ing.R.C.J. van Tongeren, Ingenieursbureau Grabowsky&Poort BV, 's Gravenhageir.R.A.Chandansingh, TU Delft, faculteit Civiele Techniek, sectie Betonconstructiesing.R.J.P.Siebesma, Hoogovens Wapeningsstaal BVIn Cement d.d. oktober 1993 zijn de resultaten beschreven van de eerste praktijkproef methet WUF. Hierin werd vooral ingegaan op de technische resultaten, terwijl de organisatori-sche consequenties die de invoering van het WUF met zich meebrengt, slechts globaal zijnbeschreven. Deze komen in dit artikel aan de orde, waarbij moet worden gedacht aan werk-voorbereiding, aangeven van hulpwapening, verschuiving van werkzaamheden en verant-woordelijkheden. Tenslotte worden nog twee praktijkproeven geanalyseerd en wordenaanbevelingen voor het gebruik van het WUF gegeven.WAPENEN,EENVAKAPART(XIII)RESULTATEN PRAKTIJKPROEF WAPENING UITWISSELING FORMAAT (WUF) (II)Het gebruik van het WUF heeft tot gevolg dater een verschuiving plaatsheeft van werk-zaamheden tussen de verschillende partijenin het wapeningsproces: een gedeelte vande werkvoorbereiding dat momenteel bij dewapeningscentrales geschiedt, wordt dandoor het ingenieursbureau gedaan. Dit be-treft voornamelijk het gedeeltelijk of geheelopstellen van de buigstaat.Daarnaast verandert ook de aard van dewerkzaamheden, zoals het tekenen van dewapening bij het ingenieursbureau en dewerkvoorbereiding bij de wapeningscentra-le. Verwerking van hulpwapening is hierbijeen apart probleem.Deze veranderingen en verschuivingen vanwerkzaamheden zullen eerst worden be-sproken, waarna de verschuiving in kostenen verantwoordelijkheden aan de orde komt.WerkvoorbereidingUit de praktijkproef is duideiijkgebleken, dathet maken van een buigstaat meer is dan hetmaken van een uittrekstaat met daarop dematen van de staafdelen. Bij het maken vaneen buigstaat is duidelijk sprake van werk-voorbereiding, zowel ten aanzien van dewerkzaamheden in de wapeningscentraleals op de bouwplaats. Deze werkvoorberei-ding heeft niet alleen betrekking op de hulp-wapening, maar ook op het indelen van teke-ningen in verschillende buigstaten en op devolgorde van het nummeren van de staven.De buigstatenmaker houdt bij het maken vande buigstaat rekening met? de uitvoerbaarheid van de wapening;? het minimaliseren van het instellen van deknip- en buigmachines;? het effici?nt beladen van de vrachtwagen;? het op de juiste volgorde neerleggen vande wapening op de bouwplaats;? het praktisch bundelen van de staven, op-dat de wapening van een te vlechten con-structieonderdeel in ??n keer met dekraan op de goede plaats kan worden ge-legd.Doel hiervan is het produceren en vlechtenvan wapening zo effici?nt en effectief moge-lijk te laten verlopen. Door controle op uit-voerbaarheid bijvoorbeeld wordt gezorgddat de wapening eenvoudig en met een ge-ringe kans op fouten kan worden gevlochten.De andere aspecten hebben tot doel de wa-pening zodanig te ordenen dat effici?nt ge-vlochten kan worden. Het is uiterst kostbaarals een vlechter op de zesde verdieping aanhet vlechten is en hij steeds naar de beganegrond moet om uit een bergwapeninghet be-nodigde label te zoeken.Daarnaast controleert de buigstatenmakerde tekening op uitvoerbaarheid en komteventueel met alternatieve voorstellen diehet vlechten vereenvoudigen en het makenvan fouten op de bouwplaats zoveel mogelijkvoorkomen.Wil de methode met gebruikmaking van hetWUF kans van slagen hebben, dan moetende hiervoor genoemde aspecten ook kun-39nen worden meegenomen. Indien dit niet ge-beurt dan ontstaat er weliswaar een bespa-ring inde wapeningscentrale, maareen kos-tenverhoging op de bouwplaats.Het aantrekken van een 'wapeningsadvi-seur' door het ingenieursbureau zal enigevan deze problemen kunnen oplossen. Hetvaststellen van de juiste methode is echterondoenlijk, aangezien elke wapeningscen-trale zijn eigen uitvoeringslogistiek heeft ende vlechters gewend zijn aan een bepaaldemethodiek. Daarnaast zijn op het momentdat de wapeningstekening tot stand komtaspecten als planning op de bouwplaats, be-zetting van de wapeningscentrale, mogelijk-heden van opslag op de bouwplaats en werk-wijze van de vlechters nog niet bekend, waar-door een zinvolle indeling in onderdelen nogniet mogelijk is.De conclusie is derhalve gerechtvaardigddat de wapeningscentrale altijd de volgordein de WUF-bestanden moet kunnen blijvenwijzigen.Aangeven van de hulpwapeningZoals ook al is beschreven in het eerste arti-kel, is uit de proef gebleken dat het verwer-ken van de hulpwapening een essentieelpunt is. De hulpwapenlngdie op de buigstaatwordt gezet, is meer dan de in de voorschrif-ten voorgeschreven hulpwapening.Per wapeningsonderdeel, soms zelfs perstaaf, gaat de buigstatenmaker na hoe dezemoet worden geplaatst en of er voor hetplaatsen soms hulpwapening nodig is. Ditgaat soms om kleine stukjes staaf die hetvlechten op het werk aanzienlijk vereenvou-digen. Soms wordt er zelfs toe overgegaankleine stukjes staaf op de hoofdstaaf te las-sen, als 'supportjes' voor de verdeelwape-ning.Al deze zaken worden door de buigstatenma-ker in de buigstaat verwerkt. Deze metho-diek van werken heeft als hoofddoel, zoveelmogelijkwerkin de centrale voorte bereiden,opdat er op de bouwplaats zo effici?nt moge-lijk kan worden gevlochten, waar de werkom-standigheden immers veel slechter zijn danin de centrale. Vanwege de verhouding vanloon- en materiaalkosten heeft de buigsta-tenmaker altijd een minimalisering van ar-beid voor ogen en geen minimalisering vanmateriaal. Het moge duidelijk zijn dat hier-voorzeerveel kennisvan de uitvoering beno-digd is, die momenteel bij het ingenieursbu-reau onvoldoende aanwezig is.Toch zou er een ideale situatie ontstaan in-dien het ingenieursbureau de hulpwapeningop tekening gaat aangeven, zodat de vlech-ter een compleet WUF-bestand krijgt aange-leverd, waaraan hij verder niets meer be-hoeft te doen.Om dit te kunnen bereiken zal het noodzake-lijk zijn dat het ingenieursbureau de uitvoe-ringsdeskundigheid in huis haalt. Vraag hier-bij Is of aanstelling van een wapeningsadvi-seur hiertoe een oplossing kan bieden. Pro-bleem hierbij kan zijn dat deze adviseur opden duur het contact met de uitvoering mist,waardoor zijn kennis niet meer up to date is.Een andere mogelijkheid is om de wape-ningscentrale de hulpwapening in een apartWUF-bestand te laten aangeven.Verschuiving van de werkzaamhedenOmdat bij de meeste projecten in Nederlandde buigstaten niet door het ingenieursbu-reau worden geleverd, kan de introductie vande WUF-methode een verschuiving van werk-zaamheden betekenen. In de wapenings-centrale zal in de eindtoestand (WUF volle-dig ge?ntegreerd bij zowel ingenieursbureauals wapeningscentrale) nagenoeg geen tijdmeer worden besteed aan het maken van debuigstaat, terwijl door het ingenieursbureauextra werk moet worden verricht. Hierbijmoet niet alleen worden gedacht aan het ge-nereren en controleren van de buigstaat,maar reeds tijdens hettekenen van de wape-ning moet de tekenaar zijn niet-grafische da-ta, zoals dekkingen, goed blijven controle-ren, om later in de buigstaat geen fouten temaken.Wellicht ligt hier een taak voor de ontwikke-laars van wapeningsprogramma's om de ge-noemde werkzaamheden zoveel mogelijkdoor het programma te laten verzorgen,waardoor de kans op fouten ook kleinerwordt.Extra werk voor het ingenieursbureau bete-kent ook extra kosten. Hoe deze meerkostenin de toekomst verrekend gaan worden isnog niet duidelijk. Gedacht kan worden aande onderstaande mogelijkheden:? voor rekening van de opdrachtgever. Dithoudt in dat het maken van de buigstatenin het honorarium van de constructeurwordt opgenomen, hetgeen dan automa-tisch inhoudt dat de prijs van de wape-ningscentrale lager wordt;? voor rekening van de aannemer. Hierbij. krijgt het ingenieursbureau van de aanne-mer een separate opdracht om de buig-staten in het WUF te leveren;? voor rekening van de wapeningscentrale.Hierbij krijgt het ingenieursbureau een se-parate opdracht van de wapeningscentra-le om de buigstaat in het WUF te leveren.Vooralsnog lijkt de laatstgenoemde optie demeest waarschijnlijke, omdat de wapenings-centrale hierdoor contractpartij van het inge-nieursbureau wordt en derhalve invloed kanuitoefenen op de wijze waarop het WUFwordt aangeleverd.Hierbij moet echter wel nadrukkelijk eenvoorbehoud worden gemaakt, omdat bij depraktijkproef de rol van de aannemer niet isonderzocht. Hierdoor is het nog niet mogelijkeen juist beeld te krijgen van de gevolgen vanhet WUF voor de aannemer.VerantwoordelijkhedenZolang de vlechter nog zelf volgens de buig-staat sorteert en deze aanvult met hulpwa-pening, zullen er op korte termijn niet al teveel verschuivingen van verantwoordelijkhe-den plaatshebben. Hierdoor heeft hij de mo-gelijkheid de buigstaat nog te controleren,waardoor de verantwoordelijkheid bij de wa-peningscentrale kan blijven.In de eindsituatie, waarin het ingenieursbu-reau een compleet WUF-bestand aanlevert,zou de verantwoordelijkheid voor de buig-staat duidelijk bij het ingenieursbureau ko-men te liggen. Indien dan blijkt dat de wape-ning tijdens de uitvoering niet past doordatde afmetingen van de staafdelen onjuist zijn,zal het ingenieursbureau hiervoor mogelijkaansprakelijk kunnen worden gesteld. In datgeval dienen dusduidelijke afspraken te wor-den gemaakt.40Praktijkproef 'Stadhuis en bibliotheek','s GravenhageMet de bij de eerste praktijkproef opgedaneervaringen is naar een praktijkproef gezochtwaar de aanbevelingen uit de eerste praktijk-proef konden worden uitgetest.Opnieuw is gezocht naar een project waarbijalle SITRUB-partijen: constructeur, aanne-mer en vlechter waren betrokken.Mede gezien de tijdsdruk bleek er helaasgeen geschikt project voor handen. Gekozenis daarom voor het project 'Stadhuis en bi-bliotheek' te Den Haag, waarbij alleen deconstructeur (Ingenieursbureau Grabowsky& Poort) en de wapeningscentrale (Hoogo-vens Wapeningsstaal) tot de SITRUB-part-ners behoren.Van dit project, waarbij voor het tekenwerkhet tekenpakket AutoCAD is aangevuld methet wapeningsprogramma AutoSTRUCT, zijndiverse constructieonderdelen uitgetest.Bij de eerste proef (Campus Leuven te Zoe-termeer) zijn de tekeningen zo weinig moge-lijk opgedeeld in buigstaten; bij deze proefzoveel mogelijk. Dit houdt in dat, indien eropeen tekeningzes wanden zijn uitgetekend, erook zes WUF-bestanden zijn gegenereerd.Voor deze methode is gekozen om te onder-zoeken of op deze manier voor de vlechterbeter bruikbare buigstaten zouden ont-staan.ConclusieNa een vergelijking met de buigstaten die opde traditionele methode waren vervaardigd,bleek dat de buigstatenmaker in het laatstegeval minder buigstaten had gemaakt. Re-den hiervan is dat hij ook rekening houdt methet instellen van de buigmachines, de bela-ding van de vrachtwagens en het opslaanvan de wapening op de bouwplaats.De buigstatenmaker probeert een produk-tie-optimum te bereiken op zowel de wape-ningscentrale als de bouwplaats. Hij stuurtdus de centrale en het vlechtwerk op debouw.Een andere reden is dat er tijdens de uitvoe-ring zaken als bijvoorbeeld de stortvolgordekunnen wijzigen, waardoor het aanleverings-schema ook moet worden gewijzigd en de in-deling van de buigstaten ook wijzigt.Uit de resultaten van deze proef is de conclu-sie dan ookgerechtvaardigd, dat het wellichtondoenlijk is voor het ingenieursbureau omte bepalen hoe een tekening in buigstatenmoet worden opgedeeld, omdat logistiek,planning en uitvoering op de bouw hem on-bekend zijn en elke wapeningscentrale ereen andere werkmethodiek op na houdt.Een betere oplossingzou kunnen zijn, datdevlechter achteraf het WUF-bestand zelf kansorteren op de door hem gewenste volgorde.Om ten aanzien van een mogelijke verschui-ving van de werkzaamheden conclusies tekunnen trekken, zal in een volgende praktijk-proef nadrukkelijk de rol van de aannemermoeten worden onderzocht.Praktijkproef 'Campus Leuven' te Zoeter-meerBij dit project, dat ook al voor de eerste proefis gebruikt, is van enige balken een WUF-be-stand gegenereerd. Het verschil met de vori-ge proeven is echter, dat de twee vrije veldendie in het WUF beschikbaar zijn, nu zijn ge-bruiktom een omschrijving van het construc-tiedeel te geven en het type staaf en/of deligging ervan aan te geven. Een omschrijvingvan hetconstructiedeel kan bijvoorbeeld zijn'BALK AS 4'. Voor het type staaf en/of de lig-ging ervan is gebruikt 'ONDER', 'BOVEN','BGLS', 'HRSP'. Hierover waren van tevorenmet de wapeningscentrale afspraken ge-maakt.Op deze manier kon de wapeningscentralenaar believen de WUF-bestanden op con-structiedeel opsplitsen en aan de hand vande ligging de volgorde in het WUF-bestandbepalen.De uitslag van deze proef was, dat er voor devlechter een zeer werkbare situatie ont-stond. Nadeel van deze methode is echterdat het ingenieursbureau zeer veel extrawerk heeft aan het maken van de wape-ningstekening, omdat aan elke staaf zowelhet constructieonderdeel als de ligging moetworden toegekend.Hoewel in de toekomst de wapeningspro-gramma's dit extra werk grotendeels auto-matisch kunnen doen, wordtervoorlopig, zo-lang de software deze mogelijkheden nogniet biedt, de voorkeur aan gegeven de teke-ningen zoveel mogelijk op te splitsen in WUF-bestanden, omdat het voor de wapenings-centrale eenvoudiger is WUF-bestanden sa-men te voegen dan op te splitsen.Ten slotteDe uit de praktijkproeven gebleken procedu-rele en organisatorische veranderingen diede invoering van het WUF met zich mee-brengt, hebben tijdens de proeven nergenstot problemen geleid, daar het om een zeerkleine groep gebruikers ging en er direct con-tact was tussen wapeningscentrale en inge-nieursbureau. Hierdoor konden er ad-hoc af-spraken worden gemaakt.Indien het WUF landelijk wordt ge?ntrodu-ceerd, dienen er wel algemene afspraken teworden gemaakt om ineffici?ntie, fouten enconflicten te voorkomen. Daarnaast dienende gevolgen van het WUF voor de aannemerte worden onderzocht, hetgeen thans nogniet heeft plaatsgehad.De conclusie is derhalve gerechtvaardigddat de techniek er klaar voor is, maar dat erop organisatorisch en procedureel gebiednog heel wat moet worden geregeld. Pas dankan ervan een succesvolle invoering van hetWUF in de praktijk sprake zijn.Redactie-commissieDe artikelenserie 'Wapenen, een vak apart'verschijnt onder verantwoordelijkheid vaneen ad-hoc redactiecommissie waarin zit-ting hebben de heren:J.Kooiman, Diepstraten BetonvlechtwerkenAJ. van Noordenne, Handelmij. Van Noor-denneing.R.Sagel, Bouw- en Woningtoezicht Rot-terdamir.J.P.Serl?, Ballast Nedam Engineeringing.Ph.Speekenbrink, Hoogovens Wape-ningsstaalG.Versteeg, ingenieursbureau Goudstikker-De VriesP.LSpits, redactie Cement.41
Reacties