T.van der Zanden, architect HBO BNA00 205, adviseurs voor planologie,architectuur en landschap bvCement XXXI (1979) nr. 5ConcernhuisvestingKoninklijkeBijenkorfBeheerProjectbeschrijvingDe Koninklijke Bijenkorf Beheer gaf in 1973 aan drie architectenbureaus een studie-opdrachtvoor de bouw van een kantorencomplex voor de KBB en haar werkmaatschappijen. Bij dezeprijsvraag ging het om beantwoording van de vraag of het mogelijk zou zijn ??n kantorencom-plex te bouwen waarbij de identiteit van de verschillende concernonderdelen gerespecteerdwerd en of het mogelijk was de werkplekken onder te brengen in een open kantoorsituatie,waarin zowel kamers als grote open ruimten zouden kunnen worden gecre?erd, zonder terugte vallen in vormen als een cellenkantoor of bureaulandschap.Ongeveer gelijktijdig werd door de opdrachtgever zelf een vestigingsplaatsonderzoek uitge"voerd. De keuze viel op een terrein nabij het NS-Metro station in de Bijlmerrneer, tegenover hetin voorbereiding zijnde hoofdwinkelcentrum, met een oppervlakte van ongeveer 23 000 m2. Opdit terrein zou een kleinschalig kantorencomplex voor een personeelsbezetting van 1300mensen moeten worden gerealiseerd. Het architectenbureau 00 205 verwierf de opdrachtvoor het ontwerpen van het kantorencomplex.MasterplanIn 1976 werden door 00 205 samen met de opdrachtgever en adviseurs masterplanstudiesuitgevoerd, basisuitgangspunten voor de gebouwen geformuleerd en diverse deelstudies terhand genomen. In feite werd toen de basis gelegd voor het bij dit bouwplan gevolgde unieke,open ontwerpproces. Een proces waarbij programma van eisen en ontwerp elkaar in ruimemate hebben kunnen be?nvloeden en waarbij keuzemogelijkheden zoveel mogelijk openwerden gehouden, mede omdat het project gefaseerd diende te worden gebouwd.Er is veel tijd besteed aan de ontwikkeling van een masterplan met een stramienmaatvan 9 mwaarin de hoofdsitueringen van maatschappijen ten opzichte van elkaar en ten opzichte vande omgeving zijn vastgelegd, zodanig dat gefaseerde bouw mogelijk is. Bij iedere bouwfasewordt het geheel opnieuw geanalyseerd en aangepast aan de laatste zienswijze; daarna wordthet desbetreffende onderdeel nader bekeken en ontworpen. Met deze werkwijze wordt hetnemen van detailbeslissingen zo lang mogelijk uitgesteld, met als voordelen dat de gebouwen189Masterplan met stramienmaat van 9 men de organisatie aangepast worden aan zich veranderende omstandigheden en dat door nietteveel vooruit te moeten ontwerpen een levendiger, natuurlijker omgeving ontstaat. In demasterplanfase zijn principeafspraken gemaakt met betrekking tot de volgende onderwerpen.? De identiteit van de werkmaatschappijen.De werkmaatschappijen ontlenen hun identiteit aan de stedebouwkundige situering en de in?richting naar eigen aard, waarvoor verschillende interieurarchitecten zouden worden inge-schakeld. De verschillende gebouwen zijn met elkaar verbonden door bruggen.? Het interne ontsluitingsstelsel.Voor het autoverkeer zijn er verhoogde wegen, zoals in de gehele Bijlmermeer; voetgangers-en fietsverkeer is op maaiveldniveau.? Het maat- en koppelsysteem van de gebouwen.Spelmogelijkheden daarin zijn opengehouden.? Materiaal, uitvoering en uitrusting van de gevels.? Beginselen voor de concretisering van de 'open kantoor'-filosofie.? Splitsing van de identiteit van het exterieur en het interieur.? Constructieve en installatie-technische uitgangspunten.De laatste bouwfase zal in december 1981 worden opgeleverd, zodat beoordeling van hettotaal thans nog niet mogelijk is. Daarom wordt in deze inleiding niet verder ingegaan op plan?aspecten, maar worden enige deelaspecten van de gebouwen nader toegelicht.Foto's: tenzij anders vermeld Cement/Bob deRuiterDeelaspectenDraagconstructieVan ter plaatse gestortbeton zijn vlakke vloeren en middenkolommen gemaakt. Degevelkolom-men en -balken zijn geprefabriceerd. Betonnen schachten enkopschotten bij de trappehuizenzorgen mede voor de stijfheid van de gebouwen.GevelDe gevel is opgebouwd uit hardhouten koppelkozijnen (ter breedte van de moduulmaat = 180cm); het gevelvlak loopt achter de kolommen door. Voor de wering van het geluid dat vanCement XXXI (1979) nr. 5 190Details van de prefab-gevel; vanuit hetbasiselement konden alle nodige variantenontwikkeld wordenEen 'doorzichtige draagconstructie', degevel geprefabriceerd, vloeren enmiddenkolommen in 't werk gestortfoto: Sluijter, Almerebuitenaf komt, is een loodfolie in de borstwering opgenomen enis voor debeglazing dubbel glasgekozen van ongelijke dikte. Ter wille van het fysieke contact met de omgeving buiten zijn in degevelpuien (ter plaatse van de balkons) deuren en schuiframen opgenomen. Ter accentueringvan de openheid van het bedrijf is per travee een betonnen balkon aangebracht. Vanaf dezebalkons kunnen smalle metalen roosters worden bereikt die nodig zijn voor het onderhoud en hetwassen van de ramen.InstallatiesDe verwarming geschiedt door middel van onderde ramen geplaatste radiatoren, die individueelzijn te regelen. Een continu ventilatiesysteem blaast lucht in de ruimten vanuit het plafond langsde gevels; via de TL-armaturen wordt lucht afgezogen. Extra ventilatie is individueel te regelendoor middel van de ramen en deuren in de gevel.De zonwering kan van binnenuit met de hand worden bediend en bestaat uit 1BQ cm (= moduul-maat) brede buitenblinden, die het glasoppervlak geheel afschermen.Interieur en exterieurTen behoeve van de identiteit van de concernonderdelen adviseren verschillende interieurar-chitecten met betrekking tot de inrichting van de aparte gebouwen. Ten behoeve van de archi-tectonische eenheid van het geheel zijn materialen en kleuren van het exterieur en bepaaldeonderdelen van het interieur van alle gebouwen gelijk en worden door de architect bepaald. Debelangrijkste aspecten daarvan zijn:ongeschilderde prefab-betonnen draagconstructie,dekkend gebeitste houten gevel in een donkerbruin/grijze kleur en rode afdeklatten,balkonhekken en blauwe zonweringselementen ter plaatse van balkons,ongeschilderde thermisch verzinkte stalen 'glazen-wasroosters',groenachtig bruut draadglas voor de omhulling van de trappehuizen en dakopbouw.Cement XXXI (1979) nr. 5 191ir.H.NieuwlandAdviesbureau Dicke, van den Boogaard,van Boom, Buijs, Nieuwlandciviel ingenieursHet ontwerp van de draagconstructie1Overzicht van de bestudeerde variantenDein de gebouwen merkbaar aanwezige draagconstructie werd voor D3BN voor de eerste maalaan de orde gesteld na keuze uit een viertal planvarianten,alle door het architectenbureau00 205 opgestelde uitwerkingen van een aantal hoofdpunten in het gobale programma vaneisen. De keuzevan de opdrachtgever was gevallen op een structuur van vierkanten met kolom-plaatsing op 10,80- 7,20m in beide richtingen; de uitbreidingsmogelijkheden zijn daarbij in tweerichtingen gelijkwaardig.Een aantal mogelijke draagconstructies werd in deze fase voorgesteld. Inde vloeren warensteeds stroken van 3,60 m bestemd voor de verticale verbindingen tussen ruimten. Een aantalontwerpen is op kosten en bruikbaarheid vergeleken (fig. 1), waarbij met name het aantal en deplaats van kolommen varieerden, afwijkend van het 10,80 - 7,20 patroon. De kosten zijn alspercentages bij de figuren aangegeven.I-T-Ii~II]------II-]------II".---rr--, ,, ,, ,11-I, 11 ,, ,11111 1,I111 ?11, ,id===,.lil1'I L_-,. _J 1------I,1111r1,11,111jo11,11,1//--.,....--(I",-=",-,=-=I 11L_..JL __r-----IIIL _r~"lr--I 11~.=-~==-=I~--,I;~~---".l"'-,'-----!IH +I j I I I I ! I IH}s M'.'+4I .~ I~ ii i I?cIi7r 1 ~ /~--~
Reacties