In deze derde aflevering van de rubriek VARCE worden drie vragen beantwoord over de Eurocode 2. Twee daarvan gaan over de invloed van belasting nabij een oplegging. Een gaat over het tweedeorde-efffect in gebouwen. VARCE is een rubriek waarin vragen van gebruikers over de Eurocode 2 worden behandeld door een werkgroep van de normcommissie TGB Betonconstructies. Voor alle overige vragen zie www.cementonline.nl/varce De vragen uit de VARCE-rubriek worden behandeld door de werkgroep Onderhoud NEN-EN 1992-1-1 van TGB Betonconstructies. In deze werkgroep hebben zitting: - ing. Dick Bezemer (Gemeente Rotterdam, Stadsontwikkeling)- ir. Jan Gijsbers (TNO)- ir. Rob Huijben (Hurks delphi engineering)- ir. Dick Schaafsma (Rijkswaterstaat, GPO)- dr.ir. Cor van der Veen (TU Delft, fac. CiTG)- ir. Simon Wijte (Adviesbureau Hageman)
VARCE22011886 Verwaarlozen van het tweede-orde-effectin gebouwenVraag ?De vereenvoudigde methode om te verifi?ren of een gebouwgevoelig is voor tweede-orde-effecten, zoals die is beschrevenin artikel 5.8.3.3 (1), is niet geheel duidelijk.Formule (5.18) uit dit artikel mag alleen worden gebruikt, als eraan de vijf voorwaarden wordt voldaan. Het is bij toepassingvan constructies van enige hoogte in Nederland praktisch nietmogelijk om specifiek aan ??n van deze voorwaarden ? deschorende elementen zijn star bevestigd aan het grondvlak, datwil zeggen rotaties zijn verwaarloosbaar ? te voldoen. Op basisvan deze voorwaarde zou formule (5.18) in Nederland geenpraktische toepassing hebben.Is dit een juiste conclusie?antwoord !Vanwege het in de vraag aangehaalde argument en het feit datde sommatie van de kernstijfheden met name bij een statischbepaald systeem van kernen in specifieke gevallen tot onder-schatting van het tweede-orde-effect leidt, is besloten datartikel 5.8.3.3 niet kan worden toegepast om na te gaan of hettweede-orde-effect mag worden verwaarloosd. Dit is ge?ffectu-eerd door in de nationale bijlage de variabelen k1en k2gelijkaan 0 te stellen.Als alternatief kan de methode die beschreven is in bijlage H`Tweede-orde-effecten als geheel' worden beschouwd. In H.1.2en H.1.3 is beschreven wanneer tweede-orde-effecten mogenworden verwaarloosd.7 Bijdrage van de belasting nabij een steun-punt aan de grootte van de dwarskrachtVraag ?In artikel 6.2.2(6) staat dat bij het toetsen van elementen die geenberekende dwarskrachtwapening vereisen, de bijdrage aan dedwarskracht door de belasting binnen het gebied 0,5d av 2d,mag worden vermenigvuldigd met een factor (= av/2d). Inartikel 6.2.3 (8) staat dat bij elementen die wel dwarskrachtwape-ning vereisen, de bijdrage van de belasting dicht bij het steun-punt aan de dwarskracht mag zijn verminderd met factor .Wordt hier nu hetzelfde mee bedoeld?antwoord !De formulering in beide artikelen is niet eenduidig terwijl inder-daad wel hetzelfde wordt bedoeld. Dit is het geval in zowel deNederlandstalige als in de Engelstalige versie van de norm.In zowel 6.2.2(6) als in 6.2.3(8) is bedoeld dat bij het toetsenvan de dwarskrachtcapaciteit VRd,cen VRd,s, de belasting aan debovenzijde die in het betreffende traject bijdraagt aan degrootte van de dwarskracht, mag worden vermenigvuldigd metde factor . De reductie is het grootst voor de belasting diebinnen d/2 vanaf de oplegging aanwezig is. De reductie is gelijkaan 0 ( = 1) voor de belasting op een afstand van 2d.De grootte van als functie van avis weergegeven in figuur 1.In deze derde aflevering van de rubriek VARCE worden drie vragen beantwoord over de Eurocode 2.Twee daarvan gaan over de invloed van belasting nabij een oplegging. Een gaat over het tweede-orde-effect in gebouwen. VARCE is een rubriek waarin vragen van gebruikers over de Eurocode 2worden behandeld door een werkgroep van de normcommissie TGB Betonconstructies.3Artikel Stabiliteit ongeschoordeelementenOp www.cementonline.nl staat een artikel over hetbepalen van de knikbelasting van van ongeschoorde verend inge-klemde elementen, geschreven door ir. Simon Wijte en dr.ir.drsRen? Braam.VARCE 22011 892ddverloop van d/2 = 1,0 = 0,25avbijdrage aan dwarskracht= x belastingd/2dd2dzone waarover bij een gelijk-matig verdeelde belasting,geen dwarskrachttoetsnoodzakelijk is8 Invloed van de belasting dicht bij deopleggingVraag ?Artikel 6.2.2(6) en 6.2.3(8) gaan over reductie van de bijdrage vande belasting aan de bovenzijde, aan de grootte van de dwarskrachtin het gebied nabij de opleggingen. Naar aanleiding van deinhoud van deze artikelen worden de volgende vragen gesteld:a Wat gebeurt er met de dwarskracht in het gebied van de dagvan de oplegging tot 0,5d vanaf de dag? Deze gaat toch recht-streeks naar de oplegging?b Wat is de reductie bij een gelijkmatige belasting q?c Is deze reductie ook toegestaan bij tussensteunpunten?antwoord !De reductie van de dwarskracht bij het toetsen van VRd,cof VRd,sis geen feitelijke reductie maar een manier om de verhogingvan de dwarskrachtcapaciteit dicht bij de oplegging, die moge-lijk is door het ontstaan van drukdiagonalen, in rekening tebrengen. Mede vanwege deze verhoogde capaciteit dicht bij deoplegging, behoeft overeenkomstig 6.2.1(8) de dwarskrachtbinnen d vanaf de dag van de opleggingen bij een voornamelijkdoor een gelijkmatig verdeelde belasting belaste ligger niet tezijn gecontroleerd. Als er sprake is van een puntlast dicht bijde oplegging is 6.2.1(8) niet van toepassing. Als avkleiner isdan 0,5 d moet voor de bepaling van , voor de grootte van aveen waarde gelijk aan 0,5 d worden aangehouden. Als alterna-tief kan overeenkomstig 6.2.2(7) een staafwerkmodel wordengebruikt waarbij de belasting middels een drukdiagonaal naarde oplegging wordt afgevoerd.De reductie van de gelijkmatig verdeelde belasting is geschetst infiguur 2 en is afhankelijk van de afstand van de beschouwdebelasting tot de dag van de oplegging. Op basis van de inhoud van6.2.1(8) is de reductie van de belasting binnen een afstand d vanafde oplegging bij gelijkmatig verdeelde belasting echter niet rele-vant. De dwarskracht hoeft dan namelijk binnen een afstand dvanaf de dag van de oplegging niet te worden beschouwd.De reductie van de belasting bij het beschouwen van de dwars-kracht is, in tegenstelling tot NEN 6720 (VBC) ook toegestaanbij tussensteunpunten en eindopleggingen met een inklem-mingsmoment.De niet gereduceerde dwarskracht mag ter plaatse van de dagvan de oplegging niet groter zijn dan VRdmaxdie volgt uit deformules 6.5, 6.9 of 6.14. Eurocode2.nlCement heeft een speciale website over de Eurocode 2:www.eurocode2.nl. Hierop staan achtergrondinformatie overde nieuwe norm en een verwijzing naar interessante vakinformatie. Ook staaner de vragen en antwoorden uit deze VARCE-rubriek en kunnen nieuwe vragenworden gesteld.1 Verloop van nabij een steunpunt2 Bijdrage van belasting nabij een steunpuntaan de dwarskracht in de ligger1 2
Reacties