Voegen ?In betonverhardingen (1)*doorDipl.-Ing Dr. tec:hn. R. Sp ri n gen s c:hm i d (Wenen)InleidingBeton heeft, zoals de meeste vaste stoffen, de eigenschap ombij verwarming en vochtigworden uit te zetten en bij afkoelingen uitdroging samen te trekken (krimpen). Om deze lengtever-anderingen mogelijk te maken en scheuren te vermijden, wor-den In betonverhardingen voegen gemaakt. Deze voegen moe-ten zodanig zijn, dat bij het passeren erven met een auto geenstoten worden opgewekt en dat het onderhoud zo gering mo-gelijk is.Men onderscheidt uitzetvoegen, gewoonlijk 13 - 20 mm breeddie gemaakt worden ten einde de genoemde uitzettingen tekunnen opnemen, en schijn voegen (contractievoegen), waarbijmen aan de bovenzijde over ca. 1/4 van de dikte een snede inhet beton zaagt (of in het verse beton trilt) en het resterendeonderste deel van de betondoorsnede bij verkorting laat scheu-ren. Zij worden aangebracht om onregelmatige scheurvormingte voorkomen; het zijn als het ware kunstmatig gemaaktescheuren. Bij de schijnvoegen kan het beton alleen krimpen.Als het beton tot meer dan zijn oorspronkelijke lengte uitzetbijv. doordat het sterk wordt verwarmd, dan treden in de weg-dekken, die uitsluitend schijnvoegen bezitten (derhalve geenuitzetvoegen), in lengterichtingen drukspanningen op, die ver-der geen moeilijkheden opleveren, maar integendeel tot eenzekere graad zelfs wenselijk zijn, omdat zij juist die voorspan-ning opwekken, die in voorgespannen betondekken eerst metveel moeite kan worden verkregen. Dit is ook een van deredenen, dat men er naar streeft om in betonwegen alleenschijnvoegen te maken en de brede uitzetvoegen, die boven-dien moeilijker goed te onderhouden zijn en vrijwel steeds on-effenheden vertonen en derhalve voor het verkeer hinderlijkzijn, weg te laten.*) Ontleend aan 'Strasse und Autobahn', juni en juli 1963. Vertaeld en be-werkt door ir. J. C. N. RingeJiing. Jfig. 1. gemeten veranderingen van de 'Voegwijdten bijproefvak 11I te Stuttgart(Ontleend aan: Graf, 0., en G Weil, 'Aus Versuchen mit Betonfahrbahn-platten der Reichsautobahnen. Forschungsarbeiten aus dam StrassenwesenBand 13, Berlijn 1939) ,betonneren 18 ~ 22 oktober 1935zagen van de schijnvoegen 2 maart 1936Cement XVI (1964) Nr. 1U.D.C.625.848voegen in betenwegenUitzetvoegen, ja of nee?De eerste vraag, die men zich stelde, toen men met de aanlegvan betonwegen begon, was: zijn uitzetvoegen nodig?Om de staat te stellen op overeenkomstige wij-ze als bi] bruggen het geval is, bij verwarming ongehinderd tekunnen uitzetten, werden op de eerste betonwegen alle voe-gen als uitzetvoegen uitgevoerd.In 1935/1936 werd op de Autobahn Stuttgart-Ulm voor de eerstekeer tussen de uitzetvoegen een schijnvoeg aangebracht.Het bleek, dat als men de wijdte van de uitzet- en schijnvoegendes na middags op een warme zomerdag nauwkeurig vast-stelde deze wijdte de volgende morgen anders was (fig. 1).Geconcludeerd werd, dat ook de schijnvoegen 'werkten', d.w.z.dat deze zich openden en weer. sloten. Metingen wezen uitdat de schijnvoegen zelfs op warme dagen niet meer geheeldichtgingen en dat de uitzetvoegen ria verloop van tijd smallerwerden en ook bij lage temperaturen niet meer zo ver open-stonden als aanvankelijk tijdens de verharding van het beton.P. G. Vel z heeft de veranderingen in de wijdte van de voe-gen opeen proefvak in Minnesota(U.S.A.), waar tussen 2 uit-zetvoegen 7 schijnvoegen voorkwamen, gedurende negen jaarnagegaan. De afstand tussen de uitzetvoegen was 36,6 m (120 ft)en tussen de schijnvoegen 4,57 m (5 ft). De uitzetvoeg wasoorspronkelijk 2,5 cm (l") breed.Terwijl van een 36,6 m lang vak de uitzetvoeg in de loop vande tijd zich steeds meer sloot, gingen de zeven schijnvoegenverder open, met andere woorden, de acht betonplaten warennaar de uitzetvoeg toe verschoven, zodat ook de schijnvoe-gen als uitzetvoegen konden werken.De totale wijdte van alle openingen van de voegen in het be-treffende 36,6 m lange vak, derhalve die van de ene uitzet-voeg en die van de zeven sc:hijnvoegen tezamen, bleek in dezomer kleiner te zijn dan in de winter. Zie verder Vel z,P. G., en E. G. Ca r s be r g: 'Investigational Concrete Pove-ment in Minnesota: 18-Years Report', Bulletin 274, Highway Re-search Board, Washington 1960, blz. 70-91.Als men van die totale wijdte nu de door de temperatuur ver-oorzaakte verandering van de wijdte van de voegen aftrekt,blijft een rest over, die te wijten is aan de verkortingen van deplaten ten gevolge van krimpen kruip, waarbij, omdat hetwegdek in de herfst was gemaakt, ook kruiptrek (uitzetting)kan zijn opgetreden. Door de voegvulling kunnen de bewegin-gen van de voegen iets tegengewerkt zijn, evenzo door dewrijving van de betonplaten op de ondergrond. (De invloedvan de wrijving bij korte platen is echter gering).Het is opgevallen, dat de platen in hun geheel, door krimp envermoedelijk ook door kruip, vooral in de eerste jaren korterwerden. Nauwkeuriger metingen hiervan zijn door G. S.P a x s 0 n verricht (zie P a x s 0 n G. S.: 'Fift?en-Yeor Reporton Experimental Concrete Project in Oregon', Bulletin 217, High-way Research Board, Washington 1958, blz. 1 - 7).Bij vergelijking van de, na aftrek van de uitzetting door tem-peratuurverhoging overblijvende lengteveranderingen met demaandelijkse hoeveelheid neerslag, heeft men gevonden, dater een samenhang bestaat. De betonplaten zetten gedurende devochtige maanden uit en krimpen in de droge maanden. Zo-als te verwachten Was, bleek het zwellen slechts een klein ge-deelte van de totale krimp uit te maken.Opgemerkt dient te worden, dat in Amerika, waar deze resul-taten werden gevonden, het beton voor wegdekken met eenhogere water-cementfactor wordt gemaakt dan in Europa, zo-dat daar het beton iets meer zweit en krimpt dan hier.Spanningen in weCjvakken zon der uitzetvoegenAls men de uitzetvoegen weglaat en alleen schijnvoegen toe-past, kunnen de platen niet langer worden dan hun oorspron-kelijke lengte. Er ontstaat een voorspanning in lengterichting,zodra de som van delengteveranderingen ten gevolge van ver-anderingen in temperatuur en vochtgehalte (zwellen en krim-pen) van het beton en die door kruipen, groter dan nul wordt.23gemiddelde drukspanning in lengterichting (in kgf/cm2)na een lengteverandering van de plaat doorbeton-verlenging krimp(uitzetting met inbegrip van lenqte- (verkorting met inbegripvan lengte-temperatuur veranderingen door krimp en kruip)0 veranderingen door krimp en kruip)in het midden + 0,05 mm/m -0,15 mm/mvan de plaatbij een elasticiteitsmodulus (in kgf/cm2) van300000 500000 300000 500000 300000 5000005?e --10 oe 15 2515 oe 30150 15I2525 oe 60 100145 7535?e 90 150 75 125 30 50tabel 1. de drukspanningen in lengterichting van een betonverharding zonder uitzetvoegen, die bi; een temperatuur van 10oe verhardde(uitzettingsco?ffici?nt 0,010 mm/m 0C). Bi; een drukvoorspanning van bi;v. 100 kgf/cm2, worden 5 m lange platen 1,0-1,7 mmsamengedrukt.Voor de praktijk betekent dit, dat betonverhardingen die inhet koele jaargetijde worden gemaakt, in de zomer een voor-spanning kunnen krijgen waarvan de grootte aan tabel 1 ont-leend kon worden.Tijdens Jonge perioden van droogte droogt de plaat uit enwordt iets korter, zodat hij pas bij een sterke verwarming eenvoorspanning krijgt De maximale waarden van de voorspan-ning worden don ook niet tijdens hitteperioden in de zomergemeten, maar bij warm weer, dat onmiddellijk na een langeperiode van regen volgt ('gezwollen ploten').Aan het feit, dot de betonplaat tijdens worm weer door ver-warming uitzet en tegelijkertijd door uitdroging verkort, is hette danken, dat in ons klimaat de voorspanning in de lengte-richting van de platen praktisch steeds binnen bepaalde gren-zen blijft.Overdracht van de horizontale krachten in de voegenOm de horizontale drukkrachten in lengterichting van wegenzonder uitzetvoegen zonder gevaar te kunnen overbrengen,moeten de wanden van de schijnvoegen, evenals bij anderebouwwerken (foto 2), evenwijdig lopen en loodrecht op de rich-ting van de kracht, d.w.z. loodrecht op de wegas staan.Ernstige schade nabij uitzetvoegen is als gevolg van dergelijkedrukkrachten wel eens opgetreden doordat gedurende de win-ter, toen de uitzetvoegen wijd openstonden, zand, split, grindenz. in de voegen kwam. Hierdoor werd het uitzetten van deplaten door verwarming bijna volledig verhinderd (foto 3).foto 2. evenwi;dige voegen, loodrecht op de richting van dekracht, bij een Romeins aquaduct in Spanje24De voegronden stonden niet evenwijdig aan elkaar. Een en an-der had tot gevolg, dat in het begin op de enkele aanrakings-punten zeer hoge sponningen ontstonden en het beton aldoorhet eerst werd verbrijzeld. De drukkrachten concentreerdenzich na verdere verwarming op de overblijvende onbeschadig-de aanrakingsvlakken, die toen eveneens werden vernield. Hetis interessant te vermelden, dot deze ernstige beschadiging op-trad in een wegdek met u i t s I u i ten d uitzetvoegen,die inde winter uiteraard wijd openstonden. Deze schade ontstonddirect na de oorlog, toen het onderhoud veel te wensen over-gelaten had en de voegen niet behoorlijk gevuld waren ge-weest.Als men in een betonverharding een schijnvoeg bijv. 6 cm diepinzaagt of intrilt, zal het beton daaronder te zijner tijd zodanigscheuren, dat de wanden van de voegen evenwijdig tegenoverelkaar komen te staan. Drukspanningen in lengterichting wor-den zodoende gelijkmatig over het gehele oppervlak van descheur overgebracht. Uit dien hoofde hoeft men bij een op dejuiste wijze gemaakte schijnvoeg, die alleen voor het bovenstedeel is gevuld, de in het voorgaande genoemde, ernstigeschade niet te vrezen.Het knikken ('spatten') van de platenHet is bekend, dat uitwendig voorgespannen betonverhardin-gen, waarvan de platen zeer dun zijn, bij bijzonder sterkeverwarming, na een lange regenperiode kunnen 'spatten'. InAmerika beweert men dikwijls, dot zulke verschijnselen in niet-voorgespannen betondekken kunnen worden voorkomen, alsfoto 3. beschadigde uitzetvoeg als gevolg van onvoldoendeonderhoudCement XVI (1964) Nr. 1men de schijnvoegen op zeer korte afstand aanbrengt. Het isechter niet geheel duidelijk, waarom de afstand van de schijn-voegen, d.w.z. de afstand tussen de slechts enkele centimetersdiepe insnijdingen, invloed kan hebben, zolang nergens eenuitzetvoeg aanwezig is, te weten een opening, die over devolle doorsnede doorgaat en uitzetting mogelijk maakt.Toch kan men bij korte platen de uitzetvoegen eerder weg-laten dan bij lange platen. Als men namelijk het 'opknikken'van de betonplaten als een vraagstuk van stabiliteit beschouwt,te vergelijken met het knikken van een slanke kolom, dan wer-ken de schijnvoegen als scharnieren. En als kniklengte geldtdan de afstand tussen de twee voegen, oftewel de plaat 'spat'des te gemakkelijker, naarmate de afstand tussen de voegengroter wordt en bovendien des te gemakkelijker, naarmate deplaat slanker, dus dunner is.Bij al te korte en dunne platen is het daarom denkbaar, datplaten naar boven 'doorslcon' of anders gezegd, dat tweenaast elkaar liggende platen, zonder te verbuigen, plotselinglangs de dwarsvoeg naar boven komen.Op grond van theoretische onderzoekingen en praktijkervarin-gen kan worden aangenomen, dat onder de klimatologischeomstandigheden, die hier en in midden-Europa voorkomen, ingeen geval gevaar voor 'spatten' bestaat, als:a. de platen meer dan 16 cm dik zijn enb. de afstand tussen de schijnvoegen 4 tot 10 m bedraagt.Dit geldt alleen voor wegvakken, die in het koelere jaargetijdezijn gemaakt; wegdekken, die in het warme jaargetijde zijngemaakt, kunnen immers in de zomer slechts een zeer geringevoorspanning krijgen.Bij zeer dunne betonverhardingen moet het vraagstuk van het'spatten' nauwkeurig worden bestudeerd, als het beton bij lagetemperatuur is verhard of als het wegdek een externe voor-spanning verkrijgt.Landbouwwegen e.d. van beton met plaatdikte van 10 tot 12 cmkunnen alleen dan zonder uitzetvoegen worden gemaakt, alsiij tijdens warm weer worden gebetonneerd.ProefvakkenIn de U.S.A. heeft men reeds in 1940 en 1941 in zes verschil-lende staten,in gebieden met zeer verschillend klimaat, proef-vakken gemaakt (6 tot 17 km lang), met en zonder uitzetvoegenen met verschillende schijnvoegafstanden. Hierover zijn publi-katies verschenen, onder meer van Evan s, M., en W. B.Dra k e: '17-Year Report on the Owensboro-Hartford Co-operative Investigation of Joint Spacing in Concrete Pave-ments', Proceedings 38, Highway Research Board, Washington,1959, blz. 226-240; en Fin ne y, E. A., en L. T. 0 e h Ier: 'FinalReport on Design Project, Michigan Test Road', Proceedings 38,Highway Research Board, Washington, 1959, blz. 241-285.Op geen enkele plaats in deze proefvakken is 'spatten' ge-constateerd.Het belangrijkste resultaat van deze proeven was, dat weg-. vakken zonder uitzetvoegen wezenliik beter hadden stand ge-houden dan die m?t uitzetvoegen.Gezien de resultaten in het voorgaande is het vanzelfsprekend,dat men ook in de betonnen proefvakken van de AASHO Road-Test geen uitzetvoegen gemaakt heeft.Voordelen van een betonverharding zonder uitzetvoegenBij deze wegverhardingen kan erop worden gerekend;1. dat onder bepaalde omstandigheden een voorspanning inde lengterichting van de platen zal ontstaan waardoor debuigtrekspanningen kleiner worden;2. dat de voegen niet zo wijd zullen worden als bij wegdekkenm?t uitzetvoegen, waardoor de verticale krachten tussen deruw vertande voegvlakken van de gescheurde schijnvoegenbeter worden overgedragen;3. dat om dezelfde redenen de voegvulling minder sterk ver-vormt, en4. ten slotte, dat, als er eventueel scheuren ontstaan, deze nietwijder kunnen worden, omdat de ruimte daartoe ontbreekt.Het aanbrengen van wapening alleen om het verder open-gaan van de scheuren te verhinderen, is derhalve overbodigbii een betonweg zonder uitzetvoegen.Uitzetvoegen nabij kunstwerkenWanneer bruggen, duikers e.d. in het vlak van de betonbaanliggen, moet men terdege met een mogelijke drukspanning inde lengterichting van de platen rekening houden. Voor en nade bruggen e.d. moet men dan ook ??n of twee uitzetvoegenaanbrengen op de wijze als aangegeven in fig. 4.Opdat de daaraan grenzende platen zich niet in de richtingCement XVI (1964) Nr. 1schijnvoegen niet-verankerdverankerdIschijnvOegen over ca. 40verankercl "1fig. 4. gedeuvelde uitzetvoegen en verankerde schiinvoegenn?bii een kunstwerkvan de uitzetvoegen kunnen verplaatsen en zodoende op denduur de bewegingsmogelijkheid van de naast de uitzetvoegliggende' plateri zullen verhinderen, moeten de aanliggendeschijnvoegen over een weglengte van ca. 40 m worden ver-ankerd. Deze ankers werken als een elastische veer en trek-ken de betonplaten, die tijdens de lengteveranderingen vande schijnvoegen weg willen 'kruipen', weer terug.Afstand tussen de sc:hijnvoegenBij de AASHO Rood Test werden gewapende betondekken meteen schijnvoegafstand van 12,2 m en ongewapende betondek-ken met schijnvoegen om de 4,6 m beproefd. Veel verschil isdaarbij niet gebleken. De gewapende dekken (12,2 m) had-den uiteindelijk meer scheuren dan de ongewapende platenvan 4,6 m lengte. De rijkwaliteit was volgens de berichten inbeide gevallen dezelfde. .Zonder twijfel zijn ongewapende platen goedkoper, omdat1. het beton niet in twee lagen behoeft te worden gestort,hetgeen als men wapeningsnetten gebruikt, voor een goedeligging ervan noodzakelijk is, en2. de kosten van het staal bespaard worden.(Ongewapende platen worden in Nederland reeds lang ge-maakt, met dien verstande, dat men hier twee lagen toepast meteen verschillende hoeveelheid cement. Gezien de verbeterdemachines zal men ertoe Over kunnen gaan het wegdek in ??nlaag te maken, met 350 kg cement per m3 beton - Ringeling).De redenen, dat korte, ongewapende platen zich gunstig ge-dragen, kunnen de volgende zijn:1. bij de gewapende platen liggen de steelmotten dicht bij deneutrale lijn, d.w.z. statisch zo ongunstig, dat zij slechtsweinig bijdragen tot het verhogen van de buigtreksterkte.Het aandeel van de wapening in betonwegdekken is, in ver-gelijking met die in andere constructies, zeer gering.2. bij korte voegafstanden -m.a.w. bij een groter aantal voe-gen- gaat elke voeg minder open staan.Indertijd heeft men in Amerika vastgesteld, dat de vertan-ding in de scheurvlakken ven de schijnvoegen wezenlijk bij-draagt tot de taak van de deuvels, te weten de overdrachtvan de verticale krachten van de ene op de andere plaat,fig. 5. vervormingen van een betonplaat als gevolg van eentemperatuurverschil tussen boven- en onderkant van deplaat (20,4 cm dikke betonplaat, E = 280000 kgf/cm2,cementgebonden fundering met k-waarde = 77,1 kgflcm3)(Ontleend aan: Wiseman, J. F., M. E. Harr en G. A. Lecnards , 'Warpingstressesand Deflections in concrete pavementa'c Part 11, Proceedings 39,Highway Research Board, Washington 1960, blz. 167-172).25o 0,5 1.0 1,5 2.0verschUiving (In mm)fig. 6. de wri;vingsco?ffici?nt als functie van de verschuiving bi;verschillende plaatlengten (volgens G. Wei I en C. E.Brink)dus een groter aantal voegen aanbrengen. Terwijl de rijkwaliteit-gezien ook de uitslag van de AASHO Test- daaronder nietbehoeft te lijden, is het toch een nadeel, dat het meer werkgeeft en er meer onderhoud gevraagd wordt. Het maken vande schijnvoegen is echter veel eenvoudiger geworden dan totdusver gebruikelijk was. (wordt vervolgd)zo long de voeg niet meer don 1 mm openstaat. Bij dekorte ploten staan de voegen, en zeker in de zomer, slechtszo ver open dat een dergelijke verbetering van delostover-dracht verzekerd is;3. de korte platen kunnen zich beter aanpassen bij eventuelezakkingen van de ondergrond;4. door verschillen in de temperatuur en de vochtigheid vande platen kunnen deze bol of hol gaan staan. De spannin-gen, die door het eigen gewicht van de platen en door deverkeersbelasting bij zulke opbuigingenkunnen ontstaan,zijn voor lange platen natuurlijk belangrijk hoger dan voorkorte (fig. 5);5. als de voegen zich openen af sluiten moeten de plaateindenover de ander de plaat liggende laag glijden. De afstandwaarover de plaateinden glijden, is des te groter naarmatede voegwijdte meer verandert, d.w.z. des te langer de platenzijn en des te minder de temperatuuruitzettingen in spermin-gen warden omgezet. De wrijvingsco?ffici?nten tussen plaaten de daaronder liggende laag is bij kleine verschuivingenzeer klein (fig. 6).Bij afstonden tussen deschijnvoegen van 5 m en gemiddeldedagtemperaturen verschuiven de platen slechts over korteafstand (bijv. max. 0,25 mm bij een temperatuurveranderingvan 10 ?Cl, zodat aak daardoor de spanningen in kortereplaten kleiner worden.Indien men betonwegen met korte platen aanlegt, betekent dit1.00.80.8'?0.4s00,20plaat op speciaal papier volgens C.E Brink (1960)I 15 m plaat op vutpepter volgens Weil (1959)1 / r20 m plaat op nat zand volgens (1936)1 / ----- 'F-'I r ,,/proel plaat op nat zand volgens G.Weil (1938)t/Bulletins d'lnformationvan het Comit? Europ?en du B?ton (1960-1963)Nr. 21. Studiegroep 'HyperSlalique' (januari 1960)Intraduction; Preliminal'y Nates 1 and 2 (A. L L Beker) [Traduc-tions fran?aises); Nota surle calcul ? rupture des constructionshyperstatiques (V. Guyon); Prapasilion de calcul bas?e sur lath?arie des ratations impos?es (G. Ma c c h i)Nr. 22. Studiegroep 'Flexion ? Compression' (maart 1960)Beitrag zur Ueberlesligkeit in Biegebeanspruchten Stahlbetanbalken(S. S?a re tz) (Traduclian Iren?aise)Nr. 23. Studiegroep 'Aciers - Adh?rence ? Ancrages' (maart 1960)Varschriften ?ber die Anardnung, Verankerung und Haftsicherheilvan im Beton (S. S a re tz) (Traduction Iran?aise);Des essais et des sp?cifications desarmatures pour le b?ton arm?et Ie b?tan pr?cantraint (Commission Technique RILEM-CEB-FIP)Informations sur lesactivit?sen coursNr. 24. Compte?Rendu de la 5?me Session de travaiI, Vienne, Avril 1959,Premi?re Partie (juni 1960)Nr. 25. Compte-Rendu de la 5?me Session detravail, Vienne, Avril 1959,Deuxi?me Partie (juli 1960)Nr. 26. Studiegroep 'Eflort tranchant' (augustus 1960)Etudepr?liminaire. Proposition d'une m?thode pratiquesimplifi?ededimensionnementet de v?rification; Compte-rendu de la R?uniondu 24 juin 1960, Stockholm;Calcul de I'eflort tranchant ? la rupture.Extension au cas des armatures transversalesobliques et des barresrelev?es (R. C ham b a u d)Programme de la 6?me Session de travail , Monaco,Janvier 1961Nr. 27. Studiegroep 'Dalles? Planchers-Dalles' (september 1960)La th?orie deslignes de rupture.Principes , G?n?raux, Exemplesd'uti IisaUonpratique, Comparaisonsexp?rimentales (G. A. S te inman n)Nr. 28. Instructions Sovi?tiques concernant Ie calcul des strueturea hyper-statiques (Traduction Fran?aise (oktober 1960)Nr. 29. Studiegroep 'Dalles - Plancher-Dalles' (november 1960)Intraduction (A. M. Haas), Campte-rendu de la l?re R?union du29 Janvier 1960, Paris, et de la 2?me R?union du 25 Juin 1960,Stockholm Domparalsons des Prescriptions Nationales en vigueurpour Ie dimensionnement des dalles; Abstract ol C.U.R.-rapportnr. 16A (A. L.B 0 u m a); Abstract al the Prapaseddralt ol theDutch Code lar relnloreed concrete slabs (A. L. Ba u m a en H. vanKa te n); Swedisch State Specifications for Concrete, Part 28 ,Solid Concrete Slabs; Translations al Swedisch Specilicatians andCommenfs on massive concrete slahsNr. 311. Studiegroep 'Hyperstatiques' (janueri 1961)Nates lar discussion at Monaco (A. L. L. Baker); Nota sur ladimensionnement? rupture d'uneossature ? cadres enb?ton arm?(Y. Gu yo n); Note pour la discussion? lasessionde Monaco(G, Ma c c h iJ; Propased Caardlnation al Research on IneiasticDelarmatian (A. L L. Bak e r); Premi?re S?rle d'essais pour lad?termination des Rotations An?lastiquesdespoutres enb?tonarm? ; Condens? des M?moires de la Commission non publies (p?-riade: Janvier - Novembre 1960)Nr. 31. Studiegroep 'Flambement' (Iebruari 1961)Sessian de Monaco. Rapport pr?liminaire; Examen de la M?thodede Calcul de Flambement de la ?NORM B 4200 (A. Aa s -J e-k 0 b sen l;Gommentai res sur la Proposition de Modifications .desConclusions de la Session de Vienne pr?sent?epar M.le DocteurAas-Jakabsen, Ie 23 janvier 1960 (J. R. Rabinson); Etude cam-par?e des travaux r?alis?s dans Ie cadre des Commissionssur IeFlambement de l'AmericanCantrete Institute et du Comit? Eura-p?en du B?ton (A. A-as - Jak abs en); Etude des r?sultats desessais de M. Ie Pralesseur Gaede sur Ie Flambage de pi?ces enb?ton arm? saus charges de courte et de langue dur?e (A. A a s -Jak 0 bso n); Essais sur pateaux de grand ?lancement; Analysed'une Etude Exp?rimentale de la capacit? portante des murs etdes poteauxNr. 32. Conclusions de la G?meSesslon Pl?ni?re, Monaco, Janvier 1961;Studiegroep 'Poutres en T' (april 1961)Canseil d'Admlnistralion 1961-1963 (Iiste des Membres); Com-missions de TravaH (composition)Conclusionsde la 6?me Session Pl?ni?re, Monaco, Janvier 1961Bericht des Kamrnission 'T-Balken' (G. B re n del) (TraductionFran?aise)Nr. 33. Compte-Rendu de la 6?me Session Pl?ni?re, Monaco, Janvier 1961,Premi?rePartie (juli 1961)Nr. 34. Compte-Rendu de la 6?me Session? Pl?ni?re, Monaco, Janvier 1961,Deuxi?me PartieNr. 35. Studiegroep 'Dalles et Planehers-?allee' (maart 1962)Introduction (G. S te in man n); Formulaire deCalcul et de 01-menslannement Pratique en f1exian des dalles et plencher-delles(Application de la Th?orie des lignes de rupture); Exemples pra-tiques d'application paur divers types de dalles; R?sultats d'Essals(FlexJon), Essais Allemands,Americains, Fran?ais et surMa-quelles.Nr. 36. Studiegroep 'Flexion - Compression' (juni 1962)Principes de Calcul du B?tan Arm? saus des Etats de CantreintesManaaxiaux (H. R?sch)listes des Membres du Canseil d'Administration, des Membresdes Commissions de Travail et des Membres du C.E.B.Nr. 37. Studiegroep 'Ellort tranchant' (oktober 1962)La H?sistance ? l'Ellort tranchant des Pautres en B?tan Arm?.Une Tentative deClassement des Faits Exp?rimentaux. Esquissed'un Pragramme d'Essais (J. R.R 0 bin s on) (English translation) ;Ccmpte-rendu des R?unions Communes de laCommission II 'Aciers- Adh?rence- Ancrages'et le Commission V 'Efforttranchantl,Luxembaurg, Avril 1962; Bericht ?ber die Tagung des AmericenConcrete Institute vam 12-15 M?rz 1962. Denver (S. Soretz)(Traduction Fran?aise); Oberblick?ber neuere Schubversuchedurchgel?hrt am Olla-Graf-I nstitut Stullgert (F. Leon h a r-dt undR, Wa l t her) (Traduction Fran?aise); Campte-rendu duCollaquesur l'Ellort Trenchant, Stuttgart, Octabre; A staticallyindeterminate truss modelfor reinforced concrete bearns failingby shear (A. L. L. Baker and S. Ahmad)Nr. 38. Studiegroep 'Dalles' (maart 1963)Cornpte-rendu de la r?union du 9 Janvier, Paris;Proposition deProgramme de Travail (A. M. Haas); Nate sur Ie Pragramme deTravail (G. S te i nma n n); Demonstratian ol Hillerborg's StripMethad (H. W. Wo 0 d); Application de la M?thade des Adaptatiansau Calcul des Dalles (F. Levi); Tentative d'?tabllssement d'unemethode g?n?ralepour Ie Calcul des Dalies en Flexian (C, E.Ca I1 a r i); Etude Exp?rimentale des Crit?res de Rupture parFlexian dans les Dalles en B?ton Arm? (H. L0 u i s, C. Ma s s o-net, R. Ba u s en S. Ta I',aoe i a); Etude de la Capacit? deR?sistance des Dallesbiaises ?l?mentaires en B?tan Arm? (Z.Sobatka)Cons'eil d' Administration. R?uniondu8 Janvier, ParisPragramme des R?unions de Wiesbaden (8-11 Avril 1963)Nr. 39. RECOMMANDATIONS PRATIQUES du Comit? Europ?en du B?ton,Premi?re Edition (maert 1963)Niet-leden Van het Comit? Europ?en du B?ton kunnen zich verzekeren van toezending van de volgende C.E.B.?Bulletins door zich aante melden als 'membre correspondent', tegen een jaarlijkse COntributie van 150 Zw.Frs., bij het Secr?tariat Permanent du C.E.B., 9 Ruela P?rouse, Paris XVI. Voor zover voorradig kunnen ook de reeds verschenen Bulletins nog besteld worden.De bovengenoemde C.E.B.-Bulletins Nrs. 21 ilm 39 worden op verzoek uitgeleend door de Bibliotheek van de Afd. Voorlichting van deVerkoopassociatie ENCI-CEMIJ N.V., Herengracht 507, Amsterdom-Ci, telef. (020) 238531.26 Cement XVi (1964) Nr. 1
Reacties