De 'Betondag 1961',Scheveningen, 21 november 1961U.D.C. 693.5 (042) ,,1961" (492.611)Betondag 1961, ScheveningenEvenals de vier vorigejaren is de jaarlijkse Betondag ook ditmaal weerdoor betontechnici en ve/e anderen uit het gehele land bezocht.In zijn welkomstwoord herinnerde de voorzitter, ir. R. C. Ophorst, deaanwezigen aan het eerste lustrum dat dit jaar wordt gevierd met hethouden van de Se Betondag en memoreerde in enkele woorden de ver-anderingen, die zich dit jaar hebben voltrokken, en de uitbreiding vanhet secretariaat, aangezien per 1 januari 1962 de keuring en controlevan de betonmortelbedrijven van de Stichting Cement Centrale voorNederland (C.C.N.) wordt overgenomen.Vervolgens werd aan de heren D. de Bont, F. E. Dreesman, A. J.Kempen, C. van der Spek, C. Vries, W. C. Vis en C. Wijlhuizenhet diploma 'Betonconstructeur B.V.' uitgereikt. Vermoedelijk ge-schiedt dit voor de laatste keer door de Betonvereniging omdat decursus in de toekomst als kopcursus zal worden gegeven aan vierHogere Technische Scholen, zodat de examens niet meer onder aus-picien van de Betonvereniging zullen worden afgenomen.Na de uitreiking vroeg ir. H. A. Dicke het woord. Hierin stelde hi] deleden van de Betonvereniging voor om gezamenlijk die financiele steunaan de Betonvereniging te geven die nodig is om het nieuwe kantoor vande Betonvereniging volledig te kunnen inrichten. Blijkens het appiaus vande aanwezigen, werd dit voorstel met warme instemming ontvangen.Hierna gafde voorzitter het woord aan de eerste spreker, ir. W. vanKlaveren.Ir. W. van Klaveren: 'De gradering van de toeslagmate-rialen van beton'Ir. van Klaveren ging in zijn voordrachtin op de wijze waarop inFrankrijk de graderingen van de toeslagmaterialen worden be-paald.In een inleiding besprak hij de eisen, die aan het verharde betongesteld worden, zoals sterkte, duurzaamheid, voldoende dicht-heid enz. Het beton met een hoge druksterkte heeft over hetalgemeen ook een goede duurzaamheid. De relatie die bestaattussen sterkte, lucht en water is door Feret reeds in een formulevastgelegd. In deze formule is ook de holle ruimte betrokken,waarbij blijkt dat een minimale holle ruimte een optimale sterktegeeft.In 1907 heeft Fuller reeds proeven genomen om de factoren tevinden, die de sterkte en de duurzaamheid van beton bepalen. Dezeefkromme van het toeslagmateriaal had hierbij een parabolischverloop. Bolomey heeft in de vergelijking van Fuller correctiesaangebracht en een coefficient ingevoerd die rekening houdt metde consistentie van het beton en de korrelvorm van het toeslag-materiaal.In Frankrijk heeft Caquot langs theoretische weg samenstellin-gen berekend, die afwijken van de vorige. Hij heeft het zgn. wand-effect ingevoerd ter bepaling van de invloed, die de toeslag-materialen onderling op elkaar uitoefenen.Caquot heeft de compactheid van korrelige mengsels nagegaanen een formule voor de holle ruimte opgesteld waaruit blijkt,dat er een relatie bestaat tussen de holle ruimte en de vijfde-machtswortel uit de grootste korreldiameter.Deze formule geldt voor een discontinue gradering; een continuegradering moet eerst gesplitst worden in een discontinue ver-deling, waarbij de holle ruimte gelijk is aan de som van de samen-stellende delen. Ook heeft Caquot formules opgesteld voor dehydraulische straal. Na hem hebben de Fransen Foury en Joiselzich met dezelfde materie bezig gehouden. De methoden vertonenonderling slechts weinig verschillen. Fou ry hield niet alleen reke-ning met het wandeffect maar ook met de consistentie van hetbeton. De ideale samenstelling bestaat uit twee soorten materi-aal, een fijn en een grof, die grafisch worden voorgesteld door eenrechte lijn met een knikpunt. Voor het knikpunt heeft Foury eenformule opgesteld waaruit de hoeveelheid fijn materiaal valt teberekenen. Joisel heeft de berekeningen van Caquot, die ge-baseerd waren op een gemiddelde compactheid, verder uit-gewerkt, en hij heeft proeven genomen waarbij deze compactheidvarieerde.Na de kofpepauze verleende de voorzitter het woord aan ir. B. W. vanderVlugt.Ir. B. W. van der Vlugt: 'Schaalconstructies op kleineschaal* (Symposium 'Schalenonderzoek', Delft 1961)Hoewel reeds een algemeen rapport over het schalensymposiumin Cement nr. 9 (biz. 493-495) is verschenen, is de spreker tochverzocht om hier iets meer te over vertellen, vooral ook omdatdit het eerste symposium was, dat speciaal research van schaal-daken behandelde. Zoveel mogelijk landen waren ingeschakeldom het verband tussen schaaldaken en research te leggen. In hetmodelonderzoek komt men steeds voor nieuwe problemen testaan, enerzijds door het interpreteren van modelresultaten,anderzijds door de modeltechniek zelf. Bij het onderzoek kan menhet model gaan onderzoeken op het elastisch gedrag, breuk-proeven nemen, windbelasting nagaan enz. Over het algemeenwas bij de vele bijdragen weinig systematisch onderzoek te be-speuren hoewel enkele hierop een uitzondering vormden. Bij debijdragen die zich bezig hielden met breuk was het T.N.O.-rap-port over een serie cilindrische schalen met gelijke lengte en metwisselende wapening het meest interessant. Hierbij bleek, datmen bij cirkel-cilindrische schalen niet ongestraft de dwars-wapening voor het negatieve moment kan reduceren; dat hetzowel logisch als economisch is om de langswapening aan deonderzijde te concentreren; en dat bij de voorspanning (trajec-torienwapening) positieve dwarsmomenten aan de zijkanten op-treden en negatieve buigmomenten in het midden. Bij het onder-zoek op plooien was het rapport van Bourn a eveneens zeer sys-tematisch, hoewel ook de onderzoekingen van Schmidt (Oost-Duitsland) van groot belang zijn. Schmidt onderzocht namelijkdubbel-gekromde translatieschalen waarbij de plooiverschijnselenmet een snelfilmcamera waren vastgelegd.Een ander facet dat door ir. Van der Vlugt naar voren werd ge-bracht was het filosoferen in de research van schaaldaken. Dit kanbijv. bestaan in het zoeken naar nieuwe theorien of vormen, dieideaal zijn ten aanzien van de belasting, of het construeren vanschalen waarbij in beide richtingen gelijke druk aanwezig is. Indit laatste geval wordt de moeilijkheid afgeschoven naar de rand-balk. Experimenteel kan dit geval gemakkelijk gecreeerd worden(slap vlies), maar bij grote overspanningen heeft de schaal maareen gedeeltelijke schaalwerking.Ten aanzien van meetmethoden mag de bijdrage van De Josselinde Jong niet onvermeld blijven, die de moire-methode vanLichtenberg voor het schalenonderzoek toepaste. Hierbijwordt gebruik gemaakt van de breking van het licht.In het slot van zijn lezing haalde ir. Van der Vlugt een uitspraakaan van Marceau over hetei: 'Men is er pas als men tot het mid-delste deel van de schaal weet door te dringen'.738 Cement 13 (1961) Nr. 12Vervolgens was het woord aan ir. B.Jansen.Ir. B. Jansen: 'Het montage-betonskelet van het gebouwvoor de drie Bouwtechnische Diensten van de GemeenteAmsterdam'Het gebouw voor de huisvesting van de drie technische dienstenaan de Wibautstraat in Amsterdam zal in de toekomst aan ca. 1650personen plaats bieden. De totale lengte van het gebouw, dat be-staat uit twee kantoorvleugels met een verbindend hoofdgebouw,bedraagt ongeveer 150 m. Met een gezamenlijke inhoud van135000 m3zal het ongeveer zo groot worden als het Gemeen-schappelijk Administratie Kantoor. Het noordelijk deel en hethoofdgebouw zijn reeds in uitvoeringgenomen. Hetontwerp is vande architect N. J. J. Gawronski en de constructie is verzorgdonder leiding van ir. H. K. Glas van de afdeling Tunnelbouw, navoorstudies van ir. J. W. Kamerling (afd. Utiiiteitsbouw).In de plattegrond hebben de kolommen een stramien van 3,15 m;de kolommen worden gekoppeld door cassetteplaten, die in de,lengterichting van het gebouw van ribben zijn voorzien.De verstijving wordt in horizontale zin verkregen door centraletoiletgroepen en trappenhuizen, waarvan de wanden van terplaatse gestort beton zijn vervaardigd. Voor het centraalgebouwbestaat deze kern uit liftschachten en archiefruimten. Bij de be-rekening van de horizontale belasting werd 4% van de mobielebelasting (die per verdieping 10 ton bedraagt) als maatgevendbeschouwd. De werkzaamheden worden met normale bouw-kranen verricht met een maximum hefvermogen van 3 ton, voorwelk doel vele geprefabriceerde elementen van sparingen zijnvoorzien, die later voor airconditioning kunnen worden gebruikt.De verbinding van de kolommen met de balken geschiedt doormiddel van sokeinden; de voegen worden met plastische speciegedicht.Ten behoeve van de geluidsisolatie worden boven de cassetteplaten zwevende vloeren aangebracht. De gevels dragen een sterkverticaal accent door de kolommen, die aan de buitenzijde zicht-baar zijn en van een sierbetonkap worden voorzien; tussen dekolommen worden aluminium platen aangebracht. Aan de onder-zijde bij het centraal gedeelte wordt eveneens tot 1 meter bovende begane grond een bekleding van sierbetonplaten toegepast.De montage zal horizontaal geschieden, d.w.z. per verdiepingwordt de draagconstructie opgetrokken en glas- en waterdichtgemaakt. Men hoopt met de montage in het begin van het volgen-de jaar te beginnen en aan het einde van datzelfde jaar geheelglas- en waterdicht te zijn.Hierna werd het woord verleend aan ir. E. A. J. Corsmit.Ir. E. A. J. Corsmit: 'Enige aspecten van het hoe en waar-om van de prefahricage'In deze lezing brengt ir. Corsmit de volgende punten tersprake:a. belangrijkste reden voor de prefabricage; b. hoofdsystemen vande prefabricage; c. grootte van de elementen; d. uiterlijk.Een van de redenen dat prefabricage steeds meer wordt toege-past, is gelegen in het gebrek aan arbeidskrachten. Ten aanzienvan het kostenvraagstuk zijn er enkele factoren, die een prijs-verhogende invloed hebben, maar daarentegen zijn er vele prijs-verlagende factoren, zodat uit de prefabricage geen hogere bouw-kosten voortvloeien.foto's Rice Stipsnieuwe 'betonconstructeurs B.V.'betontechnici en vele anderen uit het gehele landIr. Corsmit besprak vervolgens de verschillende systemen, diebij prefabricage mogelijk zijn en de wijze waarop bij de montagede verbindingen tot stand kunnen worden gebracht. Hierbijkwam verder naar voren: het gebruik van dragende wanden, ele-menten gebruikt bij vloeren, de toepassing van kleine en zwareelementen met betrekking tot standaardisatie en materieel.Terwijl het keuren van in het werk gestort beton veelal eenfictie blijkt te zijn, is het bij de prefabricage mogelijk om iederelement te keuren.Tot slot wees de spreker er op, dat bij de montagebouw het werkgoed georganiseerd moet worden en dat bij de semi-bouw ge-rekend moet worden met een regelmatige werkwijze in de ver-schillende fasen.Tot slot gafde voorzitter het woord aan Dipl.-lng. P. MischDipl.-Ing. P. Misch: 'Technische Gesichtspunkte beim Bauvon Stadthochstrassen'Het verkeersprobleem is reeds vele eeuwen oud. Door de As-syriers werd vroeger al om de stad Nineve op 30 m hoge stads-wallen een drie-baans wegaangelegd voor 'snelverkeer'; pas 2500jaar later bouwde men in Brooklyn een 'Hochstrasse' met drieverdiepingen. Op dit ogenblik zijn vele voorbeelden, ook in Euro-pa, te noemen waarbij op deze wijze het verkeer wordt geleid.In Duitsland zijn tot nu toe alle hooggelegen wegen in voor-gespannen beton uitgevoerd, omdat dit materiaal door zijn aan-passingsvermogen bijzonder geschikt is om alle gewenste vormente verkrijgen. Hierbij speelt de ontwikkeling van het voorgespan-nen beton een grote rol. Weliswaar is het mogelijk met normaalgewapend beton 'Hochstrassen' te bouwen, maar in binnenstedenzal men trachten om deze verkeersbouwwerken een zo slank enesthetisch mogelijk aanzien tegeven; bovendienverdient het voor-gespannen beton vooral de voorkeur omdat men dan in staat iseen voegloze constructie te maken en tegelijkertijd toch in ge-deelten te bouwen.Naast de constructieve en esthetische opgave is de wijze van op-legging belangrijk. Spreker lichtte aan de hand van uitgevoerdeconstructies diverse typen van opleggingen toe. Nauw hiermeesamenhangend zijn de pijlers; constructies met een enkele rijpendelkolommen zijn reeds veelvuldig toegepast. Deze wijze vanoplegging geeft naast statisch-constructieve voordelen meerplaatsruimte en licht onder de hooggelegen wegen en voldoetaan de huidige opvattingen van schoonheidsvorm. Ook voor watbetreft de dwarsdoorsnede van het rijdek worden verschillendesystemen toegepast; het soort systeem is afhankelijk van verschil-lende factoren, onder andere van de gekozen uitvoeringswijze.Tot slot vertelde de spreker dat thans in Duitsland modellen vande te bouwen constructies op ware grootte worden gemaakt, zo-dat men zich beter van de esthetiek van het bouwwerk kan over-tuigen.In aansluiting op de lezing van Dipl.-lng. P. Misch werd de film'Problem Nr. V vertoond, een kleurenfilm over hoog-geprojec-teerde autowegen, waarin op zeer aanschouwelijke en sugges-tieve wijze de noodzaak van dit soort constructies wordt aan-getoond. Ne.Cement 13 (1961) Nr. 12 739
Reacties