Resultaten van betontechnoloqische experimenten(lll)*door H. F. M. Smits, Adj.-Directeur Gemeente-Bedrijven GeldropU.D.C, 666.97.031samenstellen betonspeciesIn drie delen: I. Inleiding (zie Cement 13 (1961) Nr. 8, blz. 458/463); II. Opbouw van beton en werkwijzevoor het samenstellen van betonspecies (zie Cement 13 (1961) Nr. 10, blz. 589/594); III. Werkwijze omvoor meerdere mengsels de gevraagde eisen te behouden.Deel lila1. VOCHTBEPAL1NG VAN HET TOESLAGMATERIAALEN HET GELIJKTIJDIG DOSEREN VAN DE VEREIS-TE HOEVEELHEID AANMAAKWATER VOOR DETOTALE HOEVEELHEID VOCHTIG TOESLAGMA-TERIAAL VAN HET GEVRAAGDE MENGSEL, BIJGEBRUIK VAN TOESLAGMATERIAAL MET STEEDSDEZELFDE KORRELSAMENSTELLING, KORREL-VORM, KORRELGROOTTE, ENZ.Uitgangsgedachte'Bij gelijkblijvende samenstelling van het toeslagmateriaal en bijgelijkblijvende hoeveelheid korrels (vaste delen) zal, uitgaandevan elk vochtpercentage van dit toeslagmateriaal, het na ver-zadiging met water bereikte volume (verzadigingsvolume) eenconstante waarde bezitten' (Inleiding Cement 13 (1961) Nr. 8,blz. 459).In de verzadigingstoestand van dit toeslagmateriaal is in hetverzadigingsvolume V steeds dezelfde hoeveelheid water aan-wezig, onverschillig het vochtpercentage van het toeslagmate-riaal waarvan is uitgegaan.Figuur 1 stelt voor een reservoir A (voordoseringsruimte),een reservoir en een reservoir (blz. 110).Het bodemgedeelte van reservoir A is met het bodemgedeeltevan reservoir door middel van een slang of een andere leidingverbonden; de reservoirs zijn zodanig ten opzichte van elkaargelegen dat water uit A in kan stromen.In reservoir is een ruimte aanwezig, waarvan de zijwandenen het bodemgedeelte geperforeerd zijn.Ruimte zal deze zeefruimte vrij maar nauw omsluiten.Zoals de figuur 1 aangeeft is in de leiding A-B een afsluiter 2aangebracht.Verder is aanwezig een hoofdleiding voor de wateraanvoer.Deze hoofd leid ing zal :a. een dienstleiding voeden voor het vullen van reservoirmet water;b. een dienstleiding voeden, die via afsluiter 3 en via een indeze leiding nabij reservoir aangebrachte sproeier (flens)gelijktijdig water zal afgeven aan reservoir Ben via een regel-kraan 4 en afsluiter 5 water zal afgeven aan reservoir C,In reservoir zal die hoeveelheid water worden gebracht, dienodig is voor de totale hoeveelheid toeslagmateriaal van hetgevraagde speciemengsel, terwijl rekening is gehouden met hetreeds als vocht in het toeslagmateriaal aanwezige water. Dezevereiste hoeveelheid water zal via een afvoerleiding waarinafsluiter 6 is aangebracht, naar de speciemolen worden gevoerd.Om een constante druk in de dienstleidingen van het toestel tegaranderen is in de hoofdleiding een toestel gemonteerd, dat dezeconstante waterdruk garandeert.De waterpeilen a-a, b-b, c-c en d-d worden via elektroden(t.w. de elektroden 1, 2, 3 en 4) verkregen.Van deze peilen zijn de peilen a-a, c-c en d-d constant.De elektroden bedienen de afsluiters 1, 2, 3 en 5.Het te beproeven toeslagmateriaal zal worden ingelaten in degeperforeerde ruimte in reservoir B, dat kantelbaar is gemon-teerd, zodat het beproefde materiaal uit deze ruimte kan wordengestort.Het verzadigingsvolume V is het volume dat bepaald wordt doorde bodem van de geperforeerde ruimte in reservoir en doorhet peil d-d.GegevensA. De totale hoeveelheid toeslagmateriaal (zand of grind) voorhet mengsel.B. De totale hoeveelheid aanmaakwater voor deze gegevenhoeveelheid toeslagmateriaal (zand of grind).* Voor de ?n dit artikel beschreven werkwijzen zijn uitsluitenderechten aangevraagd. H. F. M. SmitsZoals hierboven reeds uiteengezet bij de beschrijving van figuur1 zal gelijktijdig via afsluiter 3 en via afsluiter 5 water wordentoegevoerd aan reservoir en aan reservoir C.Aangezien de doorsnede van de toevoerleiding naar reservoiren de doorsnede van de toevoerleiding naar reservoir nauw-keurig bekend zijn, zal door regelkraan 4 een vooraf bepaaldeverhouding tussen de hoeveelheid water, stromende naar reser-voir C, geregeld kunnen worden.Indien water wordt afgegeven aan het met toeslagmateriaal ge-vulde meetvolume V totdat de volledige verzadiging van ditvolume is bereikt en indien gelijktijdig water wordt toegevoerdaan reservoir C, dan zal een i veau wissel ing in het reservoirplaatsvinden bij gebruik van droog of vochtig toeslagmateriaal.Voor het afstellen van de installatie volgens figuur 1, wordt uit-gegaan van de gedachte dat geen aanmaakwater in reser-voir mag worden toegelaten indien de vereiste hoe-veelheid aanmaakwater of meer reeds in de gegeven hoe-veelheid toeslagmateriaal (zand of grind) aanwezig is.Er zijn twee volumina aanwezig n.l. de gegeven hoeveelheidtoeslagmateriaal (zand of grind) en het verzadigingsvolume V.Berekend kan nu worden het percentage van de totale hoeveel-heid aanmaakwater voor het gegeven totaal volume droog toe-slagmateriaal (zand of grind) -verminderd met die hoeveelheidwater, die bij gebruik van droog toeslagmateriaal (zand of grind)in het volume V kan bijlopen- op de gegeven hoeveelheid droogtoeslagmateriaal (zand of grind), verminderd met het volume V(verzadigingsvolume).Dit percentage wordt genomen van het verzadigingsvolume Ven indien een hoeveelheid water, gelijk aan de hoeveelheid uit-gedrukt door dit percentage, aanwezig is in het verzadigings-volume V, dan zal in het totaal volume toeslagmateriaal (zand ofgrind) reeds zoveel water aanwezig zijn, dat aan reservoir geenwater mag worden afgegeven.Symbolenz (g) = totaal zandvolume (grindvolume) in dichte pakkingV = een constante volume in de geperforeerde ruimte,die door het zand of het grind, na verzadiging metwater, wordt ingenomen (verzadigingsvolume).wt = de totale hoeveelheid aanmaakwater voor de gegevenhoeveelheid zand (grind). = pori?nvolume per eenheid van toeslagvolume in onder-water-pakking en bij gebruik van zand als toeslag-materiaal (uitgedrukt in procenten van het toeslag-volume). = pori?nvolume per eenheid van toeslagvolume in onder-water-pakking en bij gebruik van grind als toeslag-materiaal (uitgedrukt in procenten van het toeslag-volume).V2 = een volume in reservoir B, gelegen tussen het buiten-reservoir en de geperforeerde ruimte, gerekend vanafonderzijde geperforeerde ruimte tot het peil d-d.V3 = een volume in reservoir B, gelegen tussen de bodemvan het reservoir en het peil c-c.Aan reservoir zal geen water worden gegeven, indien in Vreeds een hoeveelheid water, uitgedrukt door onderstaandeformule, aanwezig is.*-
Reacties