Stijlvolle uitbreiding van hetSt. John's College(Cambridge)Na enkele nauwe doorgangen onder oudecollegegebouwen door, wordt men onver-wacht geconfronteerd met een gloednieu-we gevelEen nieuw gebouw tussen volwassen'groen'Er komen soms gebouwen tot stand, waarvan de verschijningsvorm dooriedereen wordt gewaardeerd; een kritische beschouwing van de architec-tonische waarde lijkt dan wel van secundair belang. Een dergelijk voor-beeld vormt het 'Cripps-gebouw', de nieuwe studentenhuisvesting van hetSt. John's College in Cambridge.In het centrum van Cambridge nemen deze voor Engeland zo befaamdecollegegebouwen een belangrijke plaats in. Via een nauwe poort komtmen vanuit het drukke stadsgewoel in de waardige rust die het kenmerk isvan traditie en historie: een uitgestrekt terrein met typisch Engelse tuinen,binnenplaatsen en gebouwen uit verschillende architectuurperioden, waarde kronkelige Cam zich in twee?n splitst om 500 m verder weer in ??nstroom op te gaan.Cement XX (1968) nr. 10 406Besloten dakterrassen die de leefsfeerverhogenUitzicht op de gotische 'bruidstaart' vanNew CourtPunteren tussen nieuw en oudDe studenten van Cambridge zijn nog steeds, ook dit schijnt traditie tezijn, intern. Hun woonverblijven waren echter even oud en onpraktisch alshet collegecomplex zelf.Daarin is nu verandering gekomen.Onder leiding van de architecten Powell en Moya ontstond een langgerektbouwwerk van vier verdiepingen dat in vele bochten, soms grenzend aanhet water, een enkele keer ook de beek overkluizend, in het park is neer-gevleid. Door het glooiende terrein en het vele groen krijgt men de indrukdat het nog zeer nieuw uitziende gebouw al jaren met deze omgeving isvergroeid.De opdracht van het collegebestuur was een huisvesting te ontwerpen dieer minstens 500 jaar zou blijven staan. Om aan de zich wijzigende eisengedurende de eeuwen tegemoet te kunnen komen, werd een hoge matevan flexibiliteit gevraagd, wat betreft de indeling van het interieur. Of-schoon het systeem van dragende dwarswanden economisch gezien hetmeest voor de hand lag, moest daarom skeletbouw worden toegepast.Cement XX (1968) nr. 10 407De laagbouw op de voorgrond is 'ingerichtals gemeenschapsruimteDe Cam komt via het oostelijk puntbinnenCement XX (1968) nr. 10De kolommen zijn alle zeer duidelijk in de gevel zichtbaar. De raampar-tijen werden in nissen weggewerkt, ofwel als erkers benadrukt om zo-doende het aanzicht te verlevendigen. In het patroon van forse horizon-tale en verticale belijning, overheerst duidelijk de laatste. De zware ko-lommen zijn op regelmatige afstand geplaatst en verlenen het geheel eengedistingeerd ritme dat enige affiniteit vertoont met de vroegere gotiek,waarvan in Cambridge voorbeelden te over zijn. De continu?teit van deverticale geleding is men zich steeds bewust, ook 's zomers, wanneer eengroot deel van het gebouw schuil gaat achter het overdadige groen vanbomen en struikgewas.De begane grondverdieping is gedeeltelijk open, dusdanig dat over devolle lengte (ca. 240 m) een overdekte wandelgang is ontstaan. Juist daar,speciaal aan de waterkant krijgt het gebouw intimiteit. Men kan er wan-delen zonder overal gezien te worden; daar bevinden zich aanlegsteigersvoor roeiboten en kano's. Beslotenheid vindt men ook op het dak, waareen terras gevormd werd rond de grillige dakopbouw.Het Cripps-gebouw bevat ca. 200 eenheden voor 'undergraduates'; drie-kwart ervan bestaat uit twee-kamerflats, de rest uit zit-slaapkamers. On-geveer 8 grotere eenheden zijn bestemd voor 'Fellows of the College'.Verder bevat het complex conversatiekamers en werkplaatsen.Het gebouw werd geheel in ter plaatse gestort beton vervaardigd. Demassief aandoende kolommen hebben niet alleen een dragende functie;een deel van de massa is bedoeld als geluiddempend medium. Via dezekolommen zijn verder alle dienstleidingen e.d. doorgevoerd.408longe mensen en hun gebouw dat aangepast is aan eigentijdse behoeften, omringd door eenhistorie die teruggaat tot het jaar 1135Cement XX (1968) nr. 10 409
Reacties