In memoriamir.G.H. van BoomHet plotseling overlijden op 29 oktober1978 van ir.G.H. van Boom,49 jaar, heeft velen geschokt.Verslagenheid treft vooral ook allen die de wonderbaarlijk snellehervatting van zijn werkzaamheden hebben ervaren, nadat Ge-rard van Boom enige jaren geleden een hartoperatie had onder-gaan.Allen verbaasden zich over zijn hernieuwde energie. Want energieen tempo waren een tweetal kenmerkende kwaliteiten van dezeconstructeur, zoals ook studiezin, inventiviteit, integriteit en - nietin de laatste plaats - zijn gaven van vriendschap.Sedert 1954 was Van Boom verbonden aan het toenmalige Bouw-en Adviesbureau ir.K.Bakker en ir.H.A.Dicke waar hij al spoe-dig afdelingschef werd.In verband met een verdere uitbouw van zowel zijn persoonlijkemogelijkheden als die van het bureau, werd Van Boom vervol-gens chef van de afdeling Studie en Ontwikkeling en ving hij aanmet zijn studie aan de TH te Delft. In de ongelooflijk korte tijd vanruim 3 jaar behaalde hij het diploma van civiel-ingenieur.In 1972 werd Van Boom mede-eigenaar van het bureau, dat toende naam kreeg van 'Adviesbureau Dicke, Van den Boogaard,Van Boom, Buijs, Nieuwland/civiel-ingenieurs', afgekort D3BN.In deze periode kregen naast de constructieve ook de organisa-torische kwaliteiten van Van Boom ruime kans tot ontplooiing,met als resultaat een zekere harmonie tussen de ontwikkelingenin de maatschappij en in het bureau.Studiezin en vermogen tot kennisoverdracht leidden tot activitei-ten in de Betonvereniging en de CUR en in de STUVO, waar VanBoom ??n der initiatiefnemers was tot een nieuwe organisatie-vorm en werkwijze die internationaal navolging heeft gevondenin de FIP.Naast deze werkzaamheden publiceerde hij artikelen in ondermeer PT en Cement waarvan met name die over het onderwerp'stabiliteit' genoemd moeten worden; ook gaf hij stabiliteitscolle-ges aan de TH te Delft.Ten slotte zij genoemd zijn aandeel in de totstandkoming van dezogenoemde betonbijbel, het driedelig standaardwerk 'Constru-eren in 'Gewapend Beton', waarvan ook het laatste deel nu inconcept gereed is.Gerard van Boom ontviel ons midden in een periode van con-structieve uitdaging, namelijk de deelname aan een prijsvraagvoor een toren met draaiend restaurant in Algiers, waarvoor hemeen tensegrity-ontwerp voor ogen stond, voldoende sterk en stijfvoor een aardbevingsgebied. In verslagenheid, doch gedrevendoor zijn postume persoonlijkheid, is dit werk door een groepjemedewerkers voltooid.Dankbaar mochten wij ervaren dat ook op die manier aan me-vrouw en kinderen Van Boom enigszins kon worden getoond,welk een bewondering en vriendschap hun man en vader binnenzijn bureau genoot. Moge dit hen enige troost brengen het on-voorstelbare verlies te dragen.J. BuijsScheurvorming door krimp en temperatuur-wisseling in wandenCUR-rapport 85, november 1978170 x244mm.,102blz.,35 fig., 9 tab., samen-vattingen in Frans, Duits en Engels; StichtingCommissie voor Uitvoering van Research(CUR)/Betonvereniging, postbus 61,2700 ABZoetermeer; prijs: 45,-.Bij tunnels, sluizen, kelders e.d. is het gebruike-lijk om de vloer, de wanden en soms ook het dekin verschillende fasen na elkaar te storten. Doordeze werkwijze wordt eeen faseverschil in deverharding van de constructiedelen ge?ntrodu-ceerd. Hierdoor treden ook verschillen op in hetverloop van de krimp en de temperatuur doorvrijkomende hydratatiewarmte. Daar de ver-schillende constructiedelen over het algemeenstar met elkaar zijn verbonden, leiden deze fa-severschillen tot spanningen, die op hun beurtweer oorzaak zijn van scheurvorming, vaak altijdens de uitvoering. Bij uitkragende balkons enuitkragende voet- en rijwielpaden aan bruggentreedt deze scheurvorming ook op, echtermeestal in de gebruiksfase.Het kiezen van juiste maatregelen om dezescheurvorming te beperken of te voorkomen,vormt een regelmatig terugkerend probleem.Een veel toegepaste methode is het aanbren-gen van extra wapening loodrecht op de richtingvan de verwachte scheuren. De in de praktijkvoorkomende grote variatie in de voor dit doeltoegepaste wapeningspercentages (van 0,1 %tot 1,0%) vormt een indicatie voor het gebrekaan inzicht voor wat betreft het effect van dezemaatregel.Ter verbetering van dit inzicht heeft de commis-sie de samenhang tussen de hoeveelheid wa-pening en de optredende scheurwijdten naderonderzocht. Hiertoe is een literatuurstudie ver-richt, alsmede een experimenteel onderzoekaan modellen van microbeton die opgelegdevervormingen ondergingen. De hoeveelheidwapening werd gevarieerd om de invloed ervanop de scheurverdeling en de scheurwijdte na tegaan. Tenslotte is een theoretische beschou-wing opgezet. Met behulp hiervan kan tevorenworden bepaald welke hoeveelheid wapeningleidt tot aanvaardbare scheurwijdten.De hoeveelheid benodigde wapening is in sterkemate afhankelijk van de scheurwijdte die mentoelaatbaar acht. Aangezien de scheuren in hetalgemeen de draagkracht van de constructieniet rechtstreeks aantasten en de keus van detoelaatbare scheurwijdte via de hoeveelheidwapening ook economische consequentiesheeft, is in het rapport een beschouwing aandeze aspecten gewijd. Mede gebaseerd op deontwikkeling in de reparatietechnieken vanscheuren, wordt gewezen op de mogelijkheid dekeus van de toelaatbare scheurwijdte ook af-hankelijk te stellen van economische overwe-gingen.Het rapport besluit met drie rekenvoorbeeldenwaarin wordt getoond hoe de benodigde hoe-veelheid wapening kan worden berekend, uit-gaande van toelaatbare scheurwijdten die zijngebaseerd op een combinatie van corrosie-overwegingen en economische motieven.CUR-rapport 85 is verkrijgbaar door overmakingvan 45,- op girorekening 351239 ten namevan de Betonvereniging te Zoetermeer, ondervermelding van het rapportnummer.Bescherming tegen corrosie bij voorspan-ning zonder aanhechtingHet augustusnummer (nr. 8/1978) van dit tijd-schrift was geheel gewijd aan voorspanningzonder aanhechting. In dit nummer werd ookgepubliceerd het artikel 'Bescherming tegencorrosie bij voorspanning zonder aanhechting'van ir.C.F.Etienne. Onder het kopje 'Eisen aande eindverankering' op de laatste bladzijde vandit artikel (blz. 388) wordt onder punt vermelddat de betonnen sparing moet worden gevuldmet een stijve krimpvrije mortel. Wat hier niet bijvermeld stond, maar wat wel van veel belang is,is de opmerking dat deze krimpvrije mortel geenchloor, zwavel of andere agressieve bestandde-len mag bevatten. Reden waarom deze op-merking hier wordt afgedrukt.Cement XXX (1978) nr. 12 577
Reacties