DeG.B.V.1950 door Ir. C. J. Louw, secretarisdergewapend-betoncom missieDe gewapend-betonvoorschriften, die wijin Nederland kennen, worden vastgestelddoor de Afdeling voor Bouw- ?n Water-bouwkunde van het Koninklijk Instituutvan Ingenieurs. Het bestuur van dezeafdeling heeft daartoe een commissie in-gesteld, de z.g. gewapend-betoncommis-sie *), die in de loop van ruim 30 jarenvoorstellen heeft gedaan, die geleid heb-ben tot de G.B.V. 1918, de G.B.V. 1930,de G.B.V. 1940 en de G.B.V. 1950. Delaatstgenoemde zijn vastgesteld in de al-gemene vergadering van de afdeling op10 November j.l.Het drukken en uitgeven van de voor-schriften geschiedt door de Hoofdcom-missie voor de Normalisatie in Nederlandals het normblad N 1009.De bedoeling van dit artikel is een be-knopte bespreking te geven van de voor-naamste verschillen tussen de G.B.V.1940 en de G.B.V. 1950.PADDESTOELVLOERENIn de eerste plaats valt op, dat de G.B.V.1950 zoveel dikker is dan zijn voorganger.Dat komt, omdat er een hoofdstuk aanis toegevoegd over: ,,Paddestoelvloerenmet vierkante of rechthoekige velden".De commissie had opdracht van het afde-lingsbestuur gekregen, voorschriften voorpaddestoelvloeren te geven. In samen-werking met de heer Dr. Ir. A. M. Haas,die het leeuwenaandeel van dit gedeeltevan de arbeid heeft verricht, zijn daartoevertaald de ,,Building Code Requirementsfor Reinforced Concrete" (ACI 318-47),voor zover zij betrekking hebben op ,,flatslabs". Deze voorschriften zijn als voor-beeld gekozen, omdat zij tot zuinige con-structies leiden en in de Verenigde Statenvan Amerika haar bruikbaarheid voor depraktijk ruimschoots hebben bewezen. Bijeen nauwkeurige vergelijking van de tekstvan de A.C.I.-code en het overeenkom-stig gedeelte van de G.B.V. 1950 zalblijken: dat de vertaling niet overal letter-lijk is en dat op verschillende plaatsenverduidelijkingen en uitbreidingen zijntoegevoegd, ook zijn soms wijzigingenaangebracht. Deze toevoegingen en wij-zigingen zijn nodig om enerzijds de voor-schriften ook voor de nog niet-gerouti-neerde Nederlandse gebruiker duidelijkte maken en anderzijds het hoofdstuk overpaddestoelvloeren te doen harmoni?renmet de andere hoofdstukken van deG.B.V. Daartoe zijn ook in het ,,oude"gedeelte van de G.B.V. enige wijzigingenaangebracht.Hoewel deze constructies door het op-nemen van paddestoelvloeren in de Ne-derlandse normalisatie veel toegankelijkerzijn geworden, zou het toch toe te jui-chen zijn, indien in een toelichting ver-*) Op 10 November Jl. was deze commissieals volgt samengesteld: Prof. Ir. 3. A. Bakker(voorz.), Ir. 3. Louw (secr.), Ir. F. vanBergen, Ir. H. A. Dicke, Ir. C. Franx, Ir. E.Maas Geesteranus, Ir. R. Ophorst, Ir. B.Pelser, Ir. N. 3. Rengers.dere verduidelijking zou worden gege-ven 1).STAALGetracht is een einde te maken aan detoestand, dat voor een groot deel van deconstructies staal wordt gebruikt, waaraangeen eisen mogen worden gesteld. Dezgn. handelskwaliteit is in feite een keur-loos materiaal.Onder verwijzing naar de nieuwe classi-ficatie van betonstaal (die opgenomen isin het binnenkort te publiceren voorlo-pige normaalblad V1035) wordt nu ge-eist, dat het te verwerken staal tenminstemoet zijn van de kwaliteit: gewoon be-tonstaal QR22. De voornaamste eisen,waaraan het QR 22 volgens V1035 moetvoldoen zijn:treksterkte........................... 34 -- 52 kg/mm2vloeigrens ..........................min. 22 kg/mm2rek op 5-voudige proefstaaf min. 24%Verder wordt ge?ist, dat desgewenst deleverancier van het staal moet aantonen,dat het staal bij de walserij in de ten min-ste voorgeschreven kwaliteit is besteld.Daar dit ook geldt voor de partijen beton-staal, die worden ontleend aan de bij dehandel aanwezige magazijnvoorraden,kan slechts een bevredigende toestandontstaan, indien door de handel geenhandelskwaliteit, maar QR 22 als minimumkwaliteit wordt aangeschaft.BETONDEKKINGVrijwel algemeen wordt thans de meningverkondigd, dat de tot dusverre gebrui-kelijke maten voor de betondekking inveel gevallen onvoldoende zijn. In ,,Ce-ment" is dit onderwerp reeds meermalenbehandeld.In de G.B.V. is de dekking nu ook inhet algemeen groter voorgeschreven danin de vorige edities. Het eerste belang-rijke verschil is, dat de dekking thanssteeds wordt gerekend op de buitenstewapening en dus bij balken en kolommenniet meer op de hoofdwapening.Een tweede verschil is, dat de betondek-king op staven onder vlakken, die aanweer en wind zijn blootgesteld, is ver-groot. In dat geval is de minimum dek-king op de buitenste wapening bij:platen en wanden ............................. 1? cmbalken ................................................ 1? cmkolommen ......................................... 3? cmVERDEELWAPENINGIn platen moet een verdeelwapeningworden aangebracht, die ten minste 20%van de doorsnede van de hoofdwapeningheeft (bij gelijke staalkwaliteiten). Dit be-stond, maar nieuw is de tweede eis, dathet aantal verdeelstaven ten minste 4/m1moet bedragen; vroeger was dit drie.HAKENDe eis tot het buigen van een haak aan1) Dr. Ir. A. M. Haas zal hierop in Cementterugkomen (Red.).elk einde van een zgn. getrokken staafin een balk is iets verzacht. Dit is nietmeer nodig voor de einden, die voor eenlengte van tenminste 30 maal de staaf-dikte in een gedrukte z?ne steken.1/3 OPBUIGENDe bekende bepaling, dat ten minste 1/3van de hoofdwapening van balken nabijde opleggingen moet worden opgebogen,is vervallen. De bepalingen over de toe-vallige inklemmingsmomenten, waarmederekening moet worden gehouden, garan-deren voldoende bovenwapening bij desteunpunten. Anderzijds zorgen de be-palingen over de toelaatbare schuinehoofdtrekspanningen ervoor, dat uit dezenhoofde staven worden opgebogen, indiendit nodig is.WAPENING VAN KOLOMMENDe bepalingen over de minimum wape-ning van een kolom hadden tot dusverrede eigenaardige consequentie, dat wan-neer -- om meestal andere dan construc-tieve redenen -- de doorsnede van eenkolom groter werd gekozen dan de ver-eiste, de wapening ook moest wordenvermeerderd. Hierin is verandering ge-bracht. Thans wordt slechts ge?ist, datde wapening tenminste 1% van de ver-eiste doorsnede is. Wordt de doorsnedegroter gekozen, dan uit sterkte overwe-gingen nodig is, dan blijft de minimumdoorsnede van de wapening dezelfde.In artikel 22 zorgt het eerste lid ervoor,dat de kolomwapening niet te schrielwordt: in ten minste elke hoek ??n staaf;staafafstand maximaal 30 cm en staafdikteminimum 12 mm. Bovendien natuurlijkbepalingen over de beugels.LASSENNu na de oorlog het aan elkaar verbin-den van staven door middel van de elec-trische weerstand-stomplasmethode eenzoveel ruimere toepassing heeft gevon-den, bleek het nodig de begrippen ,,las-sen" beter te onderscheiden.De lassen, die worden verkregen door deeinden van de twee te lassen staven voor-bij elkander te laten reiken, heten nuaanhechtingslassen. Van deze lassenwordt ge?ist dat ze niet mogen voorko-men in gevaarlijke doorsneden en dat zealleen mogen worden aangebracht opplaatsen, die op de tekening of in debuigstaat zijn aangegeven.Van de electrisch verkregen lassen kanniet worden ge?ist, dat ze alleen op vante voren aangegeven plaatsen komen,want wanneer wordt gestomplast, wordende staven van ??n dikte achter elkaaraaneen gelast en van deze ,,worst zondereinde" worden dan naar behoefte (d.i.de knipstaat) stukken van de gewenstelengten afgenomen.Van alle lassen wordt gezegd, dat zezo min mogelijk moeten voorkomen enzoveel mogelijk moeten verspringen.2 Cement 3 (1951) Nr 1-2VOORAF KLAARGEMAAKTECONSTRUCTIEDELENDe wijziging van 3 in 2? voor de ver-houding tussen de breukbelasting en desom van nuttige belasting en eigen ge-wicht is reeds aangenomen en van krachtgeworden op 5 Maart 1948.LENGTE VAN OPLEGGINGBepaald is, dat waar platen een geheelvormen met balken de vereiste lengtevan oplegging mag worden gesteld op5 cm. Vormt een plaat dus b.v. aan beideeinden ??n geheel met een balk, dan magde theoretische overspanning I van deplaat worden gesteld op de dagmaat plus5 cm.BALKEN OP GEMETSELDE MURENWanneer een betonnen balk op een ge-metselde muur draagt, moet de lengtevan oplegging ten minste 22 cm zijn, be-halve wanneer een zgn. hamerkop wordtgemaakt. In dat geval mag de lengte vanoplegging tot 16 cm worden teruggebracht.Klamplagen e.d. tellen niet mee.BELASTINGSCOMBINATIESDe belastingen, waarop een bouwcon-structie moet worden berekend, kunnenhet beste in een algemeen normbladworden vastgesteld. De mobiele belastingop b.v. de vloeren van schoollokalen be-hoort toch onafhankelijk te zijn van hetmateriaal, waaruit de vloerconstructie isgemaakt: hout of staal of gewapend be-ton. Daarom is het jammer, dat de nor-malisatiecommissie, die het normbladN 1055 (algemene technische grondslagenvoor bouwvoorschriften) heeft opgesteld,in dat normblad heeft vermeld, datN1055 niet van toepassing is op con-structies in gewapend beton.Om nu aan de vreemde toestand, dat deop constructies ?n gewapend beton aan-grijpende belastingen nergens waren ge-normaliseerd, een einde te maken, is inde nieuwe G.B.V. noodgedwongen debepaling opgenomen, dat de belastingenin overeenstemming moeten zijn metN 1055.Bovendien is vermeld, dat in normalegevallen niet behoeft te worden gerekendop zgn. hoge wind (70 kg/m2stuwdruk).Het vrij grote eigengewicht van eenconstructie in gewapend beton maakt n.l.in het algemeen de invloed van de wind-belasting op de grootste spanningen be-langrijk kleiner dan bij constructies meteen laag eigengewicht, zoals b.v. stalenspanten met een houten dakbeschot ofkleine gegolfde platen.Bestaat het vermoeden, dat de windbe-lasting wel een naar verhouding groterol speelt, dan moet in de belasting-combinaties ook die met hoge windworden opgenomen. In dat geval mogenechter de aldus verkregen inwendigemomenten en krachten, waarnaar dedoorsneden en de wapeningen wordenbepaald, worden vermenigvuldigd metde factor 0,87.GEDEELTELIJKE INKLEMMINGGedeeltelijke inklemming is een ver-zamelnaam voor elke bevestiging tussenvrij opgelegd en volledig ingeklemd. Inartikel 30 worden co?ffici?nten voorde momenten gegeven, die optreden bijgedeeltelijke inklemming. Slechts bij ??nbepaalde graad van inklemming kunnendeze waarden juist zijn. Het rekenenmei gedeeltelijke inklemming geeft inde praktijk geen gevaar, indien de on-dersteuningsconstructie (dragende wand,balk of kolom) zich relatief behoorlijkverzet tegen verdraaiing van de eind-doorsnede van de ondersteunde con-structie. De stijfheidsverhoudingen zijnhier belangrijk. Dit is thans onderstreeptdoor de op enige plaatsen voorkomendetoevoeging: ,,die geacht kunnen wordenhet vereiste inklemmingsmoment televeren".snede ? b en de plaat d dik is, zou degegeven formule kunnen worden omge-zet in:De toevoeging dient niet om de con-structeurs te dwingen tot de zeer be-werkelijke berekeningen van de stijf-heidsverhoudingen, maar uitsluitend omde bouwcontrolerende instanties in ex-treme gevallen een wapen in de hand tegeven.BALK TUSSEN TWEE BALKENHet veldmoment in een balk, die aanbeide einden gedeeltelijk is ingeklemd inloodrecht op zijn as staande balken, is van1/12 teruggebracht tot 1/11. De ,,graadvan inklemming" zal in dit geval in hetalgemeen kleiner zijn, dan wanneer debalk b.v. over de steunpunten doorgaat;dit is thans tot uitdrukking gebracht.RECHTHOEKIGE PLATENBij rechthoekige platen met gelijkmatigverdeelde belasting moest tot dusverreworden gerekend met de benaderings-formule, die de vierde machten van delengte en de breedte van de plaat bevat.In een aantal gevallen is de benaderinggoed of bevredigend en in een aantal ge-vallen slecht. Het practisch rekenen vol-gens het oude voorschrift was -- vooralindien de plaat over een of meer zijdendoorging -- enigszins omslachtig.Thans zijn alle voorkomende gevallenteruggebracht tot een negental. Voor elkvan deze gevallen zijn de uiterste waar-den van de veld- en inkfemmingsmomen-ten in een tabel weergegeven. De co-efficienten zijn gebouwd op exacte ge-gevens. De tabellen gelden voor vier-kante platen tot rechthoekige van 3:1.De voorschriften zijn gecompleteerd metregels voor de toegelaten verminderingvan de veldwapening langs de kanten,voorgeschreven wringwapening in be-paalde hoeken, enz.Het vervangen van de formules met 4enb4voor de buigende momenten, maakthet wenselijk dit ook te doen voor deoplegreacties op rechthoekige platen. Be-paald is nu, dat de oplegreactie langs dekorte zijden driehoekig en langs de langezijden trapeziumvormig mag worden ge-dacht.DOORPONSEN VAN KOLOMMENNieuw opgenomen is een regel voor deberekening van de schuine trekspanningin platen rondom geconcentreerde lasten.Wanneer de geconcentreerde last b.v.een kolom is met een rechthoekige door-KNIKHet tot dusverre geldende deel van deG.B.V., dat handelde over de knik vankolommen, was overgenomen uit Duitsevoorschriften.Bij de grote herziening in 1943 van deDuitse voorschriften, zijn de knikfactorenbelangrijk verlaagd. De vraag was nu:Moeten wij consequent blijven en ook deDuitse wijzigingen overnemen, moetenwij conservatief blijven en de voorschrif-ten laten zoals ze waren, of moeten wijeen eigen geluid laten horen? Het laatsteis gekozen en op grond van een studie 2),door een van de commissieleden, zijneigen knikfactoren voor de verschillendesoorten van kolommen gegeven. Overhet algemeen zijn de nieuwe knikfactorennogal wat kleiner dan de oude.DIKKE PLATENDikke platen blijken, wanneer op degangbare wijze met gescheurde doorsne-den, enz. wordt gerekend, meer te kun-nen dragen dan dunne platen. Bovendienzal bij dikke platen de wapening veelgemakkelijker op de plaats kunnen wor-den gehouden dan bij dunne platen. Deligging van de wapening is zeer belang-rijk. Dit is tot uitdrukking gebracht doorin de dikke platen de toelaatbare beton-drukspanning 10 kg/cm2en (niet in allegevallen) de toelaatbare staaltrekspanning100 kg/cm2hoger te stellen dan in dun-nere platen en in balken.SPANNINGEN IN DE WAPENINGDe bepalingen over de toelaatbaretrekspanningen in de wapening zijngeheel gewijzigd. Getracht is tot eenlogisch en overzichtelijk en technischverantwoord geheel te geraken. Medeaanleiding daartoe is geweest, dat in delaatste jaren telkens nieuwe staalsoortenop de markt verschijnen, waarvan deeigenschappen door koud vervormen --al dan niet gepaard met thermische be-handeling -- sterk zijn gewijzigd.De commissie heeft, in samenwerking metde staalnormalisatiecommissie voorV1035, gestreefd naar een zodanigeclassificatie van de staalsoorten, dat detoelaatbare spanningen van eventueel nogte verschijnen nieuwe staalsoorten objec-tief en eenduidig kunnen worden vast-gesteld.Mede om door uitbreiding van de toe-passing van bouwcontr?le te geraken toteen betere en goed gecontroleerde toe-passing van het gewapend beton, is detoelaatbare trekspanning in elke toege-laten staalsoort gesteld op 1 200 kg/cm2,wanneer geen bouwcontr?le wordt toe-gepast.Wordt deze wel toegepast, dan zijn detoelaatbare staaltrekspanningen in gebo-gen constructiedelen:2) Deze studie van Ir. R. Ophorst zal InCement worden gepubliceerd.Cement 3 (1951) Nr 1-2 3Tabel 1De kleine letter in de aanduiding vaneen staalsoort betekent, dat na het ge-wone walsen een speciale behandeling(NAbehandeling) is toegepast.De voornaamste eisen, die aan de ge-noemde staalsoorten worden gesteld, zijn:staalsoort toelaatbare trekspanning in kg/cm2betonstaal QR 22QR 24QR 30QR 36 en QRn 36QR 42 en QRn 42QRn 48QRn 5413001400160018002 0002 2002 400Tabel 2CEMENTGEHALTEBij bouwcontr?le mag worden afgewekenvan de in artikel 8 ge?iste grenzen voorde verhoudingen tussen de componentenvan het beton. Voor mechanisch verdichtbeton b.v. is het niet noodzakelijk deverhouding tusen zand en grind te limi-teren tussen 1:1 en 1 :1?.Als minimum cementgehalte is gesteld325 kg/m3beton; een lager getal leek decommissie niet verantwoord.VERHARDINGSPROEVENGezien de grote invloed, die de klima-tologische omstandigheden hebben op desnelheid, waarmede het beton verhardt,is thans voorgeschreven, dat met ver-hardingsproeven moet worden nagegaan,of een onderdeel van het bouwwerk ingebruik mag worden genomen. Hel tijds-verloop tussen het storten en het be-proeven van de kuben voor de verhar-dingsproeven is niet vastgelegd en kannaar de omstandigheden worden geko-zen. Worden de ge?iste sterktecijfers nietmet verhardingsproeven bereikt, dan kanhet verder bouwen aan nadere eisen wor-den gebonden of zelfs verboden. In hetbijzonder is hierbij gedacht aan de ge-meentelijke bouwcontrolerende instanties.Indien men de verhardingsproef wil ge-bruiken om de contr?leproef volgens lid2 van artikel 39 te vervangen, dan is dattoegestaan, mits de vereiste kubussterktevolgens de verhardingsproef na 28 dagenwordt bereikt.De geschiktheidsproef kan door de ver-hardingsproef niet worden vervangen.Daarom is deze mogelijkheid thans weg-gelaten.VOORGESPANNEN BETONHet stadium, waarin de ontwikkeling vanhet voorgespannen beton in Nederlandverkeert, is naar het oordeel van de com-missie zodanig, dat normalisatie als be-zonken inzicht, verworven door veelvul-dige toepassing, nog niet mogelijk is.Steller dezes meent, dat het wel aanbe-veling zou verdienen te trachten voor-lopige regels op te stellen. Bijvoorbeeldin de vorm van een V-blad. Eenvoudigzal deze arbeid niet zijn, omdat aan detot dusverre uitgevoerde en gepropa-geerde constructies in voorgespannenbeton, behalve een andere techniek, ookeen andere opvatting van de veiligheids-co?fficient ten grondslag ligt 3).SCHAALDAKENSchaaldaken behoren tot het gebied vanhet normale gewapendbeton; de G.B.V.is er ten volle op van toepassing. Hetbijzondere van de schaaldaken is uit-sluitend, dat het hoofdstuk van de toe-gepaste mechanica, waarin de berekeningervan wordt behandeld, niet zo algemeentot de mobiele kennis van de construc-teur behoort als bijvoorbeeld de ver-3) De Stuvo is hiermede bezig (Red.).eenvoudigde theorie van de gebogenstaven.Het is toe te juichen, dat van verschil-lende zijden wordt getracht eenvoudigeberekeningsvoorschriften als toelaatbarebenadering op te stellen. Indien dit ge-lukt, zullen schaaldaken gemakkelijkeralgemeen kunnen worden toegepast.OORLOGOnder invloed van de door de bijzon-dere omstandigheden noodzakelijk uiter-ste beperking in het gebruik van bouw-materialen is door de algemeen Gemach-tigde van de Wederopbouw in het beginvan de jongste wereldoorlog bij rond-schrijven bepaald, dat in staal van han-delskwaliteit 1 400 kg/cm2mocht (ofmoest?) wordt toegelaten, ook wanneergeen bouwcontr?le werd toegepast.Dit rondschrijven is offici?el nog nooitingetrokken en meermalen gebeurt hetnog, dat er een beroep op wordt gedaan.Het zou zeer gewenst zijn, dat de ver-schijning van de nieuwe G.B.V., waarinop verschillende punten spanningsverho-gingen zijn toegepast, aanleiding zou zijnom aan de bestaande verwarring eeneinde te maken en het rondschrijven inte trekken.Beton en betonspecieHet Architecten- en Ingenieursbureau ,,Stam" te Rot-terdam stelt voor aan de suggestie van P. W. Scharrooin Cement 21-22 (1950) het volgende toe te voegen:Specie: is een plastisch mengsel. Voor de bouwvak-ken bestaat metselspecie (ook mortel) uit een plas-tisch mengsel van een bindmiddel (cement, tras, kalk,enz.) en water;Beton: is mengsel van grind en metselspecie (waar-mede de grindkorrels aaneen worden gemetseld. Im-mers, er is cementbeton, trasbeton, kalkbeton, enz.);Betonspecie: is dus een onderdeel van beton en kan ditniet vervangen zonder begripsverwarring. Wil mentoch een nauwkeurige aanduiding, dan spreke menals steeds gewoonte was en is van:Vers-beton -- (vers is ook nog 2 letters korter danspecie!) en van beton als versteend vers-beton.4 Cement 3 (1951) Nr 1-2staalsoort sterkte vloeigrens rek buigproefQR 22QR 24QR 30QR 36QR 4234/5236/5042485422243036422427252423170-180QRn 36QRn 42QRn 48QRn 5448546066364248541211109170-180eenheid kg/mm2kg/mm2%O
Reacties