Polyester lichtkoepels in de betonbouwTijdens het 'Symposium on Shell Research', 30 augustus t/m 2 sep-tember 1961, Delft, heeft Dipl.-lng. Heinz Isler1) (Burgdorf,Zwitserland) op een zeer originele en enthousiaste wijze uiteen-gezet, welke problemen zich voordoen bij het ontwerpen vanschaalconstructies en hoe hij deze problemen heeft opgelost.Daar schalen drie-dimensionale constructies zijn en het teken-papier de derde dimensie mist, heeft men -zoals door vele andereconstructeurs is ondervonden- bij het ontwerpen van schalenbehoefte aan andere dan de traditionele ontwerp-methoden.Voor het vinden van de schaalvorm wordt door Isler en dooranderen gebruik gemaakt van een rubbervlies (membraan), dataan de randen van een rechthoekig of rond grondvlak wordt vast-gemaakt en dan wordt opgeblazen tot de gewenste vorm.Een andere methode is het laten neerhangen van een 'zeil'tussen een rechthoekig of cirkelvormig kader; om een 'hangendzeil' te kunnen omkeren kan men het -zoals Isler met behulpvan enkele foto's toonde- van een of ander weefsel maken, dat invochtige toestand bij lage (buiten)temperaturen bevriest en daneen min of meer stabiele vorm oplevert.Als voordelen van de op deze wijzen verkregen schaalvormenworden genoemd: het minimale oppervlak (d.w.z. minimaalmateriaalverbruik en dus minimaal eigen gewicht), constanteGauss-kromming (d.w.z. maximale stabiliteit), geen trekspan-ningen (dus geen scheurvorming), minimale buigende momenten(d.w.z. minimale wapening) en grote overspanningen (dus weinigondersteunende kolommen).Het is bekend, dat tegen deze vormgevings- en ontwerpmethodenprincipi?le bezwaren worden aangevoerd.2)1) zie 'Proceedings of the Symposium on Shell Research I96I', blz. 356/3582) zie 'Proceedings', blz. I3/I4 (Genera! Report, prof. ir. A. L. Bouma enprof. dr. ir. A. M. Haas), Cement I3 (196I) Nr. 9, blz. 495 (General Report)en Cement I4 (I962) Nr. I, blz. I5 (Symposium-verslag, ir. B. W. van derVlugt)Het Zwitserse Ingenieursbureau Isler heeft desondanks al sinds1954 in diverse objecten de op deze wijze ontworpen 'Buckel-schalen' (bubble shells) toegepast; zij worden in gewapend ofvoorgespannen beton uitgevoerd en bezitten overspanningen van15 m, 20 m, 25 m, 30 m en -sinds kort- zelfs 58 m.Het onderzoek ten behoeve van het ontwerp van de 'standaard-typen' geschiedde op polyester (plexiglas) modellen.Tijdens het genoemde Symposium maakte Isler melding van eengeheel onverwachte toepassing van deze plastic modellen, name-lijk als lichtkoepels.Voor de eerste maal zijn de uit de plastic schaalmodellen ontwik-kelde poleyester lichtkoepels toegepast op een fabriekshal van deKunststoffenindustrie Es?hmann AG te Thun (Zwitserland), diedeze lichtkoepels in produktie genomen heeft.De betreffende hal (ontwerp en constructie: Dipl.-lng. H. Isler)heeft een dakconstructie, bestaande uit vier 'Buckelschalen'(15 m ? 20 m), die elk aan de top voorzien zijn van een plasticlichtkoepel met een diameter van 5 m.Als voordelen van deze polyester lichtkoepels, die zowel enkel-als dubbelwandig uitgevoerd worden, rekent men: het geringegewicht, de diffuse lichtdoorval, de onbreekbaarheid en de vrijhoge ontvlambaarheidstemperatuur (312 ?C).Op de Utrechtse Voorjaarsbeurs 1962 werden enkele van dezelichtkoepels, onder de naam 'Ultralight-grootformaatkoepels',voor de eerste maal in Nederland getoond door Polycel N.V.,Gouda, die voor de Benelux deze koepels in licentie vervaardigt.Met rechthoekig, vierkant of rond grondvlak bedraagt de groot-ste overspanning 5 m; grotere afmetingen zijn in voorbereiding.Op platte daken, 'Buckelschalen' en andere dakconstructies vanbeton zullen deze lichtkoepels ongetwijfeld ook in Nederlandtoegepast worden en een nieuwe, geslaagde combinatie vanbeton en kunststof vormen. v.d.V.'Autohaus Moser', Thum, Zwitserland; zes 'Buckelschalen', 22 m 22 m met polyester lichtkoepels ? S march.: Dipl.-Arch. J. H?hn; constr.: Dipl.-lng. H. hier
Reacties