Ir,W.Bokhovenhoofd van de afdeling Havenwerken,Gemeentewerken RotterdamKademuren en steigersAan de hand van een aantal voorbeelden zal worden in dit artikel een beeld tegeven van de na-oorlogse ontwikkeling in de Rotterdamse havens op het gebied van kade-muur- en steigerbouw, uitgevoerd onder directie van de Dienst van Gemeentewerken.Voorop moet worden gesteld dat in het bijzonder bij het ontwerpen van kademuren, in deeerste plaats grondmechanische en funderingstechnische problemen opgelost moeten wor-den. Het aandeel van het beton in de totale kosten kan daarbij sterk verschillend zijn (beton-kop op stalen damwand resp. betonnen caissons als kademuur). Juist het mat?riaal betonbiedt veelal mogelijkheden tot het toepassen van kostenbesparende uitvoeringsmethoden(onder meer prefabricage, grote bekistingselementen enz.).1Waalhaven pier 2 ZZPier 2 south side in Waal harbour Rotterdamzand aanvullingaanvullfnQ van zeer grof zandCaissonkademuur (Waalhaven Pier 2 en Pier 7)De caissonmuur kan - in het algemeen gesteld - nog steeds als ??n van de meest entwik-keldegeprefabriceerde kadeconstructies worden beschouwd. En dan te bedenken, dat deeerste caissonmuur in de Hotterdamae haven dateert uit 1913 (IJselhaven). Zij zijn gebouwdzowel voor stukgoed- als massagoedoverslag. Ook na de laatste wereldoorlog is de caisson-muur nog toegepast; het zijn geen technische maar in hoofdzaak financi?le overwegingen,die er toe geleid hebben dat in de Rotterdamse haven dit type muur niet meer wordt toe-gepast. De oorzaak van deze ontwikkeling is tw?e?rlei: de kosten voor het maken van debij toepassing van een caissonmuur noodzakelijke grondverbetering zijn te hoog geworden,terwijl anderzijds juist de toepassing van verticale zanddrainages op grote schaal omstreeks1960 economisch verantwoord is geworden waardoor mogelijkheden zijn ontstaan voor kade-muurbouw, zonder dat een grondverbetering 'oude stijl' nodig is. In het verleden was, alshet ging om kademuren met waterdiepten van ca. 8 m' en meer, een grondverbetering on-vermijdelijk. Voor de Rotterdamse omstandigheden betekende dit, dat in het slappe klei-veenpakket een sleuf werd gebaggerd tot de bovenkant van het diluviale zandpakket. Naopvulling van de sleuf met zand tot enige meters onder de geprojecteerde havenbodemwerd de grondslag genivelleerd met behulp van een baggermolen. Op het vlakbaggerenvolgde dan het afzinken van de caissons, die inmiddels elders gemaakt waren. Na hetaanbrengen van een zandaanvulling achter de geplaatste en met zand gevulde caissons,kon ten slotte de bovenbouw worden gestort, waarin tevens de kraanbaan aan de water-kant werd opgenomen.Het is duidelijk, dat een kademuur, wanneer een grondverbetering noodzakelijk was, alscaissonmuur zeer snel was te bouwen, in het bijzonder als het een grote lengte aan kadebetrof: met de realisatie van de grondverbetering behoefde immers geen of zeer weinig tijdverloren te gaan, aangezien de caissons elders reeds in produktie waren. De caissonmuurheeft verder het voordeel (en hiervan wordt in de Rotterdamse haven nog heden geprofi-teerd), dat zij doorgaans zonder extra voorzieningen de steeds groter wordende kraan-belastingen kan opnemen.Fig. 1 geeft een doorsnede van een in 1959 gebouwde stukgoedmuur aan de zuidzijde vanpier 2 in de Waalhaven, berekend op een kerende hoogte van 14 rn' en een bovenbelastingvan 2,5 tf/m2? De caissons worden in een drijvend dok tot ongeveer halve hoogte gestort,vervolgens uitgevaren om aan een steiger te worden afgebouwd. De wanden met dikten van30 resp. 20 cm worden met een klimbekisting gestort (storthoogte ca. 2 rn'). Na het stortenworden de als binnenbekisting fungerende 'trekklsten', alsmede de buitenbekisting, over degenoemde 2 rn' opgehaald. Het discontinu glijden hield mede verband met de noodzakelijkeverhardingstijd van het beton, aangezien het caisson in drijvende toestand aan steedsgroter wordende waterdrukken wordt onderworpen.De toepassing van de caissonmuur is steeds mede afhankelijk geweest van de lengte vande te realiseren kademuur: de kosten voor hulpwerken (drijvend of vast dok, afbouwsteiger,omvangr?k bekistingssysteem) zijn hoog.De vraag naar verdieping van de havenbodem v??r bestaande kademuren komt in de Rotter-damse haven regelmatig voor in verband met de steeds groter wordende schepen. Ditschept ook bij een caissonmuur bijzondere problemen. In fig. 2a is een doorsnede over decaissonmuur langs de noordzijde van pier 7 in de Waalhaven weergegeven, nadat de::.... ...., " , ..Cement XXIV (1972) nr. 12 540in de praktijk profielkt?k nlecteerd ielfijn-------theoretisch . 'e_.....'.fijn zand.... ' '.. ' .. '. '.:'.' . .. ..- .... ' ": -,'.' :', '.?r?; : ' - ?1500. ...diluviaal zcrdsctute haoors eh2aDwarsdoorsnede caissonmuur na bodem-verdiepingCross section caisson wall after deepeningout the harbour bottom2bWerkw?ze b? verdieping van de tieven-bodemMethod of deepening out the harbour bottombestaande havenbodem op 11,65 m - NAP, in 1971 was verdiept tot 13,50 m NAP. De ver-dieping hield verband met de komst van 'containerschepen van de zgn. '3e generatie'; denieuwe diepte moest zo dicht mogelijk v??r de caissonmuur worden aangebracht. Aangeziende onderkant van het caisson zich op 13 m - NAP bevindt, was een speciale voorzieningonvermijdelijk. Door 'Soleton' NV te Rijsw?k werden daartoe, nadat een t?delijke zand-aanvulling was aangebracht, gaten in het zand geboord tot vlak v??r en onder het niveauvan de teen van het caisson. Hierin werden vervolgens plastic injectiepijpen gebracht,waardoor een bentoniet-cementmengsel resp. een silicaatgel in het zand kon worden ge-injecteerd. Een en ander is op fig. 2b aangegeven. Het bentonlet-cementmenqsel dient alseen 'bekisting' voor het vervolgens in te brengen duurdere silicaatgel, waarmee de zand-massa daadwerkelijk gestabiliseerd wordt.Op deze wijze is voorkomen, dat zich onder de teen van het caisson gevaarlijke glijd-vlakken zouden kunnen ontwikkelen. De in het gestabiliseerde zand vereiste minimumcohesie bedroeg 0,5 kg/cm3(veiligheid Van belang was, dat geen injectiespecieonder de teen van het caisson zou komen, waardoor de elasticiteit van de zandfunderingonmiddellijk onder het caisson ongunstig zou worden be?nvloed en daarmee de spannings-verdeling in het caisson (met name de teen). Dit geldt in het bijzonder bij 'een anderebelasting van de kademuur dan die, welke bij de uitvoering van het injectiewerk zou op-treden.Resumerend kan ten aanzien van de caissonmuur worden gesteld dat, hoewel voor deRotterdamse omstandigheden dit type muur door de hogere aanlegkosten thans niet meerin aanmerking komt, de toepassing elders mogelijk is, in het bijzonder daar, waar geen ofslechts een geringe grondverbetering noodzakelijk is .. Kademuur voor stukgoedoverslag op paalfundering (Eemhavengebied)Momenteel wordt over het laatste gedeelte beschikbaar oeverfront in het Eemhavengebiedeen kademuur gebouwd met een geprojecteerde haven bodem op 13,65 rn - NAP (fjg. 3). Detotale lengte bedraagt 1400 m'. Ook hier bevindt zich onder het oude maaiveld een pakketvan zeer slappe klei-veenlagen, sterk vari?rend in dikte en reikend tot 15 ? 19 m - NAP.Hieronder bevindt zich weer het diluviale zand uit de Rijn-Maasdelta.De waterover-spanning, die in de ondergrond was ontstaan door opspuiting van bagger-specie, kwam praktisch overeen met het gewicht van de opgebrachte grond. De endoor-latendheid (vooral in verticale zin) is zo groot dat na een aantal jaren vrijwel nog geenafname van de over-spanning in het klei-veenpakket optreedt. Het is dan ook onmogelijkhaventaluds te baggeren onder de gebruikelijke helling 1 : 3, zonder dat afschuiving volgt.Ook kademuurbouw is onder deze omstandigheden zo niet onmogelijk dan toch wel uiterstkostbaar. Toen de kosten voor het maken van grondverbeteringen (vooral door de hogerekosten voor het bergen van de baggerspecie en door de stijgingen van de zandprijs) sterkbegonnen toe te nemen en het gel?ktijdig mogelijk werd op grote schaal verticale zand-drainages te maken tegen aanvaardbare prijzen, was de tijd rijp voor een andere aanpak.Deze bestond hieruit, dat na het opspuiten van de geprojecteerde haventerreinen met bagger-specie, deze terreinen na enige uitdroging werden afgedekt met een laag zand ter diktevan ca. 2 meter. Hierna werden zandpalen gemaakt over de volle breedte van het kade-terrein, dus ook onder de loodsen en straten.Na voldoende consolidatie kan dan met het baggeren van een onderwatertalud wordenbegonnen tot een diepte van ca. 6,65 m NAP; hierna volgt de kademuurbouw en ten slotte,na het gereedkomen van de muur, wordt de haven verdiept tot 13,65 m - NAP.Cement XXIV (1972) nr. 12 5413Kademuur op paalfunderingQuay walJ founded on pi/esCement XXIV (1972) nr. 12Bovengeschetste omstandigheden zijn sterk bepalend geweest voor het ontwerp van demuur voor de overslag van stukgoederen. De muur moest onder meer berekend wordenop een gelijkmatig verdeelde belasting (willekeurig deelbaar) van 3 tf/m2, alsmede opbelasting door containerkranen met hoekdrukken van maximaal 350 tf, verdeeld over achtwielen. In principe bestaat de muur uit een stalen damwand, die door middel van eenbetonplaat is verankerd aan paalbokken. De betonplaat is min of meer statisch bepaaldopgelegd. Hiertoe zijn de twee betonnen drukpalen alsmede de twee betonnen trekpalenin dwarsdoorsnede gezien zo dicht mogelijk naast elkaar geheid. De damwand is een zgn.gecombineerde wand Peine-Krupp. De Peine-planken, profiel 700 S in zgn. Sonderstahlhebben behalve een grondkerende ook een dragende functie. De Krupp-planken, profielKS 11 S in St. 37, hebben alleen een grondkerende taak en zijn dan ook korter. De damwandis aan de onderzijde ingeklemd in het diluviale zand: hiertoe zijn de Peine-palen ongeveer6 m' in dit zand weggeheid.Onder de vloer is een holle ruimte uitgespaard ter ontlasting van de damwand. Het waterin deze ruimte staat door sleuven in de Krupp-planken in vrije verbinding met het buiten-water, zodat hierdoor geen wateroverdruk op de damwand optreedt. De drukpalen, vanvoorgespannen beton, worden geheid onder een helling van 3: 1; zij hebben 'een recht-hoekige doorsnede van 45 X 38 cm en zijn aan de onderzijde voorzien van een hamerkop-punt (afmetingen 45 X 54 cm). De maximale paalbelasting bedraagt 75 tf,De trekpalen, eveneens van voorgespannen beton, hebben dezelfde rechthoekige doorsnede.Het zijn gladde palen, die ongeveer 5 m' in het diepe zand werden weggeheid. De maximaletrekbelasting is 35 tf. De trekpalen zijn over de bovenste 2,5 m' voorzien van 6 staveno 25 mm in QR 24 voor het overbrengen van de trekkracht. De rechthoekige doorsnede vande trek- en drukpalen biedt uiteraard voordelen bij het heien onder een helling van 3 : 1,terwijl voor eventuele gronddruk tegen de trekpalen, de grotere stijfheid en de kleinerebreedte eveneens voordeel bieden. Het belangrijkste blijft natuurlijk de omstandigheid, datde zetting van het terrein achter de muur praktisch is ge?indigd.Ten einde de momenten in de voordamwand zo veel mogelijk te reduceren, is de wandzo laag verankerd als uitvoeringstechnisch mogelijk is, (namelijk op NAP), zodat met laag-water de damwand nog kan worden afgebrand. Hierna wordt op elke Peine-paal eengeprefabriceerde betonbalk gelegd, die aan het andere einde rust op een vooraf gestortewerkvloer (foto 4). De oplegging op de Peine-paal vindt plaats door middel van een inge-betonneerd gietstalen zadel. Dit zadel is aan de onderzijde voorzien van opgegoten ruggenen nokken, die om de voorflens van het H-vormige Peine-profiel grijpen en daardoor deplaats fixeren. Omdat ter plaatse van de oplegging uitsluitend normaalspanningen werken,is het mogelijk het zadel op slechts ??n flens van het damwandprofiel te laten rusten,waardoor een scharnierwerking ontstaat. De excentrische oplegging veroorzaakt tevens eenbescheiden reductie van het veldmoment in de damwand.Na elke drie geprefabriceerde balken wordt een iets langere balk neergelegd, waarvanhet kopeind samenvalt met de voorkant van de muur. Deze langere balken liggen om deca. 5 meter; zij zijn aan de onderzijde van nokken voorzien, waarop een geprefabriceerdebetonsloof kan worden afgesteld (foto 5). Tussen deze lange balken en v??r de koppenvan de korte balken worden ten slotte nog verticale geprefabriceerde schotten ter diktevan 15 cm geplaatst. Tussen de geprefabriceerde balken worden korte 'verloren' bekisting-delen gelegd. De vloer wordt in ??n keer gestort. De voordelen van de geprefabriceerdebalken zijn:5424Oplegging betonbalk op Peine-peelConcrete beam supported by steel-pile5Overzicht aanleg kademuur op paalfunderingView of the construction of pile-supportedquay wall1. alle ter plaatse te storten beton ligt boven 0,90 m +NAP; dat wil zeggen boven gemiddeldhoogwater;2. een goedkope vloerbekisting is mogelijk doordat de prefab-balken tevens als bekisting-dragers fungeren;3. besparing op beton, doordat op deze wijze een vloer met T-balken is ontstaan ter plaatsevan het maximale veldmoment (ter plaatse van het maximale neqatleve moment is eenvolle betondoorsnede):4. een zeer snelle bouw is mogelijk.Door de aannemer, Van Hattum en Blankevoort BV te Beverwijk, wordt in zeer hoog tempogewerkt; in ??n richting werkend komt na een aanloopperiode nu elke week een vak vanca. 36 m' gereed./NAP750Steiger voor graanoverslag (Botlekgebied)In het Botlekgebiedis in 1963 onder meer een steiger voor zeeschepen gebouwd met eenlengte van 425 m', bestaande uit twee delen, namelijk:a. een lossteiger, lang 245 m' met 13 m water bijgemiddeJd Iaaqwater, zodat hier schepengelost kunnen worden met een maximum draagvermogen van 65 000 dwt;b. een laadsteiger, lang 180 m' met 10 m water, voor het beladen van Rijnschepen en zee-schepen tot maximum 15 000 dwt,Fig. 6 geeft een doorsnede over de lossteiger. Dehavenbodem ligt op 13,65 m NAP, hetsteigerdekligt op 3,50 m + NAP. Het hoogste punt van de losmachine is gelegen------- 325 300II6Dwarsdoorsnede lossteigerCross section of unloading stageCement XXIV (1972) nr. 12 5437Prefab-dwarsliggerPrefabricated cross-beam8Montage prefab-elementAssembling of the prefabricated e/ementsCement XXIV (1972) nr. 1238 m + NAP. Het steigerdek ter breedte van 21 m' rust op schoor geheide, holle rondevoorgespannen betonpalen. De constructie wordt gevrijwaard van troskrachten en stotenvan schepen, die namelijk volledig door een stalen remmingwerk opgenomen worden. Ditremmingwerk komt ook in belaste toestand niet in, aanraking met het steigerdek.Hetbedrijfsgewicht van de losmachines (de pneumaten) bedraagt 490 ton; de maximumpootdruk is 190 tf, verdeeld over vier wielen. Wind op deze hoge machines kan grote hori-zontale krachten veroorzaken, hetzij in langs- dan wel in dwarsrichting van de steiger. Pervak van 41 m' waren dan ook schoorpalen in beide hoofdrichtingen noodzakelijk. Aangezienveruit de grootste belasting voortkomt uit de pootdrukken van de pneumaten, lag hetvoor de hand de palen uitsluitend onder de twee kraanbanen te plaatsen.De keuze van het paaltypeis een punt van langdurig onderzoek geweest. Aanvankelijkgingen' de gedachten uit naar holle voorgespannen palen met grote diameter. Het bezwaarwas dat deze palen met normale heimiddelen uitsluitend verticaal zijn te heien. De grotehorizontale krachten op het steigerdek zouden in dat geval door 'portaalwerking' vanpalen en bovenbouw moeten worden opgenomen, hetgeen te grote momenten in dezepalen zou veroorzaken. Ten slotte is de keus gevallen op voorgespannen betonpalen060 cm, die nog juist op de schoktafeis van de NV Schokindustrie te Zwijndrecht gelegdkunnen worden. Dit type schokpaal, dat zich uitsluitend leent voor steigerbouw waarbijgrote waterdiepten in het spel zijn, heeft sindsdien in de Rotterdamse haven veel toepassinggevonden. Met een Menck-stelling, type MR-40, was het mogelijk om deze paal, bij eenlengte van 28 rn', te heien onder een heistelling van 4 : 1 met behulp van een stoomblok, dateen valgewicht bezit van 6% tf.Ten einde een.zo groot mogelijke spreiding te hebben van de hoge pootbelastingen van derijdende pneumaten en daarmee te komen tot een zo zuinig mogelijk paalverbruik,is dekraanbaan zo hoog mogelijk gemaakt. De onderkant ligt op 1,40 m +NAP, dit Isonqeveereen halve meter boven gemiddeld hoog water, zodat voldoende continu gewerkt konworden. Na' het heien en afhakken van de palen werd eerst de 70 cm hoge onderflensgestort, waarop de geprefabriceerde dwarsliggers, geleverd door de NV Spanbeton teAlphen aid Rijn werden gesteld. In de kraanbaan, die als elastisch ondersteunde ligger isberekend, treden behalve grote momenten ook zeer grote dwarskrachten op. Gevreesd werddat deze massieve liggers door krimp onvoldoende zouden aansluiten op het beton van dedwarsdragers. Besloten werd daarom de kraanbanen als belangrijkst constructie-elementover een vak van 41 m' ononderbroken te laten doorlopen en de dwarsliggers slechts2 cm' in het lijf van de kraanbaan in te laten.De dwarsligger heeft een lengte van 21 m'. De consoles zijn door een ruimtelijk vak-werk van Torwastaal en hoekstalen ter plaatse van het lijf van de kraanbaan aan de midden-ligger verbonden (fig. 7 en foto 8). De dwarsliggers liggen 5,60 m' hart op hart; op dezebalken werden geprefabriceerde cassetteplaten gelegd, waarop een 10 cm dikke druklaagwerd gestort.De enigszins hogere kosten van levering van deze dwarsliggers werden ruimschootscompenseerd bij de montage, daar de consoles niet meer behoefden te worden nagespannentegen de hoofdliggers en het werk met de drijvende bok sterk werd verminderd.Er is nog overwogen de dwarsliggers toch door de hoofdliggers te steken en de laatstena te spannen. Hiermee zou dan tevens het grootste deel van debeugelwapening, nodig voorhet opnemen van de schuifspanningen, vervallen. In verband met de zo gewenste stijfheidzou daarbt] een betonbesparing uiteraard niet mogelijk zijn. Een voorspanning van 20 kgf/cm'is in een dergelijk geval voldoende. Bij nadere uitwerking bleek de uitvoeringstijd enigszinslanger te worden, terwijl een prijsvoordeel, mede hierdoor, niet realiseerbaar was. Desteiger wordt beschermd tegen stoten van schepen door een remmingwerk, bestaande uitstalen palen 7,50 m' hart op hart, die aan de bovenzijde zijn gekoppeld door een stalengording HE 900 B, versterkt met opgelaste strippen.Boven elke derde remmingpaal is een bolder gemonteerd voor het opnemen van troskrach-ten van maximaal 100 tf, Het remmingwerk kan een arbeidsvermogen opnemen van 60 tfm5449Dwarsdoorsnede zeekadeCross section of a sea quayCement XXIV (1972) nr. 12II_ _IIbij een stoot op 3,25 m + NAP. Het toegepaste staal is St. 52 met een gegarandeerdevloeigrens van 3600 kgf/cm2, die bij het maximaal arbeidsvermogen als toelaatbare span-ning is aangehouden. Deze steiger uitgevoerd door Van der Verm's AannemingsbedrijfNV Rotterdam.Kademuur voor ertsoverslag op de MaasvlakteOp dit ogenblik is op de Maasvlakte een tweetal kademuren in aanbouw, die verhuurdzullen worden aan het 'Verenigd Overslagbedrijf Maasvlakte', voor de overslag van massa-goed (vooral kolen en erts). De kademuur langs de zuidwestelijke insteekhaven (de zee-kade) is ontworpen voor de ontvangst van zeer grote 'bulkcarriers' tot maximaal 275000dwt. Haaks hierop, langs de noordelijke insteekhaven, uitmondend in het verlengde HarteI-kanaai, komt de zgn.lichterkade, waar duweenheden voor belading afgemeerd zullenworden. fig. 9 geeft een dwarsdoorsnede over de zeekade. Met een geprojecteerde haven-bodem op 21,65 m NAP en een terreinhoogte van 5 m +NAP ontstaat een kerende hoogtevan 26,65 m', die voor het ontwerp moest worden verhoogd tot 28,00 rn' I.v.m. uit te voerenonderhoudsbaggerwerk v??r de muur tot maximaal 23,00 m NAP. De nuttige belastingenop de muur zijn hoog, waarbij in het bijzonder valt te vermelden:a. een ertsbelasting, beginnend op 30 rn' uit de voorkant van de muur en onder 38? oplopend tot30 tf/m2;b. brugkranen met maximum hoekdrukken van ruim 1000 tf, verdeeld over 2 X 8 wielen.De zeekade wordt gebouwd in een gegraven bouwput, waarvan de bodem op 2,50 m NAPligt. De fundering bestaat aan de waterzijde uit een volledig doorgaande stalen damwand typePeine Psp. 600 S, geheid onder een helling van 6 : 1 en aan de landzijde uit voorgespannenrechthoekige betonnen druk- en trekpalen, geheid onder een helling van 3 : 1. De ondergrondbestaat in hoofdzaak uit zand, waarin sterk wisselende conusweerstanden worden gemeten;het stond van het begin af aan vast, dat het heiwerk zeer zwaar zou zijn in het bijzonder vande aaneengesloten rij Peine-palen.De zeer grote hoekdrukken van de losmachine worden via een 7,5 m' hoge betonbalk naarde stalen voordamwand overgebracht. Daar de geheven klap van de losmachine bi.nnenhet profiel van de kademuur moet vallen, ligt de kraanondersteuning aan de waterzijde4,5 m' terug van de voorkant van de muur. Daardoor werd het (ondanks de rechthoekigedwarsdoorsnede van de huidige bulkcarriers) mogelijk de dragende damwand onder eenhelling van 6: 1 te heien. Op deze wijze wordt een deel van de .horizontale belasting doorde damwand opgenomen en wordt een besparing bereikt op het aantal druk- en trekpalen.zonder dat het staalverbruik toeneemt door de ontstane wijziging in de passieve en actievegronddruk. Bovendien kunnen de drukpalen meer naar de damwand toe worden geheid methet voordeel, dat meteen aanzienlijk kleinere breedte van de bovenbouw kan worden vol-staan.545Foto 1011Doorsnede over de .fichterkadeCross sectien of the lighter quayDe ruimte tussen kraanondersteuning en voorkant kademuur wordt gebruikt voor personen-verkeer. Op twee plaatsen per vak zijn in verzwaarde gedeelten bolders opgenomen enzijn aansluitpunten voor drinkwater, elektriciteit en telefoon aangebracht. Tegen de ver-zwaarde gedeelten wordt ook het remmingwerk bevestigd. Ter vermindering van de verti-cale belasting op de damwand is in de bovenbouw een grote holle ruimte ontworpen, diein open verbinding staat met het buitenwater.Niettemin bedraagt deze belasting maximaal 186 tf/m', zodat van de toelaatbare 2100 kgf/cm2niet meer dan rond 1800 kgf/cm2beschikbaar is voor het opnemen van de buigende momen-ten in de damwand.Constructief gezien zijn drie hoofdelementen in de bovenbouw te onderscheiden, namelijkde doorlopende 7,50 m' hoge kraanbalk, een doorlopende betonplaat ter dikte van 80 cmen 65 'cm dikke dwarswanden, hart op hart 4,86 m', De betonplaat rust op de damwand viazadels van het type, dat ook bij de kademuur in de Eemhaven wordt toegepast. De holleruimten, gevormd door kraanbalk en een tweede 0,30 m dikke wand, worden afgedekt metgeprefabriceerdegewapend"betonplaten. De aannemer, de 'Combinatie Maasvlakte', ge-vormd door de Hollandse Beton Mij NV te Rijswijk en de NV Nederhorst te Gouda, werkenmet grote beklsttnqelementen: mede hierdoor is het mogelijk dat thans iedere twee wekeneen vak van 40,60 m' gereed komt (foto 10). Voor het heiwerk is het zwaarste heimaterieelingezet, waarover beschikt kan worden (onder meer een Dieselblok D-55, Menck-Stoomblokmet een valgewicht van 10 tf en het zgn. Hydroblok HBM 18, dat door de Hollandse BetonMij is ontwikkeld).Om de stand van de Peine-wand te kunnen controleren zijn sommige Peine-planken uitgerustmet aangelaste meetbuizen. Aan de hand van de gevonden meetresultaten worden zonodigcorrecties toegepast om in de ene richting zo verticaal mogelijk te blijven en in de andererichting zo goed mogelijk de stand van 6 : 1 te behouden.Fig. 11 geeft een doorsnede over de lichterkade. De nuttige kerende hoogte ligt hier tussen3,50 m +NAP en 6 m NAP. Aan de waterzijde bevindt zich een gecombineerde wand vanPelne-planken, profiel Psp 400 L en Krupp-planken profiel KS onder een helling van50 : 1. Het horizontale evenwicht van de muur blijft verzekerd door de onder een hellingvan 1 : 1 geheide trekpalen. profiel Pst 300. In deze trekpalen wordt 75 tf toegelaten. Terondersteuning van de kraanbaan van de lichterbelader worden op 2,77 m uit de damwandverticale voorgespannen rechthoekige betonpalen geheid. Damwand, trekpalen en beton-palen worden tot ??n geheel verenigd door een betonnen kop. In deze kop vinden de railsvan de lichterbelader een plaats en worden de bolders verankerd. Aan de waterzijde wordteen remmingwerk van Azob?-hout aangebracht. De hart op hart afstand van de gordingen isslechts m om beschadiging van de kademuur door de nogal hoekige en kantige duw-bakken te voorkomen.Litteratuur1. 'Quay-wall construction in the Port of Rotterdam', ir.W.Bokhoven; De Raadgevend Ingenieur,mei 19592. 'Kademuur- en pierbouw in de haven van Rotterdam', ir.W.Bokhoven; Cement XVI (1964)nr. 43. 'Pier en steigers voor graanoverslagbedrijf en kademuur voor ertsoverslag in het Botlek-gebied', ir.W.Bokhoven; De Ingenieur, 8 november 1963.4. 'Aanleg en verdere uitbouw van de Eemhaven', ir.W.Bokhoven; Rotterdam-Europoort, nr. 4- 1971Nieuw GTB op komstOp basis van de Gewapend-Beton-Voor-schriften 1962 (GBV 1962), vooral naar aan-leiding van de daarin ge?ntroduceerde 'Breuk-methode', heeft de Betonvereniging indertijdeen Grafieken- en Tabellenboek uitgegeven,de GTB 1962. Deze uitgave was het werk vande Werkgroep Grafieken en Tabellen diedaartoe door de Betonvereniging is inge-steld. Van deze GTB 1962 zijn inmiddels zo'n3500 exemplaren in omloop gekomen en hetaantal gebruikers zal nog wel enige malengroter zijn. In de grafieken en tabellen voorhet berekenen van gewapend-betonconstruc-ties is een grote uniformiteit gekomen.Van de nieuwe Voorschriften Beton hebbende delen A, B en E betrekking op gewapendbeton. De definitieve tekst van A en B zalbegin volgend jaar verschijnen en die vandeel E ongeveer een jaar later. Dat betekentfeitelijk de vervanging van de GBV 1962 endaarom heeft de GTB-commissie het ambi-tieuze plan opgevat om in het voorjaar van1974 een nieuwe GTB te laten verschijnen.Cement XXIV (1972) nr. 12Evenals bij de huidige editie het geval was,zal de nieuwe GTB tot stand moeten komendoor vrijwillige bijdragen in de vorm van ar-beid. De GTB-commissie is ervan overtuigddat men daar een beroep op kan doen, omdat'eendracht voordeel biedt'. Komt er namelijkgeen nieuwe GTB, dan zullen veel eenstruc-tiebureaus, aannemingsbedrijven en over-heidsinstanties besluiten zelf de noodzake-lijke grafieken en/of tabellen te maken.Er is inmiddels een stuurgroep gevormd endaar zullen 9 of 10 werkgroepen onder res-sorteren. Die werkgroepen zijn onlangs 'be-mand', wat mogelijk was omdat op de eersteoproep aan bureaus, bedrijven en instantieszo'n 40 enthousiaste vrijwilligers zijn ver-schenen. De bruikbaarheid van de nieuweGTB zal grotendeels van h?n werk afhangen!WerkgroepenVoor een effici?nte werkwijze, ook in ver-band met de beschikbare tijd, zijn werkgroe-pen ingesteld voor de volgende onderwar-pen: zuivere buiging; buiging met normaal-kracht; totale excentriciteit; doorbuiging en546scheurwijdte; las- en verankeringslengten;dwarskracht; wringing; liggers; platen.Wat de laatste twee onderwerpen betreft,daarover zullen in de Voorschriften Betongeen tabellen opgenomen worden (zoals inde GBV 1962). De tiende werkgroep zal zichgaan bezighouden met de op te nemen 'be-tontechnologische gegevens'. In de nieuweGTB zullen bovendien nog allerlei 'algemenegegevens' komen. De omvang van de nieuweGTB is voorlopig bepaald op zo'n 100 bladen(tweezijdig bedrukt) met grafieken en/of ta-bellen.OproepMet veel enthousiasme is men thans begon-nen aan de samenstelling van een nieuweGTB die in het voorjaar van 1974 zal moetenverschijnen. Om te voorkomen dat er tochnog dubbel werk zal worden verricht, ver-zoekt de Stuurgroep GTB een ieder die meentnog een bijdrage te kunnen leveren, zich inverbinding te stellen met de secretaris, deheer M.C.M. van Maarschalkerwaart, p/a Vel-perweg 79, Arnhem, tel. 085 62 9045.
Reacties
De Groof Pascal - pxl 20 oktober 2020 13:58
Beste meneer/mevrouw, Voor een schoolproject opleiding bouw werfleider ben ik op zoek naar technische fiches van bekistingsdragers. Zou u mij deze kunnen doorsturen? Bij voorbaat mijn dank. Met vriendelijke groet, Pascal De Groof