? waterbouw ? constructief ontwerp?ir.F.Silvis c.i. en A.C. de Vries onri, BDG Raadgevende Ingenieurs, ZwolleIn Noordoost-Nederland is momenteel de grootste gasgestookte electriciteitscentralevan Europa, de Eemscentrale, in aanbouw. Hetprojectomvatbouwkundigeen civielewer-ken voor de centrale, alsmede civiele werken voor het koelwatersysteem. Om het voor decentrale beoogde vermogen van 1675 MW te kunnen realiseren, is een koelwaterdebietnodigvan 37 m3/s. In ditartikel wordt een overzicht gegeven van hetontwerp van de daar-voor noodzakelijke koelwaterwerken.DEEEMSCENTRALE (IV)Door de gunstige situering van de centralenab? de Waddenzee is ruim voldoende koel-water aanwezig. Het wordt ingenomen in hetDoekegat en circa 7 oewarmer geloosd in debocht van Watum. De totale koelwaterbe-hoefte bedraagt minder dan 5 %van het voorde havendammen langsstromende eb- envloeddebiet in het Doekegat. Deomvangvande civiele werkzaamheden aan de koelwa-terwerken bedroeg f110 miljoen.Bestaande situatieDe bestaande situatie (fig. 1) toont eenpompgebouw in de EPON-haven dat hieruit18 m3/s onttrekt. Een groot probleem daar-b? is de sedimentatie in de haven, waardoorde koelwatertoevoergeul naar het bestaan-de pompgebouw dreigt te verzanden. Doorjaarl?ks circa 200 000 m3 te baggeren, wordtwacht wordt dat deze hoeveelheid door degrotere koelwaterbehoefte toeneemt tot250 000 m3 per jaar.De huidige Eemscentrale zal in hetjaar2005uit bedr?f worden genomen.Overzicht koelwaterwerkenZoals reeds in Cement 1994, nr.10 is uiteen-gezet, bestaan de civiele werken voor hetkoelwatersysteem uit de volgende delen:? zeewaterinlaatkanaal;? pompgebouw;? zeewaterleidingenbrug, pompgebouw-brug en platform;? inlaatdruktoren;? ondergrondse koelwaterleidingen;? uitlaatdruktoren;? uitlaatdijkkruising met vacu?mbrekerge-bouw;CD Overzicht centrales en koelwaterwerken de toevoervan koelwater gegarandeerd. Ver- ? uitlaatwerk.1 zeewaterinlaatkanaal2 pompgebouw nieuwe centrale3 inlaatdruktoren4 ondergrondse koelwaterleidingen5 nieuwe centrale6 uitlaatdruktoren7 uitlaatdijkkruising8 uitlaatwerk9 retourleiding10 bestaande centrale11 bestaande pompgebouwCEMENT1995j3 51? waterbouw ? constructief ontwerp?Locatie pompgebouwIn de ontwerpfase zijn verschillende locatiesvoor het nieuwe pompgebouw in overweginggenomen:? buitendijks met rechte aanstroming;? buitendijks met haakse aanstroming;? binnendijks bouwen en daarna de dijkverleggen;? binnendijks met rechte aanstroming;? binnendijks met haakse aanstroming;? binnendijks en filter- en inlaatgebouwbuitendijks.In verband metde relatief geringe bouwvoor-bereidingstijd is in overleg met de dijkbe-heerderbesloten het pompgebouw nietin dedijk aan te leggen. Dit in verband met de pro-blematiek van vreemde objecten in hoofd-waterkeringen en de op dat moment ondui-delijke eisen ten aanzien van veiligheidsbe-schouwingen en toetsingscriteria en langealsmede de keuze van een al ofnietgemeen-schappelijke aanvoervan koelwater naar hetbestaande en het nieuwe pompgebouw.Om het baggerwerk te minimaliseren en teconcentreren wordt voor beide pompgebou-wen het koelwater door een gemeenschap-pelijk zeewaterinlaatkanaal aangevoerd. Ditis niet alleen een economischer oplossingdan twee gescheiden aanvoerkanalen, dochde hydraulische verliezen zouden in dat ge-val ook groter zijn, waardoor de hoofdkoel-waterpompen eerder zouden afslaan op hunlaagwater-beveiliging. Dit is bedrijfsecono-misch niet toelaatbaar.Over devorm van hetaanvoerkanaal isgead-viseerd door hetWaterloopkundig Laborato-rium en het ingenieursbureau Svasek te Rot-terdam.RecirculatieDoordat na 1996 tijdens eb het opgewarm-proceduretijden in geval van adviesaanvra- de water van beide centrales voor de inlaatgen voorvergunningen. Voor een binnendijksgelegen pompgebouw met bijbehorendediep onder de dijk gelegen duiker voor deaanvoer van het zeewater, gold hetzelfde.Gekozen is derhalve voor een bUitendijkspompgebouw, ondanks de grotere bouwrisi-co's.Aanvoer koelwaterOok bij een buitendijks gelegen pompge-bouw zijn er nog verschillende mogelijkhe-den: met rechte of met haakse aanstroming,52langsstroomt, zijn in de periode september-november 1991 op de plaats van de inname-mond stroom- en temperatuurmetingen ver-richt om na te gaan hoeveel graden het in tenemen water hierdoor zal worden opge-warmd. De conclusie was dat in de situatiemet beide centrales geheel in bedrijf, de in-vloed van recirculatie beperkt blijfttot 1/8oetemperatuurverhoging gemiddeld over degehele verticaal. In de vergunningsaanvraagwas hiervoor een ruimte van 1 oe gereser-veerd.ZeewaterinlaatkanaalHet zeewaterinlaatkanaal heeft een lengtevan 300 m en is 7 m breed (fig. 2, foto 3). Dewanden van het kanaal bestaan uit een sta-len combiwand, gekoppeld door HE600B- ofHE900B-profielen en bestand tegen zwareijsbelasting. Deze portaalconstructie is ver-kozen boven een veel duurder ontwerp waar-bij in de zijdelingse stabiliteit zou wordenvoorzien door schoorpalen.De dimensies zijn zodanig bepaald, dat eronder gemiddelde omstandigheden geensedimentatie in het kanaal zal optreden. Bijde gemiddelde waterstand bedraagt destroomsnelheid 1,1 mis als alle eenhedenvan beide centrales geheel in bedrijf zijn. Tij-dens storm en wanneer een aantal eenhe-den buiten gebruik is, zal erwel sedimentatieoptreden. Het kanaal wordt op diepte gehou-den met een servicewagen die aan een railaan de portaalconstructie hangt.InnamemondDe innamemond is gelegen buiten de haven-dammen in de stabiele geul van het Doeke-gat. De bodem ligt op 10 m - NAP. Rondom iseen bodembescherming aangebracht. Deinnamemond bestaat uit in een halve cirkelmet een straal van 12,8 m geheide buispa-len meteen lengte van 31 m en een diametervan 1,42 m. Daartussen zijn damplankenPU12 aangebracht tussen 4 m - NAP en 5 m+ NAP. Op het diepste niveau zijn deze dam-planken ondersteund door op de buispalenCEMENT1995/3binnen havendammen buiten havendammen3.0m + NAP@ ? Doorsnede en aan/eg van het zeewaterin/aatkanaa/gelaste strippen, op het hoogste niveau zijnstrippen opgelast die zijn opgenomen in eenbetonsloof. Het koelwater wordt ingenomentussen de bestarting op 8 m - NAP en de on-derzijde van de damplanken op 4 m - NAP.Hierdoor wordt drijvend vuil pas bij zeer lagewaterstanden aangezogen, aangezien 3,6 m- NAP de waterstand is die volgens destatis-tische gegevens ??n keer in de 100 jaarwordt onderschreden.Als de vijf produktie-eenheden van de nieu-we centrale alle in gebruik zijn, bedraagt deaanzuigsnelheid van het koelwater tussende buispalen 0,5 mjs. Als tegelijkertijd ookde bestaande centrale in gebruik is, 0,75mjs. Deze snelheden zijn kleiner dan de ma-ximale snelheden tijdens eb en vloed in hetDoekegat, te weten 2 mjs.PompgebouwAanstroming koe/waterIn de rechtstand is hetzeewaterinlaatkanaal7 m breed: 2,3 m is bestemd voor de be-staande centrale en 4,7 m voor de nieuwe.Het 16 m brede pompgebouw van de be-staande centrale wordt recht aange-stroomd. Doordat de sterke verbreding vanhet hier 2,3 m smalle zeewaterinlaatkanaalslechts over een korte lengte optreedt en decombiwand hydraulisch zeer ruw is, wordtniet gevreesd voor ernstige sedimentatievlak voor het pompgebouw.Bij een rechte aanstroming van het nieuwepompgebouw is een verbredingsconstructienodig van het 4,7 m smalle aanvoerkanaalCEMENT1995j3naar het 31 m brede pompgebouw. Hiervooris een lange overgangsconstructie nodigmet veel tussenwanden om het water zon-derveel verliezen en zonder veel sedimenta-tie naar de diverse pompcompartimenten tegeleiden. Omdat het maken van een dergelij-ke constructie uitermate kostbaar is en hetbijzonder veel onderhoud zou vergen om deverwachte aangroei van mosselen te bestrij-den, is besloten het nieuwe pompgebouwhaaks aan te stromen. Hierdoor bedraagthet aantal vierkante meters begroeibarewanden direct voor het pompgebouw 380m2in plaats van 1800 m2en blijven destroomsnelheden voldoende hoog om be-zinking van sediment te voorkomen.Mode/proef WLDe aanstroming van het nieuwe pompge-bouw is door het Waterloopkundig Laborato-rium in een schaalmodel beproefd. De be-langrijkste aanpassingaan hetontwerp doordeze proeven is het uitvoeren van een glad-de kanaalbodem in de bocht naar en in dewigvoor het nieuwe pompgebouw.ln hetont-werp was een bestorting voorzien met eentoplaagvan stortsteen 60j300 1560kgjm2.Doorde buispalen 0 914 mm langs hetsmal-Ie kanaal van 4,7 m werd de stroming sterknaar het midden gedrongen. Bij lage water-standen nam daarbij de stroomsnelheid zo-veel toe, dat voor het pompgebouw schie-tend- water zou kunnen optreden. Om dehiermee gepaard gaande sterke turbulen-ties, grotere hydraulische verliezen en eer-der afslaan van de hoofdkoelwaterpompente voorkomen, is de bodem in de bocht uitge-voerd in onderwaterbeton en voor het pomp-gebouw in prefab betonplaten. In beide ge-vallen op een laag mijnsteen en met in dedamwandkassen een ontlastopening metgrof grind om drukhoogteverschillen onderen boven de bodembekledingtevereffenen.BouwmethodenVoor het pompgebouw zijn verschillendebouwmethoden beschouwd. Nadat met hetoog op de veiligheid van de zeedijk en de gro-tere risico's pneumatisch afzinken was afge-vallen, werd het bestek gebaseerd op eenbouwput van stalen damwanden met eenbemaling. Toch werd op basis van de resulta-ten van een uitgebreide pompproef van Fu-gro, die beschikbaar kwamen na het uitbren-gen van het bestek, opnieuw een aantal al-ternatieven bekeken, omdat bleek dat dedieper gelegen zand- en grindlagen in vrij di-recte verbinding stonden met de Wadden-zee. De noodzakelijke grondwateronttrek-king werd geschat op minimaal 40 000m3jdag.De vervolgens beschouwde alternatievenwaren:? beperkte spanningsbemaling onder diepechemische injectielaag;? gewapende onderwaterbetonvloer mettrekpalen;? onderwaterbeton met stalen trekpalen totin het (later aan te brengen) constructie-beton. ~53? waterbouw ? constructief ontwerpHet eerste alternatief viel af vanwege desterke twijfels ofeen gesloten chemische in-jectielaagop een dieptevan 22 m - NAP konworden aangebracht vanwege de daar ookaanwezige grindlagen. Het tweede alterna-tief is niet uitgewerkt door de hoger inge-schatte uitvoeringsrisico's. Het derde alter-natief is met succes uitgevoerd.ConstructieHet pompgebouw is een zeer compact ge-bouw met vijf aparte koelwaterstraten metdaarin per eenheid de in figuur 4 aangege-ven voorzieningen. Het isgefundeerd op 175stalen buispalen met een lengte van 18,5 m,die staan op 28 m - NAp, en gedeeltelijk ookop de stalen damwanden van de bouwkuip,gefundeerd op 22 m - NAP. Onder de 1750?mm dikke constructievloer bevindt zich een ? Zeewaterleidingenbrug, pompgebouwbrug en platform (foto Jan van Vliet, De Weger)werkvloer, een drainagelaag en de ongewa-pende onderwaterbetonvloer met een dikte een overstortdrempel op 2,65 m + NAPvan 2000 mm, aangebracht op een grond- stort. Het middencompartiment heeft eenverbeteringvan ongeveer gelijke dikte. Op de vloer die in het midden van het gebouw vlakaanwezige slappe kleilagen kon het onder- onder deze drempel ligt en aan de zijkantenwaterbeton niet worden aangebracht. naar 3,45 m - NAP afloopt. Via uitstulpingenZeewaterleidingenbrug,pompgebouwbrug en platformDe zeewaterleidingenbrug ondersteunt dezes koelwaterleidingen: vijf aanvoerleidin-gen en ??n retourleiding (foto 5). Dit zijn ge-aan het pompgebouw stroomt het water ver- wapend-betonnen buizen met plaatstalenVerdeelbakIn het pompgebouw bevindt zich een inge-nieuze verdeelbak voor het geretourneerdewater (zie gedeelte over milieu-aspecten),die uit drie evenwijdige compartim?nten be-staat (fig. 4). In het rechter compartiment,waarin het retourwater heel laagwordtterug-gebracht, bevindt zich een over de gehelebreedte van het gebouw oplopende bodem,waardoor het retourwater gelijkmatig over18.320+ H=-------P '"( )~p'- c=::J c=J~~ 60~~CJCJ-600+5.r~r-'~ I--I--2I - 1G.H.Wvolgens het linker compartiment in. Hierinzijn 20 rioolspindelschuiven opgenomen van800 mm breed en 1250 mm hoog; vier pereenheid. De overstortdrempel in deze ver-deelbak is noodzakelijk om de hevelwerkingover de dijk in stand te houden. De genoem-de uitstulpingen zijn voorzien van ronde spa-ringen om zich in het voorjaar ontwikkelendschuim buiten het pompgebouw te kunnenlozen.(c=J Dr?.J[ffii' 022004 p-l..I r:.a4 aN.A.P.N~ l~'N--=Is~ ~.. "yh?IG.L.WI ';000-I lIJ lIJ lIJ lIJ lIJ lIJ lIJ lIJ lIJ lIJ lIJ lIJl lIJ lIJ lIJ lIJI54kern. De lengte van deze brug is 122 m. Depompgebouwbrug heeft een lengte van 229m en vormt een verbinding voor verkeers-klasse 60 tussen het EPON-terrein en hetplatform tussen beide pompgebouwen. Hetplatform is gefundeerd op 12 stalen buispa-len, voorzien van prefab betonkransen enprefab dwarsdragers; hierop bevinden zichprefab liggers en een druklaag. Door de aan-legvan de pompgebouwbrug en hetplatform .is er via de toerit naar het bestaande pomp-gebouw een noodzakelijke rondrijmogelijk-heid ontstaan.De opbouw van beide bruggen is identiek:geprefabriceerde voorgespannen betonnenliggers waarop een druklaag is gestort, on-dersteund door in het werk gestorte beton-nen balken op betonpalen. In beide gevallenlopen de bruggen door de kruin van de zee-dijk.@ Pompgebouw1. grofrooster, spleetwijdte 40 mm2. verdeelbak3. bandzeef, maaswijdte 6 mm4. electroruimten5. hoofdkoelwaterpomp,debiet 7,42 m3/s, opvoerhoogte 11 m6. terugslagklep, 0 1800 mmCEMENT1995/3? Inlaatdruktoren1. be-jontluchtingsruimte2. druktoren3. verbindingsleiding (NW 1600)4. koppelleiding5. inspectieschachtInlaatdruktorenBinnendijks wordt het water via het inlaat-druktorengebouw naar de ondergrondsekoelwaterleidingen geleid (fig. 6). De inlaat-druktoren heeft drie belangrijke functies: na-levering van koelwater, opvangen van druk-golven in het koelwatersysteem en de moge-lijkheid van het koppelen van de eenhedendoor een koppelleiding. Op elke functiewordt kort ingegaan.Door de afmetingen van de druktorens enhet heersende drukniveau bevindt zich ruimvoldoende water in de toren om bij kortespanningsonderbreking van de pomp de ver-eiste hoeveelheid koelwater na te leveren.De druktoren voorkomt tevens dat zowel bijplotselinge pompUitval als bij lokaal hevel-breken, ontoelaatbare onder- of overdruk-ken in het koelwatersysteem optreden.Elke druktoren is door een stalen verbin-dingsleiding met twee vlinderkleppen NW1600 mm verbonden met de betor)nen kop-pelleiding. Normaal gesproken zijn alle in be-drijfzijnde eenheden verbonden metde kop-pelleiding. Valt ??n van de hoofdkoelwater-pompen plotseling uit, dan is het mogelijkom met een enigszins verminderd koelwa-terdebiet op alle eenheden door te draaien.Op momenten van geringere electriciteits-IIN.A.P. I-=-- Ide mogelijkheid tot eenvoudige reinigingvande kanalen, zo weinig mogelijk onderhoud,lange levensduur, lekvrije voegconstructieen een bepaalde stroomsnelheid om in hetkoelwater aanwezig sediment in suspensiete houden.Uiteindelijk zijn de belangrijkste overwegin-gen om in het werk gestorte betonnen koel-waterkanalen aan te leggen gebaseerd opde lagere investeringskosten, de grotere vrij-heid in het ontwerp en een kleiner beslag ophet EPON-terrein. Teneinde de hydraulischeverliezen zo veel mogelijk te beperken, zijnalle bochten uitgevoerd met een straal van10 m. De leidingen zijn gekoppeld uitgevoerdin twee kokers van elk drie koelwaterleidin-gen (foto 7). De totale lengte van de leidin-22.000+-=10.200+gen bedraagt 6 km. De dwarsdoorsnede vande leidingis achthoekig: breedte 2 m, hoogte2 m met in de hoeken kimmen van 0,25 m bij0,25 m. Onder gebouwen zijn de koelwa-terkanalen onderheid, buiten de gebouwenzijn ze op staal gefundeerd. Illustraties vande kokers en de voegovergangen zijn opge-nomen in het tweede artikel over de Eems-centrale in Cement 1995, nr. 1. Hierbij zijnook de ontwerpaspecten voor de dimensio-nering van de leidingen toegelicht.behoefte kan deze eenheid dan geregeld uit 0 Kruising pompgebouwbrug en ondergrondse koelwaterleidingen; de foto is genomengebruik worden genomen. Dit beperkt in ho- vanaf het dak van de inlaatdruktoren richting produktie-eenhedenge mate de slijtage bij abrupte pompuitval.De koppelleiding heeft bovendien nog alsvoordeel dat in de winter met minder pom-pen gedraaid kan worden.Ondergrondse koelwaterleidingenIn de ontwerpfase is ruime aandacht be-steed aan verschillende soorten materialen:stalen leidingen met inwendige cementli-ning, kunststofleidingen, prefab betonnenleidingen, voorgespannen en plaatstalenkernbuizen en in het werk gestorte betonnenleidingen. Er is gezocht naar een optimumwaarbij de som van investeringskosten engekapitaliseerde energiekosten minimaalwas. Randvoorwaarden daarbij vormden eenbeperkte hoeveelheid beschikbare ruimte,CEMENT1995/3 55? waterbouw ? constructief ontwerp?Produktie-eenhedenDe betonnen rechthoekige leidingen eindi-gen onder elk van de vijf produktie-eenhe-den in een betonnen broekstuk. Hierop zijn inde turbinekelder glasvezelversterkte kunst-stofbuizen (gvk) NW 1500 mm aangesloten.Deze zijn aangesloten op beide condensor-helften.Voor de condensor bevinden zich twee zelf-reinigende mosselfilters. Tevens bevindtzich hier de condensor-reinigingsinstallatie,waarmee kleine ruwe kunststofballe1;jesdoor de condensorpijpen worden gestuurdom aangroei en slijmvorming te voorkomen.Hierdoor blijft de condensor een optimaalrendement leveren. In de condensor wordthet zeewater 7 ?C in temperatuur verhoogd.Na de condensor worden de balle1;jes weeruit de koelwaterstroom verwijderd door mid-del van twee grote zeeframen. Hier komt ookde bypass van de mosselzeven in de leiding.Hier bevindt zich een gvk broekstuk en tothet einde van de turbinekelder een gvk lei-ding 0 2200 mmo Onder de ketelhuizen be-vinden zich weer de vierkante in het werk ge-storte betonnen koelwaterleidingen.17.450+=--? Uitlaatdruktoren1. inspectieschacht2. druktoren3. uitlaatleiding (NW 2000)4. verbindingsleiding (NW 1600)5. retourleidingUitlaatdruktorenDit gebouw vormt de verbinding tussen devijf koelwaterleidingen uit de produktie-een-heden en de uitlaat-dijkkruising, die per een-heid bestaat uit een stalen leiding met eenvlinderklep NW 2000 (fig. 8). De druktorensdienen om de drukgolven bij abrupte pom-puitval op te vangen.Via de druktorens kan elke eenheid via destalen verbindingsleiding koelwater retour-neren naar het pompgebouw via de beton-? Uitlaatdruktoren met ondergrondse nen retourleiding (foto 9).56koelwaterleidingen; op de voorgrond de re-tourleiding Uitlaat-dijkkruisingNaar analogie van de dijkkruisingen van debestaande Eemscentrale vond de dijkbe-heerder het toelaatbaar dat de binnenkantvan de koelwaterleidingen aan de uitlaatzij-de op 6 m + NAP zou komen te liggen; dit is0,3 m boven het op dat moment gehanteer-de ontwerppeil. Hiervan is 0,2 m bestemdvoor de relatieve zeespiegelstijging en is 0,1m in rekening gebracht in verband met bo-demdaling door aardgaswinning.Behalve het aanbrengen van een erosie-scherm in de kern van de dijk, diende de dijkboven de koelwaterleidingen met een laagklei van 1 m dik te worden afgedekt. Dit bete-kende datde kruin van de dijk werd verhoogdvan 7,90 m + NAP naar 9,30 m + NAP.CEMENT1995j3@ Koelwaterleidingen in de uitlaat-dijkkruisingIn verband met de verwachte zettingen is be-sloten de in ??n koker samengevoegde koel-waterleidingen (fig. 10) tussen uitlaatdruk-toren en uitlaatwerk geheel te onderheien.Om de dijkverbreding in omvang te beper-ken, is bij de opgaande leidingen een hellingvan 1:3 toegepast (foto 11) en bij de neer-gaande leiding 1:4.Op de kruin van de dijk bevindt zich het va-cu?mbrekergebouw met voor elke eenheideen ontluchtings- en beluchtingsinstallatieom de uitlaathevel te ontluchten en om on-derdrukken in de produktie-eenheden napompuitval te beperken.UitlaatwerkHet water uit de vijf koelwaterleidingenstroomt uit in een bak met de bodem op 2,2m - NAP. De bak bestaat uit twee onder 45?gelegen kanalen (fig. 1) met oplopende bo-dem en een overstortrand op NAP. Deze over-stortrand zorgt ervoor dat bij waterstanden.. ~ ? ~ ...... ; ; ," ':", '........ ;:.... .:.=- :~'..': :.~',:: ... .. . .. ... .- .'., ',.'".' .....::.". ' ...','-':>.';'..:.::' ..........lil'iiiIi.......................... , ..... "'.50...~~.::.:..>. :::~.:;::.:....200..-wo....~ "'11..... ... '.:: I1wanddikte 400 mm+12400lager dan NAP de hevel met hoogste punt op ? Uitlaat-dijkkruising binnendijks (foto Jan van Vliet, De Weger)8,0 m + NAP toch in stand blijft. Na de over-stortrand stroomt het koelwater op een be-tonnen plaat met een lengte van 33 m. Derand van deze plaatis voorzien van een dam-wand, hierop aansluitend is een 100 m langstortebed op geotextiel aangebracht, tussenstrekdammetjes.Woelbakken, energiedissipatoren, chicanesen dergelijke zijn niettoegepast. Hetvernieti-gen van energie om stortebed of wad te spa-ren heeft geen zin, omdat gedurende de hal-ve getijperiode de waterstanden benedenNAP liggen en de turbulentie bepaald wordtdoor koelwaterdebiet, ruwheid en verhangvan de aangebrachte bestorting, ongeachteerder aangebrachte obstakels. Het storte-bed is aan het uiteinde opgesloten door eendamwand om, ondanks het ontstaan vaneen erosiekuil, de stabiliteit van de bestor-ting blijvend te waarborgen.?Artist impression uitlaatwerkCEMENT1995j3Belangrijkste verantwoordelijken ontwerp koelwaterArchitectuur, civiele techniek, gebouwinstallaties, constructies en bouwmanagement:BDG Raadgevende Ingenieurs, Zwolle.Constructies buitendijkse koelwaterwerken: De Weger architecten en ingenieursbureau,Rotterdam.Adviseur grondmechanica: Grondmechanica Delft, Delft.Adviseur bemalingen: Fugro, Leidschendam.Adviseur hydraulica zeewaterinlaatkanaal: Ingenieursbureau Svasek, Rotterdam.Adviseur waterslag: Waterloopkundig Laboratorium, Delft.57
Reacties