoplegging voor het stalen frame waarop de houten geleideramen bevestigd worden. Ditframe is aan de bovenzijde scharnierend aan de genoemde langsbalk gekoppeld. De langs-balk die ook een aanzienlijke overstek vertoont, heeft tevens tot taak om de bolderkrachtenvan de afgemeerde schepen op te venqeriAchter de geleideramenbevinden zich de inlaat-openingen waarvan de afqeronde boven- en ztjkanten gevormd worden door ter plaatsegestort beton. Binnen de constructie bevinden zich twee bedrijfsechulven die elkaarsreserve zljn, Verder moet voorzien worden in noodschuiven ten einde de schuifgeJeidingente kunnen droogzetten om te inspecteren.Aan dekolkzijde bevindt zich v??r de inlaatopeningen een verstelbare overlaatschuif die methet Zeeuwse Meerpeil geregeld wordt. In verband met de hoge eisen van vlakheid werdbesloten om ook de aanslagen van de bedrljfsschulven te prefabriceren, terwijl tot hetzelfdebesloten werd voor de vloer in de machlneqalert] in verband met de vele uitsparingen,Gezien het in elkaar grijpen van prefabricage en ter plaatse storten, massale storten ener-zljds en open ruimte anderzijds, was de opzet van een goed functionerend systeem om hetgeheel in ??n stort te verwezenlijken geenszins eenvoudig. Toen hiervoor een oplossing was,moest een model gebouwd worden aan de hand waarvan het uitvoerend personeel kon wor-den ge?nstrueerd. Voor het Vierde stort werd een stelconstructie opgericht, afgeschoord ophet voorgaande stort, waartegen de geprefabriceerde schuifaanslagen werden geplaatst. Ditdiende als basis voor de verdere beklstlnqsopbouw, Ofschoon het opbouwen van dezebekisting, het plaatsen van de wapening, het storten en ontkisten de eerste maal een tijd-rovende bezigheid was, kon men na enige ervaring er toch de geplande 3 weken-cyclus meebehalen, wat naderhand tot zelfs 21/2week kon worden teruggebracht.Het vijfde stort ten slotte werd gerealiseerd met een tunnelbekisting. In de kapconstructie zijnvoorzieningen opgenomen voor het monteren van de schuiven. Door middel van afsluitbareopeningen is deze ruimte toegankelijk voor de naderhand in te brengen installatie. De boven-zijde van de kapconstructie vormt een rijdek. De totale breedte van de wandconstructiebedraagt hier 6,60 m.43011Sluiskolk met gedeeltel?k gemonteerdetussenvloerconstructieLock chamber with the partly assembiedintermediate floor structurefoto's: Rijkswaterstaat*De prefab-elementen zijn afkomstig vanLiesbosch BetonBV.Cement XXV (1973) nr. 10Zoals reeds werd vermeld, is de tussenvloer geperforeerd uitgevoerd om het wegzakken enoppersen van het zoute water in de schutkolk mogelijk te maken. Deze vloer werd opgebouwduit geprefabriceerde elementen * van ruim 12 m lengte en 1 m breedte. De balken zijn vanvoorgespannen beton en voorzien van voorgerekt staal. In dwarsdoorsnede zijn zij 'hoed-vormig'geprofileerd. Deze vorm was nodig in verband met de openingen waardoorheen hetzoute water haar weg kan vinden. Indien men deze openingen in een horizontaal vlakhad aan-gebracht, was het niet mogelijk geweest om het scheidingsvlak tussen zout en zoet watergelijkmatig horizontaal te houden. Immers tijdens het wegzakken van het zoute water zoudenzich boven de gaten neerwaarts gerichte pieken zoet water gevormd hebben, terwijl bij hetoppersen pieken zout water in het zoete water ontstaan. Van belang was dus ervoor te zor-gen dat ter plaatse van de openingen geen ongelijkmatige stromingen zouden optreden. Ditwerd bereikt door :de gaten 12 cm aan te brengen in de verticale wand van het profiel enervoor te zorgen dat de gaten in de naast elkaar gesitueerde wanden verspringend zijn aan-gebracht. Op deze wijze fungeert de gesloten wand tegenover de in- of uttstroornopenlnq alseen soort dempingsvlak waardoor de druk op het scheidingsvlak gelijk blijft.De profilering van de balken droeg voorts bij aan de sterkte van de vloer tegen opbuiging inbeide richtingen. Gezien de functie van de tweede vloer was het uiteraard van belang dat devoegen tussen de balken goed gesloten zijn. De 3 m brede voegen hebben een extraafdich-ting gekregen in de vorm van een kunststofslang die binnen de voeg getrokken is. Debalken zijn aan een zijde op de kolkwand opgelegd en in het midden op een va-n openingenvoorziene steunmuur. Gezien de wisseling in belasting op deze vloer moest de oplegging inbeide richtingen verzekerd zijn.BesluitIn het vlakke Zeeuwse land zijn de Kreekraksluizen door haar heftorens reeds van verregemarkeerd. In verband met installatie en onderhoud moet de constructie op alle plaatsenook voor vrachtverkeer bereikbaar zijn Daartoe kunnen de ca. 6 m brede schutkolkwandenbereden worden en zijn de kolken onderling en met de naastliggende dammen verbondendoor middel van enkele bruggen.Nu de sluis onder water staat, is hij praktlach klaar voor gebruik. Het onder water zettenmoest overigens zorgvuldig gebeuren om te voorkomen dat het binnenstromende water hetriolenstelsel met slib zou. verstoppen. Nadat begin september de bronbemaling be?indigdwerd, pompte men ca. 1,2 miljoen m3water in de bouwput. Daarna zal bij afgaand tij deringdijk doorgebaggerd worden, Aangezien de waterstand binnen de bouwput op dat momenthoger is dan de waterstand in de Oosterschelde, bereikt men dat onmiddellijk na het ont-staan van een gat in de ringdijk het water uit de bouwput stroomt. Bij de volgende vloed-periode is het gat inmiddels zo groot geworden dat geen zand en dergelijke meer debouwput in kan stromen.De capaciteit van het complex zal ongeveer 50 miljoen ton laadvermogen per jaar, per sluisbedragen. Het gehele schutproces wordt door een computer bestuurd. Tot de uitrustingbehoren eveneens radar, marifoon en een intern televisiecircuit. De bediening van dezemoderne installatie heeft plaats vanuit een strategisch opgesteld bedieningsgebouw tussenbeide schutkolken.De functie van het sluizencomplex zal pas tot zijn recht komen wanneer de Oosterschelde isafgesloten. Voordien maakt men bij de bediening van de sluizen gebruik van de rioolleidingendie reeds gedeeltelijk zijn aangelegd ten behoeve van de toekomstige derde schutkolk. Dezeriolen zijn namelijk doorverbonden met het Oosterscheldewater, zodat de watertoevoer voorhet schutten van zuid naar noord via het bufferbassin (thans nog maar een gedeelte van hettoekomstige bassin) plaatsheeft. De schuiven in de sluiswanden zijn tot die tijd afgesloten.M.G.P.Nel?ssen431
Reacties