Industri?le woning bouw-berekening' U.D.C. 624.012.4:69prefabricage (berekening) : woningbouwVoordracht van Dr. Bohdan Lewicki (Warschau) te RotterdamIn zijn voordracht maakte de spreker onderscheid tussen:f. de berekeningsmethoden in het algemeen;2. de ruimtelijke stijfheid van het geprefabriceerde gebouw;3. de berekening van de dragende wanden.ad. 1. BerekeningsmethodenBij de berekening op draagvermogen is het uitgangspunt niet detoelaatbare spanning doch de breukbelasting en de veiligheids-co?ffici?nt v.Hierin is:p = breukbelastingPn = nuttige belasting = veiligheidsco?ffki?nt = factor van soort bouwwerk (utiliteitsbouw of woningbouw)?1 = co?ffici?nt afhangend van de uitvoering?2 = verhouding tussen de minimumdruksterkte van proefkubus-sen en de gemiddelde druksterkte, bepaald uit de Gausz-kromme.Voor woningbouw: =1,25;traditionele bouw: ?1 =0,6-0,7;montagebouw: ?1 = 0,85;normaal beton: ??2 = 0,60;slakkenbeton: 2 = 0,40.Om bij deze berekeningswijze niet voor onaangename verrassin-gen te komen staan, is voortdurende controle tijdens de bouw enjuiste interpretatie van de proefresultaten beslist noodzakelijk.De oude Poolse voorschriften eisten bij vrije oplegging een vloer-dikte van 1/25 van de overspanning, bij inklemming 1/35. Vooralten opzichte van de holle vloeren is deze bepaling onvoldoende.Deze doorbuiging wordt berekend op de blijvende belasting, duszonder mobiele belasting.De berekening op scheurvorming is bij de woningbouw zeldenof nooit noodzakelijk.Bij de praktische verwezenlijking moet nog met enige bijzondereomstandigheden rekening worden gehouden. Als een liggendwandelement ontkist wordt, moet, als de bekisting aan de binnen-zijde niet bijzonder goed is ingevet of op andere wijze voorzien,een extra belasting van 500 kg/m2wandoppervlak in rekeningworden gebracht. Bij verticaal gestorte wanden en goede voor-zieningen voor het ontkisten moet gerekend worden op 200kg/m2extra.Om trillingen en een ongunstige wijze van ophangen in de kraanop te vangen wordt het eigen gewicht met 1? vermenigvuldigd.Bij grote wandelementen, die horizontaal worden vervoerd, zalmen minstens acht ophangpunten gebruiken.Bij de berekening wordt de zogenaamde n-vrije methode ge-bruikt; dit is begrijpelijk omdat men dan zuiniger kan constru-eren. Ook het feit, dat het laboratorium-onderzoek in deze rich-ting wees, was van belang voor het kiezen van de n-vrije bereke-ningswijze.ad. 2. De ruimtelijke stijfheid van het geprefabriceerdegebouwHet verkrijgen van een monolitische constructie is een van degrootste problemen. Om de voegen ook in staat te stellen schuif-krachten op te nemen, worden deze wel met vertandingen uit-gevoerd. Waar twee wanden met verschillende belasting elkaarontmoeten, kunnen moeilijkheden ontstaan door ongelijke zet-ting van deze wanden. Door middel van een randbalk in normaalgewapend beton wordt deze opgenomen.De horizontale krachten worden geleverd door de wind en descheve stand van de wanden. Dit scheefstaan levert namelijkhorizontale componenten. De grens van dit scheefstaan is 1 cmbij een hoogte van 2,60 m.* Verslag van het 2de deei van een lezing gehouden in het Bouwcentrumte Rotterdam op 7 december I96I.Voor deze horizontale krachten gebruikt men de formule: = horizontale krachtB = breedte van het gebouw in de richting van de windkrachtG = eigen gewicht van de wand = nuttige belastingh = hoogte van de wand.De windbelasting is in Polen tot een hoogte van 7 m maximaal70 kg/m2. Op de kopwanden van de hoge woongebouwen is dewinddruk 40-50 kg/m2.Om enigszins een norm voor de stijfheid te kunnen hanteren, isvastgesteld, dat de uitwijking van de bovenzijde van het gebouwniet groter mag zijn dan , waarin h de hoogte van het gebouwvoorstelt.De toelaatbare doorbuiging mag zijn 1/200 van de overspanningvoor vloeren met vlakke plafonds. Voor een vloer met verstij-vingsribben en een overspanning, groter dan 5 m, mag de door-buiging hoogstens 1/300 van de overspanning bedragen.Om de invloed van langdurige belastingen te bepalen, is veelspeurwerk verricht. De buigdruksterkte waarmee gerekend moetworden, wordt uitgedrukt in de formule:Hierin is:bi = buigdruksterkte op de lange duur = uitslag van de buigtrekproefq = g + = eigen gewicht + nuttige belasting met uitzon-dering van de mobiele belasting= co?ffici?nt afhankelijk van de doorsnede.Ten aanzien van q moet worden opgemerkt, dat bij voorbeeld bijbibliotheken een zeker aantal personen per m2bij de nuttigebelasting wordt gerekend.Voor de hieronderstaande doorsneden heeft de volgendewaarden:Voor een -vormige doorsnede: = 1,5Voor een rechthoekige doorsnede: = 2,0Voor een T-vormige doorsnede: = 2,5ad. 3. De berekening van de dragende wandenEen overweging, die in dit verband niet mag worden vergeten is,dat zuiver axiale belasting van een wand nooit voorkomt. Daaromzal een wand altijd een buigend moment moeten opnemen.Een groot probleem doet zich hier ook sterk voelen, namelijk watde ware betondruksterkte is. Vele normen gaan uit van de druk-sterkte in de drukzone, teweeg gebracht bij buiging.Uit proeven bleek, dat het uitknikken van de wapening uit dewand ook wel voorkwam, reden waarom gelet moest worden opgoede plaatsing, verdeling en dekking van de wapening.In de bespreking werd nader ingegaan op de scheve stand van dewanden, waarbij Dr. Lewicki naast de excentriciteit van de ver-ticale belasting ten gevolge van het scheefstaan nog een andereonderscheidde: namelijk die door het verschil in de wand vanelasticiteitsmodulus en bij voorbeeld soortelijk gewicht.Deze scheve stand kan namelijk ook het gevolg zijn van een ver-schil in kwaliteit van het beton aan de twee zijden van een derge-lijke wand, dat tot uiting komt in een ander soortelijk gewicht eneen andere elasticiteitsmodulus.Dit verschil kan worden veroorzaakt door de wijze van storten.De theoretische lengte van de wanden wordt in Polen bepaald meteen formule waarin de invloeden van de oplegging (twee-, drie- ofvierzijdig) de gemeten lengte en breedte zijn opgenomen.Met resonantie wordt voor de geprefabriceerde woningblokkengeen rekening gehouden.Nadat spreker nog iets had verteld over het ontwerp, de verant-woording ervan en de controle hierop en voorts even nader wasingegaan op de constructie van korrelbeton-, kalkzandsteen- enlichtbetonblokkenwoningen, werd deze lezing besloten.A.M. WitteI26 Cement 14 (1962) Nr. 2
Reacties