ir.J.A.BoninkIngenieursbureau Gopreal, Weesping.J.H.K?hneredacteur CementDemonteerbaar bouwen komtvan de grondTechnische en economische aspecten van het CD20bouwsysteemAlgemene besc:hrijving van het CD2D bouwsysteemHet CD20 systeem is opgebouwd uit twee elementen: vloerplaten en kolommen. De afmetin-gen van de vloerplaten bedragen 240 x 720 x 20 cm. De platen zijn voorzien van langwerpigecassetten; de plaatdikte ter plaatse van de cassetten is 8 cm (fig. 1-2). Op de vierhoekpuntenzijn de vloerplaten voorzien van stalen schoenen voor oplegging op de kolommen. Devloerplaten worden zowel in lengte- als in breedterichting voorgespannen met draden 0 7FeP 1670 (fig. 3). Dezevoorspanwapening is benut om de hoekschoenen te verankeren dOOrmiddel van moeren op opgewalst draad (fig. 4).De kolomdoorsnede is 20 x 20 cm; de kolomlengte is variabel. De kolomdoorsnede en despiegeldikte van 8 cm van de vloerplaten zijn gekozen aan de hand van de richtlijnen van hetFIP/CEB ten aanzien van brandwerendheid, zodat het betonskelet minimaal 60 minutenbrandwerend is.De vloerplaten kunnen naast elkaar en haaks op elkaar worden gelegd, waardoor speelseplattegronden kunnen worden ontworpen, met buitenafmetingen in een veelvoud van 240cm. In de voegen tussen langszijde en kopse zijde van de vloerplaten wordt het niveauver-schil ten gevolge van de zeeg in langsrichting vereffend met nivelleringsbouten (fig. 5). Ookin de langsvoegen worden dezenivelleringsbouten toegepast, om de 240 cm, ter vermijdingvan een mogelijk verschil in doorbuiging van de platen bij verschil in nuttige belasting. Devoegvulling van schrale cementmortel heeft geen constructieve functie.InleidingDe lijst van publikaties over demonteerbaar bouwen groeit gestaag. Met name in Cementwerd aan dit onderwerp de laatste tijd veel aandacht besteed.' De artikelen geven deresultaten en voortgang weer van het omvangrijke onderzoek dat in internationaal verbandopgang is gebracht. Tevens zijn praktische voorbeelden besproken. Het is een gevolg vande maatschappelijke behoefte aan uitwerking van het idee dat schaarse grondstoffen moe-ten worden hergebruikt en dat gebouwen gedurende hun levensduur moeten kunnen wor-den aangepast aan gewijzigd gebruik. Maar ook een gevolg van het feit dat zuiver construe-ren voor goedkoop bouwen tot demonteerbare constructies blijkt te leiden. De omgekeerdestelling dus, die in deze bijdrage zal worden onderbouwd.De stelling komt voort uit de ontwikkeling van het CD20 bouwsysteem. Dit bouwsysteem is- voortgekomen uit een samenwerking tussen Ingenieursbureau ?opreal te Weesp en D8M.De samenwerking was erop gericht een industrieel bouwsysteem te ontwikkelen, gebaseerdop toepassing van grote geprefabriceerde standaardelementen, om daarmee een gedeeltevan het marktgebied in de utiliteitsbouw te kunnen veroveren. Uitgangspunt was te komentot een uit voorraad leverbaar standaardprodukt. Het op voorraad produceren van standaard-elementen geeft een lage kostprijs als gevolg van een continu produktieproces. Daarbijkomt het voordeel van een minimum aan voorbereidingstijd voor projecttoepassing. Dat hetresulterende bouwsysteem demonteerbaar bleek te zijn, was een welkom voordeel; nietalleen technisch, maar ook economisch.Alvorens uit te wijden over de economische aspecten, zullen eerst de constructieve enproduktietechnische bijzonderheden worden besproken. Primeur hierbij voor Cement is deintroductie van een gedeeltelijke inklemming van de vloerplaten in de kolomkoppen. Doorde mogelijkheid op deze wijze horizontale momenten op te nemen in de kolom-vloerverbindingen, vervalt de noodzaak tot het toepassen van stabiliteitswanden, wat bij dethans lopende projecten en de reeds gerealiseerde nog wel gebeurde.'J1Bovenaanzicht van de vloerplaat2Langs- en dwarsdoorsnede van devloerplaatEr komen meestal vier vloerplaten samen op een kolom. De kolommen zijn daarom, zowelaan de onder- als aan de bovenzijde, voorzien van een staalplaat met vier stalen pennen (fig.6). De stalen platen zorgen voor een voldoende stijfheid van de pennen en een rechtstreekseoverdracht van eventuele krachten van vloerplaat naar vloerplaat. Om horizontale verplaat-singen van de vloerplaten te voorkomen, wordt na plaatsing van de platen op de kolommenin elke hoekschoen een stalen buisje 0 25-21 geplaatst dat nauw om de pen sluit (fig. 7-8).De overblijvende ruimte in de hoekschoen wordt gevuld met krimpvrije gietmortel.Zie de lijst van in Cement gepubliceerde ar-tikelen aan het eind van deze bijdrage. Produktie en montage van het CD20 systeem is in handen van Elementurn BV te Maassluis.Cement XXXIV (1982) nr. 4 237ir.J.A.BoninkIngenieursbureau Gopreal, Weesping.J.H.K?hneredacteur CementDemonteerbaar bouwen komtvan de grondTechnische en economische aspecten van het CD20bouwsysteemAlgemene besc:hrijving van het CD2D bouwsysteemHet CD20 systeem is opgebouwd uit twee elementen: vloerplaten en kolommen. De afmetin-gen van de vloerplaten bedragen 240 x 720 x 20 cm. De platen zijn voorzien van langwerpigecassetten; de plaatdikte ter plaatse van de cassetten is 8 cm (fig. 1-2). Op de vierhoekpuntenzijn de vloerplaten voorzien van stalen schoenen voor oplegging op de kolommen. Devloerplaten worden zowel in lengte- als in breedterichting voorgespannen met draden 0 7FeP 1670 (fig. 3). Dezevoorspanwapening is benut om de hoekschoenen te verankeren dOOrmiddel van moeren op opgewalst draad (fig. 4).De kolomdoorsnede is 20 x 20 cm; de kolomlengte is variabel. De kolomdoorsnede en despiegeldikte van 8 cm van de vloerplaten zijn gekozen aan de hand van de richtlijnen van hetFIP/CEB ten aanzien van brandwerendheid, zodat het betonskelet minimaal 60 minutenbrandwerend is.De vloerplaten kunnen naast elkaar en haaks op elkaar worden gelegd, waardoor speelseplattegronden kunnen worden ontworpen, met buitenafmetingen in een veelvoud van 240cm. In de voegen tussen langszijde en kopse zijde van de vloerplaten wordt het niveauver-schil ten gevolge van de zeeg in langsrichting vereffend met nivelleringsbouten (fig. 5). Ookin de langsvoegen worden dezenivelleringsbouten toegepast, om de 240 cm, ter vermijdingvan een mogelijk verschil in doorbuiging van de platen bij verschil in nuttige belasting. Devoegvulling van schrale cementmortel heeft geen constructieve functie.InleidingDe lijst van publikaties over demonteerbaar bouwen groeit gestaag. Met name in Cementwerd aan dit onderwerp de laatste tijd veel aandacht besteed.' De artikelen geven deresultaten en voortgang weer van het omvangrijke onderzoek dat in internationaal verbandopgang is gebracht. Tevens zijn praktische voorbeelden besproken. Het is een gevolg vande maatschappelijke behoefte aan uitwerking van het idee dat schaarse grondstoffen moe-ten worden hergebruikt en dat gebouwen gedurende hun levensduur moeten kunnen wor-den aangepast aan gewijzigd gebruik. Maar ook een gevolg van het feit dat zuiver construe-ren voor goedkoop bouwen tot demonteerbare constructies blijkt te leiden. De omgekeerdestelling dus, die in deze bijdrage zal worden onderbouwd.De stelling komt voort uit de ontwikkeling van het CD20 bouwsysteem. Dit bouwsysteem is- voortgekomen uit een samenwerking tussen Ingenieursbureau ?opreal te Weesp en D8M.De samenwerking was erop gericht een industrieel bouwsysteem te ontwikkelen, gebaseerdop toepassing van grote geprefabriceerde standaardelementen, om daarmee een gedeeltevan het marktgebied in de utiliteitsbouw te kunnen veroveren. Uitgangspunt was te komentot een uit voorraad leverbaar standaardprodukt. Het op voorraad produceren van standaard-elementen geeft een lage kostprijs als gevolg van een continu produktieproces. Daarbijkomt het voordeel van een minimum aan voorbereidingstijd voor projecttoepassing. Dat hetresulterende bouwsysteem demonteerbaar bleek te zijn, was een welkom voordeel; nietalleen technisch, maar ook economisch.Alvorens uit te wijden over de economische aspecten, zullen eerst de constructieve enproduktietechnische bijzonderheden worden besproken. Primeur hierbij voor Cement is deintroductie van een gedeeltelijke inklemming van de vloerplaten in de kolomkoppen. Doorde mogelijkheid op deze wijze horizontale momenten op te nemen in de kolom-vloerverbindingen, vervalt de noodzaak tot het toepassen van stabiliteitswanden, wat bij dethans lopende projecten en de reeds gerealiseerde nog wel gebeurde.'J1Bovenaanzicht van de vloerplaat2Langs- en dwarsdoorsnede van devloerplaatEr komen meestal vier vloerplaten samen op een kolom. De kolommen zijn daarom, zowelaan de onder- als aan de bovenzijde, voorzien van een staalplaat met vier stalen pennen (fig.6). De stalen platen zorgen voor een voldoende stijfheid van de pennen en een rechtstreekseoverdracht van eventuele krachten van vloerplaat naar vloerplaat. Om horizontale verplaat-singen van de vloerplaten te voorkomen, wordt na plaatsing van de platen op de kolommenin elke hoekschoen een stalen buisje 0 25-21 geplaatst dat nauw om de pen sluit (fig. 7-8).De overblijvende ruimte in de hoekschoen wordt gevuld met krimpvrije gietmortel.Zie de lijst van in Cement gepubliceerde ar-tikelen aan het eind van deze bijdrage. Produktie en montage van het CD20 systeem is in handen van Elementurn BV te Maassluis.Cement XXXIV (1982) nr. 4 237IJF--~-'II-- ~~~~ -~~~--OETAlL B ' ec:JVENA,6.NZICHTDETAIL e, OOOI>$NECE(MeT i:>l.J,.,o..~L.Uo::li:?N~INGlieo$NECE(MeT i:>l.J,.,o..~L.Uo::li:?N~INGlieo
Reacties