MILIEU EN BOUWEN.,ANTITHESE OF SYNTHE.SE?JAARREDE DOOR IR.H.J.C.OUD, VOORZITTERBETONVERENIGINGBouwen is geen doel op zich. Discussies over de gevolgen van bouwen op het milieuzouden eigenlijk voorafgegaan tnoeten worden door de vraag 'wat is de aanleidingotn een bepaald project te bouwen'. De negatieve invloed van tnaatschappelijkeontwikkelingen op de bouw kan worden verdeeld in het itnago van de bouw, debelelTIlTIering van de produktie en de regelgeving. De positieve invloeden zijn onderte verdelen in twee groepen: de uitdaging otn probletnen op te lossen en het vindenvan nieuwe toepassingsgebieden.Dit is in het kort hetraatnwerk van de jaarrede die op 21 novetnber jl door devoorzitter werd uitgesproken.voorMorgen' gafaanleiding tot een nogsterkere bewustwording.Het is inmiddels 1991 en in de tweedehelft van dit jaar is een herziene versievan dit rapport uitgebracht. Ondanksdeze goede aanzet en de vertaling ervanin beleid, het NMP+, is er echter nogsteeds sprake van sectorale regelgeving.Het in augustus uitgebrachte concept~Het moest echter tot 1989 duren voor-dat de overheid een integrale visie overde gevolgenvoor ons rnilieu presenteer-de. Het rapport van het RIVM 'ZorgenEerst is de luchtverontreiniging aange-pakt, daarna dewaterverontreiniging enna de problemen in Lekkerkerk ook debodemverontreiniging.Maatschappelijke ontwikke-lingen op het gebied van deindustrialisering na 1900 envooral na de tweede wereldoorlog zijnspectaculair, zowel in Nederland als inde ons omringende landen. Bouwac-tiviteiten, die een afgeleide zijn van .demaatschappelijke wens om de activitei~tenook'onderdak' te brengen, zijnhier-bij uiteraard meegegaan. Te denken valt r---'-"------------------~-~--------~~aan de aanleg van havencomplexen, hetDeltaplan, de grote bouwstromen vandejaren vijftig en zestig om de woning-nood te lenigen enz. De invloed van aldeze activiteiten op het rnilieu is onmis-kenbaar. Industri?le activiteitenveroor-zaken belasting van de drie rnilieucom-ponenten bodem, water en lucht. Maarookals gevolgvan devergrote mobiliteitontstaat milieubelasting.Het is op zich dan ook geen wonder datals gevolg van deze toenemende invloedop het milieu en het besefdat onze 'na-tuurlijke' grondstoffen niet onuitput-telijk zijn, er een bewustwording isontstaan, waardoor derninder plezieri-ge gevolgen van industrialisatie aan dekaak werden gesteld. De rapporten vande 'club van Rome' hebben duidelijkrichting gegeven aan die bewustwor-ding, die opvallend genoeg is samenge-vallen met een wereldwijde teruggangin de economie; de invloed ging kenne-lijk erg ver.De structurele invloed op de regelge-ving bleefeigenlijk lang uit. Vanafeindvorige eeuw tot beginjarenzestigwas dehinderwet het enige instrumentariumwaarmee naast hinder ook overlast tenaanzien van het milieu kon worden be-perkt. Daarna zijn er door de overheidallerhande sectorale oplossingen afge-.kondigd.20 Cement 1991 nr. 12Bouwstoffenbesluit is daar een belang-rijk voorbeeld van.Het stimuleren van het hergebruik vansecundaire materialen is een speerpuntvan het overheidsbeleid, waartoe diver-se plannen worden ontwikkeld. Het isdan uiterst merkwaardig te moetenconstateren dat op basis van een anderespeerpunt, bescherming van de bodem,er regelgeving tot stand komt zoals hetreeds genoemde concept-Bouwstoffen-besluit, waardoor het hergebruik sterkwordt beperkt.Invloeden op de bouwDe hiervoor geschetste ontwikkelingenzijnvaninvloed op de bouw, zowelposi-tief als negatief. Alvorens op beide in-vloeden in te gaan eerst een algemeneopmerking.Bouwen is geen doel op zich. Hoe be-trokken wij ook bij het vak zijn, is hetgoed zich dat te realiseren. Discussiesoverde gevolgenvanbouwenop hetmi-lieu zouden dan ook eens voorafgegaanmoeten worden door de vraag wat deaanleiding is totdewens omeenbepaaldprojecttebouwen.Vaakblijktdezewensdan een zeer legitieme te zijn,De negatieve invloed vande maatschap~pelijke ontwikkelingen op de bouw kanCement 1991 nr. 12globaal in de volgende drie aspectenworden onderverdeeld:- het imago van de bouw;- de belemmering van de produktie;- de regelgeving.Imago van de bouwBij de meeste mensen leeft het beeld datde bouweenaanzienlijke bijdragelevertaan het ontstaan en de omvang van dernilieuproblematiek. Daarbij zijn driefactoren van belang.1. De bouw heeft behoefte aan in de na-tuur gewonnen materialen, niet alleenvoor de produktie van beton, maar ookvoor vele andere produkten zoals asfalt,staal, kalkzandsteen en baksteen. De in-spanning die door de branche wordt ge-leverd om deze behoefte tot een rnini~mum te beperken is niet zichtbaar. Bo-vendien zijn de natuurlijke materialenniet allemaal in onze directe omgevingte vinden. Als gevolg daarvan heeft hetene materiaal in ons land wellicht eenbeter imago dan het andere. De rnilieu-consequentiesworden danechteropan-dere landen afgewenteld. Het imagowordt bepaald aan de hand van slechtseen beperkt aantal gevolgen die in onzedirecte omgeving merkbaar zijn.Hierkan de bouween goede bijdrage le~veren om het imago te verbeteren dooralternatieve materialen (secundairegrondstoffen) te gebruiken. Hetgebruikvan alternatieven wordt door een deelvan de regelgeving echter ernstig be-lemmerd. Ongewild wordt zo een mo-gelijkheid geblokkeerd om een positie-ve bijdrage te leveren aan de oplossingvan het milieuprobleem.2. Als gevolg van de bouwproduktiewordt aan ons milieu schade aangericht.Immers, bouwactiviteiten veroorzakenoverlast, zoals geluid, bouwverkeer enz.Er zijn diverse methoden ontwikkeldom de overlast sterk te beperken, bij-voorbeeld geluidarm heien. Er blijftoverlast maar het doel kan alleen wor-den bereikt door het project te realise-ren.3. De bouwbranche gaatverspillend ommet schaarse milieucomponenten. Metdeze stelling wordt gesuggereerd dat teveel van de schaarse natuurlijke grond-stoffen wordt gebruikt, dat tijdens debouw allerhande verontreiniging wordtveroorzaakt enz. Zowel door het be-drijfsleven zelfals door de overheid zijninitiatieven ontplooid om de negatieve(milieuverontreinigende) gevolgen tebeperken en zo mogelijk te voorkomen.Voorbeelden hiervan zijn er te over:voorzieningen bij betoncentrales omspoelwater voor de reiniging van truck-mixers opnieuw te kunnen gebruiken,het gebruik van secundaire materialenenz. Een extra punt waardoor de bouwnegatiefoverkomt is het ruimtegebruiken de vernietiging van het milieu. Dit isnatuurlijk niet de wens van de bouwers,maar een gevolg van de wens van de op-drachtgevers om ergens iets te realise-ren. Toch wordt het vaak de aannemeraangerekend!Belemmer?ng van de bouwprodukt?eHierbij is een tweetal factoren te onder-scheiden; het bouwen levert ingrepenop in onze omgeving en het bouwenbrengt hinder met zich mee.De eerste factor levert met name pro-blemen op bij de vergunningverleningvoor de projecten. Immers, in de in-spraakprocedure kunnen bezwarenworden geuit tegen de voorgesteldeplannen. De vraag kan worden gesteldofde Milieu Effect Rapportages de pro-cedures in het kader van de Wet op deRuimtelijke Ordening ontkrachten, ofdat de besluitvorming wordt overge-daan. Uiteraard moeten alle aspectenworden meegewogen, maar dat kan danInfrastructuur, een bewuste ingreep inhet milieufoto: AeroviewIDick Sellenraad21toch ook in het kader van de Wet op deRuimtelijke Ordening? Sectoraal beleidleidt tot verstarring en verkokering.De tweede factor, schade als gevolg vanhet gebouwde, geeft aan dat er meestalook iets wordt gebouwd dat niet onop-gemerkt blijft. Maar.dat was ook de be-doeling. De bouw, van ontwerper totuitvoerder, kan zich alleen afvragen ofer wel alles aan is gedaan het geheel zogoed mogelijk in de omgeving in te pas-sen. Velevoorbeeldenzijn bekendwaar-bij dat uitstekend is gedaan, helaas zijner ook voldoende voorbeelden bekendwaar dat niet zo is.Maar niet alleen de ruimtelijke inpas-sing is van belang, ook de milieuhy-gi?nische. Meer dan in het verleden zalde ontwerper bij de uitwerking vanplannen oog moeten hebben voor mi-lieuhygi?nisch verantwoord ontwer-pen.De idee?n die door deBetonvereni-ging samen met CUR en CROW zijnuitgewerkt om tot een ontwerpmetho-diek te komen waarbij naast conventio~nele aspecten als sterkte, duurzaamheidenz. ook milieubelasting wordt meege~wogen, kan daaraan een belangrijke bij-drage leveren.RegelgevingDit aspect heeft een wel zeer grote in-vloed. Zoals vermeld is met de opstel-ling van het rapport 'Zorgen Voor Mor~gen' de basis gelegd voor het NMP+. Devaststelling van het NMP+ heeft de no-dige voeten in de aarde gehad, op de re-gelgeving die eruit voortkwam is zelfseen kabinet gevallen. In het NMP+ zijnbeleidsvoornemens opgenomen die ac-tief tot uitvoering moeten worden ge-bracht. Daarbij is veel aandacht besteedaan de industrie en de landbouw. Hoe-wel er eenbijlage bij het NMP+ was ge-voegd over duurzaam bouwen, was oor-spronkelijk nietvoorzienin het structu-reel overleg met de bouw, het zoge-naamde doelgroepenoverleg. Kennelijkis er slechts beperkt aandacht voor debouw. Het risico bestaat zelfs dat de be-langen van de bouw worden onderge-sneeuwd.Daarom is het begin 1990 opgestarteMilieuberaad Bouw van groot belang,hetgeen overigens nu ook het karaktervan doelgroepenoverleg heeft. De bouwkan daarin door constructief overlegbijdragen aan een praktische, haalbareinvullingvan debeleidsvoornemens. Deervaring leert echter wel dat het overlegmoeizaam verloopt. De Betonvereni-ging is van mening dat er door een in-tensieve samenwerking regelgeving kanontstaan met een maatschappelijkdraagvlak. Beleid laten bepalen door22personen die ver van de praktijk staanlevert vaak niet of nauwelijks te hante-ren regels op.Tot zover de negatieve invloeden. Zoalseerder aangegeven, zijn er ook positieveinvloeden op de ontwikkelingen in debouw. Het realiseren van de gesteldedoelen van bijvoorbeeld het NMP+ be-tekent een uitdaging aan de bouw. Ermoeten voorzieningen worden gereali-seerd die oplossingen bieden voor deproblemen. Ook in het verleden zijn ervoorbeelden te noemen waarbij debouw een bijdrage heeft geleverd aan deoplossing van milieuproblemen: eenopen in plaats van een gesloten Ooster-schelde, waterzuiveringsinstallaties,energiezuinige woningen, open struc-tuur in deklagen enz.De positieve invloeden kunnen wordenonderverdeeld in twee groepen:- de uitdaging aan de bouw om de zichvoordoende problemen op te lossen;- het vinden van nieuwe toepassings-gebieden.Uitdaging aan de bouwDe uitdaging aan de bouw om de pro-blemen op te lossen ontstaat feitelijkdoor de nieuwe regels die de bouwwor~den opgelegd. Die regels dwingen allebetrokkenen na te gaan op welke wijzehieraan een invulling kanworden gege-ven. Indien dat met een zekere creativi-teit gebeurt ontstaan er nieuwe moge-lijkheden waarvan diverse voorbeeldenzijn te noemen, zoals de ontwikkelingvan hulpmiddelen waarmee betonop-pervlakken stofvrij kunnen worden ge-straald. Het is dan ook ineens mogelijkom in een gebouw op vrij eenvoudigewijze oppervlakken te behandelen.De medewerking van alle betrokkenenis echtervan groot belang, immers idee-en worden vaak op de werkvloer gebo-ren. Door mee te denken bij het zoekenvan oplossingen voor problemen vananderen, kan de bouw een wezenlijkebijdrage leveren aan de milieupro-blematiek. Het is een beleidsvoornemenom meer dan in het verleden gebeurde,afval te verbranden in plaats van op teslaan. Voor de verbranding van afvalmoeten installaties worden gebouwd.Op die wijze wordt door de overheideen regeling opgelegd die 'werk ople-vert'. Het is dan van groot belang reedsin het ontwerpstadium vanuit de bouwde mogelijkheden in te brengen die erzijn ten aanzien van hergebruik.Nieuwe toepassingsgebiedenHet vinden van nieuwe toepassingenkan worden verwezenlijkt door uit tegaan van de potenti?le mogelijkhedenvan het materiaal beton. Onderzoek ge-richt op de problemen die zich in depraktijk voordoen, gekoppeld aan fun-damenteel onderzoek biedt ongekendemogelijkheden.Te denken is aan.de mo-gelijkheden die er nu zijn om beton toete passen in omstandigheden die vroe-ger onmogelijk waren.Door ontwikkelingen in de betonsa-menstelling en kennis van het gedragvan verschillende toevoegingen, zijn ermogelijkheden ontstaan beton toe tepassen in zeer agressieve omstandighe-den: vloeistofdichte verhardingen bijbenzinestations, terreinverhardingenvoor autosloopbedrijven, bij waterzui~veringbassins, verharding van terreinenwaar oude accu's worden verwerkt, bo-dembeschermingsconstructies in de pe-trochemische industrie, beschermings~constructies onder stortplaatsen enz.Hier mag de aanleg van een tunnel on-der een stortplaats in Schinnen niet on-vermeld blijven.Een andere, reeds genoemde mogelijk-heid van nieuwe toepassingsgebieden ishet gebruik van reststoffen; tevens eenmogelijkheid om eenwezenlijke bijdra-ge te leveren aan een ernstig afvalstof-fenprobleem. Storten betekent ruimte-beslag in het kleine Nederland. Vandaardat de mogelijkheid om het materiaaltoe te passen in constructies die tochnoodzakelijk zijn, perspectiefbiedt omtwee problemen op te lossen: het ge-bruik van natuurlijke grondstoffen ende stortcapaciteit voor bouw- en sloop-Cement 1991 nr. 12afVal kunnen worden beperkt. De prak-tische realisatie daarvanlevertde nodigeproblemen op.Er zijn inmiddels veel voorbeelden be~kend van materialen die als reststof deindustrie verlaten, maar die een goedefunctie kunnen vervullen in de bouw:vliegas, hoogovenslakken, AVI-slakken.De sectorale regelgeving frustreert ech-ter een dergelijke innovatieve oplossing.Knelpunten voor de bouwIn het voorgaande zijn ontwikkelingengeschetst rondomhet milieu, dievan in-vloed zijn geweest op de bouwen op hetbet?n in het bijzonder. We zien dat er inde praktijk hard wordt gewerkt aan eensysteemvan regelgeving datde gevolgenvan het menselijk handelen op het mi~lieu in goede banen probeert te leiden.Het bouwbedrijfsleven draagt creatieveoplossingen aan voor de problemen.Overigens is dat ook een plicht van hetbouwbedrijfsleven, maar er moet welvoor worden gewaakt dat het 'bouwge-luid' naast dat van de industrie en delandbouwookduidelijkwordtgehoord.Er zijn immers ook regelingen in voor-bereiding waarbij wordt voorbijgegaanaan de grote economische belangen dievoor de bouw in het spel zijn. Er zijnknelpunten die in de praktijk ernstigeproblemen opleveren: het al eerder ge-noemde Bouwstoffenbesluit, het Stra-lingsbesluit en de rigide systemen die inontwikkeling zijn op het gebied van demilieumaten.BouwstoffinbesluitHetBouwstoffenbesluitdat injuni in deStaatscourant is gepubliceerd is door deBetonvereniging van commentaarvoorzien. Er zijn verbeteringen ten op-zichte van het voorafgaande concept-voorontwerp Bouwstoffenbesluit, maarnog steeds is er sprake van een in depraktijk moeilijk hanteerbare regelge-ving, waarvan de fundamentele onder~bouwing ontbreekt. In de AlgemeneBeschouwingen in de Tweede Kamer inoktober 1990 sprak de minister-presi-d~nt van het gevaar van pseudo-wetge-vmg.Door ambtenaren worden bepaaldewetsontwerpen voorbereid, waarvoorallerhande documenten worden opge-steld. Deze documenten zijn vaak nogniet eens in de Tweede Kamer bespro-ken, laat staan goedgekeurd, v??r dezein de maatschappij reeds worden ge-bruikt. Als dat ergens voor opgaat is datwel voor de milieuregelgeving. Hetvoorgaande voorontwerp heeft gedu~rende driejaar verlammend gewerkt opde ontwikkeling van de toepassing vansecundaire materialen.Cement 1991 nr. 12StralingsbesluitEen ander knelpunt wordt gevormddoor het Stralingsbesluit. De behande-ling ervan in de Uitgebreide CommissieVergadering voor Milieu uit de TweedeKamer van maart 1991 is niet zonderslag of stoot gegaan. De minister heefternstige kritiek te horen gekregen ophet door hem ingediende voorstel. Deconsequenties van het aanscherpen vande regelgeving op het accepteren vanstraling zijn zo v?rstrekkend, dat uit al-lerlei geledingen kritiek is gespuid. Hetvoorstel is gebaseerd op redeneringendie niet door deskundigen worden ge~dragen,bovendienis de feitelijke kennisonvoldoende om te komen tot alge-meen maatschappelijk geaccep.teerderegels. De medische wereld loopt voor-op, omdat .de gevolgen voor die sectortot zelfs komische situaties zou kunnenleiden. Ookvoor de bouw zijn de gevol-gen groot. In de benadering wordt uit-gegaan van het 'stand still' principe; erwordt naar gestreefd op termijn tot eenverbetering ten opzichte van dat princi-pe te komen.Door de Betonvereniging wordt in Sa~menwerking met CUR en CROW ge-keken naar de voorgestelde regelgeving.Er wordt een constructieve bijdrage ge-leverd om de regelgeving aan te passen,naar analogie van het 'Bouwstoffen-besluitvoordePraktijk'.Uitdebestude-ring van de voorstellen blijkt dat met dehuidige materialen stralingsniveausworden bereikt die hoger zijn dan devoorgestelde, terwijl er geen sprake isvan een genormeerde meetmethode ener onvoldoende bekend is van de dosis-effect relatie. Ook hier is, evenals bij hetBouwstoffenbesluit, sprake van regel-geving vanuit een bepaalde afdelingbinnen het overheidsapparaat, zonderdat er een integrale afWeging heeftplaatsgehad over de gevolgen voor an-dere beleidsdoelstellingen van hetNMP+. Bovendien ontbreekt de in-breng van de partners uit het bedrijfsle-ven.MilieumatenDe uitwerking van de idee?n over demilieumaten kan ook een knelpuntgaan vormen in de bouw. Oorspronke-lijkwerd metdit begripeenvOor eens envoor altijd geldende uitspraak verwachtover de waarde van verschillende mate-rialen. In het verleden is dat niet ge~beurd, gelet op constructieve eigen-schappen, duurzaamheid, kosten enz.De milieu~effectenvan bouwmateria-len dienen feitelijk per constructiedeelte worden bepaald; pas dan is een goedeafVveging te maken. Bovendien kan danworden bezien ofhet ontwerp kanwor-den aangepast, zodat de milieuhy-gi?nische gevolgen kunnen worden ge-optimaliseerd in relatie tot sterkte, kos-ten, duurzaamheid e.d. De Betonver-eniging werkt mee aan het uitwerkenvan een voorstel daartoe.Ten slotteIn het voorgaande is uitgebreid inge-gaan op de maatschappelijke ontwik-kelingen rond het milieu en de invloeddaarvan op de bouwen in het bijzonderop de betonbouw. Er is sprake van eenstormachtige ontwikkeling waarop debouw inspeelt met het ontwikkelen vannieuwe bouwmethodenen-materialen.Problemen ontstaan daar waar sprake isvan onbegrijpelijke en onuitvoerbareregels. De moeilijkheden worden nogversterktals die regelszondermeerwor-den opgelegd.Onze maatschappij wordt gekenmerktdooroverleg. Dus kanhetnietzozijndater in de milieusector'per decreet' beleidwordt gemaakt. In een overlegsituatiekan ook de bouw een bijdrage leverenaaneensynthesevan diverse maatschap-pelijke behoeften en de bedreigingenvan ons ecosysteem. Het is te hopen datde overheid in staat zal zijn de verschil-lende milieuhygi?nische, economischeen maatschappelijke invalshoeken inte-graal afte wegen. Uiteraard is de bouwvan harte bereid een: steentje bij te dra-gen aan de oplossing van de problemen.23
Reacties