Bouw van een fabriekshal voor de N.V. Edivo te IJmuidendoor ir. J. C. Meischke U.D.C. 725.4:666.977:693.564fabriekshal : prefabricage : voorspanningInleidingVoor de fabriekshal van de N.V. Edivo te IJmuiden was door dearchitect een ontwerp gemaakt, waarin geen tussensteunpuntenvoorkwamen.Voorts was hierin aangegeven, dat de te overkappen ruimte metzadeldak moest worden afgedekt.Het lag daarom voor de hand om hier een drie-scharnierspant toete passen.De hal is 25 m breed en 40 m lang.De spanten overspannen 25 m en staan 5 m hart op hart.De overspanning van 25 m geeft aanleiding tot vrij zware spant-afmetingen (fig. 1).Bovendien bedraagt de dakhelling slechts 11,8?, zodat een grotehorizontale reactie optreedt.fig. 2. detail spantregelfig. 3. detail spantpoot Het fabrieksmatig vervaardigen van dergelijke spanthelften enhet vervoer ervan naar de bouwplaats is alleen mogelijk als ditvervoer vrijwel geheel per schip kan plaatsvinden. Het transportover land moet daarbij tot een minimum worden beperkt.Het vervoer per schip was in dit geval wel mogelijk, maar de af-stand van de losplaats naar de bouwplaats zou toch altijd nogenkele honderden meters bedragen, hetgeen een moeilijk enkwetsbaar transport betekent.Deze moeilijkheden konden worden opgelost door het afzonder-lijk prefabriceren van de spantregel en de spantpoot.Deze rechte gedeelten laten zich wel, en zelfs vrij eenvoudig,over de weg vervoeren (fig. 2-3.)Na de aanvoer op het werk zijn de beide gedeelten aan elkaarbevestigd door middel van twee voorspankabels, die tevens dewapening van de spantregel vormen.UitvoeringDe spantpoot is in de fabriek voorzien van de volledige zachtstaal-wapening die voor het volbelaste spant nodig is.De spantregel is voorzien van een transportwapening van zacht-staal en twee voorspankabels, waarvan er ??n doorloopt naar hettopscharnier, terwijl de andere kabel niet verder doorloopt dantot 1,88 m van het binnenhoekpunt van het spant.De momenten in de spantregel zijn daar reeds zo klein geworden,dat deze kunnen worden opgenomen door de voorspankrachtvan ??n kabel.Nadat de geprefabriceerde elementen op de bouwplaats warenaangevoerd, werd eerst de spantpoot op de fundering gesteld entijdelijk geschoord. Daarna is de spantregel tegen de spantpootgesteld en tijdelijk ondersteund door een hulpconstructie (foto 4).742 Cement 14 (1962) Nr. 12Van de beide in de spantregel aanwezige voorspankabels zijn deankers gestoken door in de spantpoot gespaarde gaten.De spankabels konden op van tevoren in de spantpoot ingebeton-neerde ankerplaten worden gespannen, verankerd en ge?njec-teerd (foto 5).Doordat de spantregel, op een lichte transportwapening na, alleengewapend is met twee voorspankabels, kon hier een I-vormigedoorsnede worden toegepast, hetgeen nog enige gewichts-besparing gaf (foto 6).De normaal gewapende spantpoot is massief uitgevoerd.Bij een normaal gewapend spant kan de regel meestal niet als I-profiel worden uitgevoerd, omdat het onderbrengen van dewapening grote praktische moeilijkheden geeft.De voorspankabels hebben verankeringen van het systeemB.B.R.V.In dit geval zijn twee 100-tons kabels toegepast (elk met een pri-maire spankracht van 100 ton).Het voorspansysteem B.B.R.V. biedt het voordeel, dat grote ge-concentreerde spankrachten meteen slipvrijeverankeringkunnenworden toegepast, terwijl bovendien de opgestuikte ankerkoppenzodanig klein van afmetingen zijn, dat de draden en kabels gemak-kelijk kunnen worden doorgestoken.Het is vooral van belang om in deze en overeenkomstige gevallenmet slipvrije verankeringen te werken, omdat hier kabels vanbetrekkelijk korte lengte worden toegepast.Bij kabels met verankeringen die op wigwerking berusten is hetalleen bij grotere kabellengten mogelijk om de slipverliezen tefoto 5. injecteren van de voorspankabelsfoto 4. tijdelijke ondersteuning spantregel tijdens montagecompenseren door het boven de toelaatbare waarde spannenvan het staal (het zgn. ?erspannen).Deze extra spanning mag echter niet meer dan 10% van de nor-maal toelaatbare spanning bedragen.Bij kortere kabellengten zullen de slipverliezen in rekening moe-ten worden gebracht, hetgeen resulteert in een lagere voorspan-kracht.Een indicatie van de kabellengte, waarbij dit reeds een rol gaatspelen, kan worden verkregen uit het volgende rekenvoorbeeld;de hierbij optredende verlenging is in verband met het gemakke-lijker rekenen iets afgerond.De verlenging van het voorspandraad bij de maximale spanning isongeveer 5 mm per meter.Het ?erspannen van het staal met 10% levert nog eens eenextra verlenging van ongeveer 0,5 mm per meter op.Indien bij een kabelverankering een slip van 7 mm voorkomt, danbetekent dit, dat deze 7 mm slechts door het ?verspannen vanhet staal kunnen worden teruggewonnen, indien een kabellengtevan ten minste 7 : 0,5 = 14 m aanwezig is.foto 6. gemonteerde gordingen op de spantregelsCement I4 (I962) Nr. I2 743foto 7. aanbrengen van een speciale lijm als voegvullingAls de kabellengte korter is, dan zal rekening moeten worden ge-houden met een vermindering van de voorspanning ten gevolgevan de slip in de verankering.Een moeilijkheid in constructies, zoals ook de hier toegepaste, isaltijd de voeg tussen de onderdelen.Indien voor een voeg voldoende tijd om te verharden beschikbaaris, zijn verschillende mortelvoegoplossingen mogelijk.In dit geval echter kon het leggen van de gordingen en het ver-wijderen van de tijdelijke ondersteuningen pas gebeuren, nadatde voegen verhard en de voorspankabels gespannen waren.Er moest dus een voeg gemaakt worden, die reeds na korte tijdbelast kon worden, hetgeen alleen mogelijk is als een zeer dunnevoeg wordt toegepast.Deze uitvoering stelt weer hoge eisen aan de vlakheid van de aan-sluitvlakken; aan de bekisting van deze aansluitvlakken moet danook de uiterste zorg worden besteed. De bekisting van de aan-sluitvlakken bestond in dit geval uit bewerkte, zuiver vlakkestalen platen.Als voegvulling werd een speciale lijm (Edilon 5001) toegepast,waarmee een voegdikte van 2 mm is bereikt (foto 7).Deze Edilon-lijm heeft een bindtijd van enkele uren, zodat reedsde volgende dag gespannen kan worden.De montage van gordingen en dakplaten kan verder op de nor-male manier geschieden.De toepassing van voorspanning en betonlijm heeft het mogelijkgemaakt om spanten van grote afmetingen in de fabriek te maken,over de weg te vervoeren en te monteren, zonder dat de assem-blage op de bouwplaats aan de totale montagetijd een verlengingvan betekenis heeft gegeven.Adviseur 'Wegenbouw'Deoud-hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat, DirectieWegen, ir. J. C. N. Ringeling, zal met ingang van 1 januari1963 voor de Nederlandse cementindustrie optreden als adviseur'Wegenbouw'.7e A.I.P.C.-Congres, Rio de Janeiro, 1964Op het 7e Congres van de Association Internationale des Pontset Charpentes (A.I.P.C.), eind juli - begin augustus 1964 teRio de Janeiro, zal ook aan 'beton' vrij veel aandacht wordenbesteed. Onderwerp IV 'Gewapend en voorgespannen beton'omvat zowel 'speciale problemen' (afschuiving, voorspanning,prefabricage) als 'geprefabriceerde constructies'. Onderwerp V'Gedrag van constructies' heeft betrekking op 'temperatuur-,vocht- en tijdinvloeden', 'tot breuk belaste constructies' en op'wapeningscorrosie'. Onderwerp VI betreft 'details', zoalsvoegen, afwatering en verkeersbeveiliging bij bruggen van ge-wapend of voorgespannen beton of van staal.Normontwerp 1741 'Cement. Eisen voor de buigtrek-sterkte en druksterkte bepaald met plastische mortels'Toen in 1958 de nieuwe norm NEN 3072 'Cement. Mechanischekeuringsproeven met plastische mortel' verscheen, was er metde in deze norm aangegeven keuringsmethode nog niet voldoendeervaring opgedaan om tegelijkertijd de eisen te kunnen noemen,waaraan de proefstukken voor de verschillende cementklassenzouden moeten voldoen. Sedertdien zijn er echter talrijkeproeven genomen, met als resultaat dat onlangs het normontwerp'Eisen' ter kritiek gepubliceerd kon worden. Exemplaren daarvanzijn tegen betaling van f 0,25 per stuk verkrijgbaar bij het Neder-lands Normalisatie-Instituut, Postbus 70, 's-Gravenhage. Kritiekop dit normontwerp wordt bij het genoemde instituut gaarneingewacht v??r 1 maart 1963.Bij de beoordeling van dez? eisen dient men er rekening meete houden, dat zij afwijken van hetgeen in de 'oude' normenN 481 t/m 484, N 618 en N 1591 en in de 'Eisen 1962' van deRijkswaterstaat vereist wordt; dit vindt zijn oorzaak in de ver-schillende keuringsmethoden.744 Cement 14 (1962) Nr. 12
Reacties