ir.C.S.KIeinman en ir.J.H.G.BuckIngenieursbureau Grabowsky en Poort,Maastricht1SituatieDe constructie van eenkantorencomplex te Essen,Duitse BondsrepubliekUitbreiding Hauptverwaltung van een grootenergieconcernInleiding het hiernavolgende wordt een beschrijving gegeven van de bouw van een groot kantoren-complex te Essen, Duitse Bondsrepubliek. De combinatie van omvang, situatie (in hetcentrum van Essen, grenzend aan twee hoofdverkeersaders (inclusief stadsmetro), de zeerbeperkte werkruimte en de constructieve conceptie maken dit werk tot een zeer bijzonderproject. De hiermee samenhangende problemen zullen, met de nadruk op de constructie, indit artikel de nodige aandacht krijgen.Algemene opzetMet de planning van het project is een begin gemaakt in 1973; de uitvoering startte eind 1975;de ruwbouw kwam in de loop van 1978 gereed en het complex is vanaf 1979 geleidelijk ingebruik genomen. Het werk is uitgevoerd door Hochtief AG; deaanneemsom bedroeg ca. 160miljoen DM. Voor een overzicht van het bestaande en het nieuwe complex wordt verwezennaar figuur 1 en foto 2.Het project bevindt zich in het hart van de stad, in het noorden begrensd door de zeer drukkeRuhrschnellstrasse of Kruppstrasse, in het zuiden door de verkeerstechnisch belangrijkeHuyssenallee. Onder laatstgenoemde verkeersader bevindt zich een metrolijn, met eenstation onder de kruising van degenoemde wegen. De Kruppstrasse is gecombineerd met eenwegtunnel.In 1973 bestond het complex uit een hoogbouw van 21 bouwlagen, een zogenaamde Anbau,alsmede een ondergrondse parkeergarage van twee verdiepingen (linkergedeelte figuur 1).Omtrent de uitbreiding, die eveneens in figuur 1 wordt getoond, zal met name wordeningegaan op het 'Oktogon' (het representatieve gebouwgedeelte) en de langgerekte hoog-bouw van 22 bouwlagen, waarvan 18 bovengronds.Het gehele complex is onderkelderd dooreen parkeergarage voor circa 750 auto's. Het aantalparkeerlagen varieert, als gevolg van het aflopende maaiveld, van 2 lagen aan de zuid-westkant (S?d-spindel) tot 3 lagen aan de oostkant (Ost-spindel). Het nieuwe Hochhaus isbovendien van een extra (4e) ondergrondse verdieping voorzien, teneinde een fundering opCement XXXIV (1982) nr. 2 772Overzicht van de uitvoering, juli 1978foto: AERO-LUX, Frankfurt.3Aanleg van tunnels onderde fundatieplaatvoor afvoer van uitlaatgassen in deparkeergarage en aanvoer van verse luchthet hardere rotsgesteente te kunnen realiseren. De daardoor ontstane ruimte is dankbaargebruikt voor het onderbrengen van een sprinkler-bekken, doorvoer van rookgassen c.q.verse lucht en andere bijzondere voorzieningen.Om redenen van ruimtebesparing zijn de hoofdtransportleidingen voor de afvoer van rook-gassen c.q. aanvoer van verse lucht gerealiseerd in de vorm van betonnen tunnels (foto 3), diezich onder de plaatfunderingen van de diverse gebouwen bevinden, met uitzondering van hetHochhaus, waar dit transport plaatsvindt in de toegevoegde onderste verdieping, zoalshierboven reeds gememoreerd. Aanzuiging van verse lucht geschiedt via de kern van deOstspindel, afvoer van de rookgassen via de kern van de S?dspindel. De luchtkanalen zijndoor middel van glijfolie gescheiden van de onderkant van de funderingsplaten; hierdoorkunnen beide onderdelen spanningsvrij ten opzichte van elkaar bewegen.Algemene constructieve aspectenIn dit hoofdstuk wordt uitvoeriger ingegaan op de constructieve aspecten van het project.Voor de overzichtelijkheid gebeurt dit los van de beschouwing over een tweetal gebouwen diebijzondere aandacht verdienen. Waar nodig zal ook aandacht worden geschonken aanconstructief interessante details.BouwgrondHet gehele terrein is onderzocht door middel van boringen tot op een diepte van circa 30 m. Dein ons land overwegend toegepaste druksonderingen zijn voor dit gebied niet geschiktvanwege de aanwezige harde grondsoorten. Voor enkele ter plaatse aangetroffen boorpro-fielen en een terreindoorsnede wordt verwezen naar figuur 4. De bovenlagen bestaan uit fijneen grove 'Schluff' (l?ss-leem) met diverse verontreinigingen. Daaronder wordt het zgn.'Essener Gr?nsand' aangetroffen (in grote lijnen vergelijkbaar met onze Limburgse mergel),duidelijk herkenbaar aan zijn karakteristieke groene kleur.karakteristieken:-grond = 0,3 -0,5 N/mm2beddingsconstanteCb = 0,03-0,05 N/mm2Onder het genoemde Gr?nsand tenslotte bevindt zich een keihard carboongesteente, nl. eenSchieferton (leisteen) of een kalkgesteente.karakteristieken:-grond = 2 -4 N/mm2beddingsconstanteCb = 1,0-1,5 N/mm3Tot op de verkende diepte werd geen grondwater aangetroffen.Cement XXXIV (1982) nr. 2 78Bodemgesteldheid van het bouwterreinFunderingUit de hierboven genoemde bouwgrondgegevens moge duidelijk zijn dat gekozen werd vooreen fundering op staal in de vorm van een funderingsplaat met per gebouw een constantedikte:Hochhaus d = 2,50m;Oktogon + Gothaer-Hochhaus d = 1,50 m;rest van de gebouwen d = 1,00m;Aangezien de bovenkant van het carboongesteente niet in een horizontaal vlak ligt, zijn degebouwen gedeeltelijk op de Essener Gr?nsand (naar Nederlandse maatstaven nog eenuitstekende bouwgrond) en gedeeltelijk op het carboongesteente gefundeerd. Tot dezelaatste groep behoort als gevolg van de zeer hoge belastingen het Hochhaus; daar waar zichplaatselijk onder de fundering van dit gebouw nog een dunne laag Gr?nsand bevond, is dezeverwijderd en vervangen door schraal beton. Tijdens het grondverzet heeft men op deplaatsen waar het harde carboongesteente moest worden verwijderd, gebruik gemaakt vandynamiet om het gesteente tot hanteerbare brokken te verkleinen (foto 5).De bouwputAangezien de ondergrondse parkeergarage praktisch de totale oppervlakte van het terbeschikking staande bouwterrein bestrijkt, heeft men de bouwput over het grootste gedeeltevan zijn omtrek gestabiliseerd met behulp van een zogenaamde 'Verbauwand', die tevensdienst doet als verloren bekisting voorde buitenwanden van de parkeergarage (foto 's 6 en 7(.Deze Verbauwand wordt op verschillende hoogten verankerd met behulp van groutankers.De Verbauwand wordt als volgt gerealiseerd (fig. 8). Vanaf het maaiveld worden op regelmati-ge afstanden (circa2,50 m) gaten geboord tot 1 m onder het funderingsniveau. Daarin wordentwee gekoppelde [-profielen geplaatst waarna het boorgat tot het funderingsniveau wordtgevuld met schraal beton. Na verharding wordt de grond binnen de bouwput in lagen van 1 ?1,5 m verwijderd, waarna per laag over de vrijgekomen hoogte tussen de flenzen van de[-profielen een betonwandje wordt gestort meteen dikte van circa 100 mm en voorzien vaneen bouwstaalnet. Op verankeringsniveau gekomen, wordt het anker tussen de lijven van degekoppelde -profielen geboord en bevestigd, waarna het proc?d? wordt voortgezet tot op devereiste diepte.Stabiliteit van het metro-bouwwerk in de HuyssenalleeDe achterwaartse verankering kon over een gedeelte van de Huyssenallee niet wordentoegepast vanwege het daar aanwezige ondergrondse bouwwerk, bestaande uit metro plusondergrondse parkeergarage (fig. 9).5Verwijdering van het hardecarboongesteentemet behulpvan dynamiet6-7'Verbauwand' voor stabilisatie van debouwputCement XXXIV (1982) nr. 2 798Uitvoeringsmethode van de 'Verbauwand"Door het ontgraven van de bouwput aan de westkant van de weg zou instabiliteit van het reedsuitgevoerde metro-bouwwerk ontstaan, vanwege de gronddruk en gebouwbelasting aan deoostzijde. Daarom is naar een ander oplossing gezocht.Ten behoeve van de bouw van de metro werd destijds zowel aan de oost- als aan de westkanteen diepwand aangebracht, eveneens naar achteren verankerd. De toegepaste ankers warenin verband met corrosiegevaar volgens de Duitse norm echter slechts bruikbaar voor eenbeperkte periode, die bij de uitvoeringsstart van het nieuwe kantorencomplex al verstrekenwas. Men besloot derhalve om de nog aanwezige ankers aan de oostkant te beproeven,teneinde de grootte van belasting te kunnen vaststellen die men op dat tijdstip nog op dezeankers zou kunnen toelaten. Daartoe werd via diepe schachten een aantal ankers over debreedte van de schacht vrijgelegd en met een door de TH-Dortmund daartoe speciaalontwikkeld apparaat beproefd (fig. 9).Sterk vereenvoudigd berustte deze beproeving op het volgende principe (fig. 10). De anker-streng wordt op 2 plaatsen ondersteund en in het midden belast; debelastings/doorbuigings-relatie van de ankerstreng wordt door zeer fijngevoelige apparatuur gemeten en vastgelegd;deze relatie vormt de basis voor het bepalen van de nog toelaatbare ankerkrachten. Dezerestwaarde in combinatie met de aanleg van de bouwput in moten (metro aan de westkantslechts gedeeltelijk vrijgelegd) leidde tenslotte tot een relatief eenvoudige aanleg van debouwput in die sector.DilatatievoegenEikgebouw c.q. bouwdeel isconsequent gedilateerd ten opzichte van de andere; de dilatatieszijn ook doorgevoerd in de fundering. In het Hochhaus, met een grootste lengte van circa 100m, werden geen dilatatievoegen aangebracht. Daarop zal nog worden teruggekomen.Stabiliteit in de parkeerlagenIn de parkeerlagen is een groot aantal dwarswanden aangebracht, die samen met dedoorgaande kernen van de bovengrondse bebouwing zorgen voor voldoende stabiliteit. Devereiste zekerheid tegen g lijden van de lageensmallegebouwen bij de combinatie??nzijdigegronddruk/lage bovenbelasting werd pas bereikt nadat de ruwbouw tot en met de bovenstelaag gereed was (bijvoorbeeld bij de Mehrzwecksaal en de Ostspindel).Cement XXXIV (1982) nr. 2 80Toegepaste materialenDe constructie werd grotendeels uitgevoerd in ter plaatse gestort beton kwaliteit 25 (die ligttussen de Nederlandse normkwaliteiten 22,5 en 30). De gevelkolommen van het Hochhauszijn uitgevoerd in prefab-beton (kwaliteit 55- 35).Voor twee vloeren van het Oktogon met een overspanning van 25 m werd Mchtbetontoegepast; kwaliteit 25, volumieke massa 1,7 ton/m3. Het gebruikte toeslagmateriaal wasBerwilit-Bl?hschiefer (ge?xpandeerde klei).De wapening bestond grotendeels uit BSt 420/500 (Nederlandse kwaliteit FeB 400).In de vloeren van de parkeergarage werd een slijtvaste laag Korrodur aangebracht, dik 30 mm,nat in nat verwerkt.OktogonOfschoon geen enkel gebouw van het nieuwbouwcomplex tot het eenvoudige genre kanworden gerekend, wordt in het kader van dit artikel de beschrijving van de afzonderlijkebouwwerken beperkt tot het Hochhaus en het Oktogon.Voor de doorsnede en de plattegronden van het Oktogon wordt verwezen naar de figuren 11tot en met 14. Opmerkelijk bij de constructie van dit achthoekige gebouw zijn de volgendefacetten.11-14Dwarsdoorsnede en plattegronden van hetOktogonCement XXXIV (1982) nr. 2 8115Varianten voorde verdiepingsvloeren vanhet Oktogon? Het gebouwgedeelte boven maaiveld rust op slechts 8 cirkelvormige kolommen; de over-spanning tussen de kolommen, diagonaal gemeten, bedraagt 25 m. De diameter van dekolommen op de begane grond en eerste verdieping bedraagt 1200 resp. 1000 mm. Deconstructie van de tweede verdieping is anders van opzet, zoals nog zal blijken.? De stabiliteit van het gebouw wordt boven maaiveld gewaarborgd door de momentstijveverbindingen tussen kolommen en vloeren, waarbij de kolommen op het niveau van debegane grond tegen horizontale verplaatsingen zijn gefixeerd door verankering inde kelder-doos. Andere stabiliteitselementen, zoals kernen of wanden, ontbreken. De constructieboven maaiveld is berekend op translatie- en rotatiestabiliteit.? De vloeren van de eerste en tweede verdieping, met hun typische constructieve vorm,aangepast aan het momentenverloop, zijn uitgevoerd in lichtbeton.Uitgaande van een door de architect bepaalde globale uitwendige vorm, zijn er tijdens deontwerpfase van het gebouw met behulp van een computerprogramma voor vloerplatenenkele varianten voor de verdiepingsvloeren ontwikkeld, waarbij de plaats en het aantalkolommen een dominerende rol spelen (fig. 15). De kolommen vormen in meer of minderemate een hindernis in het verkeerscircuit van de ondergrondse parkeerlagen. Dit was dan ookeen van de belangrijkste redenen, waarom voor de uitgevoerde variant met slechts 8 kolom-men werd gekozen.Om de kolomreactie, daarmee hun afmetingen en belangrijker nog, de dikte van de funde-ringsplaat (met name ten gevolge van de ponskrachten) te kunnen beperken, is dedikte van deverdiepingsvloeren aangepast aan het momentenverloop. Bovendien zijn de vloeren omdezelfde reden uitgevoerd in lichtbeton met een volumieke massa van 1700 kg/m3. Eenisometrische weergave van het momentenverloop in de vloerplaten is gegeven in figuur 16.Cement XXXIV (1982) nr. 2 8216 a-bDoorbuiging en momentenverloop in deverdiepingsvloeren van het Oktagon.(getekend is een kwart van de vloer)17Plattegrond van een kantoorverdieping vanhet HochhausDe dakconstructie ?S geheel anders uitgevoerd dan de vloeren van de eerste en tweedeverdieping. Het dak rust op 16 kolommen, die in twee concentrische achthoeken zijngeplaatst(7/g. 14). De dakplaat tussen de binnenkolommen is 50 cm dik. Daarin bevinden zich24 lichtopeningen meteen diameter van 1500 mm, zodat in feite een orthogonaalbalkroosterontstaat, met een relatief kleine hoogte (500 mm) ten opzichte van de grootste overspanningtussen de kolommen (11,45 m). Het gedeelte tussen binnen- en buitenkolommen bestaat uiteen vlakke plaat met een dikte van 220 mm, aan de rand voorzien van een zware ringbalk. Dedakvloer is uitgevoerd in normaal beton en werd traditioneel gewapend.De kolommen onder de dakvloer bevinden zich zowel binnen als buiten deachthoek waarin de8 kolommen van eerste en tweede verdieping zijn geplaatst. De dakbelasting moet dus via detweede verdiepingsvloer worden overgebracht, reden waarom deze zwaarder van afmetin-gen is dan de vloer van de eerste verdieping.HochhausVoor de plattegronden van de karakteristieke verdiepingen, de normale kantoorlaag en deparkeerlaag, wordt verwezen naar de figuren 17 en 18.De dragende betonconstructie van de verdiepingen boven de begane grond bestaat uit:- een vlakke plaatvloer van 250 mm, voorzien van een gevelbalk;- prefab-gevelkolommen met de afmetingen 300 430 mm;- een over de gehele lengte van het Hochhaus doorlopende centrale kern meteen breedte vancirca 4,30 m; de kernwanden zijn 300 mm dik, in de bovenste verdiepingen 250 mm.De normale verdiepingshoogte bedraagt 3,60 m.Cement XXXIV (1982) nr. 2 8318Plattegrond van een parkeerverdieping vanhet HochhausHet stramien van de gevelkolommen is aangepast aan dat van de reeds aanwezige hoogbouwen bedraagt 1,90 m. Dit stramien is in de verdieping boven de parkeerlagen vergroot tot het4-eenvoudige, dus 7,60 m. Deze maat biedt in de parkeerlagen een netto-ruimte tussen dekolommen van 7,00 m, ruim voldoende voor het parkeren van 3 personenauto's.De prefab-gevelkolommen worden aan de kant van de Kruppstrasse opgevangen door eenzware gevelbalk die, door de eis dat voorkant van gevelbalk, prefab-kolommen en zwareonderkolommen in ??n lijn moesten liggen (fig. 19), op zeer grote wringende momentenwordt belast. Dit wordt nog versterkt door de relatief geringe buigstijf heid van de vloer. Dezewringende momenten, in combinatie met dwarskracht en buiging, resulteerde in een dermategrote hoeveelheid wapening, dat ten behoeve van hetvlechtwerkeen 'legplan' moest wordenvervaardigd.Aan de kant Anlieferhof rusten de prefab-gevelkolommen op een dikke plaat (d = 1000 mm),die als verjongd overstek wordt doorgezet boven de binnenplaats.De dikte van de kernwanden in de parkeerlagen bedraagt 400 mm.Aansluiting prefab-kolommen - randbalken - vloerIn afwijking van het oorspronkelijke bestek werd door de firma Hochtief AG voor bovenge-noemde aansluiting tijdens de uitvoeringsfase een alternatieve oplossing aangedragen (fig.20).Karakteristiek voor deze oplossing is de belastingsoverdracht vanuit de gevelbalk naar deprefab-kolom. In de prefab-kolom was namelijk een ronde stalen buis (114,3/5,5 mm) terbreedte van de kolom opgenomen. Gelijktijdig met het aanbrengen van de wapeningskorf inde gevelbalk werd door deze stalen buis een tweede, dunnere buis gestoken (101,6/10 mm),die aan weerskanten 350 mm in de gevelbalk doorloopt. Hieropvolgend werd vloer enrandbalk in ??n keer gestort. De binnenhuis brengt daarna de gehele belasting vanuit de vloerover op de prefab-kolom. Omdat het ontstaan van een fijne naad tussen de zijkant van deprefab-kolom en aangestorte gevelbalk niet is uitgesloten, is de wanddikte van de binnenbuisovergedimensioneerd met een 'roesttoeslag' van 4 mm.Door het toepassen van deze aansluiting, in combinatie met een systeembekisting voorgevelbalk en vloer (??n stort), werd de vorm van de prefab-kolom relatief eenvoudig, deuitvoering belangrijk versneld en bovendien de garantie verkregen dat de prefab-kolommenzich als echte pendelkolommen gedragen. Overdracht van momenten vanuit de vloer naar derandbalk wordt daardoor uitgesloten. Hiermee is het aantrekken van extra vloerbelastingnaar de gevelconstructie vermeden, een belangrijk gegeven, omdat de gevelkolommen al tothet uiterste zijn belast.Cement XXXIV (1982) nr. 2 8419Doorsnede en plattegrond van de 1steverdieping20Alternatief voor de aansluiting van deprefab-kolommen aan de randbalkKern en stabiliteitDe kern van het Hochhaus strekt zich uit over de gehele lengte van het gebouw, circa 100 m.Het Hochhaus werd zonder dilatatievoeg uitgevoerd, hetgeen in het ontwerpstadium totnogal wat discussies heeft geleid. Tenslotte werd in overleg met opdrachtgeveren'Pr?finge-nieur' tot deze oplossing gekozen onder andere omdat d it hoge gebouw met een beschikbarekernbreedte van 4,30 m in deze vorm niet te realiseren was, wanneer de kern door het makenvan dilataties in stukken zou worden geknipt. De knik in de kern aan de westkant en dedriehoek bij de centrale liftengroep zorgen samen met de niet-gedilateerde kern voor debenodigde stijfheid met betrekking tot de stabiliteit. De horizontale belasting op de zuid- enoostvleugel wordt via schijfwerking van de vloeren naar het gebouwgedeelte met kernovergebracht.Tevens werd deze constructievorm door de volgende gunstige factoren mogelijk gemaakt. Inde eerste plaats de uitstekende bouwgrond, waardoorzettingsverschillen overde lengte vanhet gebouw nagenoeg uitgesloten zijn. Daarbij komt dat de kern overde gehele lengte van devloervelden meeloopt, zodat de krimp-entemperatuurbelastingen praktisch geen inwendigespanningen veroorzaken. Tenslotte heeft ook meegeteld dat berekeningen door Grabowsky& Poort voor andere projecten met lange wanden (bijv. wanden van rechthoekige be-luchtingsbekkens voor industri?le zuiveringsinstallaties) hebben aangetoond dat de trek-spanningstrajectori?n tengevolge van krimp en temperatuur op ongeveer 5 m vanaf debe?indiging van de wand hun asymptoot bereiken en daarna, onafhankelijk van de lengte,constant blijven. Dit houdt in dat de hart op hart-afstand tussen dilataties in wanden inprincipe minder dan ca. 10 m moet bedragen, omdat ze anders geen effect meer sorteren.Uiteraard werd in de kernwanden (horizontaal) en de vloeren (in de lengterichting) een grotehoeveelheid scheurverdelende wapening toegepast. De hoeveelheid van deze wapeningwerd in hoofdzaak bepaald dooreen aangenomen verschil in temperatuur en krimpgedragtussen ondergrondse parkeerlagen en het gebouwgedeelte boven maaiveld (fig. 21).De overwegingen hebben geleid tot de volgende wapeningskeuze:wandwapening horizontaal: ? 12-100 (beneden) tot ? 8-100 (boven);vloerwapening lengterichting: ? 12-150 (beneden) tot ? 8-150 (boven).Cement XXXIV (1982) nr. 2 8521Temperatuur- en krimspanningen in deverticale doorsnede van het Hochhaus22Wapeningsconstructie van de 2,50 m dikkefunderinnsplaatHoeveelhedenHieronder volgen enkele getallen met be-? trekking tot de toegepaste hoeveelhedenvoor de ruwbouw van het totale project:netto gebouwinhoud 342 300 m3beton (incl. werkvloeren,excl. prefab) 65 600 m3bekisting 238 500 m2wapening 7 200 tongrond verzet 105000m3'Verbauw?nde't.b.v. de bouwput 5100m2lichtbeton 1650 m3FunderingsplaatDe 2,50 m dikke fundatieplaat is berekend als een plaat op elastische bedding; ondanks degrote plaatdikte leidden de buigende momenten alsmede de grote dwarskrachten aanweerskanten van de kernwanden en rondom de zware (rand) kolommen onder de gevels, toteen aanzienlijke hoeveelheid horizontale en opgebogen wapening. De ondersteuningscon-structie voor de bovenwapening is samengesteld uit stalen steigerbuizen en h?eklijnen. Eenaardige indruk van het inwendige van de fundatieplaat v??r het storten geeft foto 22.De plaat werd in 4 moten gestort. In verband met de grote dikte is een aantal maatregelengenomen orneen te sterkeontwikkeling van hydratatiewarmtebinnende plaattegen tegaan:toegepaste cementsoort HOZ 35 L NW/HS (HOZ = hoogovencement/L = langzaamverhardend/NW= lagewarmte-ontwikkeling/HS = hoge weerstand tegen sulfaten)hoeveelheid cement: 260 kg/m3;plasticiteit: om het percentage aan fijne bestanddelen te verhogen, is aan het betonmengsel40-60 kg/m3vliegas toegevoegd;vertrager: om een goede aanhechting van de in lagen gestorte betonspecie te verkrijgen,werd een vertrager toegepast;nabehandeling: de bovenkant van de plaat is na het storten behandeld met een curing-spray;omdat het storten plaatsvond tijdens de zomermaanden, werd de plaat naderhand tevensafgedekt tegen directe zonbestraling.NabeschouwingNa afsluiting van de bestekfase en het houden van een besloten aanbesteding werd in overlegtussen bouwteam en aannemer een werkschema opgesteld. Met de door de opdrachtgevergestelde datum van oplevering en de aanneemsom als uitgangspunten, vormde de zeerbeperkte werk- en opslagruimte hierbij het grootste probleem. Ook de aan- en afvoer van dematerialen (bijvoorbeeld tijdens het storten van grote hoeveelheden beton) was in verbandmet de verkeerstechnisch ongunstige ligging van de bouwplaats nogal problematisch.Dit heeft tenslotte geleid tot een uitvoering in opeenvolgende fasen, hetgeen betekende dateventuele tegenslagen en vertragingen nagenoeg niet door inzet van meer personeel enmateriaal op een ander gedeelte van de bouwplaats kon worden gecompenseerd.Dat zich soms tijdelijke vertragingen hebben voorgedaan, behoeft geen betoog, gezien deingewikkelde structuur van het project. Dat deze de totale bouwtijd niet al te zeer hebbenbe?nvloed, is enerzijds terug te voeren op de kundigheid en de flexibiliteit van het bouwteam,anderzijds, in niet mindere mate, op de inventiviteit van de aannemer. Door het mede-aandragen van alternatieven (detaillering prefab-koldmmen e.d.), een kundige voorberei-dingen het vermogen de uitvoering alert te kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandighe-den, is men erin geslaagd om opgetreden vertragingen grotendeels weer teniet te doen.De constructieve samenwerking van allen die bij het ontwerp en de bouw waren betrokken,heeft geleid tot een hoogwaardig bouwwerk, een aanwinst voor de stad Essen.Cement XXXIV (1982) nr. 2 86
Reacties