Stormvloedkeringmet pijlers in deOosterscheldeHet kabinet ?s akkoord gegaan met de bouwvan een zogenaamde pijlerdam in de mondingvan de Oosterschelde. Aan de voorwaardenvoor de constructie van zo'n stormvloedke-ring kan worden voldaan. Een stormvloed-kering met pijlers en schuiven is technischmogelijk, kan in 1985 worden voltooid en aande financi?le voorwaarden kan nog juist wor-den voldaan, behoudens een post 'extra on-voorzien'. Dit blijkt uit het eindrapport van hetonderzoek, waaraan Rijkswaterstaat in op-dracht van minister Westerterp van Verkeeren Waterstaat anderhalf jaar heeft gewerkt.Het kabinet had al in 1974 besloten te onder-zoeken of een stormvloedkering mogelijk was.Anders zou de Oosterschelde volgens hetoorspronkelijke plan geheel worden afgeslo-ten. In januari jl. was afgestapt van het planeen caissondam op de bestaande ondergrondte bouwen, omdat er twijfels waren over destandzekerheid en omdat deze bovendien teduur zou worden. Het onderzoek concentreer-de zich toen op een pijlerdam. Deze dam zalbestaan uit 83 pijlers die diep in de zeebodemzijn gefundeerd. Daartussen komen 80 ope-ningen van ongeveer 40 meter. De pijlers wor-den verdeeld over de drie nog niet afgeslotenstroomgeulen in de Oosterscheldemonding.Tussen de pijlers zullen stalen schuiven wor-den gehangen die onder normale omstandig-heden zijn geheven, maar bij stormvloed ge-sloten worden. Daardoor kunnen gevaarlijke,hoge vloeden buiten het Oosterscheldebek-ken worden gehouden. De totale doorstroom-oppervlakte is 11 500 m2, waardoor het ge-wenste getijverschil van gemiddeld 2,30 m bijYerseke kan worden bereikt. Dit is 65% vanhet huidige getijverschil. De totale lengte vande doorstroomopening is 3200 m.Bij een stormvloedkering in de mond van deOosterschelde behoort een compartimente-ring van het bekken met een Philipsdam (tus-sen Sint Philipsland en de Grevelingendam)en een Oesterdam (in het oostelijk deel vande Oosterschelde vlak voor de Schelde-Rijn-verbinding).KostenDe totale kosten van de pijlerdam met decompartimentering, de gedeeltelijke dijkver-hoging die in uitvoering is en de meerderestudiekosten, bedragen volgens de bereke-ningen van Rijkswaterstaat f 4135 miljoen.Daarbij is 5% voor onvoorzien inbegrepen.Dit is 2585 miljoen meer dan de ruim ander-half miljard die het oorspronkelijke plan (vol-ledige afsluiting plus compartimentering) zougaan kosten op prijsbasis van begin 1976. Demeerkosten die regering en Tweede Kamer innovember 1974 voor het project toestonden,zouden met de prijsstijging van de laatstetwee jaar meegerekend, uitkomen op f 2562miljoen. De kosten die men nu voor de pijler-oplossing met bijkomende werken heeft ge-vonden, komen daar dus f 23 miljoen boven-uit. Omdat met de pijleroplossing nog geenervaring is opgedaan, is voorts rekening ge-houden met een extra bedrag onvoorzien, datneerkomt op ongeveer 130 miljoen. Danwordt het bedrag dat het kabinet en de Twee-de Kamer als uiterste grens stelden met ruimf 150 miljoen overschreden. Overigens is eral f 100 miljoen gestopt in voorbereidendwerk voor de doorlaatbare dam.In eerste instantie is bezien of de pijlerdammet een dubbel stel schuiven uitgerust moestworden, zoals gebruikelijk bij kunstwerken ineen belangrijke waterkering. Maar uit verderestudie bleek dit niet nodig. In de eerste plaatsontstaat er nog geen gevaarlijke situatie alseen of meer schuiven op het kritieke momenthaperen en niet sluiten; de verhoging van dewaterstand achter de dam zal dan zeer be-perkt zijn. Bovendien is rondom het Ooster-scheldebekken een volledig stelsel van twee-de keringen aanwezig in de vorm van de be-staande dijken langs de eilanden. Daaromvindt de minister van Verkeer en Waterstaathet verantwoord te volstaan met een enkelekering in de pijlerdam. De twee compartimen-teringsdammen, bij de pijleroplossing ge-raamd op 1175 miljoen, kunnen eveneens in1985 zijn voltooid.Stormvloedkering of dijkverhogingUit studies blijkt dat de stormvloedkering wei-nig meer risico's biedt dan een geheel geslo-ten dam, wat de veiligheid van het achterlig-gende land betreft. Wel is een stormvloed-kering vijf jaar later klaar (1985). Maar zoumen de Oosterschelde volledig openhoudendan komt de daarbij noodzakelijke verhogingvan de ongeveer 140 kilometer dijken langsde eilanden aanzienlijk later gereed. Alle pro-cedures in aanmerking genomen, rekent menermee dat na minimaal drie jaar voorberei-ding voor dijkverhoging nog 15 jaar uitvoe-ringstijd nodig is (tot 1994). In die tijd is dekans op overstromingen vier maal zo groot.Cement XXVIII (1976) nr. 7 298Voorts blijft bij dijkverhoging en een openOosterscheide het gevaar voor oever- en dijk-vallen bestaan en zijn verzwaarde dijken kwa-litatief minder dan een nieuw aangelegde damin de Oosterscheldemonding. Dijkverhogingzou wel ??n miljard gulden goedkoper zijndan een half open Oosterscheide, maar onge-veer anderhalf miljard duurder dan een volle-dige afsluiting.Een uitvoerige inventarisatie leert dat de leef-gemeenschappen in het water bij een geheelopen Oosterscheide de huidige toestand on-geveer benaderen. Het oppervlak van de bio-logisch waardevolle inlagen zou echter metde helft afnemen als gevolg van dijkverbre-ding landinwaarts, terwijl ook andere binnen-en buitendijkse gebieden, inclusief bebou-wing, zouden verdwijnen. Dijkverhogingenzullen ook het historisch gegroeide dijkland-schap aantasten.Bij de stormvloedkering zal de biologischesoortenrijkdom in het zoute getijdewater ge-lijk zijn aan die in de Oosterscheide nu. Doorverzoeting van de hoogste delen zal het aan-tal organismen op de oevers groter zijn dannu. De voordelta wordt nauwelijks be?nvloed.Bij afsluiting van de Oosterscheide zou hetaantal soorten in het water sterk afnemen alsgevolg van het wegvallen van het getij. Maarop de oeverlanden zou zich een grotere ver-scheidenheid aan diersoorten en planten ont-wikkelen dan thans aanwezig is. De voordeltazou bij totale afsluiting door bezinking vanallerlei deeltjes uit het water over een groteroppervlak ondiep worden en daardoor meerorganismen gaan bevatten.Wat de visserij betreft wordt opgemerkt dathet belang van de zogenaamde kraamkamer-functie van de Oosterscheide waarschijnlijkminder groot is dan tot voor kort werd ge-dacht. Wel is het economisch verlies bij af-sluiting aanzienlijk, tenzij er maatregelen ge-troffen kunnen worden ten behoeve van deschelpdiercultures.De pijlerdamVolgens de beschrijving in het eindrapportyan Rijkswaterstaat worden de pijlers 26 tot36 meter hoog, afhankelijk van de plaats; zijkrijgen een lengte van 35 meter en een breed-te van 4,5 meter en zullen maximaal 7450 tonwegen. De plaatsing zal met behulp van eenspeciaal te bouwen catamaranschip gebeu-ren. Daarvoor zijn proeven genomen in hetscheepsbouwkundig proefstation in Wagenin-gen.De betonnen putten (16 bij 46 meter), waaropde pijlers komen te staan, worden geprefabri-ceerd in ??n van de bouwputten, die al achterhet voltooide damvak zijn gebouwd. In deRoompot zullen 38 pijlers, in de Schaar vanRoggenplaat 18 en in de Hammen 24 pijlerskomen te staan. De totale doorstroomopeningwordt dan 3200 meter lang. Over de pijlerdamheen zal een verkeersweg worden aangelegd.Ook is berekend of in plaats van een door-stroomprofiel van 11 500 m2een doorstroom-profiel van 20 000 m2kan worden gemaakt.Dan kan in plaats van 65 procent, 90 procentvan het bestaande getij worden gehandhaafd.Zo'n verruiming van de doorstroomopeningzou echter grotere schuiven, bewegingswer-ken en zwaardere stortebedden nodig maken.De uitvoering ervan zou rond een kwart mil-jard gulden duurder worden.De reeds geplaatste pylonen in de stroom-gaten, die nodig waren bij een afsluiting vol-gens het oorspronkelijke plan, zullen nu uit dezeebodem getrokken moeten worden.Cement XXVIII (1976) nr. 7 299
Reacties