Kantoorgebouw voor CentraalBeheer te ApeldoornInleidingAan de algehele opzet van het in aanbouwzijnde kantoorgebouw voor Centraal Beheerte Apeldoorn en de filosofie achter het ont-werp van dit kantoorlandschap werden reedsin verschillende tijdschriften, waaronder ookCement uitvoerige beschouwingen gewijd.Daarom zal deze publikatie worden beperkttot de constructieve en uitvoeringstechnischeaspecten.Zoals men in de gememoreerde beschouwin-gen heeft kunnen lezen, vormt het hier tebehandelen kantoorgebouw een onderdeelvan een plan, waarvan eveneens het kantoorvan de NV. Blauwhoed deel uitmaakt. Beideprojecten vormen ??n esthetisch geheel, ge-completeerd dooreen verlaagd voetgangers-domein op het niveau van de eveneens tothet plan 'behorende onderdoorgang onderde Prins Willem Alexanderlaan." Via dezetunnel komt een verbinding tot stand met hetbestaande winkelcentrum van de binnenstad.Zoals wellicht bekend, wordt met dit projectbeoogd een verlenging tot stand te brengenvan het stadscentrum in zuidwaartse rich-ting. In het realiseren van het project is danook veel ruimte gereserveerd voor winkelse.d., terwijl het geheel een gunstige positieinneemt wat betreft parkeergelegenheid enverbindingen. De Spoorwegen overwegenhier een speciale halte aan te leggen, c.q.het bestaande station hier naartoe te ver-plaatsen, gezien de gunstige situering langsde spoorlijn Apeldoorn-Amersfoort. Menwil te zijner tijd het centrum in zuidwaartserichting via een tunnel onder de spoorlijnverder uitbreiden. Voorlopig is het nog nietzo ver, gezien de stagnatie in de ontwikke-ling van dit nieuwe centrum.De situering van de twee kantoorgebouwenbinnen het grotere geheel van de stedebouw-kundige opzet van Apeldoorns centrum,heeft echter wel consequenties gehad voorde constructie. Zo bevindt zich bij voorbeeldhet aanlegniveau van de gebouwen op 5 mbeneden maaiveld in verband met het ver-laagde voetgangersdomein. De daarvoor aanMaquette-foto van het complex; inde rechter bovenhoek is de begrenzing aan-gegeven van het kantoor van BlauwhoedCement XXIV (1972) nr. 4te leggen fundering loopt van het ene naarhet andere gebouw via dit voetgangers-domein. De diepte van de fundering heeftvoorts invloed gehad op het grondverzet ende toe te passen bronbemaling.Het grotere verband waarin het kantoorge-bouw van Centraal Beheer geplaatst is,wordt hier terloops genoemd om de relatie'met het kantoorgebouw van Blauwhoed dui-delijk te maken. Hierbij wordt nog gewezenop de hoek van 45 0 van de systeemlijnenvan beide gebouwen ten opzichte van deaslijn van het voetgangersdomein. Over hetgebouw van Blauwhoed zal in een volgendnummer van Cement een apart artikel ver-schijnen, waarin op deze afstemming naderwordt ingegaan.Indien mende maquette van het toekomstigebureaulandschap voor Centraal Beheer vanboven bekijkt, komt duidelijk de eilanden-structuur naar voren: dat wil zeggen deopdeling van de kantooroppervlakte in klei-nere vlakken, wat in grote mate de construc-tie van het geheel bepaald heeft. Gesprokenwordt van een structuur, die als constructie-127ve oplossing in Nederland nog als uniek be-schouwd kan worden. De grote regelmaat,waardoor op uitgebreide schaal prefabricagekon worden toegepast, bepaalt mede desfeer van het interieur: de landschapsrulrntedraagt niet het karakter van een weiland,maar veel meer van een bos met open plek-ken om te vertoeven.Ofschoon prefabricage bij dit project 'eenbelangrijke rol speelt, mag de hoeveelheidter plaatse gestort beton toch niet wordenonderschat. De verhouding geprefabriceerdbeton tot ter plaatse gestort, bedraagt onge-veer 1 op 1. Het laatstgenoemde komt daarvoor, waar moet worden afgeweken van destructuur. Afgezien van de fundering, 'diewordt uitgevoerd als een waterdichte baken de technische toren, is dit onder meerhet geval bij de over twee verdiepingen ver-lopende parkeergarage. De ruime parkeer-gelegenheid voor 220 auto's is een voort-vloeisel uit de filosofie, waarop het ont-werp is gebaseerd. Daarbij gaat de architectervan uit dat alle werknemers, ongeacht hunpositie, het recht hebben om hun auto zon-der moeite te parkeren. Het is begrijpelijk,dat de combinatie van prefabricage en terPlattegrond gedeelte kantoorkwadrant met'aankleding'Situering van Centraal Beheer (middenlinks) en Blauwhoed(midden rechts) in hetgrotere geheelir.H.NieuwlandAdviesbureau Dlcke en Van den Boogaardplaatse storten, complicaties in bet bouw-proces kunnen veroorzaken, vooral wanneermen van ter plaatse gestort beton eenzelfdegelijkvormigheid verlangt als van geprefabri-ceerde elementen.Indien men bij het ontwerpen van een ge-bouw zoekt naar een systeem van geprefa-briceerde bouwelementen, dan speelt deeconomie hierbij een grote rol. Dit kan bijv.tot de ogenschijnlijk tegenstrijdige conse-quentie leiden, dat een draagsysteem zwaar-der is dan uit constructieve overwegingennoodzakelijk zou zijn. Dit aspect deed zichvoor bij de leidingkanalen, waarbij de draag-constructie zodanig is ontworpen dat hier-voor de ruimte tussen de hoofdliggers konDe constructieworden benut. Aangezien echter de hoogtevan het kanaal bepalend was, heeft hetdraagsysteem een verantwoorde zwaarderedimensionering gekregen.Om de structuur zo universeel mogelijk tehouden, is bij de berekening aangenomendat de vide rond de 'eilanden' steeds geslo-ten wordt met geprefabriceerde betonplaten.Uit het bovenstaande moge blijken, dat Cen-traal Beheer vanuit constructief oogpunt eenmodern gebouw is, waar zoveel mogelijk ge-zocht is naar eenheidsmaten voor ruimte enbouwelementen. Bijzondere voorzieningen la-ten echter niet toe, dat de eenheidsstructuurzich tot in alle uithoeken van het gebouwmanifesteert. Red.Cement XXIV (1972) nr. 4 .InleidingEind 1968 werd ons bureau benaderd door prof.ir.H.Hertzbergerom als adviseur en con-structeur op te treden bij de bouw van een kantoorgebouw te Apeldoorn voor de co?pera-tieve vereniging 'Centraal Beheer' te Amsterdam. In dezelfde periode vormde de NN.Blauwhoed te Rotterdam met het architectenbureau H.Kaman en ons bureau een bouwteamvoor een door hen op te richten kantoorgebouw tegenover en in zekere mate afgestemdop de behuizing van C.b. Later is bier nog bijgekomen een opdracht voor het tussen degebouwen aanwezige verdiepte voetgangersdomein en een hierop aansluitende onderdoor-gang bij de Prins Willem Alexanderlaan.?Vooral ten aanzien van de gebouwen is door de ontwerpers bij de vormgeving een aantaluitgangspunten gekozen die duidelijk van Invloed zijn bij de ontwikkeling van de draag-constructie:de systeem lijnen liggen onder een hoek van 45 0 met de aslijn van het gebied tussen degebouwen,er wordt schoon betonwerk toegepast,het aanlegniveau is ca. 5 m onder het maaiveld gelegen,de constructie wordt gebruikt als afbouwmateriaal.128In mijn lezing over de beide constructies in Apeldoorn op 28 oktober jl., heb ik het ontstaanen de ontwikkeling van enkele gelijksoortige elementen van beide gebouwen uiteengezet.Daaruit bleek ook de invloed van bovengenoemde uitgangspunten. De redactie heeft echterbesloten de twee gebouwen afzonderlijk te laten bespreken. Daardoor zal een onderlingevergelijking van de gebouwen ten aanzien van de oplossingen zoals zij uiteindelijk gekozenzijn voor bij voorbeeld het draagsysteem, de balkmaat, respectievelijk kolommaat of dewijze van uitvoering pas mogelijk zUn na lezing van een van de komende nummers van ditblad, waarin een bespreking van het kantoorgebouw voor de NV. Blauwhoed opgenomenwordt.pijpen frenger- plafondI (warm/koud water)'. :":",:: "" " luchtkanaal (warm/koud)fre er- plafond met l;chtkoven t.l.2Eerste schetsplan voor de constructie vaneen eindtoren1Leidingkanaal als onderdeel van de draag-constructie3Definitief plan voor de eindtorensHet constructieve ontwerpHet gebouw voor Centraal Beheer bestaat uit vijf bouwlagen op een oppervlakte van onge-veer 100 X 100 m. In de aanvang werd een groot aantal afzonderlijke torens van ongeveer9 X 9 m verbonden door losse verbindingsstukken, waarbij per verdieping per toren vierwerkhoeken moeten ontstaan, omgeven door vrije ruimte. Voor de constructie is een tweedebelangrijk gegeven het uitgangspunt om de leidingkanalen per bouwlaag vanuit de centraalgelegen technische toren in twee richtingen door het gebouw te laten lopen (fig. 1).In die constructie is de toren eerst als afzonderlijk element beschouwd, waarbij de plaatsingvan de kolommen niet op de hoekpunten maar steeds op een derde van de zijden vast-gesteld is. Deze oplossing betekent een vloerveld van 9 X 9 m terwijl deleidingkokers elkehoofdligger in het midden gaan kruisen (fig. 2).Tevens kwam prefabricage van het betonskelet als mogelijkheid naar voren, vanwege ondermeer de grote aantallen en een beperkt aantal onderdelen, de benodigde hoge beton-kwaliteit en de korte bouwtijd.Het laatste gegeven is uiteindelijk de reden geweest dat besloten werd alle kolommen enbalken van de kantoorlagen, benevens een groot aantal vloerplaten in twee betonfabriekenen een fabriek op het werk te prefabriceren. De constructie zou dan een stapeling vanportalen kunnen .zjjn met een montagevoeg- tussen de vloeren, die op hun beurt gevormdworden met geprefabriceerde platen van 9 m lengte.Het kruisen van de hoofdbalken blijft dan een bezwaar (fig. 2). Dit vervalt echter voor eendraagsysteem waarbij een 'ruimtelijk driescharnierspant' gevormd wordt, waarvan de een-heid bestaat uit twee kolommen, twee hoofdbalken en de daartussen liggende vloerplaat.Deze eenheid kan in onderdelen vooraf gemaakt worden (fig. 3). Over de vier tegen elkaargesteunde spanten worden randbalken gelegd met daarop vloerplaten voor de hoeken.Deze oplossing voldoet aan de wens van doorgaande kruisingsvrijeleidingkokers, maarblijkt vrij kostbaar te zijn.Indien echter niet ??n maar meer torens samen beschouwd worden, ontstaat een systeemvan op elkaar aansluitende portalen in een patroon dat verschoven ligt ten opzichte van detorens (fig. 4).Per stuk worden de portalen opgebouwd uit twee kolommen met hierover de hoofdbalk, dietevens zijwand van de leidingkoker is. Over dit hoofdsysteem wordt het tweede balkroostergelegd, te weten randbalken rond de toreneenheid. De vloeren worden naar behoefte inge-vuld met vloerplaten (fig. 5).De structuur die op deze wijze ontstaat, wordt door de architect gekenschetst als 'eenbasisstructuur die zich door het gehele gebouw manifesteert als onveranderlijke zone, waar-aan een variabele interpretabele zone complementair is'. De basisstructuur is de drager vanhet gehele gebouw. Het is hoofdconstructie, bevat de leidingkoker en valt samen met hetpatroon van de belangrijkste 'verkeerswegen' binnen het gebouw.De torens langs de randen van het gebouw (eindtorens) zijn samengesteld volgens hetgenoemde principe van de drie-scharnierspant-constructie en met dezelfde onderdelen.Cement XXIV (1972) nr. 4 129300300300300300300300300300IIIIIIIi._.4Fragment plattegrond5Opbouw van de structuurfase 3aanbrengenfase 2aanbrengenCement XXIV (1972) nr. 4 1306Plattegrond laag 178-2 blokken als gevelbekleding8Schema van scharnierende knopen-:Cement XXIV (1972) nr. 4Bovenstaande is in het kort de weergave van het ontstaan van het geprefabriceerde deelvan de constructie. Een en ander is meer uitgebreid beschreven door ir.H.A.Dicke e.a. inhet dictaat uit de Serie 'Documentatie Bouwtechniek' van de afdeling Bouwkunde, TH-Delft.dat een complete omschrijving en analyse van dit ontwerp bevat, ook van de in het werkgestorte gebouwdelen.De draagconstructleDeze kan worden onderscheiden in een in het werk gestort gedeelte, te weten de parkeer-garage, de technische toren, de computerruimte en enkele andere kleine onderdelen vanhet gebouw, en een geprefabriceerd gedeelte (fig. 6).Van dit laatste vormen de geprefabriceerde hoofdbalken van de basisstructuur de zijkantenvan de leidingkoker. Ze bevatten in de vertrekken, d.w.z. in de uitkragende balkdelen tweeronde openingen die verbinding tussen koker en ruimte mogelijk maken. Aan de onderzijdeis de koker afgesloten met houtwol-cementplaten. De functie van leidingkoker heeft debalkhoogte bepaald, waardoor een qua sterkte enigszins overgedimensioneerd element isontstaan.De geprefabriceerde kolom heeft een T-vormige doorsnede gekregen, waarbij de poot vande T de randbalk over een afstand van 60 cm blijft ondersteunen en tevens een kort wand-gedeelte vormt dat logisch in de indeling van de ruimten opgenomen is. De uitkraging vande randbalk is door' de wijze van opleggen op de kolom verminderd, waardoor kleinereafmetingen mogelijk zijn. De randbalken hebben een hoogte van 45 cm. In de berekeningis als belastinggeval steeds aangenomen een gevel van B-2 blokken met de binnengelegenvloer + dichtgelegde vide. De geprefabriceerde vloerplaten worden opgelegd en aange-werkt aan de randbalken met een zodanige detaillering dat voor de nuttige vloerbelastingextra stijfheid wordt geleverd.De hoekverbinding van de randbalken is een natte verbinding. De balk wordt geleverd meteen tolerantie van enkele millimeters in de doorbuiging aan het uiteinde. Het balkeinde kanzodanig aangestort worden dat een vlakke aansluiting ontstaat. De stalen koppeling isgemaakt door middel van twee strippen waar onderling loodrechte sleufgaten onder 45 0in zijn aangebracht, waar een bout ingedraaid wordt. Bovendien zijn de balkeinden voorzienvan stekwapenlng.De aanstorting past in de stapeling van de B-2gevelblokken (foto 7). De koppeling van dehoofdbalken wordt gemaakt door vastbouten van de uitstekende stalen strippen.De geprefabriceerde kolommen zijn alle gelijk; vanwege de afmetingen en de hoge beton-kwaliteit is een praktische wapening voldoende. Het gevaar van verwisseling bij montageis op deze wijze voorkomen. De aansluiting van kolom aan balk is als stijve verbindinguitgevoerd. In theorie zal namelijk bij scharnierende knopen een schema ontstaan, zoals infig. 8 is aangegeven, d.W.Z. een labiele constructie. Stabiliteit wordt verkregen door eenstijve verbinding te maken in de aansluiting kolom-hoofdbalk en de verbindingen van debalkeinden. Bovendien zijn de stroken boven de leidingkokers als doorgaande, in het werk1319Detail verbinding balken met kolommen10Tijdelijke ondersteuning bij de opbouwvan de torensCement XXIV (1972) nr. 4gestorte stroken uitgevoerd en de naden tussen de vloeren aangewerkt, zodat rotatie vanafzonderlijke eenheden wordt verhinderd. De verbinding kolom-hoofdbalk-randbalk isaangegeven in fig. 9. Uit de kolom steken aan de onderzijde twee pennen, om horizontalekrachten over te brengen en drie stelbouten voor de hoogte-instelling. Op de kolom wordtde hoofdbalk gesteld, daarna de randbalk. Deze drie elementen worden dan verbondendoor 8 staven 0 22 mm in de gespaarde gaten te brengen en aan te gieten met een injectie-specie waaraan tricosal is toegevoegd. Bij de specie voor de voeg onder de kolommen isEmbeco-zwelcement toegepast. Bij lage temperaturen had hier een probleem kunnen ont-staan wegens de in die omstandigheden lange verhardingstijd, die op het kritieke pad inde ruwbouwplanning ligt.Een serie van enkele portalen achter elkaar met daartussen gestorte vloerstroken vormtweer een portaal met bovenregel met wisselend traagheidsmoment. Een controleberekeningvan dit portaal heeft aangetoond dat de aanname Van de uitkragende hoofdligger nood-zakelijk is; de invloed van het ertussen gestorte vloerdeel is namelijk ten aanzien van dezekrachtwerking nihil.De spanten bestaande uit een kolom met balkdeel voor de ruimtelijke drie-scharnierspantenin de eindtorens, zijn gemaakt door op het werk in een vaste opstelling het balkdeel aan testorten tegen de in de fabriek gefabriceerde kolom. Het resultaat van deze samenvoegingis goed. Voor de bouw van dit type torens is een tijdelijke ondersteuning noodzakelijk(foto 10).De belangrijkste in het werk gestorte delen van het gebouw zijn de parkeergarage, detechnische toren en de vloer van de computerruimte. De technische toren is uitgevoerd alstraditioneel betonskelet van balken, vloeren en kolommen met een stramien van 3 m,Voor de parkeergarage die twee bouwlagen over een deel van de totale plattegrond be-strijkt, past het kolomsysteem van de bovenliggende kantoren niet in het parkeersysteem.De kolommen in de garage staan daarom op een stramien van 8,50 X 8,50 m en zijn uitge-voerd met een paddestoelkop waar steeds 4 prefabklommen op rusten (fig. 11. foto 12).Voor de berekening van de aldus gevormde korte consoles is gegeven dat de factor a/h enhet percentage van de hoofdtrekwapening niet te groot zijn, zodat de analogie met eenstatisch bepaald vakwerk kan bestaan. De eindverankering van de getrokken staveno32 is verkregen door de staven over de diagonaal doorgaand te leggen. Een en ander isgebaseerd op onder meer de inhoud van CUR-rapport 47 over gedrongen balken en korteconsoles.De totale draagconstructie heeft een aanlegniveau dat ca. 5,00 m onder het maaiveld ligten is neergezet in een waterdichte betonbak. De bodem van deze bak wordt doorgevoerdonder het verdiepte voetgangersdomein (WGO) en het tegenover liggende kantoorgebouw.De buiten de gebouwen vallende gedeelten van de betonvloer zijn verzwaard meteen laag zand van 90 cm dikte, die tevens nutsleidingen, enz. ten behoeve van de gebou-wen en het openbare gebied kan bevatten. Onder het gebouw Van Centraal Beheer is dezeplaat volgens de kwadranten gedilateerd, overeenkomstig de bovenliggende dilatatievoegen.13211Kolommenstramien in de parkeergarageEveneens is een snede gemaakt langs de plaat voor het VVGD. De dilatatievoegen zijnvoorzien van kunststof voegstroken, waarmee een waterdichte afsluiting bereikt wordt.De fundering is op staal, waarbij de vloer bestaat uit poeren ter plaatse van de kolommenmet daartussen stroken. Fig. 13 geeft een indruk van de gemeten conusweerstanden vande diepsonderingen. De grondwaterstand met een redelijk lage kans van overschrijden isbepaald op 16.00+. Dit betekent dat een bronbemaling noodzakelijk is tijdens de uitvoeringen dat na voltooiing een opwaartse waterdruk van ca. 4,5 tonfm 2kan optreden.'De bronbemaling bestaat uit 14 diep gelegen pompen met een capaciteit van elk 100 m3fuur.Een bemaling van deze omvang was enige jaren terug reeds voor een naastliggend projectaanwezig geweest, zodat de gevolgen en invloed geen verrassing vormden.In fig. 14 is aangegeven de eigenaardige vorm van de maximalegrondwaterverlagings-lijnen op diverse hoogten en blijkt tevens de grootte van het gebied waarover de verlagingzich uitstrekt. De maximale opwaartse waterdruk wordt voor een groot deel door hetgebouwgewicht gedragen. Tevens is het reeds genoemde zandpakket Van 90 cm aanwezig.Bovendien zijn voor enkele vloergedeelten groutankers toegepast. Hiervoor wordt een buis,voorzien van een speciale kop, ingeheid. Dan wordt een staaf van voorspanstaal in de kopbevestigd door middel van schroefdraad. De buis wordt getrokken en de ruimte tussenstaaf en bodem wordt volgeperst metgrout, die in het omliggende zand dringt. Na verhar-ding is de staaf op de fundering afgespannen op ca. 20 ton kracht. De bezwijklast van dezeankers is volgens beproevingen hoger dan 35 ton (fig. 15)..'....cs.x:ccdil.14Invloed b? verlaging grondwaterstand opomgeving (bebouwde kom Apeldoorn)15Groutanker75,-fm3gebouw0,171 m3fm3gebouw520.-fm3beton340.-fm3betonTot slot wil ik nog enige cijfers noemen.gebouwinhoud:kosten constructie: fbeton verbruik:kosten prefab-beton fkosten in het werk gestort beton f300m 1751ICde ing 1lino 2'0?In kg/an20 20013Resultaat diepsondering12Aanzicht kolom inCement XXIV (1972) nr. 4 133ir.IJ.van SteegNederlandse Aanneming MaatschappijNedam NV.16Overzicht van de prefab-structuurDe uitvoeringWat de uitvoering betreft zijn ten aanzien van de betonconstructie de volgende aspectenvan belang:? de prefab-structuur;? de relatie van de in het werk gestorte delen met de prefab-structuur.Op zichzelf zijn de het werk gestorte onderdelen normale betonconstructies, zoals kelder-vloeren, kelderwanden, paddestoelvloeren en de technische toren, bestaande uit eenbetonskelet met kolommen en T"balkvloeren.Met het woord structuur wordt hier bedoeld de draagconstructie van het gebouw. die bestaatuit een aaneenschakeling van gelijke eenheden in drie orthogonale richtingen. Elke eenheidis op zijn beurt een ruimtelijke constructie, opgebouwd uit kolommen, balken en platen.Een structuur heeft de potentie zich in drie richtingen tot in het oneindige uit te strekken(fig. 16). Bij Centraal Beheer zijn speciaal de horizontale afmetingen groot geworden, ca.110 X 110 m; in verticale zin bestaat het gebouw uit laag 0 t/m 4, alsmede het dak.Opgave voor de aannemerDe opgave voor de aannemer was kort gezegd:? het storten van ca. 12000 beton;? en het monteren van ca. 4700 stuks betonelementen met een maximaal gewicht van 8300 kgper stuk;? dit alles in de periode mei 1970 t/m oktober 1971 (18 maanden).Het in het werk te storten beton kan ten aanzien van uitvoering en planning worden onder-verdeeld zoals in tabel 1 is aangegeven.Cement XXIV (1972) nr. 4Tabel 1 onderdeel niveau beton tijd(rn")keldervloeren op niveaus 3,50 -; laag 0 6000 mei t/m december 19704,50 -; 7,00 - Pde paddestoelvloer incl. kolommen laag 1800 januari t/m juli 1971onder en bovenopde computervloer noord kwadrant laag 1 300 januari t/m april 1971de technische toren 1 t/m 5 600 januari t/m mei 1971restaurant kwadrant (oost) 1 t/m 3 800 januari t/m mei 1971kelderwanden laag 0 500 augustus 1970 t/m maart 1971aanstorten prefab, trappehuizen 1 t/m 5 2500 augustus 1970 t/m maart 1971+ diversenTotaal 12700prefab-montage (zie ook tabel 2) 1 t/m 5 7500 september 1970 t/m oktober 1971134Tabel 2omschrljvlnq1 kolom2 kolom + 1/3hoofdbalk3 hoofdbalk3a varianten4 randbalk4a varianten5 brugrandhoekrand6 hoekplaat7 middenplaat8 brugplaat9 vide plaat10 dakranden11 dakrandenoverige elemententotaalmerkKKHHBHB*RBRB*BRHRHPMPBPVPABCDgewicht aantal aantal fabricage door:per stuk elementen mallen(kg)2400 548 4 Peize5500 765 4+4 Peize/Werk8000 322} 2 Liesbosch805300 631} 3 Liesbosch1231600 261 1 Liesbosch2600 50 1 Liesbosch4400 655 4 Werk1350 720 3 Liesbosch850 185 1 Liesbosch3100 125 18300 98 1 Liesbosch6700 97 1 Liesbosch754735 st.De beschikbare tijd voor de prefab-montage volgt uit het gereed komen van de kelder-vloeren en het criterium, dat het gebouw in elk geval v??r de winter 1971-1972 zodanigglas- en waterdicht moest zjjn, dat de oplevering in juni 1972 kan plaatsvinden.Nadere gegevens omtrent deprefabelementen zijn weergegeven in tabel 2. Afgezien vande dakranden en andere elementen, die verband houden met de afbouw, zijn voor de draag-constructie 9 typen elementen nodig.Naast deze gegevens over de betonconstructie is het bij het vaststellen van de wUzevan uitvoering nodig om te weten hoe de sltuatle, de plattegrond-indeling en de installatiesin het gebouw er in hoofdlijnen uitzien, ten einde onder meer een goede aansluiting op deafbouwwerkzaamheden te bereiken.Qua situatie wordt het gebouw aan west- en noordzijde omsloten door drukke verkeers-wegen, aan de zuldzijde door de spoorlljn Amersfoort-Apeldoorn en aan de oostzijde doorhet smalle verdiept gelegen voetgangersgebied (fig. 17). Direct aan de oostzijde van hetvoetgangersgebied ligt het gebouw Blauwhoed, waarvan de bouw gelijk met CentraalBeheer is begonnen.Het gebouw bestaat uit vier kwadranten, het centrum en de technische toren (fig. 1713). Dekwadranten zuid, west en noord zijn de kantoorruimten, waarbij zich op laag 1 van hetkwadrant noord de computer bevindt. Het kwadrant oost is het openbare kwadrant met hetrestaurant. Het centrum, dat een vloerafwerking krijgt van betontegelsis het verlengstuk17Situatie en indeling van het gebouwCement XXIV (1972) nr. 4PRINS WILLEM ALEXAN DER LAAN13517aDwarsdoorsnede54oT EC HN.TORENCRECHERESTAURANTOPENBAAR KWADR. BLAUWHOED.Cement XXIV (1972) nr. 4van de openbare weg en bevat aan de einden telkens een trappetoren met aangrenzendeen toiletgroep en in het midden de liften en roltrappen.De leidingen en luchtkanalen komen uit de technische toren en lopen via het centrumnaar de kwadranten. De leidingen bevinden zich steeds in de zone tussen de hoofdbalken(zie fig. 1).Het uitvoeringsplanNadat Nedam NN. in de zomer van 1969 in het bouwteam was opgenomen, werd innovember, uitgaande van het hiervoor omschreven ontwerp, de wljze van uitvoering bepaald.De start van de werkzaamheden op de bouwplaats was gefixeerd door het ontruimen enslopen van de aanwezige bebouwing: 15 maart 1970.Om Liesbosch Beton voldoende tijd te geven ten einde de prefabricage voor te bereiden,heeft de constructeur, Adviesbureau Dlcke en Van den Boogaard, eerst het deelbestek en dewerktekeningen van de prefab-structuur gereedgemaakt en daarna de overige betoncon-structies uitgewerkt.Keuze bijemiddelenWegens de grote horizontale afmetingen van het gebouwen de gewichten van de zwaarsteelementen, is het onmogelijk om met toren kranen rljdend langs de buitenzljde, of metvaste kranen in het midden, de prefab-montage uit te voeren. Uitgaande van torenkranenresteert de moqelljkheld om steeds een rlj torens te bouwen en telkens het spoor 12 mparallel te verplaatsen. Deze methode heeft bezwaren:a. Door de onqelijke niveaus van de keldervloeren, te weten 3,50 m - P voor de normalekeldergedeelten, 4,50 m - P om extra hoogte te cre?ren in het gedeelte waar geparkeerdwordt en 6,50 m - P in het deel aansluitend op het verdiepte voetgangersgebied, dat op het-zelfde niveau ligt als de toekomstige tunnels onder de spoorbaan en de Prins WillemAlexanderlaan.Bi] een kraanbaan op 3,50 m - P betekent dit, dat de kraanbaan ter plaatse van de diepergelegen keldervloeren op een verhoging moet worden aangebracht.b. De kraanbanen moeten de kelderwanden en de kolommen van de volgende rU te bouwentorens passeren. Deze. onderdelen moeten dus tijdens de prefab-montage achterwegeblijven.c. In de paddestoelvloer van laag 1 ontstaan om de 12 m stortvoegen.d. Het parallel verplaatsen van de kraanbaan veroorzaakt telkens onderbrekingen van minstenseen week in de montage. Bovendien is het verleggen van de baan en de nodige wisselsof bochten kostbaar, terwijl dit veel bouwterrein vergt.Voor de montageduur van circa ??n jaar en wederom door de ongelijke keldervloer, istoepassing van een mobiele kraan financieel en technisch zeer onaantrekkelijk. Geziende beschikbare tijd, het aantal elementen en het overige hljswerk, zljn 2 hljsmiddelennodig die prefabelementen kunnen monteren.Het verdiepte voetgangersgebied bU E is te smal voor een torenkraan. Wegens de werkzaam-heden aan het gebouw van Blauwhoed NN., gold hier de eis, dat dit gebied voor de beideaannemers wel beschikbaar was als transportweg en voor mobiele kranen, doch niet voorvaste kranen of een traversepoot.Daarom is een traverse gekozen, die het gehele westelijkedeel van het gebouw bestrljkt. De hoge rail van de traverse ligt diagonaalsgewljs over de rijtorens, direct ten westen van de technische toren, die 4 m hoger is dan het gebouw zelf.Traverserails evenwijdig aan de richting van de torens is onmogelljk door de aanweZigheid. van de spoorbaan. Bl] de gekozen ligging van de hoge rail is het bovendien rnoqelllk, opeen tijdstlp vlak voor het sluiten van het dak, de roltrappen naar binnen te brengen.De 'routing van de hUsmiddelen' is nu als volgt:1. Het bouwen van een rij zogenaamde primaire torens met behulp van een 130 tons torenkraan,rijdend over een kraanspoor op de keldervloer.2. Over de rij primaire torens een hoge rail en langs de westzijde een op het maaiveld gelegenrail, waarop een traverse- of portaalkaan met een overspanning van 70 meter en eennuttige uitlading van 15 meter. De traverse begint zljn werk met de paddestoelvloer vanlaag 1 en monteert vervolgens alle prefab, die in zljn bereik ligt.3. De toren kraan vervolgt zUn werkzaamheden aan de noord-costzljde.4. Kwadrant E bevat relatief weinig prefabelementen en is gebouwd met behulp van mobielekranen.13618Dilataties in vloeren laag 0Cement XXIV (1972) nr. 4.Het tot de volle hoogte optrekken van de torens, met ernaast alleen het gewicht van dekeldervloer, is slechts mogelijk bij een fundering op staal met een nagenoeg onsamendruk-bare grondslag en een stijve keldervloer.Uitgaande van de bij de opgave geanalyseerde punten, zoals de situatie en indeling vanhet gebouw, de technische installaties, alsmede de primaire torens nodig voor de traverse-rail, is het gebouw door middel van dilatatievoegen verdeeld in de delen A tfm E (fig. 18).De torenkraan werkt in de volgorde: primaire torens A, idem B, gelijktijdig technische toren Cen daarna B-oost. De traverse werkt in de volgorde: A, B-west en D. Het centrumgedeelte,aansluitend op de technische toren, waar zich de hoofdleidingen naar A, de roltrappen ende liften bevinden, is bij A getrokken, omdat de afbouw in A start.Aanvoerwegen naar de hijsmiddelenDe keldervloer is door de dilatatievoegen in totaal 8 delen gehakt, te weten A tfm E,verdiept voetgangersdomein - noord, - midden en - zuid (fig. 18). De laatstgenoemde tweedelen zijn uitgevoerd door de aannemer van het aangrenzende kantoorgebouw, de I.B.B.In bepaalde stadia van de bouw van zowel het gebouw voor Blauwhoed als van CentraalBeheer-oost, is het nodig een inrit te maken om vanaf de Prins Willem Alexanderlaan metvrachtauto's en mobiele kranen het verdiepte voetgangersdomein te bereiken, dat ca. 5 me-ter onder straatniveau ligt. De torenkraan kan de zwaarste elementen opnemen op 17 m.Bij de traverse gaat het rijden oost - west snel, doch bewegingen met de gehele traverse,noord - zuid, zijn lastiger. De mogelijkheid voor opslag buiten het gebouw en toch onderkraanbereik, is praktisch niet aanwezig. Daar bovendien de kraanbaan bij het monterenvan de primaire torens op de keldervloer ligt, valt te begrijpen, dat de keldervloeren alstransportweg en opslagruimte tijdens de uitvoering onmisbare functies vervullen.Ineen later stadium bij de montage van D worden ook de kelderwanden kritiek voor deuitvoering, omdat voor het scheppen van opslagterrein onder de traverse, de taluds vande bouwput moeten worden aangevuld.Door de vele ingewikkelde installaties kwamen de werktekeningen van de technische torenomstreeks november 1970 beschikbaar; terwijl om in de winter 1971-1972 te kunnenverwarmen, het betonskelet op 1 mei gereed moest zijn.Simultaan meerdere kritieke padenMeestal heeft men bij de uitvoering van een betonconstructie ??n kritiek pad van activitei-ten en alleen technische en personeelsrelaties. In tegenstelling tot bijv. afbouw kun je nl.een draagconstructie als regel alleen van beneden naar boven bouwen.Alle voorgaande punten, genoemd onder routing van hijsmiddelen, met elkaar gecombineerden gesteld in het licht van planning en werkorganisatie, zijn schematisch weergegeven inhet globale netwerk (fig. 19). Hieruit blijkt, dat op een gebied van 110 X 110 m, aan eenviertal kritieke paden tegelijk moet worden gewerkt, waarbij achterblijven van ??n seriemeteen repercussies heeft voor de andere series activiteiten.De hoofduitvoerder speelde ten aanzien van de betonconstructies van mei 1970 tot mei1971 een simultaanpartij aan 3 tot 4 borden. Het verloop van de montage van de prefab-constructie kan verder worden gevolgd aan de hand van de bouwfasen weergegeven infig. 20a-b-c. Tijdens de bouw is door de opdrachtgever verzocht het kwadrant B, waar zichde computer bevindt, eerder op te leveren. Voor de prefab-montage betekende dit dat, nahet gereedkomen van de primaire reeks, door kraan en traverse eerst de westzijde vankwadrant B moest worden aangepakt. De meest oostelijke toren van B is met een mobielekraan gemonteerd.13719Netwerk; planningen werkorganisatie20aBouwfase per half oktober 197020bBouwfase per half februari 1971Cement XXIV (1972) nr. 4MEI t/rn JULI '70 AUG. l/m HALF OKT. HALf OKT. +NQV.P = PREFABPREFABRI KAGEooI138'7120cBouwfase per september 197121TraversekraanDe traversekraan (fig. 21)Deze portaalkraan is speciaal voor dit werk gemaakt, hetgeen een grote investering beteken-de. In samenwerking met de fabrikant, Frits van Haagen NV. te Breda, is er naar gestreefdeen zo universeel mogelijk hijswerktuig te ontwerpen, hetgeen uit de volgende puntenblijkt:? de gehele traverse is demontabel in secties, die over de weg kunnen wordengetranspor-teerd;? de overspanning van de brug kan met stappen van 4 meter vari?ren tussen en 32 meter,met een nuttige uitlading van 15 tot m:? de traverse heeft bij Centraal Beheer ongelijke poten; door een andere samenstelling vande pootsecties kan de maximale hijshoogte worden gevarieerd van 22 tot 11 m ten opzichtevan de bovenkant rail;? afhankelijk van de overspanning is het hijsvermogen 10 tot 20 ton.Voor ,een hijsvermogen van 10 ton isde hefsnelheid 12 m/min; de fijnhijssnelheid 1,2 m/min;de katrijsnelheid en de kraanrijsnelheid 0-25 m/min; de haakweg 26 m: de traverse isoperationeel tot windkracht 9.Voordelen van deze traverse ten opzichte van zware torenkranen zijn:? geen lastmoment, doch het maximale hefvermogen over het gehele bereik;? een veel geringere wieldruk en minder hoge eisen ten aanzien van zettingen van de rail.Vooral bij slechte ondergrond en zware torenkranen zijn de kosten van een kraanspoor zeeraanzienlijk.Bij een bouwwerk met meerdere lagen, een breedte van 40 tot 60 m en samengesteld uitelementen van circa 10 ton of meer, is een traverse vrijwel het enige hijsmiddel.Structuur, varianten en afwijkingenEen structuur van betonelementen van enige omvang, zoals gedefinieerd in de aanhef, biedtvoor de uitvoering gunstige perspectieven:? door de grote repetitie van de gestandaardiseerde elementen;? doordat, bij een goed ontworpen structuur, een stelsel van zones ontstaat waarin de leidin-gen, kabelbanen, luchtkanalen enz. worden geconcentreerd, kunnen bouwkundige afbouwen installatiewerken grotendeels worden losgekoppeld.Het is de bedoeling, dat alle functionele eisen van de diverse ruimten in het gebouw kunnenworden vervuld door:Cement XXIV (1972) nr. 4 13922Structuur en gestorte delen; HB = dikkelijnen, RB (randbalken) = dunne lijnen, hetgearceerde is in het werk gestort1. het aanpassen van de invulling (= afbouw) van de structuur (fig. 22);2. het introduceren van varianten in de structuur;3. het introduceren van afwUkingen van de structuur.Sub 1 geeft geen, sub 2 geeft enige en de derde methode geeft de meeste complicatiesvoor de uitvoering van de betonconstructie.Bij het invullen van de draagconstructie is ernaar gestreefd, deze zoveel moqelljk in hetzicht te laten. In het exterieur en vanuit de lucht tonen zich de vierkanten gevormd door derandbalken. Binnen manifesteert zich de structuur door het stelsel van vierkanten van dehoofdbalken; bovendien zorgen de kolommen ervoor dat het kantoorlandschap er uitziet alseen bos en niet als een weiland.De invulling bestaat uit wanden van B2-blokken en glazen bouwstenen, stalen puien envaste kastjes, opgenomen in de wanden en borstweringen. De wanden van B2-blokkenkomen in allerlel hoogten voor. De vormgeving en maatvoering van de betonelementenen de voegen tussen de betonelementen zijn afgestemd op de afmetingen van de B2-blok-ken, waardoor het lijnenspel in de betonstructuur correspondeert met dat in het metselwerk.Als varianten in de structuur kunnen worden genoemd:? het KH-element voor be?indiging van de structuur langs de randen van het gebouwen op de hoogste lagen;? randbalken en hoofdbalken met 1/3 en 2/3 van de oorspronkelijke lengte, ten behoevevan de dilataties, het weglaten van een deel van een toren om ruimte te maken voorliften, roltrappen en trappehuizen;? hoofdbalken uitgevoerd zonder flens en in het werk gestorte vloervelden ter verlagingvan de betonvloer in de computerruimte (fig. 23a-b);het toepassen van vide platen om de kruisvormige vides tussen de torens dicht te leggen,ten einde plaatselijk een grotere aaneengesloten vloeroppervlakte te cre?ren;? het vervangen van geprefabriceerde hoekplaat (HP) door een in het werk gestorteverhoogde vloer ten behoeve van de toiletruimten (fig. 23c), ten einde hoogte te winnen omde rioleringen naar de leidingkanalen te voeren zonder het onderliggende plafond teverlagen.De varianten zijn met weinig consequenties voor de organisatie en bouwtijd te verwezen-lijken:? de variant-elementen kunnen in dezelfde mal worden vervaardigd als de oorspronkelijkeelementen;? behalve de computervloer kunnen de in het werk gestorte delen onafhankelijk van deprefab-montage worden uitgevoerd.33De afwijkingen van de structuur hebben veel ernstiger gevolgen voor de uitvoering. Deafwliklnqen verweven met de prefab-structuur en zijn opgelost door ze geheel of ge-deeltelijk ter plaatse te storten:? De schijfkolommen met aangestorte 1/3-hoofdbalk voor de eindtorens op laag Oen laag 1.Deze kolommen worden gevormd door twee standaardkolommen te verbinden met eenbetonwand. het geheel is in het werk gestort en met stekken aan de vloerlaag 0 verbondenom de eindtorens meer stabiliteit te geven (foto 24). Om verlies aan parkeerplaatsen tebeperken, is bovendien het lijf van elke T-kolom gedeeltelUk verjongd. Terwijl het plaatsenen aanstorten van een geprefabriceerd KH-element een kwestie van enkele dagen is, vergthet bekisten, vlechten en storten van de schijfkolommen met balk, in twee of drie gedeelten,bijna twee weken.? De paddestoelvloer van laag 1 met de kolommen erop en eronder. Het onderbrengen vaneen groot aantal parkeerplaatsen in het gebouw heeft ide?le en praktische redenen:Niet alleen de directeur, maar alle personeelsleden moeten zo dicht rnoqelljk bi] hun werkkunnen parkeren en beschermd tegen regen van hun auto naar het gebouw kunnen lopen.Het is de bedoeling, dat het kantoorgebeuren zoveel moqelijk wordt verweven met hetopenbare verkeer om vervreemding te voorkomen. Het gebouw heeft daarom veel ingangen:voor voetgangers, fietsers en ook auto's; het heeft zelfs een verbindingsbrug naar een toe-komstig station.Binnen de wegen, die het gebouw omsluiten, is buiten het gebouw onvoldoende parkeer-ruimte aanwezig.De paddestoelvloer, die in het werk is gestort, vormt een storende laag in de prefab-structuur en onderbreekt de continu?teit van de prefab-montage, waardoor de bouwtijd metcirca twee maanden wordt verlengd.? Het restaurantkwadrant bestaat voor een deel uit prefabelementen, voornamelijk langs degevels. Balken en kolommen zijn in het werk gestort en hebben een vormgeving, die over-eenkomt met de prefab-structuur. De vloeren zijn tussen de hoofdbalken plaatselijk ver-laagd om zitkuilen te doen ontstaan. Dit deel is een ambachtelijk en ingewikkeld stukjewerk, dat qua uitvoering echter onafhankelijk is van de andere bouwdelen.De trappehuizen en technische toren zijn onafhankelljk van het prefab-gedeelte traditioneeluitgevoerd.23a-b-cNormale toestand (HB, HP, MP), HB metgestorte computervloer en HB met gestortetoiletgroepvloerCement XXIV (1972) nr. 4Prefab-montage en hulpmiddelenMet de torenkraan is eerst een rij primaire torens gemonteerd. Een primaire toren is dekleinste eenheid, die zelfstandig kan worden gebouwd en is ornvanqrljker dan ??n toren.Voor het plaatsen van de volgende laag kolommen is het nl. nodig om behalve de rand-140balken van de toren, ook de tegenoverliggende randbalken te leggen. Met de toren kraanzijn vervolgens aansluitend op de primaire torens aanbouwtorens gemonteerd (fig. 25). Metde traverse is kwadrantsgewijs zoveel mogelijk horizontaal gewerkt om de installateursvolledige lengten leidingkanaal ter beschikking te stellen. De constructie is direct na hetplaatsen van de elementen zelfdragend, behalve het balkeinde van de KH-elementen. Dezezijn met rondhouten jukken doorgestempeld naar de vloer van laag O.Ten einde de kraantijd te beperken, is voor de kolommen een stelframe ontworpen, zodat dekraan de kolommen alleen behoeft neer te zetten (foto 26). Het teloodstellen en schoren vaneen groep van 4 kolommen geschiedt met behulp van dit frame, dat tevoren wordt afgestelden gefixeerd aan de vloer. Het frame fungeert ook als steiger voor het aanwerken van dehoger gelegen voegen en kan in zijn geheel worden verreden en verplaatst. De hoogte-afstel-ling van de kolom geschiedt met stelschroeven onder in de kolom.Voor het aanstorten van de hoekverbinding van de hoofdbalk en de bodem van de daaropaansluitende kruisbalk is eenmatabkist ontworpen. De zijkanten van de kruisbalken wordengeformeerd door een randbalkje aan de middenplaat (MP). Het aanstorten van de hoekenvan de randbalken geschiedt onafhankelijk van de prefab-montage, doch voorafgaand aanhet metselwerk.24Schijfkolom met aangestorte25Montage aanbouwtorenAAN BOUW TORENII= lT_.ti....L!._"TT-U TII =.iL .u-TT11UPRIMAIRE TORENDe montage-bewerkingen zijn als volgt:? stelframe plaatsen;? kolommen plaatsen en afstellen;? hoofdbalken op de kolommen leggen;? randbalken neerleggen;? deze balken en voegen;? platen leggen; .? koppelstaven in de gaines steken en aangieten;? druklaag boven MP en BP en de kruisbalk storten.De hijscapaciteit is maatgevend; werkzaamheden als aanstorten en voegwerk moeten hierbijworden aangepast. Met de traverse werd een gemiddelde van ca. 20 elementen per normalewerkdag bereikt, met daarnaast nog het overige hijswerk. De snelheid van het voegen enhet uitvoeren van voegwerk in de winter vormden problemen. Het tevoren verwarmen vande elementen ter weerszijde van de voeg (zie Cement 1972, nr. 1, blz. 17) is indertijd over-wogen, doch was hier onmogelijk wegens de ingewikkelde vorm van de voeg. Het toepassenvan kunstharsmortels werd uitgesloten wegens de consequenties bij brand. Met een specialeTrlcosal kon tot omstreeks ca. 5 ?C worden gewerkt.Het voegwerk van de ontmoeting kolom hoofdbalk randbalk is versneld door alleen debuitenomtrek van de voeg op de traditionele wijze te voegen. Het inwendige van de voegwerd gevuld door aan de gietspecie Trlcosal toe te voegen en dit mengsel via de gainesvoor de koppelstaven in te gieten, terwijl de gaines tegelijk gevuld werden. De hoofdbalkenzijn grotendeels rechtstreeks van de wagen in het werk gebracht; de overige elementenwerden eerst op het bouwterrein onder kraanbereik opgeslagen.KHaSP RUIMT.ITolerantiesOok al zijn de toegestane maatafwijkingen van de elementen gering + en - 4 mm (voorelementen van 960 cm lengte) en ook al houdt de ontwerper zich aan de regels voor modu-lair ontwerpen, toch treden in het gemonteerde werk, binnen zekere marges maatafwijkin-gen op. Tevoren dient men te analyseren op welke plaatsen de maatafwijkingen zoveelmogelijk dienen te worden weggewerkt.In verticale zin waren de criteria:a. de voegen tussen kolom en randbalk ongeveer 1 cm, in verband met aansluiting van hetmetselwerk;b. bovenkant randbalk ter plaatse van de kolommen op het vereiste peil, in verband met eenzuivere start voor de volgende laag. .Voor het opvangen van de maatafwijkingen resteert dan de voeg onder de kolom, die tezijner tijd verdwijnt in de ondervloer. Dit houdt in dat de kolom zonodig moet worden nage-steld als na het leggen van de RB blijkt, dat het peil (b) niet goed is.27Opvangen maatafw?kingen26Montage van groep van vier kolommenmet draagbalkenCement XXIV (1972) nr. 4 14128Installaties voor de vervaardiging vanprefab-elementen op het werkCement XXIV (1972) nr. 4In horizontale zin waren de criteria:c. het stroken van zijkant kolom en hoofdbalk;d. de maat B1 tussen de hoofdbalken in verband met universele maatvoering van de wegneem-bare plafondplaten onder de leidingkoker (fig. 27);e. de breedte B3 op maat houden voor de aluminiumgevel (fig. 27);f. op de hoeken de RB (en HB) zogoed mogelijk laten aansluiten;g. de gaines met een diameter van 32 mm door achtereenvolgens RB, HB en kolom, dienenzodanig in elkaars verlengde te liggen dat er een koppelstaaf QR 40 met een diameter van22 mrn ingestoken kan worden. Als speelruimte blijft dan over de breedte 82.De criteria g. en c. hebben ons tijdens de voorbereiding doen besluiten om ook de kolommente prefabriceren. Bij enkele om bijzondere redenen toch in het werk gestorte kolommen bijdeautoservice-ruimten, bleek hoe verstandig deze beslissing is geweest. Indien bij hetstorten de stand van de kolom of de posities van de gaines iets gaan afwijken, correspon-deren de gaines niet meer met die in HB en RB! Bij de prefab-kolommen hebben zich geenmoeilijkheden yan deze aard voorgedaan.Wanneer twee?'randbalken, die elkaar in een hoek ontmoeten niet zuiver recht zijn, maar de??n een zeeg ende ander een doorbuiging heeft, impliceert criterium b., dat bij de ontmoe-ting de onderkanten niet op hetzelfde niveau liggen. Dit is een reden geweest om de hoek-ontmoeting Van derandbalken uit te voeren als een natte verbinding.Prefabric:ageOm aan alle zijvlakken hetzelfde uiterlijk te geven, zijn de kolommen in verticale standgestort. De fabrica,ge had plaats in een batterijkist voor 4 kolommen, op de werf van Nedamte Peize. De KH-elementen zouden eerst ook hier worden gestort, doch de transportkostenbleken, wegens de niet-prismatische vorm van het element, zo hoog, dat besloten is inGroningen alleen, het kolomdeel te storten. Wegens het nazakken van de specie moet ditelement toch in twee fasen worden gestort, zodat het mede door de ingewikkelde vormbijna onmogelijk is' om per kist per dag ??n element te storten.Voor het aanstorten van de balk zijn op het werk 2 stuks tweeling-mallen gemaakt, elk meteen betonnen kern om te bereiken, dat de hoek tussen kolom en balk haaks wordt. Doorde bronbemaling was het mogelijk de balkkist op maaiveldhoogte te situeren, terwijl4 kolommen in een gemeenschappelijke put stonden.Hierdoor werd bereikt dat:? voor de veldfabriek kon worden volstaan met een eenvoudige palentraverse;? de balkmal direct vanuit de betonmixer volgestort kon worden (foto 28);? om afkoeling tijdens de verharding te voorkomen, twee eenvoudige houten huisjes metbehulp van de traverse over de 4 gestorte elementen konden worden geplaatst.De hoekplaten zijn op het werk gemaakt, omdat ze met de uitstekende stekwapening tegroot waren om over de weg te vervoeren. De platen zijn gemaakt op 4 triltafeis in eennissenhut. Om redenen van ruimte- en personeelstekort zijn niet meer soorten elementen,die technisch daarvoor in aanmerking kwamen, op het werk vervaardigd. Elke dag, metonderbrekingen bij vorst en te grote voorraad, werden gemiddeld 2 stuks KH en 4 stuksHP elementen gemaakt. Er werd gebruik gemaakt van cement klasse B en luchtverwarmingop koude dagen, doch er werd niet gestoomd.De overige elementen, (zie tabel 2), zijn in de betonfabriek De Liesbosch te Utrecht ge-maakt (foto 29). Vooral voor de balken golden strenge eisen ten aanzien van de maat-toleranties. Door de vele sparingen waren vooral de wapeningskorven van hoofdbalk enrandbalk ingewikkeld. De dakbalken, die voor de beloopbare daken als zitbank fungeren,zijn in omgekeerde positie gestort. Alle elementen zijn in stalen mallen gemaakt, waarbijelke dag gestort werd.Alle kolommen en balken zijn rondom voorzien van vellingkanten, om het ontstaan vanbrokkelige kanten en reparaties)e vermijden. De schuine zijde is 10 mm ter vermijding vaneen grof aanzien en om een. nojmale voeg te krijgen bij aansluiting van metselwerk op de .betonconstructies. Voor prefabricage praktisch de enige mogelijkheidgezien de korte bouwtijd en de- ingewikkelde vorm van de balken. Het gebouw is in feiteeen kolossale betonplastlek. waarin een kantoor is gehuisvest. Voor het in het werk bekistenen vlechten zijn geen systemen. te bedenken, hetgeen betekent, dat alles ambachtelijk moetworden uitgevoerd door een aantal vaklieden.De economie van prefab-betonnen draagconstructies in het algemeen wordt bepaald doorde mate, waarin alle fasen van' het bouwproces optimaal kunnen functioneren, wat naastde mogelijkheden van de betonf?b.riek en op de bouwplaats wat betreft montage, voorname-lijk wordt be?nvloed door het ontwerp. Een en ander wordt in de volgende korte beschou-wing schematisch verduidelijkt.Als hoofdfasen kan men onderscheiden:1. fabricage van de elementen;2. opslag bij de fabriek, transport naar het werk, opslag op het werk;3. montage: lossen en in het werk brengen;4. ondersteunen of schoren, afstellen, verbindingen fixeren, reparatie van beschadigingen.Een fase is het allergoedkoopst wanneer men haar kan omzeilen, zonder de andere fasennadelig te be?nvloeden:a. Vooral bij zwaardere elementents het bijna een eis dat de constructie reeds bij de montagezelfdragend is, zodat kostbare tijdelijke ondersteuningen achterwege kunnen blijven.142BesluitDe wederzljdse afhankelijkheid van con-strueren en uitvoeringsfaciliteiten, vereiseneen samenwerking tussen ontwerpers enaannemer in een zo vroeg mogelijk stadium.Voor dit werk is, vanaf het in hoofdlljnengereedkomen van het ontwerp (oktober1969), in bouwteamverband samengewerktdoor bureau Hertzberger, raadgevend bureauTwijnstra en Gudde, bureau Dicke en Vanden Boogaard, installatiebureau Van Heugtenen Nedam NV met de toeleverende fabriekenLiesbosch Beton en NUs en Vale voor dealuminium gevels.29Vervaardiging elementen in de fabriekCement XXIV (1972) nr. 4. b. Het vermilden van scherpe hoeken (beton is in wezen een rond materiaal), elecht uit de mallossende vormen en vele malen verplaatsen van de elementen beperken de post reparaties.c. BU fabricage van de elementen in een veldfabriek op de bouwplaats, omzeilt men de fasetransport naar het werk alsmede ??n fase opslag.Of deze oplossing aantrekkelijk is hangt af van onderstaande factoren:? moqelljkheden op de bouwplaats: beschikbare mankracht, 'know how', ruimte voor fabricageen opslag;? eisen die het element stelt, zoals: vormgeving, afwerking, betonkwaliteit, eventuele voor-spanning, toleranties, kubusdruksterkte bU ontkisten.De fasen, die de meeste investeringen en manuren vragen zUn de fabricage en de montage.Het optimaal benutten en op elkaar afstemmen van deze fasen is een eerste eis; de anderefasen dienen bi] deze twee te worden aangepast.Bouwen in geprefabriceerd beton kan momenteel op de volgende wUzen geschieden:? Discontinu, dat wil zeggen de betonfabriek maakt nagenoeg alle elementen v??r de startvan de montage en slaat de elementen op. De montage geschiedt in een zeer korte tljd(max. 1 ? 2 maanden), meestal met behulp van mobiele kranen.? Continu, dat wil zeggen fabricage/en montage verlopen parallel. Er is alleen een zeerbeperkte opslag van elementen om stagnaties van enkele dagen te kunnen overbruggen.? Alle mogelUke tussenvormen.De discontinue methode geldt voor kleinere werken, laagbouw, en in de toekomst mis-schien voor andere categorie?n, wanneer ook voor de utiliteitsbouw elementen worden ge-standaardiseerd en meerdere fabrieken tegelijk dezelfde elementen produceren, zoals nubU bruggen e.d. reeds het geval is.De continue bouwwijze. Aan de hand van een simpel getallenvoorbeeld wordt een indrukgegeven van een ideale prefab-constructie, bezien vanuit het standpunt van betonfabrikanten aannemer. De hijsmiddelen, mankracht en organisatie op het werk worden optimaalbenut wanneer het monteren continu kan plaatshebben en het lastmoment van de kraanmaximaal worden benut. Dit bereikt men door de elementen zoveel mogelijk hetzelfde ge-wicht te geven en een daarbij passende torenkraan te kiezen. De bijkomende handelingen,zoals aanstorten, schoren en afstellen mogen zo weinig mogelijk procestijd en kraanhande-Iingen in beslag nemen.Stel G Is bijv. 5000 kg, dit is 2 m3beton per element. Uit de montage-analyse volgt hetaantal elementen, dat per dag kan worden gemonteerd, bijv. A = 24 stuks. Afhankelijk vande toegepaste.beklsting geldt voor de betonfabriek een repetitiefactor N = bijv, 200. Elkedag een element storten betekent tevens een bouwtijd van N = 200 dagen.Totale omvang van de betonconstructie is dan N X G X A = 200 X 2 X 24 = 9600 m",Het aantal verschillende typen elementen is theoretisch maximaal 24, mits voorkomend ingelijke aantallen. Uit praktische overwegingen, met name transport, is een klein aantal typengunstiger.Door het oordeelkundige spelen met deze variabelen blijft voor de ontwerper nog een grootstuk vrijheid over, terwijl de ideale afstemming van de produktiefactoren wordt benaderd.Ten opzichte van in het werk storten is bij deze bouwwijze nog sprake van een andersoort continu?teit. In plaats van bijv. ??n week timmeren aan bekisting, daarna ??n weekvlechten en vervolgens twee dagen stortvoorbereiding en storten, alles met verschillendesoorten vaklieden, biedt prefabricage zowel voor fabricage als montage een proces, datper dag continu verloopt met dezelfde mensen. Deze vergelijking geldt vanzelfsprekendvoor bepaalde categorie?n draagconstructies en niet voor skeletten met vlakke vloerenzonder balken.In hoeverre de prefab-structuur van Centraal Beheer aan de gestelde criteria voldoet, kuntu zelf toetsen met behulp van de in dit artikel verstrekte informatie. Omdat de traversepas elementen kon monteren nadat de primaire reeks torens en de eerste helft van depaddestoelvloer gereed was, ontstaat een piek in de behoefte aan elementen, waarvoortevoren elementen moesten worden'opgespaard'.Constructies bestaande uit bijv. dragende gevelplaten, kolommen en vloerelementen, kun-nen ook op de boven omschreven wijze worden getoetst, wat betreft het optimaal gebruikvan de produktiemiddelen.143
Reacties