BETONELEMENTENBOUW (I)Zoutloods II van de Maatschappij tot Exploitatie vanKooksovengassen Mekog te IJmuiden1. Motivering van hel materiaaldoor Ir. A. J. van Walraven c.i.Toen door de N.V. Maatschappij tot Exploitatie vankooksovengassen Mekog te IJmuiden in de tweedehelft van 1946 het besluit werd genomen om tot eenz??r omvangrijke uitbreiding van haar fabrieksinstal-laties over te gaan, werden door de N.V. Kon. Nederl.Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden alreedswerken uitgevoerd, -- betrekking hebbende op herstelvan oorlogsschade, fabrieksuitbreidingen en comple-teringen --, waarbij niet alleen uit de naaste omgevingafkomstige bouwvakarbeiders hun emplooi haddengevonden, maar bovendien nog een niet onbelangrijkeimport van arbeidskrachten uit Haarlem, Amsterdamen Alkmaar noodzakelijk was om bij de uitvoeringeen redelijk bouwtempo te kunnen verkrijgen. Doorhet besluit van de Mekog dreigde dus een onder-bezetting van alle in uitvoering zijnde werken teontstaan.Voor wie geen vreemde in Jeruzalem is, zal het nietmoeilijk zijn in te zien, dat een dergelijke situatie-- gezien van de zijde van de principaal-- erg onbe-hagelijk is. De vraag overtreft het aanbod; er wordenallerlei condities gesteld, die in een geleide economieniet thuis horen, met het gevolg, dat de prijzen stijgen.Wanneer de opdrachtgever niet oppast, kan hij danin een ongunstige positie komen te verkeren.Voorzien kon dus worden, dat om de Mekog te kunnenhelpen, zeer bijzondere maatregelen moesten wordengenomen, wat betreft de voorziening van de werkenmet een voldoend aantal werkkrachten.De zozeer door oorlogsgeweld getroffen streek kondeze niet meer opleveren, zodat de import van,,vreemde" arbeidskrachten moest worden vergroot.Dit leverde evenwel loonconflicten op; Haarlem enAmsterdam zijn gemeenten, die in een hogere loon-klasse zijn ondergebracht dan Velsen en Beverwijk.Behalve het hogere uurloon en de vergoeding van dereis?ren, die tezamen leidden tot een belangrijk hogerweekinkomen, waren bovendien de prestaties vandeze ,,vreemde" arbeiders, -- de goede niet te na ge-sproken --, over het algemeen verre van bevredigend.Als gevolg hiervan werd de arbeidsrust voortdurendverstoord -- weliswaar niet door open conflicten,zoals stakingen e.d. -- maar toch wel door discussies,langzaam-aan-acties, weigeringen tot het verrichtenvan overwerk en meer dergelijke symptomen, die allevoortkwamen uit een ongezonde toestand.Een Commissie, bestaande uit de ter plaatse werk-zame werkgevers en vertegenwoordigers van de be-sturen van de bouwvakarbeidersbonden, terzijdegestaan door autoriteiten en deskundigen van het VIedistrict van de Arbeidsinspectie en het College vanRijksbemiddelaars, onder voorzitterschap van debouwdirectie, tezamen meer dan 40 personen, zettezich, bij de jaarswisseling van 1946 op '47, aan hetwerk om voorstellen te formuleren, die tot een be-vredigende oplossing van de moeilijkheden zoudenleiden.Door zich te splitsen in een viertal subcommissies,die ieder een onderdeel van het vraagstuk bestudeer-den, was het voor de Plenaire Commissie mogelijkom in de zeer korte tijd van ongeveer ??n maand eengedocumenteerd rapport samen te stellen, dat doorde Commissie van Redactie na een mondelinge toe-lichting aan de voorzitter van het College van Eijks-bemiddelaars werd overhandigd.Door de medewerking van de Regionale Commissie,die door de voorzitter en secretaris ook in de PlenaireCommissie vertegenwoordigd was geweest, de Stich-ting van de Arbeid en het College van Kijksbemidde-laars, kwam ten slotte op grond van het uitgebrachterapport een Beschikking tot stand, waardoor voor debouwvakarbeiders de mogelijkheid werd geopend omdoor het werken in tarief hun weekinkomen -- af-hankelijk van de geleverde prestatie -- te verhogenmet ten hoogste 25% van het normale weekinkomen.Gemiddeld is op grond van deze beschikking 20 tot22% oververdienste per week aan de bouwvakarbei-ders uitbetaald.Door deze regeling is de arbeidsvrede gedurende meerdan twee jaar duurzaam verzekerd geweest, terwijlde prestatievermeerdering eveneens een niet teonderschatten, gunstige invloed op de sfeer op dewerken heeft uitgeoefend.Niet onvermeld mag blijven, dat het welslagen vandeze gemeenschappelijke actie voor een groot gedeeltete danken is geweest aan de plaatselijke Arbiter, diein de uitoefening van zijn moeilijke en veel beleidvergende taak trouw terzijde is gestaan door deC.B.A.B. (Commissie tot Behartiging van de AlgemeneBouwbelangen), welke Commissie ??nmaal per maandvergaderde en die -- op grond van clausules in de be-stekken -- beschikte over uitgebreide bevoegdhedenom zo nodig de strikte naleving van de Beschikkingen de op grond daarvan getroffen detailregelingen afte dwingen.Hoewel in deze Commissie, die bestond uit de ver-tegenwoordigers van de ,,grote en kleine" aannemers,de arbiter en de bouwdirectie, zo nu en dan welharde woorden zijn gesproken, waarbij onverbloemduiting werd gegeven aan afwijkende zienswijzen, ishet toch mogelijk gebleken, door dit onderlinge over-leg tot een over de gehele linie uniforme toepassingvan de Beschikking te komen, en om ,,vrije" interpre-taties te achterhalen en te elimineren.Dank zij de arbiter en het goede functionneren vandeze Commissie is de arbeidsrust steeds gehandhaafdgebleven.Vrijbuiterij, het grote euvel in dergelijke situaties, issteeds direct en zonder pardon de kop ingedrukt.Hieruit blijkt, dat een bouwmeester, die de verant-woordelijkheid draagt voor werken, waarop in despitstijden van het seizoen meer dan 2 000 bouwvak-arbeiders hun emplooi vinden, zijn taak, in net alge-meen belang, allerminst kan beperken tot het ontwer-pen en toezicht houden op de uitvoering van de bouw-objecten, maar veeleer eerst orde moet scheppen inde omstandigheden, waaronder gewerkt moet worden.Uiteraard moet dit geschieden op een democratischewijze, waarbij door ALLER medewerking spanningentot dragelijke verhoudingen worden teruggebracht enwaarbij door het herstelde wederzijdse vertrouwen devreugde in de arbeid terugkeert.Ondanks de verhoogde werfkracht van het tariefloonen de toevloed daardoor van nieuwe arbeidskrachten,de prestatievermeerdering en -- dit was een onder-werp op zichzelf -- de aangebrachte verbeteringen inde locale huisvestingsmogelijkheden in de zwaar dooroorlogsgeweld getroffen streek, is toch van meet afaan rekening gehouden met het feit, dat alleen doorde spreiding van het werk over een groter deel vanNederland de remmende invloed van het locale enprovinciale tekort aan bouwvakarbeiders kon wordenoverwonnen. Deze zienswijze houdt in, dat alleen dat-gene ter plaatse wordt verricht, wat beslist niet elderskan worden gemaakt.Gesteund door economische ervaringen, opgedaan bijalreeds uitbestede gebouwen, is daarom consequenten principi?el het volgende constructieschema voorde nieuwe gebouwen vastgesteld: stalen skeletten,10afb. 1. Zoutloods II van de Mekog, gezien van het Zuidoosten afdragende op betonnen fundamenten, bekleed met?-steensmetselwerk, dat aan twee zijden is afgevoegd(ter beperking van het werk van de stucadoors) enafgedekt met bimsbetonnen kasettenplaten.De stalen gebouwskeletten en de bimsbetonnen kaset-tenplaten zijn elders gemaakt, en alleen ter plaatsegemonteerd en afgewerkt. De fundamenten van degebouwen en van de machines en de afbouwwerk-zaamheden moesten natuurlijk geheel ter plaatseworden gemaakt en verricht.Op deze algemene regel zijn evenwel BEWUST uit-zonderingen gemaakt. In eind 1946 begin 1947 was hetz??r moeilijk om de profielen, platen en strippen voorde stalen skeletten geleverd te krijgen. Men moestlevertijden van 8 tot 10 maanden af walswerk accep-teren. Verder konden uiteraard de ontwerpers voorde machinale en electrische installaties eerst na ver-loop van vele maanden bindende gegevens verstrek-ken over de groepering en plaatsing van deze instal-laties. Tenslotte moesten de eenmaal aangetrokkenbouwvakarbeiders aan de gang blijven, omdat anderseen ongewenst Verloop van de geschapen organisatieen het vertrek van arbeiders naar elders hiervan hetgevolg zouden zijn geweest.Gegeven de hierboven vermelde feiten, was het vangroot belang om DIRECT te beginnen met de uitvoe-ring van die objecten, die in hoofdzaak door de bouw-directie zelf konden worden ontworpen en vastgesteld,m.a.w. van die objecten, waarvan de civiel-technischeof bouwkundige constructies van bepalende invloedzijn op de completerende machinale inrichtingen vande installatie.Een van deze objecten was de in afb. 1 weergegevenzoutloods van de Mekog.De levering van betonstaal, bakstenen en in beperktemate van bekistingshout kon door de materiaalcom-missie, die wekelijks vergadert en de supervisie heeftover alle materiaalleveringen voor de bouw, in nauwesamenwerking met de Dienst voor de Wederopbouw,vrij vlot tot stand worden gebracht, zodat de aan-nemer vrijwel direct na het verlenen van de opdrachtmet de uitvoering kon beginnen.E?n van de redenen, waarom-deze zoutloods in ge-wapend beton is uitgevoerd, is dus van organisatori-sche aard. Men kan deze keuze niet los zien van degeschetste algemene situatie op de locale markt inmedio 1947. Door aldus te handelen -- en dit geschied-de vanzelfsprekend met nog meer objecten -- werdeen doelmatige spreiding van het locale werk alsfunctie van de tijd bevorderd.Hierdoor toch immers werd bereikt, dat althans dezeobjecten gereed zouden zijn op het moment, dat deontwerpers van de machinale en electrische installa-ties op een later tijdstip hun noodzakelijke gegevensvoor de resterende gebouwen zouden kunnen mede-delen.Hoewel deze opslagloods voor kalkammon-salpeterpas het allerlaatst van de nieuw te maken gebouwenin bedrijf behoeft te gaan, is zij toch v??r alle anderegebouwen gereed gekomen. Dit heeft voor de Mekognog het bijkomstige voordeel opgeleverd, dat dezeloods tijdelijk als magazijn voor alreeds afgeleverdemachines kon worden gebruikt, die pas op een latertijdstip kunnen worden gemonteerd.Er zijn evenwel nog andere redenen, waarom dezeloods in gewapend beton en niet in staal of in houtis gebouwd.De trogwanden, die het zout keren, d.w.z. de wandentot aan de hoogte van de goot (zie afb. 1), moetenuiteraard van gewapend beton worden gemaakt, zodatalleen nog de vraag moet worden beantwoord, waar-om nu juist voor de overkapping het bij uitstek zozware materiaal beton is gebruikt.Hout is chemisch goed bestand tegen nitraten,,maarwordt op de duur door de inwerking van het zoutstoferg brandgevaarlijk. In het laboratorium kunnen11proeven worden verricht, waaruit blijkt, dat zelfont-branding bij 30 tot 40?C te vrezen is. In de practijkvalt dit wel mee, ofschoon toch voorzichtigheid ge-boden blijft. Bovendien was medio 1946 het hout zoduur en de levering zo onzeker, dat het maken vaneen houten overkapping niet ernstig in overwegingis genomen.Daar komt nog bij, dat de Mekog zo nodig gedroogde,warme lucht wil kunnen inblazen, zodat door eenkleine overdruk in de loods de toetreding van vochtigebuitenlucht wordt voorkomen. Nu levert het lucht-dicht maken van een houten loods grote bezwarenop, die niet blijvend en afdoende kunnen wordenopgelost.Beton en staal worden beide door nitraten aangetast.Beide materiaalsoorten moeten dus tegen de inwer-king van de zoutstof worden beschermd; niet zo maardoor twee of drie lagen verf, maar door een dikkeen dichte asfaltering.Ondanks de zorgen, die aan de asfaltering wordenbesteed, zal op de duur het zoutstof toch tot de onder-grond doordringen. Kleine ingesloten luchtblaasjes,die opengaan, beschadigingen en veroudering van deasfalt e.d. kunnen als oorzaken hiervan worden ge-noemd. Bij beton gaat dan door de degeneratie vanhet betonoppervlak de asfaltlaag afbladderen.De witte plekken, die in het overigens zwarte opper-vlak goed zichtbaar zijn, waarschuwen dat herstel-maatregelen moeten worden getroffen.Hoe is nu de aantasting bij staal?Hierbij ontstaat helemaal geen schurftig oppervlak.Integendeel, vrijwel zonder uiterlijke waarschuwingontwikkelt zich een NITBAATBROSHEID, die opverraderlijke wijze tot een catastrophe kan leiden.De afbeeldingen 2, 3, 4 en 5 geven de resultaten weerafb. 2 en 3. corrosiescheuren in bouten van de Kalksalpeterfabriek. 0,075 koolstof; vergroting 200xafb. 4 en 5. corrosiescheuren in een balk van de Kalksalpeterfabriek. 0,06 koolstof; vergroting 200x12van een me tallografisch, microscopisch onderzoek vaneen aan nitraatbrosheid lijdende staalconstructie vaneen gebouw.Duidelijk kan men de splijtvlakken waarnemen, dietussen de staalkristallen ontstaan. De corrosie is danook INTERKRISTALLIJN.Uit deze microscopisch kleine scheurtjes ontstaan opde duur grotere scheuren, die pas in een vergevorderdstadium voor het blote oog waarneembaar worden;de afbeeldingen 6 en 7 geven hiervan een voorbeeld.Dit proces van de scheurvorming moet men zich m.i.als volgt voorstellen:Nadat door de interkristallijne corrosie op sommigeplaatsen de samenhang van de staalkristallen is ver-stoord, ontstaan door mechanische oorzaken, -- blij-vende of toevallige belastingen van de constructie --,grote, zichtbare scheuren. Deze zichtbare scheurentreden dus op als de toestand al kritiek is.Merkwaardig is, dat bouten in veel sterker mate danklinknagels door deze nitraatbrosheid worden be-zocht.Verder moet er op worden gewezen, dat de aange-taste balken, kolommen, windschoren e.d. in een be-staande fabriek te IJmuiden, die onder nitraatbrosheidte lijden hebben, vrijwel niet zijn geroest, terwijl dezichtbare scheuren meestal voorkomen op de plaatsenvan de grootste doorbuiging.Het is hier niet de plaats om verder op deze merk-waardige nitraatbrosheid van staal in te gaan. Menmoet zich dit verschijnsel trouwens ook weer niet tedramatisch voorstellen. Met aangetaste balken zijnuitvoerige belastingproeven verricht, waarover tezijner tijd nog publicaties zullen volgen. Wel blijkthieruit, dat men zich de nitraatbrosheid van een balkniet moet voorstellen als de achteruitgang van dekwaliteit van het materiaal van de balk over de vollelengte, maar als een zuiver plaatselijk optredendedegeneratie met alle gevolgen van dien.RESUMERENDE is derhalve voor de overkappingvan deze zoutloods het materiaal beton gekozen, omdat:1e het wegens organisatorische redenen noodzakelijkwas om in 1947 alreeds met de bouw te beginnen,waarbij voor betonstaal belangrijk kortere lever-tijden af walswerk konden worden bedongen danvoor profielstaal, platen en strippen;2e beton wel is waar niet bestendiger tegen de aan-tasting door nitraten mag worden genoemd danstaal, maar wel een corrosiebeeld vertoont, datmeer spectaculair is en daardoor in dit geval -- bijeen goed onderhoud -- op de duur kleinere risico'svoor de standzekerheid oplevert dan staal.Op een studiereis in Belgi? in het voorjaar van 1947rijpte bij mij de overtuiging op welke wijze dezeloods zou worden gebouwd:De om de slechts 3,00 m geplaatste, parabolische drie-scharnierspanten (gewichtsbeperking!) (zie de fotoop blz. 2) maken het gebruik van gordingen overbodig,waardoor een eenvoudig montageschema wordt ver-kregen.Door de kopwanden als vaste punten te gebruikenvoor het opnemen van de langskrachten, kunnen --eveneens ter wille van een eenvoudige montage --langsverbanden worden ge?limineerd.Door alle onderdelen van de overkapping ter plaatseen op de grond te maken, worden besparingen ver-kregen op het verbruik van bekisting, stempelhouten op de transportkosten, terwijl beschadigingen wor-den voorkomen, en alle asfalteringen met zorg enonder behoorlijk toezicht kunnen worden uitgevoerd.Door de heer J. de Haan is het ontwerp op bewonde-renswaardige wijze in een definitieve vorm gegotenen verder uitgewerkt. Een dergelijke arbeid moet bijeen ,,montagebouw" niet worden onderschat.Door de heer J. F. de Wildt is met vernuft en toe-wijding het toezicht op de bouw uitgeoefend, terwijldoor de aannemer in een waarlijk grootse stijl hetwerk is uitgevoerd.Voor de lezer, die belang stelt in betonelementenbouwkan ik verwijzen naar de artikelen van de heren DeHaan en De Wildt, die ieder een beschrijving in detailszullen geven van het door hen verzorgde gedeelte vandeze bouw in de komende nummers van ,,Cement".afb, 6 en 7. geconstateerde scheuren in een U-NP 22 eneen I-NP 24 van de Kalksalpeterfabriek13
Reacties