ir.G.OffringaDosbouw Algemene opzet voor deuitvoeringInleidingToen in 1974 besloten werd de afsluiting vande Oosterschelde te veranderen in een storm-vloedkering, werd het door het Rijk nuttiggeacht de toen bestaande aannemerscombi-natie DOS uit te breiden en aan te vullen metervaring uit de droge sector. Aldus kwam decombinatie Dosbouw tot stand, die van meetaf aan bij het bouwen van de stormvloedke-ring betrokken werd, ook in de ontwerpfase.Dit vroegtijdig inschakelen had het grotevoordeel dat reeds in het eerste stadium eenwisselwerking ontstond van idee?n tussenontwerper en uitvoerder. Ook konden geza-menlijk de hoofdrandvoorwaarden van hetproject: techniek, tijd en geld onder controleworden gehouden.Het is de bedoeling van dit artikel om de alge-mene opzet van de uitvoering van de storm-vloedkering van Dosbouw-zijde toe te lichten.Getracht wordt dit te doen aan de hand van devolgende onderwerpen:? opbouw van het uitvoeringsapparaat (Dos-bouw);? relatie Rijk-Dosbouw;? voorbereidingen;? uitvoering.Opbouw van het uitvoeringsapparaatDosbouw is een combinatie waarin acht vande grootste Nederlandse aannemers deelne-men. Door de fusie van Volker en Stevin is ditaantal teruggelopen tot zeven.Door middel van een raamcontract heeftDos-bouw zich tegenover het Rijk verplicht een -toen nog - in vorm nader te bepalen storm-vloedkering te bouwen. De relatie van Dos-bouw met de diverse partners en de hoofdlij-nen van de interne structuur zijn aangegevenin figuur 1.In het algemeen wordt de staf van Dosbouwopgebouwd uit medewerkersvan de partners;voor algemeen en administratief personeelwordt ook wel een beroep gedaan op de lokalearbeidsmarkt. Via commissies en adviseurskan de werkdirectie zich laten bijstaan doorspecialisten, zonder deze zelf in de organisa-tie op te nemen. Om de staf in het hoofdkan-toor te Burghsluis (ongeveer 250 medewer-kers) te beperken, worden ook wel deelop-drachten bij de partners uitgewerkt.De werkelijke uitvoering is pas kort geleden(1978/1979) begonnen en het aantal CAO-Cement XXXI (1979) nr.12personeelsleden is daarom nog betrekkelijkklein; ongeveer 500. Verwacht wordt dat in dejaren '81-'82 dit aantal zal kunnen toenementot ongeveer 1500.Bij de opbouw van het uitvoeringsapparaatDosbouwvalt, technisch gezien, in deorgani-satie een vrij scherpe scheiding tussen 'natte'en 'droge' werken op te merken. Natte werkenzijn in hoofdzaak die werken die op of onderde waterlijn plaatsvinden; droge werken zijnin principe de betonconstructies. Uiteraardzijn er grensgebieden die met meer of minderlogica 'nat' of 'droog' heten. Zo is bijv. hetplaatsen van de pijlers in de sluitgaten 'nat' enhet heien van de ankerpalen in de sluitgaten'droog'. Zowel het natte als het droge grond-verzet in de bouwputten is 'nat'.Relatie Rijk-DosbouwUiteraard bestaat er een intensieve relatie tus-sen het Rijk en Dosbouw. Bij deze relatie zijnversch illendeaspecten teonderscheiden als:? contractuele aspecten;? technische aspecten;? algemene controle op de bouw van destormvloedkering;? uitvoeringsaspecten.ContractueelTussen Dosbouw en het Rijk is een raamover-eenkomst gesloten waarin eerstgenoemdezich verplicht een nog nader uit te werkenstormvloedkering te bouwen, die niet laterdan 30 september 1985 bedrijfsgereed zalzijn. In deze raamovereenkomst zijn spelre-gels opgenomen volgens welke deelovereen-komsten gesloten kunnen worden vooronderdelen die klaar zijn voor uitvoering. De-ze deelovereenkomsten worden niet alleenopgesteld opbasis van bestek en tekeningen,doch ook met een wederzijds overeengeko-men werkmethodiek.Alvorens tot een deelovereenkomsttekomen,stellen zowel het Rijk als Dosbouween begro-ting op die bij het Rijk 'raming' wordt ge-noemd en bijDosbouw 'prijsaanbieding'. De-ze begrotingen worden onafhankelijk van el-kaar gemaakt, doch hebben een gemeen-schappelijke grondslag door het van tevorenbespreken van de werkmethodieken en het inte zetten materieel. Liggen raming en aanbie-ding niet te ver uit elkaar, dan wordt de over-eenkomst gesloten. Is het verschil te groot,dan wordt dit geanalyseerd en -zo mogelijk~546bijgesteld. Een verschil kan bijv. ontstaandoor het verschillend beoordelen van risico's,verschil in gehanteerde normen, kosten in hetalgemeen. Blijkt het verschil niet te overbrug-gen, dan voorziet de raamovereenkomst in demogelijkheid het werk, of gedeelten ervan, innacalculatie uit te voeren en de definitieveaanneemsom naafloop vast te stellen, dan welin onderaanneming te laten uitvoeren.Het raamcontract voorziet ook in regels voorhet inzetten van bestaand en eventueel nog teontwikkelen materieel.De aannemer mag zijn aanbiedingen verho-gen met bepaalde opslagen voor hoofd-kantoorkosten en winst, afhankelijk van hetsoort werk. Ogenschijnlijk is hiermee hetrisico-element verdwenen, doch dit is nietjuist. De aanbieding, hoewel gebaseerd opeen wederzijds geaccepteerde werkmetho-diek, blijft vooruitlopen op nog komendewerkomstandigheden en resultaten. Er blijftdus een risico-element, hOewel beperkter danbij normale inschrijvingen.In het algemeen kan men zeggen dat hetraamcontract zowel voorde opdrachtgeverals voor de aannemer een goede basis vanwerken is. De opdrachtgeverweetzich van hetbegin af aan verzekerd van de inbreng van deaannemer; de aannemer weet zich verzekerdvaneen stuk werk met redelijke beloning voorde te leveren inspanning. Beiden moeten ge-motiveerd zijn om een goed stuk werk te leve"ren, de planning te handhaven en de kostenbinnen het toegestane budget te houden,waarbij een stuk wederzijds vertrouwen nietkan ontbreken.Techn?schTijdens het ontwerpen van de stormvloedke-ring wordt reeds met de uitvoeringbegonnen.Dit heefteen nauwe samenwerking tussen hetRijk en Dosbouw op technisch gebied tot(noodzakelijk) gevolg; zowel wat ontwerp alsuitvoering betreft. Daarbij ligt de verantwoor-delijkheid voor het ontwerp bij het rijk; dievoor de uitvoering bij de aannemer.Binnen de organisatie van Rijkswaterstaatzijn verschillende projectbureaus gevormd,die elk voor zich een onderdeel van de storm-vloedkering behartigen tot en met de bestek-fase. Waar nodig, en dat is bijna in de meestegevallen, hebben werknemers van de aanne-mer zitting in deze projectbureaus of daartoebehorende werkgroepen.partners Raad van Bestuur Werkcommissies en adviseurs8x1 Ballast Nedam Groep Ontwerp-Advies Cie2 Bos Kalis Westminster Groep Financi?le Cie3 Baggermaatschappij Breejenbout Materieel (droog) Cie4 Holi. Beton GroepCommissie vanBeleids Advies Cie5 Van Oord UtrechtGedelegeerdenDrempel Adviseurs6 Stevin Groep3xAdviseurs Personeelszaken7 Kon. Adr. VolkerGroep Adviseurs Juridische Zaken8 Aann. Combo Zinkwerken Adviseur VerzekeringenAdviseur Public Relations6 en 7 zijn nu gecombineerd tot deKoninklijke VoikerStevin Groep Werkdirectie I4x IAlgemeen DirecteurOntwerp~ Veiligheid1co?rdinatieI IIConstructie- enI Financi?le en Algemene Zaken UitvoeringIBedrijfsbureauBedrijfsbureau----- 'Nat' HAdministratie ---1 Uitvoering 'Nat'Bedrijfsbureau'--- 'Droog' HCommerci?le Zaken-1 Uitvoering 'Droog'r-- Technisch BureauConstructie-afdeling --l KostenzakenH Techn ische DienstComputer afdelingTekenkamerH Personeelszaken y Survey'--- KwaliteitscontroleMaterieelontwikkeling y Public RelationsI.....-en Nieuwbouw.......---1Principe-schema DosbouwCement XXXI (1979) nr. 12Algemene controle op de stormvloedkeringDe overkoepelende organisatie van de pro-jectbureaus, de Projectgroep Oostersehelde(PGO), waarin zowel de Deltadienst als dedirectie Sluizen en Stuwen en de directieBruggen zitting hebben, heeft tot taak eensper half jaar de 'stand van zaken'bij de gehelestormvloedkering door te lichten en hierovernaar 'boven' te rapporteren. Door middel vandeze halfjaarlijkse rapportage wordt onder-zocht of de bouw van de stormvloedkeringnog ligt binnen de ontbindende randvoor-waarden van techniek, tijd en geld.Ook bij het opstellen van deze rapportageheeft Dosbouw haar inbreng. Niet alleen om-dat ontwerp en uitvoering een produkt zijnvan gezamenlijk overleg, maar ook omdat bijde aanvang van de Oosterscheldewerken deaannemer verklaard heeftachterdeze ontbin-dende randvoorwaarden te staan en daarmeede morele verantwoordelijkheid op zich heeft547geladen mee te werken aan het handhavenervan. Bovendien zou een eenzijdige controledoor de Projectgroep Oosterschelde weinigwaarde hebben als niet tegelijkertijd gerap~porteerd kon worden dat Dosbouw het ermeeeens is.Als resultaat van deze controlemethodiek enbij de halfjaarlijkse 'stand van zaken' is erdaarom, ook binnen Dosbouw, het vertrou-wen dat:a. technische problemen grotendeels opge-lost zijn en zullen worden;b. de planning gehaald wordt;c. de kosten bi nnenhetge'indexeerdebudgetzullen liggen.UitvoeringWat de uitvoering betreft, werkt Dosbouweveneens samen met het Ri jk, maar danineenmeer formele relatie op basis van de geslotendeelovereenkomsten: aannemer/u itvoerdertegenover opd rachtgever/directie.2Kantorencomplex te Burghsluis, linkshoofdkantoor Dosbouw, rechts kantoorDeltadienstVoorbereidingenMen kan gerust stellen dat de uitvoering vande stormvloedkering het Rijk en Dosbouwvoor bijkansongekend grote problemen stelt.Daar is allereerst de opgave om een nog nietgeheel uitgewerkt project ter hand te nemenvan voor Nederland ongewoon grote afmetin-gen.De tijd die voorditwerkbeschikbaar iS,isrelatief kort (opleveringsdatum september1985) en het beschikbare budget is bij voor-baat vastgesteld.Daar komt dan bij dat de omstandighedenwaaronder dit werk gerealiseerd moet wor-den, ongunstig zijn. De sluitgaten liggen in demonding van de Oostersehelde, bijna in vollezeer; wind en golven hebben er vrij spel.Bovendien is de Oostersehelde een getijbek-ken, met aan demonding een getijverschil van2 tot 3 m, met sterke vloed- en ebstromen, tot2 m of meer per sec.De diepte waarop gewerkt moet worden voorfunderingswerkzaamheden varieert van 20tot 30 m. Tijdens de eb- en vloedstromen vindtzandtransport plaats, vooral over de bodem.Per kentering kunnen plaatselijk grote afzet-tingen voorkomen. De fundatieopbouwonderde pijler laat echter zulke zandinsluitingenniettoeen een scheiding van werkzaamhedenin de tijd houdt dus in dat dit zand steedsverwijderd moet worden. Op andere plaatsendaarentegen, vooral in de diepere gedeeltenvan de sluitgaten, vindt erosie plaats en het isde kunst om desondanks het niveau van hetfundatiebed te handhaven.Voorts wordt een voor de natte waterbouwongewoon hoge graad van nauwkeurigheidvereist, omdatde pijlerszodanig op hetfunda-tiebed geplaatst moeten worden, dat deschuiven binnen bepaalde toleranties ge-plaatst moeten kunnen worden en opereren.Voor de natte werkzaamheden leidt dit tot hetontwikkelen van nieuwe methodieken ennieuw materieel. Vaak is dit dan wel geba"seerd op bekende technieken, maar de extra-polatie hiervan schept bijzondere problemen.Enkele hoofdpunten van deze nieuwe metho-dieken en nieuw materieel zijn de volgende.Het verdichten van de ondergrond van desluitgaten door middel van een speciaal ge-bouwd verdichtingsschip, uitgerust met diep-tetrilnaalden.Cement XXXI (1979) nr. 12Het ontwerpen en bouwen van een schip voorhetmaken van het fundatiebed. Ditschip moeteerst het reeds voorgebaggerde cunet zand-vrij maken en zo nauwkeurig mogelijk vlakafwerken. Tegelijkertijd moetditschip een omeen drijvende rol gewikkelde fundatiemat ophet aldus opgeschoonde cunet leggen. Dezemat bestaat uit van fijn zand naar grof grindopgebouwde filterlagen. Na het leggen moe-ten deze lagen nog verdicht worden. Hetzandvrij maken (opschonen) geschiedt vol-gens het dustpanproc?d?, een soort onder-water-stofzuiger. Dit is wel eerder toegepast,maar nog nooit op deze schaal (50 m brededustpanmond) en met deze nauwkeurigheiden gecompliceerdheid door de aanwezigheidvan taluds, verschil in soort ondergrond(moederbodem of fundatiemat) die elk huneigen eisen voor de opschoonmond stellen.Enige ervaring wordt opgedaan methet voor-baggeren van hetcunet, dateveneens meteen(10 m brede) dustpanmond geschiedt.Het behoeft geen betoog dat ook de meetmet-hodieken bijzondere aandacht nodig hebben.Hier wordt op 30 m diepte en midden in deslu itgaten centimeterwerk verwacht. De toe tepassen methodieken~renzenaan het tegen-woordige kunnen.Een aparte fabriek moet ontworpen en ge-bouwd worden om de reeds eerder genoemdefundatiematten te fabriceren in het vereistetempo.Voor het plaatsen van de pijlers (max. drooggewicht ongeveer 18 000 ton) wordt een aparthefschip ontworpen en gebouwd. Gekozen isvoor de U-vorm, zodat het schip om de pijlersgrijpt en met een hefcapaciteitvan 10000 tonin staat is deze pijlers half drijvend van bouw-dok naar sluitgat te transporteren.Het analyseren van de plaatsingscyclusis eenvoorbereiding apart. Door de plaatselijke on"diepten is de af te leggen weg vaak lang, het548plaatsen zelf neemt de nodige tijd, het zand bijde pijler moet vlak voor het plaatsen verwij-derd worden enz. AI met al een vrij lange(36 uur of meer) cyclus, gevoelig voor weers-omstandigheden en dus ook afhankelijk vanweersvoorspellingen. Op basis van weersge-gevens van de afgelopen jaren is een studiegemaakt naar het aantal periodes van vol-doende lange gunstige weersomstandighe"den en is op basis hiervan het plaatsen van de66 pijlersgepland in een periode van 22 maan-den.De drempelafbouw na het plaatsen van depijlers verdient ook de nodige aandacht, om-dat men met grote stenen (tot max. 15 ton)vlak bij de toch vrij kwetsbare pijlers moetwerken .Bovendien vereist ditwerk een grote-re hoeveelheid materieel dat, met de daarbijbehorende ankerdraden, de nodige ruimtevereist in de sluitgaten en daarmee eveneensde planning be?nvloedt.In de drempel wordt een dorpelbalk opgeno-men als onderslagbalk voor de schuiven. De-ze dorpelbalken (2500 ton per stuk) mogenom ecologische en morfologische redenenpas in 1985 in een periode van slechts enkelemaanden geplaatst worden. Ook dit gaat ge-paard met extreme omstandigheden; destroomsnelheid tussen de pijlers kan dan op-lopen tot 4 ? 5 m per sec. en ook dit werkvereist speciaal materieel.Met het bovenstaande is in hoofdlijnen aan-gegeven waarhet omgaat bij devoorbereidin-gen in de natte sector. Duidelijk blijkt dat wemeteen onconventioneel werk te doen heb-ben. Ervaring moet hier gekoppeld wordenaan extrapolatie doch ook aan nieuwe idee?nen inzichten.In iets mindere mate geldt dit voor de drogewerken. Het bouwen van een pijler van voor-gespannen beton bijvoorbeeld, is op zich zelfniet zo'n groot technisch probleem. Als erechter 66 van deze pijlers gemaakt moeten'79 'ao '81 'a2 'a3 '84 '85I I I I I I I I I I I I I IGRONDVERBETERINGVERDICHTINGSCHIP :BOUW..PROEFPERIODEVERDICHTEN ONDERGRONDFUNDATIEBEDMAT_LEGGER:ONTWIKKELING + BESTEKPRIJSPROCEDUREBOUW,-PROEFPERIODEAANBRENGEN FUNDATIEBEDFABRICAGE PIJLERS:DOK 1 _19.DOK 2 _27.DOK 3 _20.'. ..RUIMENIINNUNDEREN/DOORBAGGEREN ..=HEFSCHIP: IONTWIKKELING +BESTEK--..PRIJSPROCEDURE ...BOUW..PROEFPERIODE ?PLAATSEN PIJLERS,IDREMPELOPBOUW :UITVULLAAG10/60 KG?60/300 _ 300/1000 KG1-3/1-6 TON1_3/6_10TON11FABRICAGE VERKEERSKOKERSMONTAGE"1FABRICAGE STALEN SCHUIVENPLAATSEN 1MONTEREN"FABRICAGE DORPELBALKEN?MONTAGE"worden in een daarvoor relatief korte beschik-bare tijd ?n als van deze66 pijlersstraksonge-veer de helft gelijktijdig, maar in diverse sta-dia, in aanbouw is?n alshet ritme van debouwvan ??n pijler dat van de overige be?nvloedt, ishet duidelijk dat ook hier een grondige entijdige aanpak noodzakelijk is.In een van de volgende artikelen wordt daarnader op ingegaan. Hier wordt volstaan metop te merken dat door de grootschaligheidvan de pijlerbouw, gecombineerd met de kor-te bouwtijd en het moeten inpassen in deoverall-planning,ook bij deze activiteit hetconventionele onconventioneel wordt.Behalve de pijlerbouw zijn uiteraard nog eenaantal andere technische zaken voorte berei-den, waaraan Dosbouw in meer of minderemate heeft deelgenomen, of deelneemt. Bij-voorbeeld de elektrische- en andere voorzie-3Tijdschema bouw stormvloedkeringCement XXXI (1979) nr. 12ningen, de hulpbrug, het centrale werkter-rein, het inrichten van bouwplaatsen enz. enz.Ook is op het ogenblik de keuze in voorberei-ding waar en hoe andere prefab-elementenals verkeerskokers, boven- en onderdorpel-balken gefabriceerd zullen worden.Als niet technische, maar minstens zo belang-rijke voorbereidingen waar Dosbouw zich in"tensief mee bezig houdt, kunnen genoemdworden:a. het scheppen van voldoende onderko-mens voor staf en personeel, die vaak te verWonen om dagelijks te forensen;b. het opzetten en voorbereiden van een wer-vingsactie voor het geval het normaal aan-trekken van een voldoend aantal CAO-perso"neelsleden moeilijk blijkt te worden;c. het stichten van een eigen school voorbetontimmerlieden en voorzien in anderemo"gelijkheden voor het opleiden van specialis-ten als kraanmachinisten;d. het opzetten van een veiligheidsdienst eneen daarbij behorend veiligheidsplanin gevalvan calamiteit;e. het opzetten van een overlegorgaan tus-sen bouwonderneming en personeel.De uitvoeringZoals gezegd is met de werkelijke uitvoeringvan het werk nog maar nauwelijks begonnen.Toch zijn reeds enkele interessante onderde-len uitgevoerd, of in uitvoering, waaronder:549de pijlerbouw met aanverwante zaken alsbouwplaats, centrale voorziening enz.;de 3 km lange hulpbrug, ontworpen doorRijkswaterstaat directie Bruggen, gebouwden ge?nstalleerd door derden, maar waarvanDosbouw het heiwerk verrichtte van de 33 tot35 m lange palen 0 4,8 m;het heien tot even boven de zeebodem van 15tot 20 m lange ankerpalen 0 1,4 m en het be-vestigen daarop van ankerkoppen (houd-kracht 200 ton) naar eigen ontwerp. Deze pa-len zijn nodig om het drijvend materieel injuiste positie te brengen en te houden zonderankers, om aldus de bodembescherming enhet fundatiebed niet te beschadigen;het maken van binnen- en buitenhavens opdiverse plaatsen, noodzakelijk voor komendeuitvoering en de later te bouwen sluis Noord"land;het leggen van een bodembescherming doormiddel van steenasfaltmatten of blokkenmat-ten;het bouwen van materieel zoals het ver-dichtingsschip, hefschip, dustpanzuigerenz.AI deze activiteiten van uitvoering en voorbe-reiding vormen een prelude op het grote ge-beuren in latere jaren; wanneer tegelijkertijdaan het fundatiebed wordt gewerkt, pijlersworden gebouwd en geplaatst, de drempel-constructie wordt afgewerkt enz. enz. De piekhiervan ligt in de jaren 1982/1983, zoals uit deplanning in figuur 3 valt af te lezen.
Reacties