BETONELEMENTENBOUW (III)Zoutloods II Van de Maatschappij tot Exploitatie VanKooksovengassen Mekog te IJmuiden3. De uitvoeringdoor J. F. de W?ldt, architectINLEIDINGHet is misschien nog niet algemeen bekend, dat mener de laatste tijd meer en meer toe overgaat, ombetonconstructies, die zich daartoe lenen, uit te voerenals elenientenbouw.De voordelen, welke hieraan verbonden zijn, springendirect in het oog, als wij denken aan het vele be-kisting- en steigerwerk, dat wordt bespaard. Daarechter dit artikel niet bedoeld is als pleidooi voordeze werkwijze, doch om een zuiver objectief oordeelte geven over de wijze van uitvoering, met alle daar-aan verbonden moeilijkheden, zuilen wij hierop nietverder ingaan.Een van de meest opmerkelijke bouwwerken, uit-gevoerd volgens dit systeem, is de tweede Zoutloods,gebouwd voor de N.V. Maatschappij tot Exploitatievan Kooksovengassen (Mekog) op haar fabrieksterreinte IJmuiden naar ontwerp en onder leiding van hetbouwbureau der N.V. Kon. Ned. Hoogovens en Staal-fabrieken te IJmuiden, uitgevoerd door de fa VanHattum en Blankevoort te Beverwijk.Bit object hebben wij als onderwerp van onze be-schouwing gekozen, om de zeer interessante bouw-wijze, welke hierbij is toegepast, o.a. door het gebruikmaken van vooraf gereedgemaakte tweedelige spantenmet een gewicht van 44 000 kg.Omstandigheden waaronder gebouwd werdTer plaatse gemaakte onderdelenFundering en onderbouwMontage betonelementenBescherming tegen chemische invloedenOMSTANDIGHEDENBe omstandigheden gedurende de bouwtijd van Aug.1947 tot Aug. 1948 hebben niet nagelaten haar stempelte drukken op de wijze van uitvoering. Voldoende ge-schoold personeel was zeer moeilijk te krijgen, zodater toe werd overgegaan, de uitvoering zoveel mogelijkte mechaniseren. Gebrek aan hout leidde er toe, ge-bruik te maken van eenheidsschotten voor de bekis-ting, bekleed met plaatstaal, dik 0,56 mm, om delevensduur te vergroten.Het geheel nieuwe systeem van ontwerpen en uit-voeren bleek een welkome stimulans te zijn voor allemedewerkers, om de dagelijks voorkomende pro-blemen afdoende op te lossen, en zodoende dit gigan-tische werk binnen de vastgestelde, zeer korte termijnvan 12 maanden tot een goed einde te brengen.Opmerkelijk was dan ook het enthousiasme, dat zowelbij de leiding als bij de arbeiders viel te constateren.Van deze loods, lang 100,00 m, breed 30,00 m en hoog23,00 m, zijn de onderdelen gedeeltelijk in het werkgestort, n.l. de funderingsplaat, breed 7,00 m, metschuin opstaande langswanden, hoog 7,00 m en dekopgevels over de volle hoogte. De spanten met gor-dingen, lichtkapramen en dakplaten zijn vooraf gereedgemaakt op de begane grond en daarna gemonteerd.Uit het werkprogramma bleek al dadelijk, dat de tijd,beschikbaar voor het maken van de betononderdelen,zo kort was, dat noodzakelijk een behoorlijk geoutil-leerde fabricageplaats moest worden ingericht. Alswerkvloer werden 2 betonplaten gestort, groot 40,00 ?? 5,00 m met tussenliggend smalspoor voor afvoervan gereed gekomen onderdelen.Over deze platen heen werd geplaatst een traversemontage van een zoutloods, uitgevoerd als betonelementen-bouw, op het terrein der N.V. Mekog te IJmuidenmoment tijdens het hijsen van de dakplatenmet 14,00 m overspanning bij een nuttige belastingvan 3 000 kg.HET MAKEN VAN DE DAKPLATENOorspronkelijk lag het in de bedoeling ,,kanaalplaten"te maken voor het dak. Hiervoor zijn echter gemaaktmassieve platen, 3,00 m ? 0,50 m, dik 10 cm. Welis-waar is hierdoor het materiaalgebruik iets groter, dochde besparing aan arbeidsloon weegt hier ruimschootstegen op, terwijl het grotere gewicht van de platengeen ongunstige invloed heeft op de afmeting derspanten.De platen dragen van spant op spant; de koppelingaan de spanten bestaat uit een aan weerszijden derplaat ingestort doorlopend buisje, dat over een in hetspant gestorte bout valt (zie afb. 1A).75afb. 1. detail van de oplegging der dakplaten op de spanten endetail van de voegconstructie tussen de dakplaten onderling (schaal 1:10)Dit is het begin van het grote probleem van de maatvoering. Enerzijds moet de speling in het buisje t.o.v.de bout zo gering mogelijk zijn, daar anders het ver-band in de langsrichting van het vak verloren gaat.Anderzijds is het toch wel zeer gewenst, dat er enigefoto 2. Een gedeelte van de wapeningspanten voor de Iangs-wand is gesteld en gelast aan de stekeinden der tunderings-plaat.foto 3. overzicht van de kabelbaan voor transport van debetonspecieBoven de kopgevel zijn de wapeningspanten zichtbaar. Hier doet hetmetselwerk tevens dienst als buitenbekisting.speling is, gezien het gevaar van het min of meer on-zuiver stellen van de bouten door de parabolischevorm van het spant. In de praktijk bleek de gekozenspeling van 6 mm goed te zijn, want op geen enkeleplaats behoefde tijdens de montage gehakt te worden.De afstand der bouten in de langsrichting van hetspant wordt bepaald, door na het gereedkomen van deeerste partij dakplaten een twintigtal uit te leggen enzodoende de juiste afstand proefondervindelijk vast testellen.Aan de aansluiting van de platen onderling wordenbijzondere eisen gesteld. In de loods is tijdens hetgebruik n.l. een kleine overdruk, om vochtige luchtvan buiten te weren. Deze aansluitingen moeten dusluchtdicht gemaakt worden, hetgeen op eenvoudigewijze geschiedt door de in afb. 1 aangegeven spon-ning, waarin stroken dakvilt worden geplakt. De vormvan de sponning is zodanig gekozen, dat bij de fabri-cage de bekistingsmallen gemakkelijk te lossen zijn.Tevens is er rekening mede gehouden, dat de lateraan te brengen voegvulling (1 cement -- 4 zand) goedis opgesloten.Het aantal te maken dakplaten bedraagt ruim 2 500.Aanvankelijk is bij de fabricage hiervan gebruik ge-maakt van een trilnaald: deze voldeed echter niet. Hetgebruik van een trilplaat gaf betere resultaten.Volgens een vooropgezet plan, rekening houdend methet tijdstip waarop de onderdelen gereed moeten zijnvoor montage, worden gelijk met de dakplaten, ophetzelfde werkterrein naast de zoutloods de overigelichte onderdelen gemaakt, zoals lichtkapspanten,lichtkapramen en gordingen.FUNDERING, LANGSWANDEN EN EINDGEVELSOp de bouwplaats zelf is men intussen druk in deweer. Hier moeten de zware funderingsplaten met op-staande wanden worden gestort. Mogen er al moeilijk-heden zijn bij de uitvoering van de funderingplaten,dan komen deze voort uit gebrek aan goed en vol-doende personeel. In het begin hebben wij reeds ver-meld, dat dit gebrek niet nalaat zijn stempel te druk-ken op de wijze van uitvoeren. Gezocht moet wordennaar eenvoudige uitvoering, waarbij weinig personeelnodig is. Dit is dan ook het kenmerk voor de geheleverdere bopw. De eerste stap in deze richting is hetplaatsen van een betonmolen van 1000 1 en een kabel-baan met verstelbare masten over de volle lengte vanhet gebouw (zie foto 2 en 3).De te storten hoeveelheid beton is zo groot en deplaatsen waar gestort moest worden, zijn zo legio,dat gelijktijdig op diverse plaatsen bekist, op andereplaatsen gevlochten en weer elders gestort kan wor-den. De kabelbaan is dus vrij regelmatig in gebruikvoor het betonstorten en zo er niet wordt gestort, isdeze baan in gebruik voor het verplaatsen van een-heidsbekistingschotten.Het beton wordt dus op ??n plaats bereid in de molen,76welke is opgesteld buiten het gebouw, ongeveerhalverwege de langswand. Voor de molen zijn tweesmalspoorbanen met wissels aangebracht, welke door-lopen over de volle breedte van het gebouw. Hierdooris het dus mogelijk, het beton bij iedere willekeurigestand van de kabelbaan onder deze baan te brengen.Het vervoer van het beton geschiedt door middel vantwee plaatstalen bakken met onderuitlaten. Op plattelorries worden deze bakken, elk met 3/4 m3inhoud,vervoerd van de molen naar de kabelbaan, hier aan-gehaakt en via de kabelbaan getransporteerd naar destortplaats.Als interessante bijzonderheid kan worden vermeld,dat hierbij gebruik is gemaakt van een microfoon-installatie. De bediening n.l. van de lieren van dekabelbaan vindt plaats bij ??n der masten; deze staanbuiten het gebouw. Als dus de eindgevels worden op-gebouwd, kan de bedieningsman van de lieren hetwerkterrein niet meer overzien en krijgt hij op ge-noemde wijze zijn orders door.Bij deze wijze van storten valt op te merken, dat on-danks de grote afstand, waarover de specie moetworden vervoerd en de grote hoeveelheid te stortenbeton, naar verhouding slechts zeer weinig arbeidersnodig zijn. Door gebruik te maken van een gecombi-neerde trechter voor zand en grind achter de molen,die steeds wordt bijgevuld met behulp van een stoom-kraan, werken aan deze zijde van de molen 1 machi-nist en 2 handlangers en op de molen 1 molenbaas.Voor het transport der bakken van de molen naarde kabelbaan zijn 2 handlangers nodig. De bedieningvan de kabelbaan vraagt 2 man. Wanneer men hierbijnog 4 man op stort rekent, dan komt men tot eentotaal van 12 man, hetgeen voor dit soort werk on-getwijfeld zeer gering is.Een tweede voordeel van het gebruik van de kabel-baan is, dat even gemakkelijk beton wordt gestort opde begane grond als op 20,00 m hoogte. Kostbarestortsteigers worden vermeden; alleen een eenvou-dige stalen steiger is voldoende. Deze doet dan tevensdienst voor het aanbrengen van de bekisting en hetvlechten van de wapening.BEKISTING EN WAPENINGVOOE DE LANGSWANDENSporadisch wordt tot op heden gebruik gemaakt vande wapening als steun voor de bekisting. Dat dezemethode voordelen biedt, in het bijzonder voor schuin-staande wanden, is wel gebleken bij de bouw van dezezoutloods. Voor de bekisting der langswanden eneindgevels is deze methode toegepast. In de voetplatenzijn voldoende stekeinden opgenomen, zodat de wa-pening van het opgaande gedeelte niet gelijktijdigmet de wapening van de voet gesteld behoeft teworden. Door de grote hoogte van de langswandenzou dit ongetwijfeld moeilijkheden geven. Het bijzon-dere, dat wij opmerken aan deze stekeinden, is: datom de 2,00 m zowel voor de binnen- als voor debuitenwapening een extra zware staaf, dik 32 mm,is ingestort. Aan deze zware stekeinden worden ge-construeerde spanten van betonstaal gelast (zie afb. 2en 4). Het zijn deze spanten, die steun geven aan delater aan te brengen wapening en bekisting. Hieruitblijkt dus wel, dat het geen verschil maakt, of dewand te lood of schuin komt te staan. De spantendienen volkomen zuiver gesteld te worden, omdathierdoor tevens de betonmaat is vastgelegd. ijschuine wanden komt er tijdens het storten een aan-zienlijke kracht op de spanten; ze mogen dus beslistniet doorbuigen. Deze doorbuiging is onderzocht, doorna het stellen van het eerste schuine spant een schiet-lood te bevestigen aan de top met een draad over devolle hoogte (7,00 m). Aan de top werd een lange lijnbevestigd, waaraan in horizontale richting door tienarbeiders werd getrokken. De afwijking van hetschietlood was hierbij nihil.Het betonstaal, nodig voor het maken van de spanten,is geen ,,verloren" materiaal. De buitenranden doenn.l. mede dienst als wapening voor de wand, terwijlhet resterende staal van het spant kan worden be-schouwd als vervanging van afstandhouders. Deoverige wapening voor de wanden wordt nu een-voudig tussen de spanten gevlochten, waarna de be-kisting kan worden aangebracht.77afb. 4. Detail van het bekistingssysteem voor de langswanden,waarbij de stempeling overbodig wordt door de toepassingvan gelaste wapeningspanten. (schaal 1 : 100)Deze bekisting bestaat uit houten eenheidsschotten,groot 2,00 ? 0,90 m, en dik 25 mm, met klampen,zwaar 6,5 ? 16,5 cm over de korte zijde van 0,90 m.Teneinde de levensduur te verlengen, zijn de schottenbekleed met plaatstaal ter dikte van 0,56 mm.Voordat de bekistingschotten worden aangebracht, be-vestigt men aan de spanten betonblokjes van 10 ?? 10 cm, ter dikte van de normale betondekking. Door-lopende baddings langs het binnen- en buitenschot,onderling gekoppeld door middel van centerpennen,houden de bekistingschotten op de juiste plaats. Delengte der schotten is dus gelijk aan de afstand derspanten, n.l. 2,00 m (zie afb. 4).Drie schotten worden gelijktijdig boven elkaar ge-steld. Als gestort is tot aan het bovenste schot, wordende twee onderste schotten weggenomen en op hetbovenste schot geplaatst. Nu kan weer worden gestort.Deze volgorde wordt steeds herhaald (zie foto 5). Degehele omtrek van de loods behoeft niet gelijktijdiggestort te worden. In elk der langswanden bevindenzich n.l. twee dilatatievoegen, welke de wanden indrie afzonderlijke delen splitsen. De beide eindwan-den worden, althans voor het onderste gedeelte, elkin twee delen gesplitst door de deuropeningen. Dezeomstandigheid biedt een goede gelegenheid zeerefficient te werken.foto 5. Overzicht van de langswand, nadat een gedeelte isgestort, een gedeelte in de bekisting staat en voor het overigedeel de wapeningspanten zijn gesteld.foto 6. Opstelling van twee formelen, waarop de parabolischebetonspanten zullen worden gemaakt.foto 7. Een gereedgekomen spant wordt van het formeelgelicht door middel van een traverse om vervoerd te wordennaar de montageplaats.foto 8. Een serie spanten ligt gereed voor de montage.Twee spanthelften worden reeds op de wand gelegd.Gelijktijdig kan dus op de ene plaats de wapeninggevlochten, op een andere plaats de bekisting gestelden op een derde plaats gestort worden. Het gehelewerk is zodanig te regelen, dat er steeds ergens kanworden gestort. Dit laatste is dan ook de leidraad ge-weest bij het opstellen van het werkprogramma.Hieraan worden alle overige werken aangepast.BEKISTING EN WAPENINGVOOE DE EINDGEVELSIn afwijking van de langswanden, die schuin geplaatstzijn, staan de eindgevels te lood. Deze gevels bestaanuit een betonwand, dik 60 cm, en zijn aan de onder-zijde enigszins verzwaard. De wand is aan de buiten-zijde bekleed met metselwerk, dik 22 cm. Het ligt dusvoor de hand, dat hierbij de buitenbekisting vervalt,omdat het metselwerk hiervoor dienst kan doen;alleen een binnenbekisting is dus nodig. Het systeemis overigens geheel gelijk aan dat van de langswanden;hier wordt n.l. ook de spantconstructie toegepast. Dewapening wordt dus weer eerst gesteld. Hierna wordthet metselwerk over 3 tot 4 m hoogte opgehaald, waar-bij gaten worden gespaard voor de centerpennen enankers worden ingemetseld voor een goede verbindingmet het later te storten beton. De binnenbekistingwordt nu gesteld en door middel van centerpennentegen de spanten aangetrokken. De reeds eerder be-schreven betonblokjes tussen spant en bekisting zor-gen weer voor een goede betondekking. Door beur-telings een gedeelte van de ene en daarna een ge-deelte van de andere eindgevel op te halen, kan ookhier weer een economische werkwijze worden bereikt.Voor het gedeelte van de gevel, dat zich verheft bovende langswanden, wordt steeds een hoogte van 3 tot 4 mstortklaar gemaakt en daarna gestort.Hier dient echter rekening gehouden te worden methet nog vrij verse metselwerk, zodat per dag geengrotere hoogte dan 1 m wordt gestort (zie foto 3).HET MAKEN VAN DE BETONSPANTENEen van de grootste problemen van de gehele bouw ishet maken van de betonspanten. Niet zozeer hetmaken op zich zelf, dan wel de plaats waar, en destand waarin deze moeten worden gemaakt. Ze zoudenop hun plat of op hun kant te storten zijn. In heteerste geval is het maken van kostbare formelenoverbodig. Toch is deze wijze van maken niet uit-voerbaar, omdat de spanten niet sterk genoeg blekente zijn, in deze stand opgepakt te kunnen worden.Aan het maken van formelen is dus niet te ontkomen.Aanvankelijk is gedacht, de spanten buiten de loodste maken. Dit heeft het voordeel, dat dan de ruimtein de loods geheel vrij is voor de montage; nadelenzijn echter het transport van de gereedgekomen span-ten over een grote afstand, het manoeuvreren met despanten, om door de deuropening weer in de loodste komen en het maken van een aparte stortinstallatie.Op grond van deze overwegingen is men er toe over-gegaan, de spanten in de loods te maken, waardoorde kabelbaan weer dienst kan doen voor het storten,en het transport tot een minimum wordt beperkt. Aan??n zijde van de loods worden twee formelen gemaakt,elk groot genoeg om er 9 spanten op te kunnen maken.Deze formelen zijn eikaars spiegelbeeld. De spantenliggen daardoor reeds ?n de juiste stand en behoevenniet meer te worden gedraaid (zie foto 6). De volg-orde op elk formeel is: drie spanten bekisten, driespanten vlechten en drie spanten storten. Na het af-voeren van gereedgekomen spanten komt dus weerplaats vrij voor het maken van nieuwe spanten. Hetstellen van bouten in de spanten voor de later tebevestigen dakplaten vergt, door de gebogen vorm,echter een zeer nauwgezette maatvoering.De beide uiteinden van de spanten zijn voorzien vaningestorte ,,spantschoenen"; deze zijn elk een onder-deel van een scharnier. De onderste schoenen komen terusten op in de wand ingestorte voetplaten, en moetendaardoor volkomen zuiver worden gesteld.De spanten worden na het verharden, door middel vaneen traverse, van het formeel gelicht en getranspor-teerd naar de plaats, waar ze gemonteerd moetenworden (zie foto 1). Hier worden ze op jukken ge-plaatst en geasfalteerd (zie (foto 8). De traverse isverrijdbaar door middel van lieren.78MONTAGE VAN DE SPANTENHet interessantste deel van de uitvoering van ditbouwwerk is wel het monteren van de spanten. In hetvoorgaande is besproken, hoe de spanten gemaakt,en op welke wijze deze getransporteerd worden naarde montageplaats. Nu breekt dus het grote momentaan, waarop het spant op de definitieve plaats, dusop de langswanden, wordt geplaatst. Enerverendeogenblikken zullen dit zijn. Nu zal blijken, of alle voor-zorgsmaatregelen juist genomen zijn. Er wordt vaakzo licht gedacht over de zorgen bij de uitvoering vanbouwwerken. Men verwacht niet anders, dan dat allesgoed loopt: er verrijzen immers zovele bouwwerken.Als een gebouw is afgebouwd, dan ziet men de uit-voeringsmoeilijkheden niet meer, maar op dit momentzit men er nog midden in. Spanning is er geweest bijhet maken van alle voorbereidingen. Nu echter stijgtdie ten top, want thans zal blijken, of de gekozenmethode de juiste is. Schoorvoetend zijn optimistischeplannen gemaakt, voor het plaatsen van 3 tot 4 span-ten per week. Zal dit tempo kunnen worden gehaald?Zonneklaar staat ons in deze ogenblikken voor degeest, dat het tot stand brengen van een dergelijkebouw slechts mogelijk is door een eendrachtig samen-werken van theoretici en practici, en dat de eenvou-dige man, die straks de lier bedient, even onmisbaaris als de rekenmeesters, die met veel zorg de bere-keningen hebben opgesteld.Om het verloop van de montage goed te kunnen vol-gen, is schematisch een serie momenten tijdens hethijsen aangegeven (zie afb. 9 A--H). Een viertal zwarelieren is nodig. Deze zijn zodanig ongesteld, dat zevoor het hijsen van elk der 32 snanten op dezelfdeplaats kunnen blijven staan. Ze ziin buiten de loodsgeplaatst; via voetblokken lopen de hijsdraden naarde masten. De plaats van de masten is zo gekozen,dat deze tijdens het hijsen niet meer verplaatst behoe-ven te worden. De masten zijn 30 m lang. Het ziindezelfde masten, die dienst hebben gedaan bij deeerder beschreven kabelbaan.De beginstand is aangegeven op afb. 9A. De tweesnanthelften liggen on de jukken gereed. Beide mastenziin in de juiste stand geplaatst. Deze gaan nu beidedienst doen voor het leggen van de eerste spanthelftop de muur. Hiertoe wordt gehesen met de draden1 en 3 (zie afb. 9, B): draad 2 hangt dus slan. Is dede spanthelft hoog genoeg boven de wanden, dan gaatdraad 2 dienst doen. Als hieraan wordt getrokken, zalde last zich naar rechts verplaatsen. Dit kan zo langdoorgaan tot draad 1 slap komt te hangen. De spant-helft komt dan met de draden 2 en 3 aan ??n mast tehangen. Na het vieren van deze beide draden komtde eerste spanthelft dus op de muur te rusten (z?eafb. 9, C). Op geheel overeenkomstige wijze wordtde tweede spanthelft gehesen (zie afb. 8, en 9, D) enneergelegd op de andere wand (zie afb. 9, E). Nu isde ligging van de snanthelften dus zo geworden, datelk der masten geheel zonder hulp van de anderemast een spanthelft kan hijsen door middel van tweelieren. Elke spanthelft weegt 22 000 kg. Geen wonderdus, dat er veel zorg wordt besteed aan het hijsmate-riaal, aan de doodbedden en aan de verankering derlieren. Ook het leggen van de stroppen om de spantenter plaatse van de hijspunten vergt veel aandacht. Zemogen niet kunnen verschuiven en het is beslistnoodzakelijk, dat de spanthelften tijdens het hijsen ineen volkomen zuiver verticaal vlak hangen, daaranders het verankeren van het spant na de definitieveplaatsing moeilijkheden geeft.Men komt nu in de grootste spanning. De eerste spant-helft wordt op de, in de langswand ingestorte, voet-plaat gesteld (zie afb. 9, F). Deze manoeuvre geschiedtondanks het grote gewicht van 22 000 kg, in de onge-looflijk korte tijd van 2 tot 5 minuten. Even laterwordt ook de tweede spanthelft op deze wijze gesteld(zie afb. 9, G). Beide spanthelften moeten in hetbovenste scharnierpunt tegen elkaar komen te rusten.Elk overbodig geluid wordt vermeden; slechts decommando's klinken. Vier lieren worden gelijktijdig79fig. 9. overzicht van de montage der spanten (schaal 1 :100)foto 10. Montage van het eerste spant, even voordat hetbovenste scharnier in elkaar grijpt.bediend. Tergend langzaam zakken nu de topeindennaar elkander (zie foto 10), tot ze steun aan elkaarhebben gevonden. Een zucht van verlichting wordt ge-slaakt door alle medewerkers en spontaan wordenhanden gedrukt. Een groots werk is met succes be-kroond. Het eerste spant staat (zie afb. 9, H). Zeldenis een vlag met meer voldoening op een bouwwerkgeplaatst, als op dit moment geschiedt.De onderlinge afstand van de spanten is 3,04 m, even-als de afstand van het eerste spant tot de kopgevel.Het koppelen van het eerste spant aan de kopgevelen van de spanten onderling geschiedt direct na demontage tijdelijk met zware hoekstalen. Eendankbaar gebruik wordt hierbij gemaakt van de reedsingestorte bouten, welke t.z.t. dienst zullen doen voorverankering van de dakplaten. Deze dakplaten nemendus de functie van de hoekstalen over (zie foto 11).Het monteren van de overige spanten gaat geheel vol-gens het tevoren opgestelde plan. Het tempo van 3tot 4 spanten per week wordt werkelijk gehaald; inzeer korte tijd worden dus alle 32 spanten geplaatst.Slechts 6 man zijn nodig om dit belangrijke onderdeelvan het bouwwerk uit te voeren.HET MONTEREN VAN DE DAKPLATENHet stellen van de spanten wordt op de voet gevolgddoor het monteren van de dakplaten, de gordingen ende lichtkozijnen. Voor dit doel wordt op de reeds ge-plaatste spanten een traverse gebouwd met aan beidezijden een lange arm voor lasten tot 300 kg (hetgewicht van een dakplaat) en een korte arm voorlasten tot 3 000 kg (het gewicht van een lichtkozijn)(zie foto 11).Gelijktijdig kan dus aan beide zijden van de kapworden gedekt, terwijl boven het volgende veld reedsde lichtkozijnen worden geplaatst. Een voor iederehoogte verstelbaar rolsteigertje doet dienst bij hetleggen van de dakplaten. Dit steigertje is bereikbaardoor middel van een listig geconstrueerde stalen lad-der, welke in horizontale richting verrijdbaar is overde reeds gemonteerde dakplaten (zie foto 11). Doorde ver doorgevoerde mechanisatie zijn ook voor detoto 11. overzicht tijdens de montage der betononderdelenDe beide kopgeveis zijn gereed, een gedeelte der spantenis gesteld en de dakplaten worden gelegd.foto 12. Het laatste spant wordt gemonteerd.De tijdelijke koppeling van de spanten door middel vanzware hoekstalen is duidelijk zichtbaar.80foto 13. algemeen overzicht tijdens de montage van de spantenuitvoering van deze werkzaamheden weinig arbeidersnodig.Op de duur wordt alles routinewerk; met verwonde-ring vraagt men zich af bij het plaatsen van het laatstespant (zie foto 12), hoe het mogelijk was, dat, bij hetplaatsen van het eerste spant, de zenuwen zo tot hetuiterste waren gespannen.Het verdient wellicht aanbeveling de bovenomschre-ven montage ons nog eenmaal in vogelvlucht voorbijte laten gaan. Beschouwen wij daartoe foto 13.Op de voorgrond is de fabricagewerkplaats van despanten. De traverse licht juist een gereedgekomenspant van het formeel, om het te plaatsen op de ge-reedstaande jukken midden in de loods. Hier bevindtzich reeds een serie gereed voor de montage. Duidelijkis te onderscheiden, welke delen der spanten geasfal-teerd zijn. Op de achtergrond staat de gereedgekomenkopgevel en aan de bovenzijde van de langswandenzijn de ingestorte voetplaten zichtbaar, waarop despanten komen te rusten. Een aantal spanten is ge-plaatst. In de rechthoekige kastjes aan de zijkantenhiervan komen de gordingen te dragen.Op de geplaatste spanten bevindt zich de traverse voorhet leggen van de dakplaten.Op de beide spanthelften zijn de lichtkapspantjesduidelijk te onderscheiden. Deze zijn even voor hethijsen op beide spantdelen op de grond gemonteerd.BESCHERMING TEGEN CHEMISCHEINVLOEDENOm het beton te beschermen tegen de invloed van hetzout (kalkammonsalpeter) worden alle in het zichtkomende betonvlakken in de loods bekleed met eenlaag asfaltbitumen, dik 3 mm. Het aanbrengen vandeze laag op grote hoogte geeft veel bezwaren. De nugevolgde bouwwijze biedt een mooie gelegenheid, allete monteren onderdelen op de grond te asfalteren.Alleen eventuele beschadigingen aan de bekledingdoor de montage veroorzaakt, behoeven nu nog slechtsin het werk te worden bijgewerkt. Dit geeft een aan-zienlijke tijd- en geldbesparing.RESUMEREND kan worden gezegd, dat de gevolgdebouwwijze klaarblijkelijk zeer veel voordelen biedt.Het werken op grote hoogte wordt tot een minimumbeperkt. De montage kan in korte tijd geschieden.De bouw van kostbare steigers wordt vermeden. Doorhet tevoren gereed maken van de betonnen onder-delen wordt zeer veel kostbare bekisting bespaard.Door de bijzondere wijze van bekisting der wandenkan de stempeling geheel vervallen. Een nauwgezettecontrole op de maatvoering blijft een eerste vereiste,terwijl een zorgvuldig, weloverwogen werkprogram-ma noodzakelijk is voor een rendabele bouw.81
Reacties