De bekroning van de Vieringstorenvan de St. Willibrorduskerk te Hulst (Zld.)door ?r.W. van der Schrier ' architect:). Brouwer, arch. H.B.O.OntwerpHet is reeds enige jaren geleden, dat architect J. Brouwer,arch. H.B.O. te Aalsmeer (thans wonende te Aerdenhout), mij deopdracht verstrekte voor de berekening en de constructie van dedoor hem gewonnen prijsvraag*) van de bekroning van deVieringstoren der St. Willibrorduskerk te Hulst (Zldi) uit tevoeren in gewapend beton.Voor de oorlog was deze toren met een houten spits getooid(foto I), die bij de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen in 1944werd vernietigd.De ontworpen bekroning (fig. 2, biz. 774) bestaat uit een achttalbinnenkolommen, waarvan in fig. 3 de doorsnede is gegeven, dieonderling gekoppeld zijn door een aantal betonnen brugstaven,waaraan de klokken van het carillon zouden worden opgehangen(later gewijzigd). Op deze kolommen is een torendakje aan-gebracht, waarop het basement rust van de hierop staandeengelenfiguur, die met de ruggen tegen elkaar een bronzen kruissteunen.Een achttal vrijstaande buitenkolommen (in het vervolg pylonengenoemd) met in de hoogte afnemende achtkantige doorsnede(zie fig. 3) omgeven de klokketoren. Deze pylonen zijn aan hetboveneinde van een vlamvormige versiering voorzien.De torenvloer (hoogte 41,00 m+), waarop deze bekroning isfoto /. St. Willibrorduskerk metvoormalige bekroning van de Vierings-toren te Hulst (in 1944 vernietigd) (zie ook foto 19, biz. 780)opgebouwd, is met een betonnen baluster omgeven (zie fig. 2,blz. 774), terwijl rondom een achttal betonnen spuwers hetregenwater afvoeren.Reeds toen ik dit ontwerp voor het eerst zag, stond het bij mijvast, dat, ter verkrijging van een duurzame constructie, uitvoe-ring in normaal in het werk gestort gewapend beton, behoudensenkele onderdelen zoals het torenkapje, niet in aanmerkingkwam. Montagebouw van fabriekmatig vervaardigde betonele-menten (schokbeton) was voor mij de aangewezen weg. Degeprefabriceerde onderdelen.zouden hierbij door aan te spannenfreyssinetkabels onderling worden gekoppeld. Door de voor-spanning zou de uit elementen samengestelde constructie tot eenmonoliet worden gemaakt, zodat scheuren worden vermeden;bovendien wordt daardoor de waterdichtheid bevorderd.Daar mij van de fundering van deze toren alleen bekend was,dat deze op 'staal'op een vaste zandplaat is gebouwd, en omdat denieuwe bekroning een aanmerkelijke gewichtsvermeerderingzou geven, heb ik ter vermindering van dit gewicht in mijn voor-ontwerp de binnenkolommen en pylonen hol uitgevoerd.De reeksen elementen zouden bij deze constructie onderlingworden gekoppeld door een freyssinetkabel (12 ? S) in elkekolom. Ter bescherming van deze kabel zou deze door een ge-galvaniseerde ijzeren buis (? 60 mm) worden gevoerd en na hetspannen met injectie-mortel worden ge?njecteerd.De centrering van de kabel werd verkregen door het in de holteaanbrengen van enige tegels, die in het midden van een gat warenvoorzien, waar de buis doorheen was gevoerd.Teneinde ook de montage te vereenvoudigen, was het eigenge-wicht van de elementen beneden de 800 kg gehouden. Bij hetontwerp van de engelenfiguren was ik genoodzaakt, teneinde ditgewicht niet te overschrijden, van deze figuren alleen de buiten-omtrek te laten prefabriceren (I2 cm wanddikte). Deze mantelzou als bekisting worden gesteld, waarna de gevormde holte metde benodigde wapening, voor opname van het windmoment, metbetonspecie zou worden volgestort. De bevestiging van de vleu-gels en koppen was bij deze constructie mogelijk gebleken.*) In Bouw, jaargang I9S3, no. 21, blz. 394 ?s bet juryrapport betreffende ditbekroonde ontwerp opgenomen.fig. 3. horizontale doorsnede over binnenkolommen, pylonen enbalusterCement 10 (1958) Nr. 19--20773774Daar deze kerk onder Monumentenzorg valt, werd het ontwerp--gezien de bijzondere aard daarvan-- bij de Rijksgebouwen-dienst, afdeling Constructie, ter goedkeuring voorgelegd. Dezedienst had als bezwaren tegen deze constructie: de mogelijkheid,dat zich in de holten water zou kunnen verzamelen, en de on-voldoende geachte bescherming van de kabels. Bovendien werdhet niet-voorspannen van de engelenfiguren als een nadeel aan-gevoerd, omdat met de mogelijkheid van scheurvorming in dezeuiterst kwetsbare constructie rekening moest worden gehouden.Tevens werd de aangehouden betondekking van 2 cm onvoldoendegeoordeeld.Dienovereenkomstig werd het ontwerp gewijzigd en geheel uitelementen met een tamelijk groot eigengewicht samengesteld,nadat uit een grondonderzoek was gebleken, dat dit voor defundering geen bezwaar opleverde.f/g. 4. gewapend-betonconstructievandeyloerversterkingop4l m +ConstructieDe definitieve constructie van de torenbekroning is uiteindelijktot stand gekomen in nauwe samenwerking van de architect, deadviseur en de Rijksgebouwendienst, afdeling Constructie en laterook van N.V. Schokbeton.Tot de voorbereidende werkzaamheden behoorden het ver-vangen van de bestaande houten vloer op 41,00 m+ door eengewapend-betonvloer, waarop de bekroning kon worden op-getrokken en waaraan de conussen van de freyssinet-kabelsmoesten worden bevestigd. Ter versterking van het torengedeeltevan 31,50 m+ tot4l,00m+ is de nieuwe betonvloerondersteunddoor een viertal portalen, die elkaar in het midden kruisen.Uit fig. 4 blijkt, dat de kolommen van deze portalen, die in dehoekpunten van de achtvormige doorsnede zijn geplaatst, hunsteun vinden op de bestaande gewapend-betonvloer (31,50 m+ ),die als brandvloer dienst doet. De kolommen zijn verder omde 2 m aan het muurwerk van de toren verankerd.fig. 2. aanzicht van de uitgevoerde bekroningCement 10 (1958) Nr. 19--20De conussen van de pylonen zijn bevestigd in de console-vormigeverzwaring, terwijl het kanaal van de freyssinet-kabel verkregenIs door het inbetonneren van een koperen buis 0 60 mm, die meteen bocht, waarvan de straal 3,60 m bedraagt, aansluit op deconus (laatste gedeelte over 0,40 m recht) en aan de bovenkant opde sparing in het onderste element van de pyloon (fig. 5).De binnenkolommen van de klokkentoren zijn geplaatst op eenringvormige versterking van de vloer, zie fig. 5 en foto 6; opgenoemde foto zijn tevens de conussen van deze kolommenzichtbaar. Foto 7 geeft een overzicht van de totale wapening vande onderbouw kort voor het storten van de betonspecie. Dezeonderbouw is tot stand gekomen in de periode aug.'56 tot jan. '57.De pylonen zijn samengesteld uit een reeks schokbeton-elemen-ten (achthoekige doorsnede) met een maximum lengte van 1,4 men een gewicht vari?rend van 1050 tot 1850 kg. De bekroning vandeze pylonen wordt gevormd door vlamvormig eindigendeelementen, die een totale hoogte van 3,53 m hebben, een gewichtvan 2000 kg en in het boveneinde van het massieve gedeelte eeningestorte conus bevatten (fig. 5). De voegen tussen de elementenzijn 1,5 cm dik gehouden; zij zijn verkregen door drie stuksloodproppen van (50x50 15 mm) per element.De uitsparing (? 60 mm) in elk element voor doorvoering van dekabel is aan de einden trechtervormig verwijd, zodat hierinasbest-cementringen konden worden geplaatst, die dienden ombij het aansabelen van de voeg het vollopen met specie van deuitsparing te voorkomen.De elementen van de binnenkolommen hebben de in fig. 3 aan-gegeven doorsnede, een lengte van 1,4 m en een gewicht van1000 kg. Het eindstuk, waarin lasstaven uitsteken voor veranke-ring van de kolom aan het torendakje, heeft een gewicht van1300 kg en bevat twee ingestorte conussen.fig. 5. verticale doorsnede over een pyloon, een binnenkolom, de ^torenvloer, het torendak, het basement en de engelenfigurenCement10(1958)Nr.19--20foto 6. detail wapening van de ringvormige vloerversterking op41 m+ met gestelde freyssinet-conussenfoto 7. wapening van de vloerversterking op 41 m+fig. 8. horizontale doorsnede over de engelenkoppen met trek-koppeling (doorsnede van fig. 5, blz. 775)In elk element zijn twee kanalen ? 60 mm aangebracht voor door-voering van de kabels. Deze uitsparingen zijn, evenals die van depylonen, trechtervormig verwijd voor plaatsing van ringen, diehet vollopen van de kanalen met specie moeten voorkomen. Inalle elementen (ook die van de pylonen) zijn aan de bovenkanttwee verzonken hijsogen ? 16 mm ingebetonneerd. In een reeksbinnenkolommen zijn tevens bronzen U-vormige bevestigings-middelen ingebetonneerd om de bronzen brugstaven, die namontage van de kolommen zijn aangebracht, te bevestigen.Alle elementen zijn gewapend met een kruiswapening 0 8-10,waarvan de betondekking ten minste 4 cm is genomen. De beton-samenstelling bedroeg 100 kg hoogovencement op 360 liter zanden grind. De korrelsamenstelling van de toeslagmaterialen iszodanig gekozen, d?t de maximale dichtheid van het beton isbereikt. Hoogovencement is genomen omdat dit cement weinigvrije kalk bevat, dus goed bestand is tegen de inwerking vanschadelijke stoffen in de lucht. Het betonoppervlak is niet mecha-nisch of chemisch behandeld.fig. 9. horizontale doorsnede over de vleugels met koppelings-. constructie (doorsnede A van fig. 5, blz. 775)fig. 10. aanzicht en plattegrond van de houten steiger voor demontage van binnenkolommen en pylonen en voor het ver-vaardigen van het torendakje (volgorde van de montagedoor cijfers aangegeven)Cement 10 (1958) Nr. 19--20De betonelementen zijn vervaardigd door N.V. Schokbeton teZwijndrecht. Behalve voor de koppen van de hierna beschrevenengelenfiguren zijn de elementen in houten mallen geschokt.Het torendakje is in normaal gewapend beton geconstrueerd.De randen vormen een ringbalk, terwijl de draagconstructie vande bovenbekroning (engelenfiguren en kruis) gevormd wordtdoor vier elkaar kruisende plaatstroken. In dit dakje zijn in hetmidden twaalf sparingen aangebracht voor doorvoering van dekabels van de engelenfiguren. Aan de onderkant zijn even veelconussen ingebetonneerd, terwijl in het midden een rond gat(? 80 mm) is uitgespaard voor doorvoering van de bliksem-beveiliging.De betonsamenstelling voor dit dakje bedroeg 50 kg portland-cement op 80 liter zand en 100 liter grind, terwijl een beton-dekking van 4 cm is aangehouden. Daar dit dakje na h?t gereed-komen van de bovenbekroning met Palesitvezelpasta is inge-smeerd en omdat een grijs oppervlak werd verlangd, zijn na aan-brengen van deze laag hierop gewapende schokbetonplaten aan-gebracht met een dikte van 14 cm. Deze platen zijn met messingoogankers opgehangen aan ingebetonneerde haken, in de zij-kanten van de opstand, waarop de elementen van het basementzijn geplaatst. Dit basement bevat 3 elementen (zie fig. 2), waar-van de onderste twee elk 2250 kg wegen, terwijl het over-gangselement een gewicht heeft van 2 900 kg (zwaarste element),Elk element is voorzien van 12 kanalen ? 50 mm voor doorvoeringvan kabels; in het midden bevindt zich een uitsparing ? 80 mmVoor de bliksemafleider.Het onderstuk van de engelenfiguren bevat twee elementen, dieook weer van de nodige sparingen zijn voorzien. In het bovensteelement zijn in de vier binnenkanalen aan de bovenkant conussenaangebracht, waardoor het mogelijk was het basement en hetonderstuk van de engelenfiguren over een lengte van 4 m metvier kabels te kunnen voorspannen. Hierdoor werd bij de verderemontage een stabiel onderstuk verkregen voor het opvangen vanmogelijke windstoten. De vier daarop volgende elementen zijnvan 8 kanalen voorzien en bevatten bovendien in het midden eensparing, groot 60x40 cm2, waarin later het kruis is geplaatst.Daar de vier koppen tezamen te grote afmetingen hebben en ookte zwaar zijn om gezamenlijk te worden gemonteerd, zijn zij invier stukken uitgevoerd. (Bovendien zou de vervaardiging vandit element uit ??n stuk grote moeilijkheden met zich mee-gebracht hebben.) Fig. 8 geeft een horizontale doorsnede over dekoppen, waaruit blijkt op welke wijze de vier stukken na montageonderling aan elkaar zijn verbonden. Per voeg zijn een tweetaltrekkoppelingen toegepast (blankstalen beugels), die na plaatsingvan de elementen met bouten zijn verbonden, waardoor hetmogelijk was de voegen aan te trekken. In genoemde figuur zijntevens de bronzen ankers te zien, waarmede de vleugels na plaat-sing van het kruis aan de onderbouw zijn bevestigd. De horizon-tale onderlinge koppeling van de vleugels blijkt uit fig. 9. In devleugels zijn daartoe uitsparingen gemaakt, waardoor de koppe-lingsconstructie gemakkelijk kon worden aangebracht en het aanelkaar verbinden door aandraaien van moeren mogelijk was.De koppelingsconstructie bestaat uit een koperen schetsplaafwaarop koperen opstanden zijn gelast. Teneinde de trekkrachtniet op de verticale ankerstaaf te krijgen werden aan de onder-kant van de schetsplaten buisjes gelast, die precies in de uit-sparing van de trekankers passen.MontageDaar deze basiliek een kruiskerk is, zodat de toren rondom doordaken is omgeven, gaf dit een groot aantal moeilijkheden bij demontage van de bekroning, zodat verschillende montageplannenzijn opgesteld.Voor herstel van oorlogsschade had aannemer Fa. I. Woud e n be rg& Zn. uit Rhenen/Middelburg boven het dak van het zuide-lijke schip een houten plankier gemaakt, dat opgelegd was ophouten portalen, waarvan de poten in de goten steun vonden.Bovendien was de toren ten behoeve van dit herstel in zijn geheelomgeven door een houten steigerwerk. Deze steigerwerkenwaren na het gereedkomen van de herstelwerkzaamheden blijvenstaan, eventueel ten behoeve van de afbouw van de torenspits.Daar genoemde aannemer uiteindelijk de bouw van de bekroninggegund werd, kon na versterking van deze steigerwerken hiervangebruik gemaakt worden.Op de gereedgekomen betonvloer 41,00 m+ werd voor demontage van de binnenkolommen en de pylonen een houtensteiger opgericht, waarvan in fig. 10 het aanzicht is gegeven.De poten van deze steiger bestonden uit drie baddings8x 18 cm2,die door ?" bouten aan elkaar verbonden werden.Cement 10 (1958) Nr. 19--20fig. II. schema van het vervoer, het hijsen en het monteret van deverschillende betonelementenOp welke wijze het vervoer van de elementen en de montage vande binnenkolommen en pylonen tot stand is gekomen, is in fig. 11schematisch aangegeven. Tegen het zuidelijke schip werd eenhijsschacht opgericht, waarmede het mogelijk was de elementente hijsen op de houten vloer boven dit schip (Ie hijs in fig. 11).Het vervoer van de elementen over deze vloer tot de toren vondplaats met een rolwagen, waarvoor een baan van U-profielenwas gelegd. Vervolgens werd het element aan een hijsbalk.(DIN26, lang 8? m) opgehesen langs de toren (2e hijs in fig. II) totboven de betonvloer op 47 m+. Daarna werd het element meteen 'tire-foretakel' naar binnen gehaald, hetgeen mogelijk wasdoordat de hijsblokken bevestigd waren aan een loopkat, die overde onderflens van het profiel verrijdbaar was.777De.elementen werden neergelaten op een rolwagentje en over debetonvloer gereden naar de hijsschachten. Boven de schachtwas een NPI8 op de steiger gelegd in een zodanige richting,dat het ophijsen (3e hijs in fig. II) naast de montageplaatsgeschiedde. Vervolgens werd het element met de loopkat verroldtot precies boven het hart van de kolom of pyloon en daarna lang-zaam op zijn plaats gebracht.Het aansabelen van de voeg geschiedde met een mortel I cementop 2 zand met een toevoeging van 3% betsil.De opgestapelde elementen werden met baddings tussen deschachten stevig geschoord, opdat bij mogelijke windstoten destabiliteit niet in gevaar zou komen.fig. IS. aanzicht en plattegrond van de houten steiger, opgerichtop het voltooide torendakje, ten behoeve van de montagevan het basement en de engelenfigurenIn de plattegrond van figuur 10 op blz. 776 is met cijfers de volg-orde van de montage van de binnenkolommen aangegeven,waarvan de kabels, nadat alle kolommen waren gesteld, aande bovenkant werden aangespannen. Daarna zijn de pylonenin de aangegeven volgorde gesteld en werden de kabels in detussenruimte van de vlamvormige be?indiging aangespannen.Onmiddellijk daarna vond de injectie van de kabels plaats met degebruikelijke injectiemortel (beide handelingen zijn verrichtdoor N.V. I.B.I.S. te Scheveningen).Van de verschillende hijsfasen geeft fig. 12 een foto van eenpyloonelement in de hijsschacht; fig. 13 van dit element in de 2ehijs, dus vanaf de houten steigervloer tot de vloer op 41 m+.Foto 14 geeft het ogenblik weer, dat een vlam in een der hijs-schachten (3e hijs) wordt opgetrokken om vervolgens op de reedsgestelde elementen te worden geplaatst. Enige van de aangebrach-te schoren zijn op deze foto duidelijk zichtbaar.Na de beschreven werkzaamheden werd de bekisting voor hettorendakje gesteld, nadat een reeks schakels (de 4e vanaf de vloerop 41 m+) voldoende verzwaard waren en hierop een houtenvloer was aangebracht. Na het aanbrengen van de wapening en hetstorten van dit dakje kon na enige dagen verharding wordenbegonnen met het hoger optrekken van de steiger. Fig. 15 geefthet aanzicht van deze steiger. Een viertal poten is geplaatst op eenstalen onderstuk, dat met ankers aan het dakje was verbonden.(Na afloop van de montage en het slopen van de steigers zijn dezeverwijderd). Foto 16 geeft een overzicht van de voltooide steiger,gezien vanaf de straat.De montage van de betonblokken van het basement en de ele-menten van de engelenfiguren vond plaats door deze op te hijsenvanaf de houten steigervloer tot aan de hijsbalk (2e hijs, 2e fase infig. 11). Een foto van het bovenste betonelement van het base-ment geeft fig. 17. Het blok is nog verbonden met de hijsinstal-latie en reeds geplaatst op een steenwagen. Nadat het blok wasbinnengehaald tot boven de montageplaats, werd het gevierd opde reeds gestelde blokken.Teneinde bij de verdere opbouw een stabiel onderstuk te ver-krijgen werd een aantal blokken met vier kabels na aanspannenonderling gekoppeld, zoals onder 'constructie' ook reeds isopgemerkt.Na het stellen van de kopelementen (foto 18 toont een kop-element, hangend in de hijstakel) en na de onderlinge verbindingdoor aandraaien van de moeren (zie dsn. fig. 8, blz. 776) konden deoverige acht kabels worden aangebracht, die na het aanspannenwerden ge?njecteerd.De hijsbalk werd daarna naar zijn vorige plaats teruggebracht(zie fig. 10) en vervolgens k?nden de bronzen buitenmantel en hetkruis worden opgehesen. Dit kruis is uit bronsplaat samengesteldmet een wanddikte van 5 mm. De buitenmantel diende om eenkoker te krijgen in de sparing van de blokken, waarin het kruiszuiver te lood kon worden geplaatst in het vlak Zuid-Noord.Nadat de koker precies was afgesteld werd de ruimte er om heenmet betonspecie volgestort. Het ophijsen van het kruis geschieddein twee fasen nl. eerst tot de betonvloer en vervolgens binnen desteiger tot het hoogste punt. Na plaatsing van het kruis in dekoker werd de ruimte tussen koker en kruis aan de bovenkantmet gietlood gedicht (zie fig. 5, blz. 775).Tenslotte kwamen de vleugels aan de beurt om gesteld te worden.De onderlinge horizontale koppeling toont fig. 9; de verbindingmet de onderbouw werd verkregen door het aandraaien van demoeren van de bronzen trekankers (fig. 5). In deze figuur istevens aangegeven op welke wijze een elastische verbindingtussen kruis en vleugels is verkregen, namelijk door het aanbren-gen van een plaat schuimplastic (dikte 16 mm) rondom het kruis,waarna de sparing met betonspecie is volgestort. Om inwaterente voorkomen is deze vulling met een loodslabbe afgedekt.Na deze werkzaamheden kon de steiger geleidelijk wordenafgebroken. Alle betonvlakken werden tegelijk met deze demon-tage tweemaal ingesmeerd met Ucefuge D 95, een produkt opbasis van siliconen, dat voor minstens vijf jaar een waterafstotendbuitenoppervlak garandeert. Dit produkt is ongevoelig vooratmosferische en chemische invloeden en voor temperatuur-verschillen.foto 16. de toren in de voltooide steigerfoto 17. het zwaarste blok van het basement opgehesen in deonderste hijsschacht en geplaatst op een steenwagenfoto 18. engelenkop hangend in de hijstakel779Cement 10 (1958) Nr. 19--20Foto 19 geeft tenslotte een foto van de gereedgekomen toren,gezien vanaf het kerkplein, nadat de toren geheel van de steigersontdaan was. Foto 20, die alleen de bekroning laat zien, geeft eenduidelijk beeld van het lijnenspel van deze toren.NabeschouwingDe montage van deze torenbekroning is met een betrekkelijkklein ploegje werklieden tot stand gekomen (totaal 7 man), dieonder goede leiding van de uitvoerder een team vormden, datgemiddeld 4 kolomelementen per dag op zijn plaats wist tekrijgen. De gehele bouwduur is daardoor betrekkelijk kort ge-weest (van juli '57 tot jan. '58), waarbij in totaal 157 elementenwerden gesteld met een gewicht van ongeveer 200 ton.Een voordeel van een dergelijk bouwsysteem is bovendien, dat debouwcontrole van de bouwplaats naar de fabriek is verlegd, waardit gemakkelijk kan plaats vinden, zoals controle van de wape-ning, de betonsamenstelling, het storten, en de ligging van dewapening in de gereedgekomen elementen. De betondekkingwerd met de wapenings-detector gecontroleerd.Toch zijn er ook bezwaren aan deze bouwwijze verbonden,namelijk dat bij het vervoer van de elementen, het lossen van dezeelementen van de vrachtauto en daarna het transport naar demontageplaats bij enige onachtzaamheid gauw scherpe kantenkunnen afbrokkelen of zelfs een zodanige breuk kan ontstaan,dat het element moet worden afgekeurd.foto 19. de St. Willibrorduskerk met de nieuwe torenbekroning(zie ook foto I, blz. 773)foto 20. de voltooide torenbekroningZo is bij het lossen van een kolomelement vanaf de vrachtauto, watmet een kraanauto plaats vond, door slingering bij het verrijdennaar de opslagplaats, in een uitstekend einde een scheur ont-staan, met gevolg dat dit element door een nieuw moest wordenvervangen. Door eerst de pylonen te stellen en daarna de laatstebinnenkolom (no. 16 in de plattegrond van flg. 10) is geen ver-traging in de bouw ontstaan.Voor het ontwerpen van verschillende constructiedetails werd demedewerking ontvangen van de heren ir. H. j. J. Engel en ir.F. A. Vreede, directeur resp. ingenieur van de Rijksgebouwen-dienst, afd. Constructie. Aan hen is het mede te danken, dat ernaar gestreefd is om het materiaal beton op dit fraaie monumentvan bouwkunst een zodanige kwaliteit te geven, dat het de tanddes tijds kan weerstaan.De aannemer komt alle lof toe, dat hij door zijn eenvoudigemethode van hijsen en van transport van de elementen en doorzijn vernuftige wijze van montage, deze bouw zo vlot heeft doenverlopen.Het is de beeldhouwer van de engelenfiguur, de heer W. Rijersuit Bergen, gelukt deze figuren een zodanige vorm te geven, dathet geheel, met uitzondering van de koppen, in een houten be-kisting kon worden gemaakt. Voor de vier koppen was eengipscontramal nodig. Daar de beeldhouwer het effect van zijnschepping op ware grootte wilde zien, zijn aan de hand van hetdoor hem geboetseerde model (schaal I : 10) de figuren in houtgetimmerd; daarna kon de contramal als bekisting wordengemaakt.Dat deze bekroning (de 7e van de reeks bekroningen, die dezetoren in de loop der jaren hebben getooid) voor blikseminslagen oorlogsgeweld gespaard moge worden, opdat over enigehonderden jaren de dan levende generatje mag ge-tuigen, dat beton ook een edel bouwmateriaal kanzijn voor monumenten van bouwkunst.Summary - Sommaire - Zusammenfassung p. 828Cement 10 (1958) Nr. 19--20Summary of p. 773-780The crown of the central tower of St. WMSi-hrorduV Church at Hulstby W. van der Schrier, Civ, Eng.The wooden steeple of the rather ancient St. Willi-brordus' Church at Hulst (Province of Zeeland)that had been destroyed during the second worldwar was recently reconstructed in concrete. Thedesign (originally not planned as a concrete con-struction) corresponds to the one which wasawarded first prize in a competition in 1952/53.The new crown of the steeple (fig. 2) consists of 8centre columns carrying a plinth and 4 angels'figures on top of it. In addition, there are 8 free-standing outside columns (so-called pylons).In order to ensure that the concrete would be ofa very high quality, the concrete centre columns,the angels and the pylons were made of prefabri-cated elements linked to each other by means ofFreyssinet cables. A total of 157 concrete elementswas prefabricated, hoisted and assembled. Thetotal weight of the construction amounts toapprox. 200 tons; the heaviest element weights2900 kg.The new spire necessitated the provision of someadditional constructions of reinforced concrete(i.a. the tower roof).The article describes design, construction andassembly, and various other data are enumeratedwhich have bearing upon this work.Endeavours were made to obtain a durable con-crete construction which, together with thismonumental church, could withstand the vicissi-tudes of the ages. For this purpose, the buildersused prefabricated elements of highly dense con-crete (shockcrete), linked by means of prestres-sing; furthermore, a water repellent, product (ona silicone basis) was applied.Sommaire des p. 773-780La couronne de la tour centrale de l'?gliseSt. Wiliibrord ? Hulstpor l'ing, W. van der SchrierLa fl?che en bois, d?truite pendant la deuxi?meguerre mondiale, de l'?glise assez ancienne de St.Wiliibrord ? Hulst en Z?lande a ?t? reconstruiteen b?ton. Le projet (ne pr?voyant pas d'origineune ex?cution eh b?ton) correspond au projet ?lulors du concours de 1952-1953. La nouvelle cou-ronne de cette tour (ill. 2) se compose de 8 colon-nes int?rieures portant un socle' avec 4 des statuesd'anges. En outre la tour comporte 8 colonnesext?rieures ind?pendantes, des soi-disant pylones.Afin de r?aliser la meilleure qualit? possible dub?ton les colonnes int?rieures comme les statuesd'anges et les pylones ont ?t? ex?cut?s en ?l?-ments pr?fabriqu?s, serr?s au moyen de c?blesFreyssinet. On afabriqu? un total de 157 ?l?mentsde b?ton, transport?s, puis hiss?s et assembl?sLe poids total de cette construction se chiffre ?env. 200 tonnes; l'?l?ment le plus lourd p?se2900 kg.La fl?che nouvelle a n?cessit? quelques construc-tions compl?mentaires en b?ton arm? (e.a. latoiture de la tour),Cet article d?crit son projet, sa construction etson montage; il cite divers d?tails de ces travaux.On a recherch? une construction du rable, en b?tonqui lui permettra, avec l'?glise m?me, de subsisterplusieurs si?cles encore; c'est ? cette fin qu'on aappliqu? des ?l?ments pr?fabriqu?s de b?ton ?haute densit? ('shoccrete'), renforc?s par un cou-plage en pr?contrainte et l'utilisation d'un pro-duit chimique hydrophobe ? base de silicones.Zusammenfassung von S. 773-780Die Ausendung des Vierungsturmes der St.Wiliibrorduskirche zu Hulstvon Dipl.-Ing, W. van der SchrierDie w?hrend des zweiten Weltkrieges zerst?rteTurmspitze der ziemlich alten St. Willibrordus-kirche zu Hulst (Provinz Zeeland) ist als Beton-konstruktion wieder aufgebaut. Der Entwurf (ur-spr?nglich nicht aus Beton gedacht) ist die pr?-mierte Einsendung auf die Preisfrage 1952-1953.Die neue Ausendung (Bild 2) besteht aus 8 Innen-s?ulen, die eine Betonplatte mit den 4 darauf ste-henden Engelfiguren tragen. Ausserdem sind 8freistehende Aussens?ulen, s.g. Pylonen, ange-bracht.Zwecks Erzielung einer sehr guten Betonqualit?tsind die Innens?ulen, die Engelfiguren und diePylonen aus pr?fabriziertem Beton angefertigt,die mithilfe von Freyssi n et kabel zusammenge-kuppelt sind. Im Ganzen sind 157 Betonelementefabriziert, transportiert, hoch gebracht und mon-tiert. Das Gesamtgewicht der Konstruktion be-tr?gt ca 200 Tonnen, das schwerste Element wiegt2900 kg.Die neue Turmspitze hat verschiedene erg?nzendeKonstruktionen aus Stahlbeton n?tig gemacht(u.a. das Turmdach).Der Artikel beschreibt den Entwurf, die Kon-struktion und die Montage. Hier?ber werdenverschiedene Einzelheiten mitgeteilt.Man war bem?ht, mittels der Verwendung vonpr?fabrizierten Elementen aus intensiv verdich-tetem Beton ('Schokbeton'), ferner dem Zusam-menkuppeln mithilfe von Vorspannung und demAnbringen eines wasserabstoszenden Pr?parates(basiert auf Siliconen) eine dauerhafte Beton-konstruktion herzustellen, die auf dieser monu-mentalen Kirche Jahrhunderte ?berdauern kann.Verzamelbandvoordejaargangen 1957 en1958In deze band kunt U door middel van een naaldsysteem, de edities van deze jaargangen tezamen voegen, waardoor U eenprachtig boekwerk verkrijgt.De prijs van deze band bedraagt f 4,90 per stuk, plus portokosten.Bestellingen kunnen worden gericht aan:ADMINISTRATIF. 'CEMENT', NIEUWE AC HTERGRAC HT 102-104, AMSTERDAM-CCHRISTIANi & NIELSEN N/v DEN HAAG - TELEFOON I83967*WEY'Voegenhand (op PVC basis) voor Dilatatievoegen
Reacties