Het repareren van oud en nieuw beton U.D.C. 693.5.004.67betonreparatiesEen nieuwe werkwijze met toepassing van een nieuw produktdoor J. J. Smeele, ing.Toen enige jaren geleden door de Betonvereniging aan de auteurvan dit artikel werd gevraagd om voor de door deze vereniginguitgegeven serie 'Goed Betonwerk' het deeltje Nr. 7 te schrijvenover het voork?men en herstellen van gebreken en het bijwerkenvan betonvlakken, was op dit gebied weinig nieuws te rappor-teren. Een uitgebreide enqu?te, in het bijzonder onder uitvoer-ders, bracht aan het licht, dat de meeste gebreken werden her-steld volgens de toen al conventionele methode, namelijk: gron-dig schoonmaken, aanbranden en een nieuwe deklaag opbrengen.In veel gevallen bracht deze werkmethode een oplossing, maar inandere gevallen kan alleen een laag 'spuitbeton' ('gunite', 'Tor-kret' e.d.) uitkomst geven, ofschoon aan deze werkwijze het na-deel verbonden was, dat door de grote spuitkracht vrij grotemateriaalverliezen ontstonden, die men -vooral wat betreft hetcement- ?p circa 60% kon stellen. Door de verschillende struc-turen van de opgespoten lagen kon men bovendien dikwijls geenvolledige garantie geven, dat de nieuwe laag inderdaad een blij-vende hechting bezat.Een andere enqu?te, die ook in het buitenland werd gehouden,gaf onder meer aan, dat men op het gebied van het repareren vanbeton in Duitsland al veel verder gevorderd was dan in Neder-land. Maar omdat men met de nieuwe werkwijzen nog slechts eenkorte ervaring had, kwam det gewenst voor om in deeltje Nr. 7deze methoden slechts beknopt te vermelden, en dan nog onderhet nodige voorbehoud.Thans, na ruim vijf jaren experimenteren en toepassen, blijkt dein deeltje Nr. 7 genoemde 'B.M. Emulsie', die door het Vedag-concern te Frankfurt am Main vervaardigd wordt, in alle opzichtenzeer gunstige resultaten op te leveren. Dit is de conclusie van deuitgebreide onderzoekingen door de laboratoria van de Duitse'Bundesbahn' en van de gemeente M?nchen, welke instanties alenige jaren uitsluitend B.M.-mortel toepassen.De vloeibare 'B.M. Emulsie' kan op verschillende wijzen wordentoegepast, bij voorbeeld in een verhouding van 1 : 1 vermengdmet water als eerste hechtlaag, of in een hoeveelheid tot 20%van het cementvolume toegevoegd aan een aardvochtige cement-zandmortel 1 : 3 (volume-delen) voor reparatiedoeleinden, of ineen verhouding van 1 : 1 of 1 : 2 vermengd met water voor hetgeven van een extra dichtheid en slijtweerstand aan mortel- ofbetonlagen (tijdens de verharding deze lagen met het mengselbestrijken).Nieuwsgierig geworden naar de resultaten van deze vijf jaren vanexperiment en toepassing, werd besloten om een studiereis naarDuitsland te maken ten einde te kunnen nagaan, hoe de diversetoepassingen zich gehouden hebben. Daar de meeste herstel-werken met toepassing van B.M.-mortel zich toentertijd in de na-bijheid van M?nchen bevonden en ook omdat in dit gebied demeeste overheidsinstanties, die het nieuwe produkt en de betref-fende werkwijze grondig onderzocht hadden, gevestigd zijn, werddeze stad als uitgangspunt gekozen van de studiereis, die innovember 1960 gemaakt werd.Wat daarbij het meeste opviel was dat het betreffende gezelschapop de bezochte werken werd ontvangen door overheidsingenieurs,die ons welwillend alle gewenste inlichtingen gaven en de uit-slagen van de laboratoriumproeven alsmede de in de praktijkbereikte resultaten toonden.Allereerst werd een bezoek gebracht aan de grote garage van de'Abteilung Strassenreinigung' van het 'Fahrpark der Stadt M?n-chen'. In deze garage, waar geregeld een groot aantal pekel-wagens gestald wordt, alsmede vele voertuigen zonder lucht-banden, werd in 1956 op de geheel kapot gereden en door zouten,oli?n e.d. sterk aangetaste betonvloer (foto 1) een circa 2 cmdikke B.M.-mortellaag aangebracht. Daar in deze vloer verschei-dene afvoerputjes voorkomen, waarvan de hoogte aangehoudenmoest worden, diende de mortellaag in de nabijheid van dezeputjes tot nul uit te lopen. Foto 2 toont het aanbrengen van dedeklaag. Gezien de te verwachten belastingen en agressieve in-werkingen, moest de dekvloer, die circa 2 500 m2groot is, aanzeer zware eisen voldoen, ook voor wat betreft de hechting aande oude ondervloer.Tijdens het bezoek, dat wil zeggen bijna vijf jaren nade uitvoering,kon worden geconstateerd, dat de nieuwe deklaag scheurvrij,oliebestendig en bestand tegen dooizouten en zwaar verkeer is.Bij verse morsolieplekken bleek de olie niet in de mortellaag ge-drongen te zijn en daardoor op eenvoudige wijze te verwijderen.Als bijzonderheid kan worden vermeld, dat de 'StadtverwaltungM?nchen' naar aanleiding van de opgedane ervaringen besloot omvoor de uitbreiding van de gemeentelijke waterzuiveringsinstalla-tie, die gedeeltelijk nog in aanbouw was, een extra beschermlaagtegen erosie op de kanaalwanden met toepassing van B.M.-mortelvoor te schrijven. Deze laag, die van 1,5 cm dikte (ondear) verloopttot nul (even boven hoogwater), strekt zich uit over een opper-vlak van 7000 m2. Foto 3 (blz. 596) geeft een duidelijk beeld vandeze extra afwerklaag. Uit deze foto blijkt tevens, dat de auto-riteiten niet voor niets bevreesd waren voor erosie door hetsnelstromende water, vooral op de splitsingen van de kanalen.De volgende dag werd een bezoek gebracht aan de Inn-Werke teT?ging en Eggl.Fing.Tijdens de tweede wereldoorlog zijn in de rivier de Inn, die deCement 13 (1961) Nr. 10 595grens vormt tussen Beieren en Oostenrijk, elf stuwen gebouwd.Het door elk van deze stuwen veroorzaakte hoogteverschil in deInn wordt benut voor het opwekken van elektriciteit. Ten be-hoeve van de scheepvaart werd toentertijd op enige afstand vande Inn een kanaal gegraven, waarvan de taluds van een betonnenbeschoeiing werden voorzien. De genoemde stuwen vormentevens de plaatselijke grensovergangen tussen Duitsland (Beieren)en Oostenrijk, zodat aan beide zijden douaneposten zijn gevestigd.Behalve het grensverkeer rijden over de stuwen de zware loop-kranen (270 t), die gebruikt worden voor het optrekken van deschuiven, waarmee het waterniveau geregeld wordt. Tijdens detweede wereldoorlog, en ook de eerste jaren daarna (Amerikaan-se bezettingstroepen) zijn de stuwen bovendien door zware tanksbereden.Het gevolg hiervan was, dat het hier toegepaste niet al te bestebeton (in de oorlogsjaren nam men het kennelijk zo nauw nietmet de betonsamenstelling) na de oorlog dringend herstellingbehoefde. De stuwen en het kanaal ressorteren onder het Inn-werk Aktiengesellschaft, dat een staatsinstelling is.Tijdens het bezoek werd het gezelschap ontvangen door IngenieurHeinrich, die belast is met het onderhoud van de stuwen. Be-halve reparaties aan 25 km betonglooiing van het kanaal zijn ooktwee bezochte stuwen gerepareerd met behulp van B.M.-mortel(dat in Duitsland bekend is als 'Beton Mortel HaftmitteP).De heer, Hei n r i ch , Ing., toonde zich zeer tevreden met de opdeze wijze bereikte resultaten; bij de verdere herstelwerkzaam-heden wordt dan ook steeds B.M.-mortel toegepast. Opmerkelijkwas ook t? kunnen constateren, dat de afwerking tot tegen derails van de zware loopkranen was aangebracht en ondanks detrillingen in deze rails nergens losgelaten had.Verder werden tijdens deze reis nog herstelwerkzaamheden be-zocht, die uitgevoerd zijn door de Bayerische Bundesbahn. Ookwerd een bezoek gebracht aan de bekende Bayerische MotorWerke (B.M.W.), waar een speciale reparatieploeg vrij geregeldherstelwerkzaamheden verricht in verband met verplaatsing vanmachines, stukgereden oude betonvloeren e.d.De genoemde en nog vele andere bezochte werkzaamheden gavenhet gezelschap de indruk, dat hier inderdaad van goed en blijvendherstel gesproken kan worden en dat het toegepaste produkt ende gevolgde werkwijze geheel voldoen.In verband met de mogelijke toepassing van dit produkt in Belgi?werd naar aanleiding van de in het voorgaande genoemde er-varingen een tweede studiereis naar Duitsland gemaakt, ditmaalmet enkele vertegenwoordigers van het Belgische Ministerie vanWederopbouw, o.a. de Directeur-Generaal van de OpenbareWerken. Deze studiereis heeft geleid tot opdrachten voor dereparatie van de in 1951 gebouwde stuw te Eupen, de betonnentaluds van het kanaal Brussel-Charleroi en enkele spiraalvormigeparkeergarages te Brussel, die indertijd v?or de wereldtentoon-foto 3foto 4stelling EXPO '58 gebouwd zijn. Ook in Luxemburg zijn al diverseherstelwerkzaamheden verricht, o.m. voor de Luxemburgsespoorwegen (perrons, bruggen).Sinds kort heeft het beschreven proc?d? ook in Nederland zijnintrede gedaan. Voor de landen buiten Duitsland, dus voor deBenelux, Frankrijk enz., is de naam van het produkt echter ver-anderd in ROC'M.In ons land zijn reeds enkele demonstraties gegeven, waarvoorgrote belangstelling bestond.'Proefwerken' zijn uitgevoerd aan desluizen en bij de Hoogovens te IJmuiden, voor Philips, de N.S. e.a.Ook deze demonstraties en 'proefwerken' hebben de gunstigeeigenschappen van ROC'M mortel aangetoond, in het bijzonder:o. de goede hechting aan oude betonvloeren; b. de grote elastici-teit van de opgebrachte mortellaag; de grote weerstand tegenchemische aantastingen.Foto 4 toont een pijler van het viaduct over de Noord bij Hen-drik-ldo-Ambacht. Deze foto laat zien in welke staat het betonzich bevond en hoe de eerste reparatie er uit ziet.Een zeer geslaagde proef werd met de spuittechniek bereikt opbetonnen trechters van de papierfabriek Van Gelder & Zonen teVelsen. De temperatuur van deze trechters, waarvan de wape-ning aan de onderzijde was bloot gekomen, bedroeg tijdens dereparatie ca. 65 ?C, daar de trechters niet buiten gebruik gesteldkonden worden. Desondanks heeft de spuitlaag zich zowel watbetreft aanhechting als hardheid tot nu toe uitstekend gehouden(foto 5 en 6).Voor de reparatie van de deurkas van de Noordersluis te IJmuidenluidde de oorspronkelijke opdracht, dat al het beschadigde betonafgekapt moest worden, waarna gebouchardeerd en vervolgensmet behulp van een zgn. cementkanon een nieuwe laag opge-bracht diende te worden. In overleg metde Rijkswaterstaat werdechter een gedeelte van het herstelwerk uitgevoerd met ROC'Mmortel. Daarbij behoefde het te repareren oppervlak alleen zorg-vuldig schoongemaakt te worden, terwijl het anders noodzakelijkgeachte boucharderen achterwege kon blijven. Bovendien kon dedikte van de mortellaag aanmerkelijk gereduceerd worden.596 Cement 13 (1961) Nr. 10foto 5 foto 6Ook bij de bouw van de nieuwe pier te Scheveningen is dezemortel toegepast. Niet alleen voor de reparatie van op de een ofandere wijze beschadigde betonelementen, maar ook voor hetcorrigeren van geringe maatafwijkingen van betonnen dekplaten,hetgeen gezien de geringe dikte van de op te brengen laag metnormale mortel niet mogelijk geweest zou zijn.Uit dit overzicht moge blijken, dat het nieuwe produkt en de bij-behorende verwerkingswijze ook in ons land zijn weg zal vinden.Ongetwijfeld zijn er nog verscheidene andere toepassingsmoge-lijkheden, zoals het repareren van betonwegen e.d. Ook in debetonwarenindustrie ligt wellicht een toepassingsgebied, bijv.het bijwerken van beschadigde betonelementen, de beschermingvan de wapening in licht(gewicht)beton, de afwerking van gevel-platen (ook in kleur) e.d. In het Stevinlaboratorium te Delft wor-den op dit gebied momenteel proeven genomen. De eerste resul-taten daarvan tonen aan, dat men ook in deze richting nog veelmeer bereiken kan en dat men in de toekomst nog menigvuldigetoepassingen en meerdere mogelijkheden kan tegemoetzien.Hulpmaohlnes voor befonfabrleksn en ?-mortelbedrljvenDe economische bedrijfsvoering en het verkrijgen van kwaliteits-produkten zijn in hoge mate afhankelijk van hulpinstallaties e.d.De betonmortelbedrijven en betonwarenfabrieken maken nogsteeds een ontwikkeling door, en vele publikaties en onder-zoekingen zijn erop gericht om de kwaliteit van de betonsamen-stellingen en de effici?ntie van de bedrijfsvoering te bevorderen.Ook het vervoer van de toeslagmaterialen, van de betonspecie envan het voltooide produkt moet daarom onder de aandacht ge-bracht worden.De N.V. Agincore te Diemen levert sinds enige tijd de Le/ber-betontransportmachines, die in vele uitvoeringen verkrijgbaarCement 13 (1961) Nr. 10zijn en voor diverse doeleinden gebruikt kunnen worden. Ver-schillende fabrieken in Nederland zijn reeds tot het gebruik vandergelijke werktuigen overgegaan.Enkele van deze soorten zijn: een naar beide zijden kantel-bare kipbak (gemotoriseerde japanner), de hydraulische heffermet kipbak, en het vast of kipbaar laadplateau.Deze variaties hebben alle een basismachine van een geijkt type,waarvan het draagvermogen 2500 kg bedraagt. De kipbak heefteen inhoud van 600 liter (naar keuze 750 liter); het laadplateaubezit een laadhoogte van 490 mm; de maximum hefhoogte vande hydraulische heffer is 1,50 meter (eventueel ook 2,50 meter).597
Reacties