Het gebruik van voorgespannen lateien bij verbouwingendoor ir. R, Poels, raadgevend ingenieurU.D.C. 69.022.37.012.46lateien van voorgespannen betonfoto 1. holle betonnen latei-elementenfoto 2. de elementen vormen tezamen een lateiEen geraffineerde toepassing van voorspanning is in Engelandontwikkeld door de Ductube Udall Limited.Hoewel niet revolutionair, kan deze werkwijze toch in eenbehoefte voorzien.Het betreft hier een oplossing voor het probleem van 'het aardigerijtje oude huisjes', waarin een toonzaal, garage of ?ets dergelijksgevestigd moet worden.Behalve een architectonisch dilemma, schept een dergelijk pro-bleem ook technische moeilijkheden.Het betrokken systeem bestaat nu hieruit, dat holle betonnenlatei-elementen met zorg boven de uit te sparen ruimte ingemet-seld worden (foto 1).Zo voortgaande vormt men een latei, die uiteraard nog geendraagkracht bezit (foto 2).Deze wordt verkregen door in de latei, na voldoende verhardingvan de voegspecie, een voorspanning aan te brengen, uiteraardvolgens het voorspansysteem Gifford-Udall-C.C.L.Hiertoe is aan de uiteinden slechts weinig ruimte nodig.*)Daarna wordt in de holle blokken specie ge?njecteerd.En dan pas behoeven de tussengelegen steunpunten verwijderdte worden (foto 4).Dit is een niet te onderschatten voordeel voor bedrijven, dieniet stilgelegd kunnen worden.Een complicatie kan zich nog voordoen, indien de oplegreacties aande uiterste steunpunten van de nieuwe latei de toelaatbare drukop de fundering zouden overschrijden.Hierin kan worden voorzien door het aanbrengen van een onder-grondse ligger onder de steunpunten.In principe kan hiervoor een voorgespannen latei worden toe-gepast; deze dient echter tegengesteld te werken aan de normalelateibalk.*) J. van Zutphen, 'Compendium van het Voorgespannen Beton', Amster-dam, I960, ENCI-CEMIJ, biz. 164foto 3. voorspanning en injecterenfoto 4. de tussengelegen steunpunten worden verwijderdfig. 5. plattegrond van bestaand gebouw, waarvan de vrije ruimtevergroot werd46 Cement 14 (1962) Nr. 1Latei A Latei Lateibetonspanningen in kg/cm2onder invloedvanb b o b o1 Eigen gewicht - 54,8 + 54,8 -144,2 +144,2 -149,1 +149,12 Primaire voorspanning +45,6 -176,3 +75,2 - 210,3 +76 - 222,21+2 Tijdens spanningsoverdracht - 9,2 -112,5 - 69 - 66,1 - 73,1 - 73,13 Resterende voorspanning + 38 -139,3 +62,2 - 174 +63,2 - 184,31+3 Gebruikstoestand, min. belast - 16,8 - 84,5 - 82 - 29,8 - 85,9 - 35,24 Nuttige belasting - 84,5 +84,5 - 30,2 + 30,2 - 35,9 + 35,91+3+4 Gebruikstoestand, max. belast -101,3 0 -122,2 + 0,4 -121,8 + 0,7tabel I. betonspanningen van de lateien A, Ben van fig. 5 tijdens de verschillende fasenBij een goede berekening is de kans op scheuren van de oudeconstructie boven de voorgespannen latei kleiner dan bij toe-passing van stalen of gewapend-betonnen liggers, waarbij hetimmers moeilijk is om een actieve opwaartse druk in de gevel teintroduceren, zodat de elastische en plastische vervormingen opde oude toestand gesuperponeerd worden.De kubussterkte van de voegspecie tussen de elementen moetvolgens Engelse opgave 280 kg/cm2bedragen, bij een optredendespanning van ten hoogste 125 kg/cm2.In het staal (3 tot max. 24 draden ? 7) brengt men een primairevoorspankracht van 4250 kg per draad ; op deze wijze kan meneen overspanning tot 8 m verkrijgen (bijzondere uitvoeringenkunnen tot 15 m overspanning leiden).Figuur 5 toont de plattegrond van een bestaand gebouw, waarinten behoeve van een wasserij meer vrije ruimte gewenst werd.De ingekaste latei-elementen vormen, na het inbrengen van devoorspanning, de lateien , en C.Zij rusten op de steunpunten S, die uiteraard de mogelijk op-tredende krachten moeten kunnen opnemen.In figuur 6 zijn voor de latei A de spanningsdiagrammen getekend,terwijl in tabel I ook voor andere lateien de betonspanningentijdens de verschillende fasen zijn samengevat.Interessant is nog te bedenken, dat de belasting van de lateienaangebracht wordt tijdens en zelfs veroorzaakt wordt door hetspannen van de staaldraden. De term v??rspannen voldoet nogjuist aan de gangbare definitie.fig. 6. spanningsdiagrammen van lateiCement 14 (1962) Nr. 1 47
Reacties