Gegevens ontleend aan artikelen doorDipl.-lng.H.Bomhard en Dipl.-lng.J.Sparberin Beton, nr. 4, 1973 en Beton- undstanlbetonbau, nr. 5, 1973De skischans bijOberstdorf*1Situering van skischans met uitloopbaanSituation ski-jump with landing-runLiefhebbers van de wintersport zullen zich misschien kunnen herinneren dat het wereld-record skispringen tijdens de laatstgehouden wereldkampioenschappen te Oberstdorf inde Beierse Alpen werd verbeterd. Een sportieve prestatie, voor een deel echter te dankenaan de kwaliteiten van de nieuwe skischans, die met het oog op de wereldkampioen-schappen 1973 de oude bouwvallige houten schans heeft vervangen. Oberstdorf bezitmomenteel dan ook een van de drie grootste schansen ter wereld, maar de baanhellingis zodanig geconstrueerd dat een iets langere vlucht 'kan worden afgelegd dan bljv, inPlanica (Joegoslavi?) waar (in 1969) het vorige wereldrecord werd gevestigd. Op hetmoment dat een skispringer de schans verlaat bedraagt Z?n snelheid ongeveer 115 kmper uur, en h? zal tussen de punten NP en KP neerkomen (fig. 1) met een snelheid vanca. 137 km/uur. Geen wonder dat de skispringers zich waarderend over deze nieuweschans uitlaten.Voor de bouw van een nieuwe skischans had men de keuze tussen een ontwerp uitbeton, staal en hout. De voorkeur werd gegeven aan een betonnen constructie, diegekenmerkt wordt door een in rots verankerde, bijna 100 m lange, schuin omhoog uit-kragende kokerligger van voorgespannen lichtbeton. Het ontwerp is afkomstig vanDyckerhoff & Widmann A.G. te M?nchen, waarbij voor de architectonische vormgevingmedewerking verleend is door het architectenbureau Horle en H. M?ller uit Oberstdorf.De springschans wordt ook benut als uitkijkteren. Daartoe zijn aan het boveneind tweebordessen geformeerd die via een lift binnen de kokerligger bereikbaar z?n .Ofschoon op een langere bouwtijd was gerekend, bleek door enkele vertragingen, ondermeer vanwege de financiering (kosten 6 miljoen DM), slechts een bouwtijd van een halfjaar beschikbaar te zijn, Na aanvang van de bouw werd het nieuwe ontwerp 'Hlchtltjnenvoor constructief lichtbeton' bekend, dat overigens nog niet van kracht is. De belang-rijkste w?ziging daarin betreft de verkorting van het spanning-rekdiagram voor lichtbeton.Dit o-s-dtaqram bestaat nu alleen uit een parabool tot een rek van 20/00, terwijl bi] normaalbeton hierop nog een rechthoekig verloop volgt tot 3,5%0. Het draagvermogen vanlichtbeton wordt daardoor in aan-nerkelijke mate beperkt. Het gew?zigde spannlnq-rek-diagram werd aan de hernieuwde berekening ten grondslag gelegd. Gezien de ongunstigebeinvloeding van de nieuwe richtlijnen op de economle van lichtbeton, was het tevensnoodzakel?k dat laatste aspect nog eens .aandachtig te bezien.L?nge der Anlaufbahn 145 mNeigung der Anlaufgradienfe bisJ9'Neigung des Schanzenlisches ... 70'Neigung der Auslaufgradiente bis410Flugweiten,gemessen vam Schanzenfisch bisNarmpunkf NP 120mKritischer Punkt KP 165mFlugkurve -Narmpunkf NPAuslaufgradienfeCement XXV (1973) nr. 10 4382De uitkragende ligger van de skischansCantilevering beam of the eki-jump3Geprefabriceerde platformsCement XXV (1973) nr. 10Eisen en ontwerpDoor de opdrachtgever werden de volgende onderdelen bepaald:? helling en breedte van de springschans;? zes startluiken op verschillende hoogten, ten einde de vluchtlengte aan de sneeuw-omstandigheden te kunnen aanpassen;? platform voor televisie-opnamen;? wachtruimte en? een trap voor de skispringer.Ten einde het bouwwerk ook voor toeristische doeleinden te kunnen benutten, beslootmen de schans tevens van twee uitkljkplatforms te voorzien, alsmede van een lift omdeze te bereiken.Deze eisen werden verwezenlijkt middels een constructie die om een drietal redenen deaandacht waard is, nl.:a. voorgespannen lichtbeton als bouwmateriaal;b. de verankering in de rotsbodem;c. het steiger/oos uitbouwen.Alle kunstmatig gebouwde skischansen zjjn tot dusverre constructies die uit een samen-stelling van balken en kolommen bestaan. De reeds in het kort geschetste oplossing werdin economische zin met de traditionele opbouw vergeleken en bleek goedkoper te Z?n.Dit werd mogel?k dank zl] nieuwe technische ontwikkelingen, waardoor men de uitvoeringkon afstemmen op de plaatseljjke omstandigheden en specifieke eisen, zoals:439I...II0.25 Iaufzug,L ,- -IOuerbau4Langs- en dwarsdoorsnede van deuitkragende liggerLongitudinal and cross sectien of thecantilevering beamde situering van de schans op ca. 1000 m boven normaal peil in een moetlljk bereikbaar,begroeid berggebied;? hoogste punt van de schans ca. 70 m boven maaiveld;? rotsachtige ondergrond.constructie kan in twee gedeelten worden onderscheiden: het bovenste gedeelte wordtgevormd door een schuin omhoog uitkragende kokervormige ligger uit voorgespannenlichtbeton, die door middel van rotsankers in de ondergrond is ingeklemd. ligger isuitgevoerd volgens de steigerloze uitbouwmethode. Het is de eerste maal dat deze bouw-methode voor een hellend project werd toegepast. Het onderste gedeelte wordt gevormddoor een doorgaande plaatconstructie van normaal gewapend beton, ondersteund doorkolommen. De schuin omhoog uitkragende kokerligger is langs de lengte-as gemeten 95 mlang. De afmetingen van de doorsnede zljn te zien in fig. 4.De bovengording van de kokerligger vormt het 4 m brede glljdvak. Binnen dekokerliggerbevinden zich een liftinstallatie en een trap die naar de uitkijkplatforms en de startluikenleiden. Aan de onderkant van de ligger is de constructie in dwarsrichting uitgekraagd,waardoor de wachtruimte voor skispringers wordt gevormd. De ligger heeft in langs-richting een beperkte voorspanning gekregen met behulp van het systeem Dywidag: 80voorspanstaven 32 mm, staalkwaliteit St. 85/105, nemen de momenten op ter plaatsevan de inklemming en dragen die over naar de rotsverankering.De zachtstaal wapening ifl de wanden werd onder een hoek van 39 0 met de horizontaalgeplaatst. De dwarswapening werd overeenkomstig de hoofdtrekspanningen door dwars-kracht horizontaal gelegd. Dit laatste was eveneens gunstig in verband met de horizontalewerkvoegen die ontstaan bij steigerloze uitbouw. De veiligheid tegen dwarskracht in dezewerkvoegen werd verkregen door de langswapening.Bij het ontwerp moest men rekening houden met de volgende belastingen:? gewicht van de constructie: 1,8 tf per rrr':? borstweringen en trappen;? liftinstallatie;? verkeersbelasting op de uitkijkplatforms: 500 kgf/m2;? wind.Als windbelasting werd vervolgens de Duitse voorschriften DIN 1055 een kracht vanw = 1,6 . 110 = 176 kgf/m2aangehouden. Het voorschrift spreekt zich echter niet uit overde vergroting van de statische vervangingsbelasting, als gevolg van door de wind veroor-zaakte trillingen in de constructie. Er bestaan weliswaar in Duitsland voorschriften die voorvrijstaande schoorstenen en voor draagconstructies voor antennes e.d, co?ffici?nten geven,waarmee de vorm van de constructie en de stuwkracht in rekening worden gebracht, maardeze zijn niet bruikbaar in dit bijzondere geval van de skischans.Men had twee mogelijkheden om de windkracht en de dynamische invloeden daarvan teonderzoeken:? deterministisch onder aanname van een willekeurige windstructuur;? stochastisch, met behulp van de statistiek.Cement XXV (1973) nr. 10 440De resultaten volgens beide methodes wijken nogal sterk af, vooral bij hogere trillings-tijden. Voor een eigen trillingstijd van de kokerliggergelijk aan 3s verkrijgt men door invoe-ring van de dempingsfactor = 0,05 een verhoging van de statische vervangingsbelastingvan 42% resp. 28%. In het geval van kleinere windsnelheden treden bij kokervormige door-sneden met uitkragende bovenplaat periodieke wervels op die een belasting geven loodrechtop de stroomrichting en aan de lijzijde van de kokerligger een turbulentieveld doen ontstaan.Wordt de windkracht sterker dan zullen, evenals bij cilindrische doorsneden, naast dezeregelmatig optredende wervels, ook nog a-periodieke stromingen ontstaan, waardoor hetReynolds-getal Re ongeveer gelijk 106niet meervast te stellen valt. *Voor de kokerligger van de skischans verkrijgt men bij een wervelfrequentie van n 0,75-'en bij lengte-breedte afmetingen van ca. 4 m en een getal van Strouhal S = 0,12 * *, devolgende waarde:Vkrit.= 23 mfsec; Rekrit. = 6.10-6? Resonantietrillingen als gevolg van wervelwinden zijn danniet meer te vrezen.Volgens DIN 1055 wordt de breukveiligheid verkregen door de belasting te vermenigvuldi-gen met 1,75. De dynamische vergrotingsfactor ten aanzien van de windbelasting werdvastgesteld op 1,33.Het getal van Reynolds Re is gelijk aan6,9 x 104 X V x d, waarin v= de windsnelheiden de karakteristieke dwarsafmetingvan het beschouwde constructiedeel.2,0%.2,0%.],5%.2,5%.2,0%.2,0%.5Spanning-rekdiagrammenStress-strain diagrams***Het getal van Strouhal S geeft de frequentievan de wisselende belasting door wervelsaan.Cement XXV (1973) nr. 10Constructief lichtbetonOp bouwplaatsen Is tot dusverre meestal constructief lichtbeton verwerkt met de kwaliteitLB 300, waaraan een fractie natuurzand werd toegevoegd. Slechts in weinig gevallen heeftmen de kwaliteit LB 450 gebruikt. Toch is de laatste beslist te realiseren, ook zonder natuur-zandtoevoeging, met een sg 1,5 ton/m3? Proeven die door Dyckerhoff & Widmann A.C. zijnverricht, in samenwerking met de Technische Universiteit te M?nchen, tonen aan dat ook dekwaliteit LB 550 mogelijk is, voorlopig nog met natuurzandtoevoeging en een sg 1,6 ton/m3?De laatstgenoemde kwaliteitsklasse noodzaakt tot het :gebruik van enkele hoogwaardigekunstmatige toeslagmaterialen, die echter nog niet voldoende beproefd zijn.De materiaalkosten voor 1 m3lichtbeton vanaf de sterkteklasse 250 zijn momenteel 2 tot3 maal zo hoog als voor normaal beton. De oorzaken daarvan moeten met name wordengezocht in de vervaardigingskosten en het transport. Naast de hogere materiaalkosten heeftmen ook rekening te houden met hogere verwerkingskosten. Van de economie van detoepassing van lichtbeton is derhalve alleen sprake wanneer tegenover deze meerkostenook voordelen bestaan. Een belangrijk voordeel is de reducering van het eigen gewicht meteen factor 2/3. Dit is echter niet het enige criterium, waaraan de toepassing van construc-tief lichtbeton ten grondslag ligt. Deze criteria worden duidelijk wanneer men de verschil-lende toepassingsgebieden nader beschouwt. Deze zijn:Constructiedelen, waarvan het gewicht klein gehouden moet worden zodat andere delen,meestal de hoofdconstructie-gedeeltes, een zo gering mogelijk nuttige belasting verkrijgenen daardoor een groter draagvermogen bezitten. In dit geval is vooral het gewicnt belangrijk.Meestal past men kwaliteiten toe van LB 250 met netuurzandtoevoeqtnqen. Voorbeeldenhiervan zijn de vloeren in hoogbouwconstructies, afdekplaten voor hangdaken e.d.11. Constructiedelen, vooral op buiging belaste balken, voor grotere overspanningen. Hier isvooral een groot draagvermogen doorslaggevend. De kwaliteit van het lichtbeton kan indie gevallen het beste LB 450 bedragen, al of niet gerealiseerd door toevoeging van natuur-zand. Voorbeelden hiervan zijn: hoofdliggers in de bruggenbouw, draagconstructies voorhallen met grote overspanningen en ook speciale constructies als in het onderhavige gevalvan de skischans.111. Constructiedelen waar de veiligheid tegen knik een belangrijke rol speelt, zoals drukbogen,die dikwijls bij de bouw van grote hallen worden toegepast. Een voorbeeld van zo'n toepas-sing is de postpakkethal te M?nchen waar een lichtbeton-kwaliteit van LB 450 werd toe-gepast.Het draagvermogen bij buiging en langskracht wordt vooral bepaald door het o-s-dlaqramen enkele karakteristieke spanningen. Het spanning-rekdiagram voor lichtbeton heeft delaatste jaren de nodige complicaties gegeven. Dat blijkt uit de verschillende diagrammendie tot dusverre waren voorgeschreven, resp. voorgesteld zoals (fig. 5):? parabool-rechthoek-diagram met maximale stuik van en breuksterkte R;? idem, maar met breuksterkte a R ofwel 0,8 R;? paraboolvormig diagram met maximale stuik van? idem, met maximale stuik van 2% 0;? rechthoekig diagram met maximale stuik van 2% 0.Terwijl voor de breukveiligheid in het geldigheidsgebied van de eerste-orde theorie met eenvereenvoudigde vorm van het o-s-dlaqrarn kan worden volstaan, omdat daarmee in vol-doende mate het gedrag v??r het intreden van de breuk kan worden nagegaan, is dit nietmeer voldoende wanneer tweede-orde effecten optreden vanwege de wisselwerking tussendraagvermogen en vervorming. De verschillende n-e-dlaqrammen houden een verschillenddraagvermogen in. Dit zal nader worden besproken voor de drie genoemde toepasstnqs-gebieden.ad Meestal bezwijkt de trekwapening v??r het grensdraagvermogen van de betondrukzoneis bereikt. Verschillen in het spanning-rekverloop hebben derhalve weinig invloed op hetdraagvermogen. Er bestaat ook geen aanleiding om het verschil tussen de a-E-diagrammenvoor resp. lichtbeton en normaal beton door een speciale doorsnedevorm te compenseren.ad H. Om een hoog draagvermogen te verkrijgen, moet men in de gebruikstoestand de toelaat-44165500 kgf/cm239 kgf/cm2435kgf/cm2O,90d=b?dVolligkeifsgrad 1,0O,95d6Doorsnedevorm en draagvermogenCross section and bearing capacityCement XXV (1973) nr. 10bare spanning, resp. in breuktoestand de grensstuik volledig benutten. Ten einde te bereikendat de breuk zich aankondigt wordt aan de trekzijde in de regel het bereiken van de grens-toestand toegelaten, maar de vervorming tot 3%0 beperkt. Begrijpelijk geven, zoals reedsvermeld, verschillen in het (J-E-verloop, afhankelijk van de doorsnedevorm. ook verschillenin het draagvermogen. De rechthoekige doorsnede blijkt bijzonder gevoelig. Het draagver-mogen neemt hier af :bij berekening volgens het driehoekig (J-E-diagram tot 46%. Geheelanders gedragen zich doorsneden bestaande uit alleen trek- en drukflens (fig. 6). Hier isvan verschil in draagvermogen geen sprake, welk (J-E-diagram men ook hanteert.Bij een ??ncellige, kokervormige doorsnede, zoals bij de skischans het geval is, valt hetdraagvermogen terug tot 69% bij hantering van het driehoekig o-s-dlaqram. Beter dan detrek- en drukflensdoorsnede is het draagvermogen van de T-vormige doorsnede die in hetgeval van het driehoekig nog een draagvermogen bereikt van 82%. In hetalgemeen geldt bij toepassing van lichtbeton, gezien de beperkingen gesteld aan hetdat de doorsnede zoveel mogelijk een afgeleide moet zijn van de reeds ge-noemde trek- en drukflensdoorsnede, ten einde de terugval in draagvermogen zoveel moge-lijk te beperken. Dit geldt in elk geval bij ??nassige buiging. In het geval van twee-assigebuiging is de gekozen ??ncellige kokervorm voor de skischans bij wind van opzij evenongunstig als de rechthoekige doorsnede bij ??nassige buiging.ad 111. Een slank constructledeel, dus bijv. een drukboog, bezwijkt reeds bij kleine begin-excentriciteit, zonder dat de grensvervormingstoestand wordt bereikt. Dat komt omdat hetuitwendige moment sneller aangroeit dan het inwendige moment, terwijl bij grotere begin-excentriciteit het bezwijken het gevolg :is van het overschrijden van de grensvervorming aande trekzijde. In de regel wordt de grensstuik niet bereikt, zodat het draagvermogen van debuigdrukzone niet volledig wordt benut.Voor het aantonen van de knikveiligheid is het parabodlvormige niet geschikt.Zo gauw namelijk aan de drukrand .de 2%0 stuik bereikt wordt, maken de diagrammen voornormaal beton (parabool-rechthoek) en voor llchtbeeon (parabool) geen verschil meer endaardoor ook niet het draagvermogen. Het driehoekig diagram blijkt beter geschikt om deveiligheid tegen knik aan te tonen. Verder wordt nog opgemerkt dat begrenzing van deslankheid op 70 voor constructief lichtbeton niet te motiveren is, daar bij grotere slank-heden een meer betrouwbare en zekere belasting verkregen wordt dan bij kleinere slank-heden. Als er zich een probleem zou voordoen, dan is dat bij kleinere slankheden, duswanneer de buigdrukzone in grotere mate wordt benut.Economie lichtbeton skischansVoor de schuin omhoog hellende kokerligger was de belastingcombinatie eigen gewicht +verkeer + sneeuw + dwarswind maatgevend, dat wil dus zeggen twee-assige buiging.Zoals reeds opgemerkt werkt de twee-assige buiging vanwege de beperklnq van hetongunstig uit op de economie van het lichtbeton.Door de grootste vervorming als gevolg van trek te beperken tot 2%0 wist men het draag-vermogen van de doorsnede zodanig te verhogen dat lichtbeton LBn 400 geen grotere door-snede behoeft dan normaal beton Bn soa, de laatste bij een rek van 5%0. Het gaat echterten koste van het voorspanstaal dat daardoor bij lichtbeton nog maar voor een klein deel derekgrens bereikt. Vergeleken met normaal beton kon daarom in plaats van 22% slechts voor9% voorspanstaal worden bespaard. Ondanks deze ongunstige uitgangspunten en medegezien het feit dat de materiaalkosten voor lichtbeton LBn 400 ca. 1,9 maal zo hoog zijndan voor Bn 500 en andere reeds genoemde hogere kosten, bleef het economische voordeelbij de toepassing van lichtbeton bestaan, zij het dat het verschil nog maar zeer klein was.De voordelen werden verkregen door de bespartnq aanrotsankers, voorspanstaal, uitbouw-wagenen bekisting.Samenstelling en controleDe hoeveelheid te storten beton is niet zo groot: slechts 400 m3lichtbeton en 1000 m3nor-maal beton. Het beton bezit een kwaliteit LB 450 en werd samengesteld met het toeslag-materiaai Liapor, een ge?xpandeerde kleisoort. Ofschoon men het bij de samenstellingzonder natuurzandtoevoeging wilde stellen, heeft men daar toch van afgezien, vanwegehet gebrek aan ervaring.Ten einde de technologische facetten te onderzoeken werden 25 geschiktheidsproevenondernomen met 12 verschillende samenstellingen. Ook werd een proefwand gebouwdonder de omstandigheden gelijk aan die van de skischans. De samenstelling van het meng-sel is te zien in tabel 1.De 10% kwartszand waren nodig op grond van verwerkbaarheid, aangezien het niet-gebroken percentage Liaporzand een hoog aandeel groter dan 1 mm bezit. Het niet vantevoren natgemaakte toeslagmateriaal werd met een deel van het water in een tegenstroom-menger voorgemengd, waarna het cement, het kwartszand en de rest van het water werdentoegevoegd.De controle omvatte onder meer de bepaling van de druksterkte na 28 dagen, overeen-komstig de volgende eisen:aantal proevengemiddelde sterktestandaardafwijkingS%-fractie442gewicht inkg/m3(vastgestort)180354517400198672,41718bestanddelenkwartszand 0,09/1 mmLiaporzand 1/4 mmLiapor 4/16 mmportlandcement PZ 550 *28d-sterkte gem. 620aanmaakwatergeabsorbeerd waterLentan (vertrager)= sg verse betonspeciedroog korrelgewichtgem. 1,50gem. 1,407Verankering in het rotsmassiefAnchorage in the rocksmortel aandeel 569 dm"verdichtingsmaat volgens Wa/z: v = 1,05schudproef 41-50 cm*min.druksterkte na 28 dagenOK6el?ndeOK FefsfundamentlspomItretcptetoerecn?QOmVerankerungsbereichDe standaardafwijking is kleiner dan de gemiddelde spreiding van 42 kgf/cm2voor lichtbetonvan dezesterkteklasse en aanzienlijk kleiner dan de overeenkomstige waarde van 47 resp.50 kgf/cm2voor normaal beton. Aan de hand van resp. 17 en 18 kubussen moest na en7 dagen de gemiddelde druksterkte 265 resp. 440 kgf/cm2bedragen. De bepaling van desterkte na 21/2 dag was van belang in verband met de voortgang van het steigerloos uit-bouwen.FunderingDe schuin hellende ligger kon op de omschreven wijze worden uitgevoerd daar de bodem-gesteldheid er zich voor leende de constructie daaraan te verankeren. Het gemiddeld sgbedroeg 2,5 kg/m 3; de toelaatbare bodemdruk 30 kgfjcm2en de inwendige wrijvingshoek45 ", Het fundament is aan de onderzijde voorzien van een vertanding :in het rotsmassiefover een hoogte van 1,50 m. Deze geeft een extra veiligheid met name bij het opnemenvan de belastingen als gevolg van wind in dwarsrichting.Een belangrijk bestanddeel van de fundering vormen de rotsankers die tot taak hebben omin normale gebruikstoestand de voeg tussen fundament en ondergrond gesloten te houden.Daarvoor zijn 40 Dywidag ankerstaven aangebracht 032 rnrn, St. 85/105. Deze voorspanningzorgt tevens voor de overdracht van de verticale ontbondene van het moment ten gevolgevan windkracht in dwarsrichting. De ankers en ankergroepen hebben in de breuktoestandde taak om de ondergrond in belastingovername te activeren. Deze eis bepaalde de anker-lengte van 13 m en ook de plaats waar ze moesten worden aangebracht.Wat betreft de tegen corrosie beschermde ankers, kan men zich met betrekking tot controledoor de volgende overwegingen laten leiden:a. wanneer de zekerheid tegen kantelen 1 is, in het geval alle ankers het zouden begeven,behoeven geen extra maatregelen te worden genomen;b. wanneer bezwijking van de verankering wordt aangekondigd, dient men 10% van de rots-ankers regelmatig te controleren;c. wanneer de breuk zich niet aankondigt, dan is controle van meerdere ankers noodzakelijk.8Dywidag ankerstaaf 32 mmAnchorage bar Dywidag 32 mmVerankerungsglockeInjizierschlauchMuffenston StahlrohrIn het onderhavige geval zijn drie ankers reeds voldoende om het eigen gewicht van dekokerligger te dragen en zeven ankers de' grootste belasting. Er blijven vijf ankers voorregelmatige controle bereikbaar. De ankers zijn voorzien van een dubbele corroslebesch?r-ming. De eerste laag bevindt zich tussen anker en de geribde PVC-omhulling in de vormVerankerungsl?nge t,Cement XXV (1973) nr. 10 443Schnift 7-71SchnittInjizierschlauchglaftes H?llrohrfleim9AanloopbaanRunway10Montage platformsAssembling platformsCement XXV (1973) nr. 10van een cementmortel. Het injecteren heeft plaats voordat het anker wordt aangebracht enkan over de gehele lengte worden gecontroleerd. De tnjectiemortel tussen anker en derotswand die na het aanbrengen van het anker volgt, vormt de tweedebeschermingslaag.De vrije vervormbaarheid over het verankerde gedeelte wordt door een gladde PVC-koker gewaarborgd.De uitvoeringVoor de technische voorbereiding en de bouwuitvoering was slechts een tijd van eindmei 1972 tot het invallen van de winter beschikbaar. Deze zeer korte bouwtijd noodzaakteeen reeks constructieve maatregelen zoals:? onderverdeling van het fundament, om bij de verdere werkzaamheden niet door deuitvoering van de verankering gehinderd te worden;? grootte van de uitbouwmoten;? uitvoering van de uitkijkbordessen en het televisieplatform als geprefabriceerde onderdelen.Na het uitdiepen van de bouwput in het rotsmassief werden de ankergaten aangebracht. Dehardheid van de rotsgrond kon min of meer worden bepaald aan de hand van de druk dieop de boor moest worden gezet, resp. de snelheid waarmee het gat werd gerealiseerd.De aard van het rotsprofiel werd bepaald met televisiecamera's. De mate waarin rotskloventer plaatse van de boorgaten voorkwamen werd met de zgn. Lugeonproef vastgesteld.Door het injecteren met cementlijm en het naderhand opnieuw uitboren van het boorgatkon de rotswand gedicht worden en opnieuw gecontroleerd met de Lugeonproef. Nadatde ankers waren ingebouwd werden zij onmiddellijk verlengd met geprofileerde Dywida-staven 32 mmoHet fundament werd tegen de zijwand van de rots gebetonneerd.Ten behoeve van het steigerloos uitbouwen was een specialeuitbouwwagen nodig, diezowel het werkplatform als de uitkragende moot tijdens het betonneren moest dragen. Aandeze wagen was alleen de buitenbekisting van de ondergording vast bevestigd. Alle andere444BelonierfolgealBodenschalung11Uitbouwwagen en volgorde van betonneren:a = stand tijdens betonneren, b = ver-plaatsing van de uitbouwwagenCantilevering formwork and sequence ofcasting: a = postnon during casting,b = moving of the cantilevering formwork12De bijne voltooide skischansThe almost campleted ski-jumpCement XXV (1973) nr. 10bekistingselementen werden met behulp van een kraan verplaatst. Het schuin omhoogverplaatsen van de wagen nam elke keer niet meer dan enkele uren in beslag.De snelheid van het betonneren bedroeg 6 m3/uur.Elke betonmortelauto was met slechts4 m3geladen. Een vertragende hulpstof kon vanwege het absorptievermogen van hettoeslagmateriaal pas op de bouwplaats worden gedoseerd. Daar moest ook de consistentiegecorrigeerd worden. De betonspecie werd daarom noqmaals intensief gemengd. Deverwerking moest binnen drie uur be?indigd zljn, omdat daarna het opstijven begon. Devolgorde van storten blijkt uit fig. 11; verdichten geschiedde overwegend met bekls-tingstrillers.Voordat de uitbouwwagen mocht worden verplaatst, moest een sterkte van ten minste250 kgf/cm' bereikt zijn, hetgeen 2 tot :2 1/2 dag duurde. Voor de verharding bleken debekistingsdelen van 40 mm dikte goed te voldoen. Tijdens dagen met vorst werd vanonderen binnen de kokerligger warme lucht geblazen.Na enige aanlooptijd kon de beoogde wekelijkse fase voor de vervaardiging van een mootbereikt worden. Eind november 1972 waren de voornaamste werkzaamheden voltooid. Deintussen op de grond geprefabriceerde bordessen werden na verwijgering van de uitbouw-wagen met behulp van lieren op de plaats gemonteerd en daar door voorspanstaven enter plaatse gestort beton bevestigd. De skibaan was kerstmis 1972 voltooid.445
Reacties