ing.G.de Haas,Ingenieurs- en Architectenbureauvan Hasselt en de Koning, NijmegenCement XXXI (1979) nr. 7Uitb.reiding AmercentraleGeertruidenbergAlgemeen overzicht enkoelwatervoorzieningInleidingIn opdracht van de N.V. Provinciale Noordbrabantse Elektriciteits-Maatschappij (PNEM) te's-Hertogenbosch is thans in Geertruidenberg een uitbreiding van de Amercentrale in uitvoeringmet een capaciteit van circa 600 MW (Amercentrale VIII).De elektriciteitsvoorziening wordt in Nederland landelijk geregeld doorde N.V. SamenwerkendeElektriciteits-Produktiebedrijven (S.E.P.). Jaarlijks wordt door deze overkoepelende organisa-tie een zogenaamd elektriciteitsplan opgesteld, waarin planmatig zowel voor de korte termijn alsop langere termijn (voorlopig) wordt vastgelegd welke elektriciteitsbedrijven nieuwe eenhedenvoor de elektriciteitsopwekking zullen realiseren. Een en ander uiteraard in overleg met dedesbetreffende regeringsinstanties.In dit kader is gepland dat eind 1979 een nieuwe eenheid met een vermogen van 600 MW ophetterrein van de Amercentrale in bedrijf moet worden gesteld. Met de bouw van deze voor kolen"en oliestook ingerichte eenheid is gestart in 1975.A. Algemeen overzichtSitueringMet deze uitbreiding zal op de vestigingsplaats Geertruidenberg in totaal een vermogen vancirca 2300 MW zijn gerealiseerd. Het centraleterrein is gelegen aan de Maas welke nabijGeertruidenberg overgaat in de Amer. De plaats van deze centrale is circa 30 jaar geledengekozen in verband met de beschikbaarheid van voldoende koelwater in dit eb" en vloedgebiedvan de Maas en de mogelijkheid van brandstofaanvoer per schip, terwijl voorts de aansluiting opde aanwezige hoogspanningslijnen op betrekkelijk eenvoudige wijze kon worden gerealiseerd.Het terrein bood voldoende ruimte om de nodige uitbreidingen, welke gezien de enorme toe-name van het elektriciteitsverbruik noodzakelijk waren, op deze vestigingsplaats te kunnenrealiseren. Behalve de gebouwen omvatten deze uitbreidingen de vergroting van de opslag-capaciteit van de kolenterreinen en olieopslagtanks en de aanleg van gasleidingen metreduceerstations ten behoeve van de gasgestookte eenheden. Voorts zijn 150kV- en 380 kV-stations gerealis?erd voor de aansluiting op het landelijke distributienet.Hoofdelementen Amer?entrale VIIIVoorde thans in uitvoering zijnde uitbreiding worden in hoofdzaak de volgendebouwkundige encivieltechnische werken gerealiseerd (fig. 3).1. Een hoofdgebouw bestaande uit:de turbohal afmeting circa 55 x 60 m hoogte circa 27 mhet ketelhuis afmeting circa 45 x 65 m hoogte circa 78 mhet bunkerhuis afmeting circa 10 x 55 m hoogte circa 54 mDe draagconstructie voor het gebouwen het ketelstatief is uitgevoerd in staal met eengewapend betonnen fundering en kelder. Daken en wanden zijn in hoofdzaak met gevouwenstaalplaat gerealiseerd.In de turbohalis de turbogenerator geplaatst op een enorm grote gewapend betonnen plaatwelke door stalen veerpakketten wordt ondersteund in verband met de trillingsvrije opstelling.Alle gebouwen en installaties zijn gefundeerd op palen.2. Trafocelien, uitgevoerd in gewapend beton en metselwerk. De cellen voor dehoofdtrafo's zijngeheel gesloten uitgevoerd mede ter beperking van de geluidshinder.3. Schakelwacht, uitgevoerd in gewapend beton en metselwerk met gedeeltelijk een stalen draag-constructie.4. Gasturbinegebouw, uitgevoerd overeenkomstig het hoofdgebouw. In dit gebouw is eengasturbine met afgassenketel opgesteld mede ten behoeve van de stroomvoorziening voor heteigen bedrijf.5. Vliegasvangers en vliegasbunkers, uitgE?voerd in staal met een gewapend betonnen funderingop palen.6. Zuigtrekventilatorengebouw, in principe uitgevoerd overeenkomstig het hoofdgebouw. In ditgebouw zijn ventilatoren opgesteld met turbineaandrijving welke de rookgassen uit de ketelaanzuigen en naar de schoorsteen voeren.2771Overzicht centralecomplex2Koelwaterretourleiding in aanbouw3Het uitbreidingsplan met de voornaamsteonderdelenCement XXXI (1979) nr. 77. Schoorsteen met een hoogte van 175,00 m,buitendiameter aan de top 8,30 mbuitendiameter aan de voet 17,00 m. De schoorsteen is uitgevoerd met een gewapendbetonnen buitenmantel en een in vuur- en zuurvaste steengemetseldebinnenmantel. De spouwtussen de mantels wordt geventileerd met buitenlucht, zodat de temperatuurbelasting van debetonnen buitenmantel beperkt blijft (fig. 4).De fundering is uitgevoerd als een ringfundament van gewapend beton op palen.8. Uitbreiding kolentransport. De nieuwe eenheid zal voornamelijk op kolen worden gestookt.Hiervoor is een nieuwe los- en transportinstallatie aangebracht met kraanbanen, transport-gangen enz. Dagelijks zal een hoeveelheid van circa 3000 ton kolen worden verstookt.9. Filter" en pompenhuis, waarin opgenornen 3 stuks pompen, elk met een capaciteit van circa10 m3/sec. De onderbouw is uitgevoerd in gewapend beton, de bovenbouw met een stalendraagconstructie en gemetselde wanden.10. Koelwaterkanalen, uitgevoerd in gewapend beton, gefundeerd op palen, bestaande uit devolgende onderdelen:perskanaal inwendig 4,00 x 4,00 m, achtkantigafvoerkanaal inwendig 4,00 x 4,00 m,retourkanaal inwendig 2,40 x 6,00 m.11. Koeltoren uitgevoerd in gewapend beton (fig. 5),diameter aan de voet 110,70 mdiameter in de keel 62,00 mdiameter aan de top 65,07 mhoogte 130,00 rn.12. Pompengebouw t.b.v. drie stuks koeltorenpompen, elk met een capaciteit van circa 8 m3/sec.De uitvoering van het pompengebouw is in principe geheel overeenkomstig het filter- enpompenhuis.JKOLENTRANSPORTGANG? SCHOORSTEENI ZUIGTREKYENTIl ATORENGEBOUWI VliEGASVANGERS.. GASTURBINEGEBOUW,....JS.UEL _BUNKERHU IS? SCHAKELWACHT2? 4010 30 SOmeler2784Schoorsteenvan de nieuwe centrale-eenheid5KoeltorenI~ 64m~I19 cm~ 61 m1. 88 kolommen _ 702. versterkte wand3. tucht inlaatCement XXXI (1979) nr. 7HoeveelhedenOm een indruk te geven van de grote omvang van de uitgevoerde bouwwerken volgen hieronderenige cijfers van de verwerkte hoeveelheden aan beton, wapeningsstaal en constructiestaal.Beton circa 50.000 m3Wapeningsstaal circa 5.000 tonConstructiestaal (excl. ketelstatief en vliegasvangers) circa 6.200 tonDe inhoud van de gebouwen bedraagt circa 450.000 m3.De bouwkosten van alle bouwkundige werken zullen in totaal circa f 80000 OOO,-bedragen.B. KoelwatervoorzieningTen behoeve van de condensorkoeling voor het op deze vestigingsplaats opgestelde vermogenis een zeer grote hoeveelheid koelwater nodig. Uitgaande van een benodigde koelwater-hoeveelheid van circa 4 m3/sec per 100 MW opgesteld vermogen, bedraagt de koelwater-hoeveelheid voor het gehele complex circa 100 m3/sec. Deze hoeveelheid wordt normaal ont-trokken aan de rivier de Amer; in principe bovenstrooms ingenomen en benedenstrooms af-gegeven.Eisen in verband met lozingIndien voldoende afvoer van water door de rivier plaatsvindt, zal de opwarming van het waterkunnen blijven binnen de daartoe door de Rijkswaterstaat gestelde eisen:maximum temperatuursverhoging bij stroming door de condensors rc, gemeten achter decondensor;maximum temperatuurverhoging van het water op de rivier 3?C boven de natuurlijke tempera-tuur van het water;maximum temperatuur van het opgewarmde water 30?C, gemeten achter de condensor.De afvoeren van de Maas kunnen in een bepaalde periode van het jaar echter zodanig laagworden, dat aan bovenstaande normen niet meer kan worden voldaan. Dan zal op een anderewijze in een deel van de koeling moeten worden voorzien.Koeltoren. Voor de nieuw te bouwen centrale betekent dit, dat de ko?ling alternatief moet kunnen wordengerealiseerd via een koeltoren in een koelwatercircuit dat in principe gesloten moet zijn, zodatgeen lozing van het koelwater op de rivier plaatsvindt. In een uitvoerige studie is door de PNFMbekeken welk type koeltoren hierzou moeten worden gekozen. Bij de overwegingen welke tot dekeus van een koeltoren met natuurlijke trek hebbengeleid en bij de bepaling van de afmeting vande koeltoren zijn onder meer de volgende aspecten betrokken geweest:milieu-eisen, waaronder: geluidsaspecten, visuele aspecten en hinder door dampvorming;plaats in deterreinsituatie, welke mede werd bepaald door de ligging van reeds bestaandegebouwen, koelwaterkanalen en hoogspanningslijnen c.a.;bouwkosten;bedrijfsvoering, waarbij uiteraard gestreefd diende te worden naar een optimalisering, mede inverband met de relatief lange periode dat koeltorenbedrijf zal moeten worden gevoerd.Zowel koeltorens met geforceerde trek als met natuurlijke trek zijn in ditverband bestudeerd. Opgrond van deze studie en in overleg met de overheid istenslotte gekozen voor een koeltoren metnatuurlijke trek,? waarbij de hoogte van de koeltoren is begrensd tot 130 m boven maaiveld,hoewel een koeltoren met een hoogte van 160 ? 180 m mogelijk een meer economische oplos-. sing zou zijn geweest in verband met de natuurlijke trek van de koeltoren.Voor het thermisch-physische ontwerp van de koeltoren zijn in bovengenoemde studie als uit-gangspunten vastgesteld:koelwaterhoeveelheid normaal 86 000 m3 per uur, maximaal 92 000 m3 per uur;af te voeren warmte 760 000 kJ per sec. bij een koudwatertemperatuur van 25,5 ?C;natte bol temperatuur 16?C bij een relatieve vochtigheid van 80% bij 1013 mBar;geluidsniveau 80 dB(A) op 10 m afstand van de koeltoren.Aan drie bedrijven is een uitnodiging verstrekt om een turn-key aanbieding te doen voor de uit-voering van de koeltoren inclusief fundering. Bij deze aanbiedingen zijn grote verschillen naarvoren gekomen in de uitvoering van de zgn. koelpakketten, welke mede bepalend zijn voor dediameter van de koeltoren. Uiteindelijk is de keuze bepaald op de aangeboden koeltoren vanHamon Sobelco S.A., gevestigd te Brussel, in een combinatie met Visser &Smit B.V. te Papen-drecht en Hochtief A.G. te Essen (Dld.).Grondmechanische aspecten, funderingssysteemHet terrein waarop de koeltoren moest worden gebouwd bleek ook in de diepere lagen sterk ver-schillend van samenstelling te zijn. Het normale fundatieniveau van circa 9,00 m beneden hetmaaiveld van het centraleterrein, waarop de gehele centrale is gefundeerd, bleek voor degekozen situatie gezien de hoge belastingen uit de koeltoren, niet voldoende draagkracht televeren. Diverse systemen voor de fundering van de koeltoren en voor de vijverbak metondersteuning van de koelpakketten werden aangeboden en bestudeerd:voor de koeltorenvijver1. een grondverbetering;2. een fundering op palen tot een niveau van circa 9,00 m beneden maaiveld;voor de koeltoren2791. in de grond gevormde paalgroepen van schoorpalen op een funderingsniveau van circa 12,00 mbeneden maaiveld;2. in de grond gevormdepaalgroepen van schoorpalen op een funderingsniveau van circa 20,00 monder maaiveld;3. grote boorpalen, een stuks per steunpunt, verticaal geplaatst op een funderingsniveau van circa35,00 ? 40,00 m onder maaiveldniveau; de boorpalen onderling gekoppeld meteen ringbalk vanvoorgespannen beton voor het opnemen van de spatkrachten uit de schuingeplaatstekolommen van de koeltoren.Uiteindelijk is gekozen voor een combinatie van verschillende in-de-grond-gevormde paal-typen: boorpalen metgrote diameter voor de koeltoren, schroefboorpalen voorde fundering vanhet koelpakket en naaldpalen voor de koeltorenvijver. In het volgende artikel zal nader wordeningegaan op de argumenten die geleid hebben tot ditfunderingsontwerp.GeluidshinderTen einde de geluidshinder naar de bebouwing van Geertruidenberg binnen de daartoegestelde normen te houden, zal aan de zuid- en zuidoostzijde van de koeltoren een geluidswalworden aangelegd. De kruin van deze wal ligt op 5,50 m boven maaiveld; op de wal wordtvervolgens een scherm met een hoogte van 5,00 m geplaatst. Het is de bedoeling de wal in teplanten.KoelwatercircuitHet koelwater wordt opgepompt in het filterhuis, waar drie stuks niet-verstelbare pompen zijnopgesteld, elk met een capaciteit van circa 10m3 per sec. De pompen zijn uitgevoerd met eenbetonnen slakkenhuis. De opbrengst van de pompen wordt be?nvloed door de weerstand in depersleidingen en condensors. Voorts is van invloed de stand van het water in de rivieren dewaterstand achter de condensors, welke op een minimaal niveau moet worden gehouden om tevoorkomen dat er vacuum ontstaat in de condensors (foto 8).Het afvoerkanaal voert via natuurlijk verval het in de condensors opgewarmde koelwater af naarde rivier. In het uitlaatwerk zijnschuiven ingebouwd ten behoeve van het opzetten van de water-stand in het afvoerkanaal in geval van koeltorenbedrijf. Dit is ook nodig in geval van gedeeltelijkterugvoeren van het warme koelwater in een retourkanaal naar het filterhuis, ten einde tijdenswinterbedrijf het koelwater, dat bij het filterhuis wordt opgenomen, enigermate in temperatuur teverhogen. Een te lage temperatuur van het koelwater be?nvloedt namelijk de capaciteit van deturbine in ongunstige zin.Bij het uitlaatwerk is een lange overlaatingebouwd in V-vorm met eensysteem van beluchtings-buizen om het zuurstofgehalte in het koelwater te verhogen (fig. 6).Tijdens koeltorenbedrijf worden de schuiven in het uitlaatwerk neergelaten en de bestaandewaterstand in het koelwaterafvoerkanaal verhoogd, terwijl de schuiven ten behoeve van hetwinterbedrijf gesloten worden gehouden.Een tweede stel van drie stuks pompen in het pompengebouw nabij de koeltoren, elk met eencapaciteit van circa 8 m3 per Sec., wordt geleidelijk in bedrijf gesteld. Deze pompen zijn regel-baar ten einde ingesteld te kunnen worden op de hoeveelheid koelwater die door de filterhuis-pompen wordt aangevoerd. V??r de pompen moet een open waterspiegel aanwezig zijn met eenvoldoend oppervlak om deinsteltijd van de pompen te overbruggen. Daarbij is uitgegaan vaneen toelaatbare fluctuatie in het waterniveau van circa 1,00 m. De pompen, welke eveneens zijnuitgevoerd met betonnen slakkenhuizen, brengen het water in de koeltoren tot een niveau vancirca 11,50 mboven de koeltorenvijver, waarna via een leidingsysteem met sproeiers het water6Doorsnede uitlaatwerk met overstort enbeluchting7Doorsnede retourkanaal aansluitend aankoeltorenvijver 5 meter-I-rCement XXXI (1979) nr. 7 280fijn verdeeld over de koelpakketten wordt gespreid en gekoeld door de langsstrijkende lucht endoor verdamping. De koeltoren werkt daarbij als een reusachtige schoorsteen. Via de inlaat-strook aan de onderzijde van de koeltoren wordt de lucht aangezogen en verwarmd door hetkoelwater waardoor de trek ontstaat en de vochtige lucht aan de top wordt afgevoerd. Circa0,5 m3 water verdampt per seconde.In de koeltorenvijver waarin het afstromende water wordt opgevangen en in het afvoerkanaalzijn overlaten ingebouwd. Deze overlaten moeten voorkomen dat in geval van storingen in debediening van de schuiven van het retourkanaal nabij het filterhuis en bij hoge buitenwater-standen overstroming van het centraleterrein plaatvindt. De aansluiting van de koeltorenvijvernaar het retourkanaal is voorzien van een grof rooster ter bescherming tegen persoonlijkeongelukken. Deze aansluiting heeft een speciale vorm gekregen om te voorkomen dat luchtwordt meegezogen in het retourkanaal, zodat verschijnselen van waterslag in de retourleidingworden tegengegaan (fig. 7).De vorm van de toestroomkanalen van het koeltorencircuit naar de filterhuispompen is in eenmodel bij het Waterloopkundig Laboratorium onderzocht, in verband met een rustige, gelijk-matige toestroming van het water naar de pompen. Aangezien bij het filterhuis een open ver-binding naar het buitenwater bestaat, is de vorm zodanig uitgevoerd, dat uitvloeien van warmkoelwater op het buitenwater wordt voorkomen. Een open verbinding is noodzakelijk in verbandmet de regeling van de pompen en de suppletie van water ter aanvulling van het verdampings-verlies in de koeltoren en ter aanvulling van uit de koeltorenvijver direct op het afvoerkanaalgespuid water.Spuien van water en aanvulling van vers water geschiedt regelmatig om te grote indikking vanhet water in het koelcircuit te voorkomen. Chemicali?n worden aan het koelwater toegevoegdo.a. om algengroei tegen te gaan.Cement XXXI (1979) nr. 7 281Vormgeving, afmetingen en hoeveelhedenIn figuur Sis het gehele bouwwerk weergegeven. De 130 m hoge schacht wordt ondersteunddoor 88 stuks kolommen, die via de funderingsringbalk worden gesteund door 44 stuks grotediameter boorpalen (01,45 m, lengte ? 40 m). De dikte van de schachtwand is minimaal 16 cmen is relatief dunnerdan een eierschaal. De schacht wordt aan de onderzijde ringvormig verstijfddoor over 7,5 m hoogte een gemiddelde dikte van 0,40m te handhaven en boven door een hori-zontale verbreding, die tevens dient om de vliegtuigverlichting bereikbaar te maken (via kooi"ladder van 0 naar 130 m+) (foto 9).Aan de buitenzijde is de schacht voorzien van 88 verticale windribben (fig. 10). Deze ribben zijnin de eerste plaats bedoeld om de kleef van de wind op de schacht te breken. Daarnaast warenze dienstig om het torderen van de klimbekisting te voorkomen.Voor de ondersteuning van de vloer van het 2,5 m diepe vijverbekken is gekozen voor een grootaantal (? 3000) zg. naaldpalen in een stramien van 2 m x 1,5 m. Door deze keuze konde diktevan de vijvervloer beperkt worden tot 0,20 m.T.b,v. de ondersteuning van het zg.koelpakket werd gekozen voor een schroefboorpaal in eenstramien van 6 x 3 m (onder elke kolom een paal).Voor het totale bouwwerk werd circa 19 000 m3 beton verwerkt.Co?rdinatieVoor de uitvoering van een gecompliceerd bouwwerk, als een centrale van deze grootte met zijninstallaties, is een goede begeleiding en afstemming van de werkzaamheden noodzakelijk.Hiertoe is een netwerkplanning opgesteld welke regelmatig wordt vergeleken met de voortgangvan de werkzaamheden ten einde de knelpunten tijdig te onderkennen en maatregelen te nemenom deze knelpunten op te heffen.Tot nog toe verloopt het werk over het algemeen overeenkomstig de opgezette planning. Welheeft de lange winterperiode van 1978-1979 enige vertragingen in de uitvoering veroorzaakt.InleidingEind december 1977 ontving de bouwcombinatie 'Koeltoren Amer VIII' te Geertruidenberg, op-dracht voor de civiele werkzaamheden van dit grote bouwwerk. De bouwcombinatie wordt ge"vormd door de firma's Hochtief A.G. te Essen en Visser &Smit Bouw B.V. te Papendrecht. Dezefirma's wisten door bundeling van hun kennis, enerzijds van de constructie en uitvoering vanhyperbolische schalen (Hochtief) en anderzijds van grond- en funderingstechnische speciali-teiten (Visser &Smit) een optimale offerte uit te brengen, die in een opdracht resulteerde. Dehoofdaannemer voor het totale uitbreidingsproject is Hamon Sobelco uit Brussel, die tevens dethermisch-fysische installatiewerken uitvoert. Voor controle ten behoeve van de opdrachtgeveris ingenieurs- en architectenbureau van Hasselt en de Koning uit Nijm~gen ingeschakeld.Binnen drie weken na de opdracht zou met de fundering moeten worden begonnen, zodat directeen Belgisch-Duits-Nederlands overleg gestart werd om voor de betrokken bedrijvenhun engi"neeringstaken mogelijk te maken en om eventuele afwijkende Belgische en Duitse normen opde Nederlandse af te stemmen.Uitvoering van de koeltoren8 Sybolt Voeten, BredaStudio Wendrich BV, Zwijndrecht9Koeltoren, met op de voorgrond hetpompengebouw1II~1.".A.,IVI.V?:lnKimmenaede,Bouw BV te Papendrechtdel31uiitmakemd vanKoninklijke Volker Stevin NV10Windribben op de schacht, voor het brekenvan de kleef van de windTREMIEAIRUFTBENTONIETTijdschemaKenmerkend voor de hele bouw was de extreem korte tijd, die ter beschikking stond, nl. 1V2 jaar;binnen deze periode moest ook het installatie-technische gedeelte gerealiseerd worden.Gegevens kwamen dan ook vooral in de beginperiode vlak voor de uitvoering ter beschikking.Werkmethoden enconstructievormen waren er op gericht om de bewerkingen zo snel mogelijkte realiseren, waarbij de inzet aan personeel, hulpmateriaal en materieel maximaal was; uitkostenoogpunt echter bepaald niet optimaal.Het tijdschema was gebaseerd op de volgende gegevens:aanvang 15 januari 1978,oplevering 1 augustus 1979,benodigde tijd installatiewerken 6 maanden;voor 1november moest de schacht gereed zijn omdat na deze datum het niet verantwoord is om,i.v.m. klimatologische omstandigheden, aan de schacht te werken;de duur van het schachtklimmen bij een kisthoogte van 1.50 m, een schachthoogte van 120 m,aan- en afloop, montage en demontage bedroeg minimaal 6 maanden.Deze criteria uitgezet, laten zien, dat er voor palen, fundering en onderbouw slechts 4 maandenter beschikking Waren. Bovendien waren ditklimatologisch slechte maanden. Uiteindelijk zijn dewerkzaamheden aan onderbouwen schacht volgens het schema voltooit. Ten gevolge van deextreme winter '78-'79 is er ongeveer 8 weken vertraging ontstaan in de interieurwerkzaam-heden.PaalfunderingIn het voorgaande is vermeld dat de fundering van het complex bestaat uit grote diameter boor-palen, schroefboorpalen en naaldpalen. Alvorens in te gaan op de aspecten, die hebben geleidtot dit funderingsontwerp, volgt nu eerst een globale beschrijving van deze paaltypen.Een boorpaal is een in de grond gevormde betonnen paal. De afmetingen, die gerealiseerdkunnen worden bedragen in diameter van 0,8 m tot meer dan 2 m en lengten tot 60 m. Het nuttigverticaal draagvermogen kan oplopen tot meer dan 20 000 kNoHet proc?d? bestaat uit:plaatsen van een hulpcasing, het boren van een gat in de grond onder gebruikmaking van eendikspoeling,het plaatsen in dat gat van een eventueel vereiste wapeningskorf,indien nodig de dikspoeling opschonen,storten van de beton en verwijderen van de hulpcasing,afwerken van de paalkop (fig. 11).11Principe van het boorpaalproc?d? tijdenshet trekken van de boor wordt een overdrukop de beton gehouden12Principe van het schroefpaalproc?d?,tijdens het trekken van de boor wordt eenoverdruk op de beton gehoudenDe schroefboorpaal is eveneenS een in de grond vervaardigde betonnen paal, speciaal ontwik-keld voor gevallen waar heien niet is toegestaan in verband met ongewenste trillingen, geluids-hinder of niet mogelijk is vanwege de bodemgesteldheid. Uitvoeringstechnisch is het mogelijkpalen te maken met een diameter van 0,3 tot 0,8 m en lengten tot meer dan 30 m. Draag-vermogens tot 2500 kN zijn met dit systeem haalbaar.Het proc?d? bestaat globaal uit het volgende:Een spiraalboor met holle as wordt in de grond gedraaid. Deze holle as is aan de onderzijde doormiddel van een verloren kapje afgedicht. Aan de bovenzijde is deze holle as via een slang aan-gesloten op een betonpomp. Nadat de boor op de gewenste diepte is gekomen wordt beton ge-pompt, de holle as ontlucht, het kapje door debeton afgedrukt, deboor getrokken, terwijl onderdruk beton gepompt wordt in de ruimte, die de getrokken boor in de grond achterlaat. Als de paaltot maaiveld gemaakt is, kan in de verse beton een geprefabriceerde wapeningskorf wordengeplaatst. ook is het mogelijk bij dit proc?d? een wapeningsstaaf over de hele lengte van de paalte installeren. Deze staaf als voorspanstaaf uitgevoerd biedt de mogelijkheid schroefboorpalenover de totale lengte voor te spannen (fig. 12).TREMEN JXlCflN? POMPEN ,BETON13Principe van het naaldpaalproc?d?w,,:,,'i':NIN6(KOPNE?)AANBRENGENNADAT PAALGEREE.D. ISPAALGE.RE.t~MAKEN PAAL282BOORGEVULt't.nET GRONDBooR OPDIEPTE.~jbIR,AALB0GRME-Tl-\OLLE. ,A='AANVANGBOREN~HU\fTA.FELCement XXXI (1979) nr. 714Boorpaalkraan in actieCOlluswftf'stand inkgf/cm2~100 200 300 400Beschrijving van de ondergrondUit het uitgevoerde grondonderzoek blijkt dat, behoudens een weinig weerstand biedende top-laag van 2 ? 3 m dikte, de ondergrond over het algemeen uit vast tot zeer vast zand bestaat. Bijeen groot aantal van de sonderingen werden een twee- of drietal teruggangen in conusweer-standen gemeten, veroorzaakt door leem of zandhoudende leem, in dikte vari?rend van circa0,20 tot 1,20 m. Over het algemeenbedragen de conusweerstanden hierin 2,5 ?4,0 N/mm2, het-geen duidt op een dichte pakking in deze cohesieve laagjes (zie sondeergrafiek fig. 16).De naaldpaal tenslotte is een in de grond gevormde paal meteen diameter kleiner dan 0,3 m. Hetsysteem bestaat uit het inheien of -trillen van een holle doorn of naald,waarbij de paalpunt wordtafgedicht met een verloren kapje. Aan de bovenzijde is de holle doorn aangesloten via de slangaan een betonpomp (vergelijkbaar met de schroefboorpaal). Zodra de naald op diepte is wordthij met de betonpomp gevuld met beton en terwijl de pomp doorpompt wordt de naald trillendgetrokken (fig. 13).De naaldpaal is dus een grondverdringende paal. Dit in tegenstelling tot de boorpaal, die een zg.grondverwijderend paaltype is en de schroefboorpaal, welke een halfgrondverwijderend, halfgrondverdringend type in de grond gevormde paal is.De motivering voor het gekozen funderingsontwerp van boorpalen van 35 ? 40 m lang, alsmedeschroefboorpalen en naaldpalen, beide 5 ? 6 m lang, is hieronder weergegeven (fig. 17).? De eisen betreffende de fundering van de torenschacht.De torenschacht moet zo gelijkmatig mogelijk ondersteund worden en zettingsverschillentussen ondersteuningen van de schacht moeten kleiner dan 0,01 m blijven. Bij een fundering opstaal of op korte palen zouden ontoelaatbare ongelijkmatige ondersteuningen ontstaan t.g.v. hetal of niet aanwezig zijn van samendrukbare leemlaagjes in de ondergrond. Vergelijk beide afge-drukte sonderingen op dit aspect.Gefundeerd moest worden op een niveau, zodanig dat de gevraagde gelijkmatigheid van deondersteuning gewaarborgd is. Dat resulteerde in boorpalen 01,45 m met een puntniveau, datvarieerde tussen 33 en 37,5 m - NAP. Gekozen is hier voor boorpalen omdat deze zowel uit-voeringstechnisch als economisch het meest aantrekkelijk waren. Prefab palen, diepwandpalenof met een heibuis in de grond gevormde palen, zoals Vibro en Franki van meer dan 30 m lengtevielen vanwege beide genoemde aspekten af.? Consequenties van het tijdschemaVanwege het krappe tijdschema moesten de boorpalen en de fundering van de koelpakketten,alsmede de bassinvloer gelijktijdig uitgevoerd worden. Als gevolg van deze voorwaarde moestde fundering van de koelpakketten en de bassinvloer trillingsarm worden gerealiseerd. Grotetrillingen zouden namelijk instabiliteit van de boorgatwand tot gevolg kunnen hebben. Voor defundering van de koelpakketten is daarom gekozen voor schroefboorpalen. Voor de bassinvloerviel de keuze op het naaldpaalproc?d?, waarvan de geringe trillingen geen belemmering zijnvoor de uitvoering van de boorpalen.Eveneens vanwege dat krappe tijdschema viel de mogelijkheid van prefab betonpalen af van-wege levertijden voor dit paaltype. Een alternatieve fundering van de bassinvloer zou kunnenbestaan door deze vloer te funderen op de palen van het koelpakket. Deze schroefboorpalenzouden dan zwaarder uitvallen en de bassinvloer zou ondersteund worden op een stramien van6 x 3 m. Dit alternatief zou echter aanzienlijk duurder uitkomen, vanwege de benodigde veeldikkere vloer..N.A.P..ClIIlU5w~erstilnd in kgf!cm 2 ~100 ZOO 300 400"Jl.c=:?==::?=:=t=:::J15-16De teruggangen in de onderstesondeergrafiek wijzen op plaatselijkeleemlaagjes in de ondergrond, dieongelijkmatige zeffmgen kunnenveroorzaken17Palenplan met drie paaltypenmt!/t-+t' 't-~--44 boorpdlen - _ r-i---_+576 schroefboorp.len ' , " " tt"t+-t??+2685 n.aldPalen4," " . t,' , t.,'i ..~. +, .?S2>-.4''-
Reacties