K. van Breugel..V.M. van Hamleden Betondispuut, TH-DelftBetondispuut op studiereisin PolenInleidingHet Betondispuut heeft in augustus en sep-tember van dit jaar een uitwisseling georgani-seerd met Poolse studenten uit Warschau enWroclaw. Over de bijzonder goed georgani-seerde veertiendaagse excursie voor dePoolse studenten, die onder leiding van prof.Zielinski (geen onbekende in de FIP) naarNederland kwamen, kan hier worden vermelddat het Betondispuut alle lof verdient voor dewerkelijk uitstekende wijze waarop de excur-sies waren voorbereid. In deze lof dienen ookalle gastheren op de diverse werken te wor-den betrokken. Dit verslag echter betreft het'Poolse' deel van de uitwisseling, waaraanondergetekende met enige medewerkers vande vakgroep Betonconstructies mocht deel-nemen.Polen 1978: een land met 35 miljoen inwo-ners, in het westen grenzend aan een voordoorreizenden nogal stug aandoende DDR enin het oosten a?n de USSR. Van zuid naarnoord doorsneden door enkele grote rivieren:Odra, Wisla en Bug, waarvan de twee laatstenauwelijks geschikt zijn voor de scheepvaart.De rivieren ontspringen in bergland dat voor-namelijk in Tsjecho-Slowakije ligt. Polen is infeite een grote laagvlakte; daardoor helaas inde historie altijd uitstekend geschikt geblekenals slagveld.Landbouw en veeteelt worden op grote schaalbeoefend. Zware industrie komt in hoofdzaakvoor in het zuiden, waar zeer grote hoogoven-bedrijven zijn te vinden (Huta Nova bij Krakowen Huta Katowice). Energieproduktie in Polenca. 22 000 MW (Nederland ca. 14 500 MW);cementproduktie in Polen ca. 24 miljoen ton.Het bezoek in Polen heeft zich vooral gecon-treerd op gebieden rondom Warschau,Wroclaw en Krakow. Voor de deelnemers aande excursie heeft de confrontatie met Polengrote betekenis gehad. Niet alleen zijn veelvriendschappen gesloten met Poolse studen-ten en collega's, maar ook de bijna ontroeren-de wijze waarop allen door Poolse gezinnenwerden ontvangen heeft grote indruk op ons,in het algemeen nuchtere, Nederlanders ge-maakt.Uiteraard was er meer dat ons heeft bezigge-houden. We kunnen noemen de confrontatiemet de wijze waarop Nazi-Duitsland de stadWarschau heeft trachten te vernietigen zon-1Het volledig herstelde Royal Castle, eenstukje historie in steen2Overhandiging gedenkbord in desenaatszaal van de TH-Warschauder enig militair doel en de confrontatie met degeestkracht van de inwoners, die deze stad -alle monumenten, kerken, het operagebouw,de oude stad met het Koninklijk Paleis - steenvoor steen weer hebben opgebouwd. Dezegebouwen vormen voor hen de historischeband met het verleden en zijn daardoor hetonbetwistbare bewijs van de - historisch vast-gelegde - existentie van de Poolse staat(foto 1). Als men beelden heeft gezien vanWarschau in de jaren 1939-1945, een we-reldstad voor 80% in puin, pas dan ziet menplotseling dat n? in deze stad geen enkeleboom ouder is dan dertig jaar!Daarnaast was de confrontatie met de levens-omstandigheden in Polen voor ons zeer in-dringend. We hebben daaraan veel positieveherinneringen, doch ook - hoe kan het anders- negatieve. Eenvoudig is het leven voor deinwoners niet. Wij hebben des te meer lerenwaarderen datgene, wat wij zelf thuis hebben,resp. als 'erfenis' hebben meegekregen.Wat het bouwen in Polen betreft, viel het sterkdoorvoeren van prefabricage direct op. Ver-vaardiging van elementen geschiedt in goedgeoutilleerde bedrijven, echter niet altijd meteen grote produktiviteit. Daarnaast een doorhet politiek-economisch systeem veroorzaaktprodukt, zowel in de fabriek als op de bouw-plaats.Naast de confrontatie met hun woningbouwkreeg ook de energievoorziening van Polenveel aandacht. In dat kader pasten bezoekenaan de (deels) in aanbouw zijnde centrales teCement XXXI (1979) nr. 1 29Kozienice en Belgatow. Verder zijn ondermeer excursies naar een autosnelweg in aan-leg en een in aanbouw zijnde drinkwaterzui-vering te noemen. Gelet op de grote verschei-denheid en omvang van projecten bleek hetbeslist de moeite waard een bezoek aan ditland te brengen.Tijdens de offici?le ontvangsten door de pro-rectoren van resp. de Polytechnika van War-schau en Wroclaw werden namens het Beton-dispuut en de Betonvereniging gedenkbordenaangeboden (foto 2). Deze zullen daar eenblijvende herinnering aan ons bezoek vor-men.In het bijzonder mogen de namen worden ge-noemd van de hoogleraren Zielinski (War-schau) en Kmita (Wroclaw) die als gastherenoptraden en zich daarbij bijzonder van huntaak hebben gekweten. Op het afscheidsfeestin Wroclaw zongen wij het Nederlandse volks-lied, gevolgd door dat van Polen:'Jeszcze Polska nie zginela' (En nog is Polenniet verloren)Wij legden tijdens dit bezoek contacten, waar-van wij hopen dat deze in de toekomst verderzullen uitgroeien.prof.ir.A.S.G.BruggelingNa de inleidende woorden van prof. Brugge-ling willen wij de lezers informeren over demeer technische aspecten van ons bezoek.Voor wij ertoe overgaan ??n en ander te be-schrijven, is het naar onze mening nuttig ennoodzakelijk erop te wijzen, dat puur tech-nisch feitenmateriaal moeilijk te verkrijgenwas. Geheel anders dan in Nederland zijn de(staats)bedrijven in Polen veel minder inge-steld op het verstrekken van uitgebreide do-cumentatie. Discussies over technischedetails moesten meestal via een tolk verlo-pen. Dit betekende een beperking van dehoeveelheid te verkrijgen informatie, terwijlonduidelijkheden niet altijd opgehelderd kon-den worden. Daarbij komt, dat door vaaklange reistijden om de diverse werken te be-reiken, de voor discussie beschikbare tijdmeestal beperkt was. Tenslotte zijn er veledoor ons opgedane indrukken en ervaringendie zich moeilijk voor beschrijving lenen. Inplaats daarvan adviseren wij de lezer bij ge-legenheid zelf een bezoek aan Polen te bren-gen, wellicht door deel te nemen aan de doorde Betonvereniging te organiseren reis naarPolen in het voorjaar van 1979. Wij zijn ervanovertuigd, dat men u graag ontvangt en metalle ten dienste staande middelen zal trachtenu over elk onderwerp betreffende hun bouw-wezen te informeren.Een aantal onderwerpen zal in het volgendeaandacht krijgen:? modelonderzoek ten behoeve van eenkernreactorgebouw;? woningbouw;? energievoorziening;? drinkwatervoorziening;? aanleg autosnelweg Reszow-Wroclaw.3Het in aanbouw zijnde modelModelonderzoek voor een kernreactor-gebouwAan de Technische Hogeschool te Warschauwerd door het laboratorium van de faculteitvoor Civiele Techniek een ondezoek verrichtaan een op schaal nagemaakt model van eenkernreactorgebouw, vervaardigd in voorge-spannen beton. Het schaalmodel is een kopie(schaal 1:10) van de werkelijke constructie,met weglating van enkele minder belangrijkeen niet reproduceerbare details en is in prin-cipe gemaakt van het zelfde materiaal alsvoor het werkelijke reactorgebouw wordt ge-bruikt (foto's 3 en 4).Het model is samengesteld uit een 8 cm dikkoepeldak met een kromtestraal van 3,30 men uit een voorgespannen cilinderschaal meteen diameter van 4,40 m, een hoogte van4,75 m en een wanddikte van 11 cm. De fun-dering wordt gevormd door een dikke beton-plaat (fig. 5).De voorspanning geschiedt met voorspan-kabels zonder aanhechting. Elke kabel be-staat uit twee 6 mm dikke staaldraden, die eensterkte hebben van 1600 N/mm2. Het kabel-systeem voor het koepeldak bestaat uit driegelijke groepen, die 120? ten opzichte van el-4Detail voorspanverankeringkaar zijn gedraaid. De cilinder is voorgespan-nen met behulp van verticale en tangentialevoorspankabels. De tangentiale voorspan-kabels zijn verankerd in zes pilasters en welzodanig dat ??n kabel ??nderde van de cilin-derschaal omsluit.De druksterkte van het toegepaste beton be-draagt ongeveer 40 N/mm2. Temperatuur- enbuigspanningen ten gevolge van discontinu?-teiten in de schaalconstructie en schaalkno-pen moeten worden opgenomen door het nor-male wapeningsstaal.Het beproevingsprogramma van het te onder-zoeken schaalmodel bestond uit drie delen:a. statisch onderzoek - in de elastische fase;b. dynamisch onderzoek - voor de bepalingvan de vorm en frequentie van de eigen tril-lingen;statisch destructief onderzoek niet-elas-tische fase.Statisch onderzoekMet behulp van samengeperste lucht werd inhet model een inwendige overdruk veroor-zaakt. Tijdens de overdruk in het model werd-en metingen verricht aan de constructie metbetrekking tot:5Het op schaal nagemaakte onderzoekmodelCement XXXI (1979) nr. 1 30? vervorming van het beton en de wapening,? verplaatsingen van de cilinderschaal,? krachten aan de einden van de voorspan-kabels.Het model werd beproefd bij overdrukken van0,08, 0,16 en 0,24 N/mm2, waarbij de con-structie binnen de elastische fase bleef.De optredende vervormingen werden geme-ten met behulp van elektronische rekmeters,die over het gehele buitenoppervlak van hetschaalmodel waren aangebracht. De ver-plaatsingen van de totale constructie werdenbepaald volgens geodetische methodes, ter-wijl de voorspankrachten werden gemetenmet achter de verankeringen aangebrachtemeetcellen. De geconstateerde vervormin-gen en verplaatsingen werden vergeleken meteen berekening volgens de theorie van dun-wandige cilinderschalen. Hierbij was het welnoodzakelijk correcties aan te brengen voorfouten die ontstonden als gevolg van het niethomogeen zijn van het beton en de onnauw-keurigheden in de vorm van de constructie.Vergelijking van de theoretische met de expe-rimentele waarden toonde aan dat de resul-taten kwalitatief wel overeenstemming verto-nen, doch kwantitatief nogal verschillen. Een-zelfde beeld werd verkregen bij analiseringvan de metingen van de horizontale verplaat-singen. De verticale verplaatsingen van hetmodel waren wel in overeenstemming met detheoretisch bepaalde waarden, evenals degemiddelde verplaatsingen van het koepel-dak. De krachten aan beide einden van devoorspankabels bleven tijdens de overdrukconstant.Dynamisch onderzoekHet bezwijken van een constructie tijdens eenaardbeving wordt voornamelijk veroorzaaktdoor resonantie-effecten. De manier van be-zwijken hangt niet alleen af van de intensiteitvan de kracht, maar vooral van de natuurlijketrillingsvorm van de constructie. Deze tril-lingsvorm is afhankelijk van de massaver-deling en de stijfheid van de constructie. Deproeven op het schaalmodel waren dan ookgericht op een onderzoek naar de frequentiesen de vorm van de natuurlijke trillingen. Dezetrillingen werden op twee verschillende ma-nieren opgewekt:1. door middel van een stootbelasting terplaatse van de bovenrand van het model;2. door middel van een akoestische methode;gebruikmaking van geluidsgolven, uitgezondendoor een groep luidsprekers, elk met een ver-mogen van niet meer dan 100 Watt.StootbelastingMet een stoot tegen de bovenrand van hetmodel werden voor de duur van 1,5 sec ge-dempte eigen trillingen veroorzaakt. Ve ver-plaatsingen die hierbij in een bepaald puntvan de constructie optraden als funktie van detijd zijn weergegeven in figuur 6. Met behulpvan een hieruit af te leiden formule kunnen deeigen frequenties van de constructie wordenbepaald. Deze frequenties zijn verzameld intabel 1.Akoestische belastingOnder invloed van geluidgolven met een con-stante frequentie werden in de constructieconstante trillingen opgewekt. Bij bepaaldefrequenties van de geluidgolven is het reso-nantieverschijnsel erg duidelijk (fig. 7 en 8).Dit maakt het mogelijk de eigen frequentiesvan de constructie aan te geven. De aldus ge-vonden frequenties zijn goed in overeenstem-ming met de frequenties gevonden bij destootbelastingen (zie tabel 1). De frequentiesvan het echte reactorgebouw zullen volgenshiervoor geldende schaalwetten tien maalkleiner zijn dan de modelfrequenties. De fre-quenties van een aardbeving zullen benaderdworden met de kleinst gevonden frequenties,wat neerkomt op weinig trillingen per secon-de.Statisch destructief onderzoekBij dit onderzoek werd een overdruk in het mo-del veroorzaakt door middel van water, datonder druk werd gebracht. Om de waterdicht-heid van het schaalmodel te garanderen hadTabel 1De natuurlijke of eigen frequenties van hetschaalmodel in Hz; bij de tweebelastingmethodenmethodestoot akoestisch10-13 -63-66 68,7-69,370-75 72,5-76,283-85 82,1-88,3118-121 119,8-121,8138-169 150-170210-225 224,8- 246,5-249,5250-265 266,9265-285 273,5- 301,8-325 332,8- 382,5men reeds tijdens de bouw van het model eenstalen voering van 1 mm dikte tegen debinnenwand van de cilinder aangebracht.E?n van de conclusies van het onderzoek wasdat de pilasters van de cilinderwand een grootverschil veroorzaakten tussen de experimen-teel gevonden waarden en de voorspellingengedaan volgens de schaaltheorie?n.WoningbouwDe woningbouw kwam ter sprake tijdens be-zoeken aan:? permanente woningbouwtentoonstelling'Budexpo' te Warschau;? woningbouwproject 'Ursynow';? betonwarenfabhek 'Falbet';? betonwarenfabhek te Opole.De gehele woningbouwproblematiek in Polenen de manier waarop men tracht oplossingente vinden, mag niet los worden gezien van derecente geschiedenis. Tijdens ons bezoekaan Budexpo werd dat nog eens benadruktdoor het vertonen van een film over deverwoesting van Warschau tijdens en vlak nade Tweede Wereldoorlog. Beelden van eenbijna totaal verwoeste stad vergeet men nietsnel! Bedenkt men voorts, dat in de periodevoor de Tweede Wereldoorlog de behuizingvan de Poolse bevolking tot de slechtste inEuropa gerekend kon worden (gemiddeld 1,8kamers per woning met 2,7 personen perkamer!), dan kan men zich enigszins voorstel-len dat er heel wat gebeuren moest en moetalvorens een dichtheid van 1 persoon perkamer wordt bereikt - een situatie die hopelijkin 1980 kan worden verwezenlijkt.Cement XXXI (1979) nr. 1 319Permanente woningbouwtentoonstelling teWarschau10Detail oplegging prefab-liggerBudexpo geeft op een terrein van 7,5 ha eenbeeld van recente ontwikkelingen van demeest uiteenlopende bouwactiviteiten in Po-len (foto 9). In diverse paviljoens wordt menge?nformeerd over woningtypen zowel in houtals in steen; over hoogbouw, gebouwen voorde agrarische sector en industrie; over mate-riaal ten behoeve van de bouwindustrie, af-werkconstructies en interieurs. Behalve Pool-se zijn ook buitenlandse exposanten aanwe-zig. Naast de waarde, die de tentoonstellingvoor het bouwwezen en de particuliere be-zoeker heeft, wil men ook het instructieve as-pect aan bod laten komen. In dat verband washet jammer dat een half opengewerkt model11Ursynow, een in aanbouw zijnde stadswijkvan Warschauvan een loods geen stabiliteitsverband te ziengaf en een prefabbalk zodanig was opgelegd,dat elke rotatiemogelijkheid werd belemmerd(foto 10).Vooral stenen en houten huizen zijn bijzonderin trek, ofschoon voor velen (nog) niet wegge-legd. Men ervaart de voorkeur van het publiekvoor steen en hout als een reactie op de nietaltijd zo aantrekkelijke betonnen flats. We be-speurden een ontwakend 'Bijlmer syndroom'.Bij de opzet van nieuwe flatwijken probeertmen de negatieve implicaties zoveel mogelijkte beperken. Duidelijk kwam dit naar voren inde in aanbouw zijnde wijk 'Ursynow' (foto 11).In dit gedeelte van Warschau, met een totaaloppervlak van ca. 875 ha en in de toekomst130 000 bewoners, tracht men door hoogte-verschillen in de flatgebouwen, zorgvuldig uit-gekiende onderlinge ligging en aanleg vanbrede groenstroken het massieve en kolos-sale van een flatwijk te vermijden.Alle gebouwen in Ursynow zijn gemaakt vangeprefabriceerde elementen. De gevelele-menten hebben een sandwichopbouw van-wege de warmte-isolatie en zijn voorzien vaneen afwerklaag van gebroken steenachtigmateriaal. Tijdens laden, transport, lossen enmonteren treden nogal eens beschadigingenop. Toch worden bijna alle elementen ver-werkt, ook de sterk beschadigde. Naar onzemening mist men hier een controleapparaatmet de bevoegdheid om beschadigde exem-plaren af te keuren (foto 12). Vooral tenaanzien van dit laatste aspect, dient men zichte realiseren, dat de Poolse woningbouw on-12Veel prefab-elementen vertonenbeschadigingender zware druk staat van het tekort aan huizenresp. het vigerende vijf jarenplan. Ten op-zichte van het voorafgaande vijfjarenplan wilmen de woningproduktie met 35% opvoeren,die dan zou komen op ca. 300 000 woningenper jaar (in Nederland ca. 100 000). Het be-schikbare nuttige oppervlak per woning be-draagt 60 m2(in Nederland ca. 100 m2).Cement XXXI (1979) nr. 1 3213Een van de vele hallen van het grote Falbet-concernE?n van de fabrieken waaruit Ursynow zijnprefab-elementen betrekt werkt onder denaam Falbet (foto 13). Men vervaardigt indeze ruim opgezette fabriek wand-, vloer- engevelelementen volgens een langeband-sy-steem. Aan het eind van de produktiebaanvindt verticaal transport plaats naar eenstoomkelder. De zorg die werd besteed aanhet startklaar maken van de mallen en hetplaatsen van de wapening (dekking) zou bestgroter mogen zijn. Omdat oppervlaktetrillersniet werden toegepast was het oppervlak vrijruw. Beslist imponerend was de produktieca-paciteit van de fabriek. Misschien niet zozeervoor wat betreft de produktie per werknemerals wel de hoeveelheid verwerkt beton perdag.Bij ons bezoek aan Falbet werd ook hetCebet-bedrijf ge?ntroduceerd. Cebet is eenonderzoek- en ontwikkelingscentrum van dePoolse betonindustrie dat in 1954 werd opge-richt, toen de gasbetonproduktie een aanvangnam. Men is voornamelijk actief op het gebiedvan de produktietechnologie van geprefabri-ceerde bouwelementen van normaal- en licht-beton. De activiteiten omvatten:? opzetten, uitwerken en begeleiden vannieuwe ontwikkelingen;? verrichten van onderzoek en studie op hetgebied van de produktietechnologie inbinnen- en buitenland;? co?rdineren van onderzoek naar stan-daardisatie en unificatie van geprefabri-ceerde bouwelementen ten einde de indus-tri?le produktiemethodes te vereenvoudigen;? testen van grondstoffen voor de bouwin-dustrie. (Actueel is het beproeven van mon-sters zeegrind als toeslagmateriaal. Schaar-ste aan geschikt toeslagmateriaal heeft er inenkele gevallen al toe geleid dat in beton ge-broken marmer werd verwerkt. Mede omhieraan een eind te maken zijn de proevenmet zeegrind gestart).Wellicht interessant om mee te delen is nog deproduktie van gevelelementen uit gasbeton,volgens een werkwijze die in Nederland voorzover ons bekend geen of nauwelijks aan-dacht heeft.In de meer dan honderdvijftig prefab-fabriekendie Polen rijk is, wordt volgens acht ver-schillende systemen gewerkt. In Opole be-zochten we een fabriek die volgens het zgn.'Poolse' systeem werkte. Dit systeem heeftals voordeel dat men het aantal element-soorten kan uitbreiden van 220 tot 400, het-geen een zekere monotonie in de bouw aan-zienlijk kan reduceren. De fabriek heeft driegoed geoutilleerde produktiehallen.Hall:Vervaardiging van wapeningsmatten en kor-ven. Verbindingen werden voor 60% ge-puntlast, voor 40% gevlochten. Vlechten ge-beurde deels met behulp van door scholierengeleverde arbeid (stages, vakantiewerk). Me-de hierdoor daalde de produktie per werknemer (foto 14).Hal II:Elementen-produktie. Men beschikte overtwee produktiebanen, nl. voor de vervaardi-ging van regelmatige elementen van normaalbeton (platen, kolommen) en voor de produk-tie van sandwichelementen.Evenals bij Falbet werd ook hier gewerkt meteen verticaal carousselsysteem. Per baanwerden 27 elementen per 'shift' (8 uur) ge-maakt. In de kelder werd gedurende 4,5 uurgestoomd.Hal III:Vervaardiging van sanitair-units en aanver-wante artikelen. Voorts ruimtelijke elementenzoals liftschachten en trappen.14Ook scholieren zijn actief in hetproduktieproces, hier in een prefab-fabriekin OpoleZowel de capaciteit als de opstelling van detrilmotoren was voor het bereiken van een op-timale verdichting niet bevredigend, vooralwat het trillen van de sandwichelelementenbetrof. Om toch na korte tijd voldoende sterktete verkrijgen paste men een hoog cementge-halte toe, nl. 400 kg portlandcement, klasse Aper m3. Na het stomen haalde men zo 50 ?60% van de eindsterkte, hetgeen voldoendewas om te kunnen ontkisten. Opgemerkt zijdat, vergeleken met de in Polen relatief lageuurlonen (ca 1/5 van het uurloon in Neder-land), het verhogen van het cementgehalteeen vrij grote kostenverhoging per m3betonbetekend (cementprijs in Polen ca. 4/5 van deprijs in Nederland).Een vergelijk tussen de fabriek te Opole en deprefabfabriek 'Elementum'*laat zien, dat deproduktie per werknemer in de Poolse fabriekongeveer een factor twee lager ligt. Hierbijdient men te bedenken dat zich onder dePoolse werknemers ook vakantiehulpen enstag?res bevinden. Opvallend was nog hethoge percentage vrouwelijke werknemers, nl.25% van het totaal.Ten slotte nog een opmerking over een bouw-methode die ons wat ongebruikelijk voor-kwam, doch in principe zeer eenvoudig endoeltreffend is. Voor het bouwen van een flat-gebouw werd gebruik gemaakt van betonnenraamwerken, die tevens dienst deden als be-kisting voor de gevelkolommen (fig.15). Hetvaak tijdrovende kolommen stellen werddaarmee vervangen door het stellen van debetonnen raamwerken, die vrij eenvoudigachterwaarts op de verdiepingsvloer afge-schoord konden worden. Tussen de elemen-ten werd de kolomwapening gereed gemaakt,waarna voor- en achterkant van de kolommenbekist konden worden. Daar de stijlen van deprefab-raamwerken deel uitmaken van de ko-lommen en dus daaraan al direct een zekeresterkte geven, kan het bouwtempo wordenverhoogd (zie ook foto 16).* Uitgegaan is van gegevens, vermeld in hetop de TH in omloop zijnde dictaat 'Pre-fabricage'Deel C, maart 1976.Cement XXXI (1979) nr. 1 33Energie voorzieningCentrale KozieniceDe centrale in Kozienice heeft in de loop dertijden een aantal uitbreidingen ondergaan.Aanvankelijk werd door de overheid beslisteen centrale te bouwen van 1200 MW, gele-verd door zes blokken van elk 200 MW. Kortdaarna werd de beslissing genomen om decentrale met nog twee blokken uit te breiden,zodat het vermogen op 1600 MW kwam. Alsgevolg van het steeds hogere elektriciteits-verbruik werd nogmaals besloten tot een uit-breiding nu met twee blokken van 500 MW.Deze blokken worden uit de Sovjet-Uniege?mporteerd, terwijl de besturing geheel vanPoolse makelij is. Het totale vermogen zal dusop 2600 MW komen. Zes procent van de op-gewekte elektriciteit wordt in de centrale zelfgebruikt.De ketels worden gestookt op steenkool vangoede kwaliteit, zo'n 7000 kcal/kg. De cen-trale verstookt gemiddeld 24 000 ton/dag. Bijde verbranding komt meer dan 0,5 miljoen tonvliegas per jaar vrij, dat met behulp van elek-trofilterswordtverwijderd.Deopslag van vlieg-as neemt een terrein van 100 ha in beslag,een even groot gebied als dat waarop de cen-trale staat. In een nabij gelegen fabriek wordteen gedeelte van de vliegas verwerkt in gas-beton. Het voor de centrale benodigde koel-water wordt onttrokken aan een zijrivier vande Vistula. Voor de 200 MW-blokken wordt ditrechtstreeks betrokken, voor de 500 MW-blokken wordt het met behulp van twee lei-dingen, elk met een diameter van 2,20 m, ont-trokken uit een inham in de zijrivier. De water-pompen zijn van Nederlands fabrikaat. Hetgebruikte water wordt via pijpleidingen op eenlager gelegen punt van de rivierweergeloosd.Cement XXXI (1979) nr. 1Het totale koelwaterdebiet bedraagt 100 m3per sec, wat overeenkomt met 1 /3 deel vande gemiddelde afvoer van de zijrivier. Bij de500 MW-blokken treedt een temperatuursver-hoging op van 12?C. Men vindt dit dermatehoog, dat men door koeling aan de lucht eerstde temperatuur met 8?C terugbrengt, zodathet water slechts met 4? temperatuursverho-ging wordt geloosd. Bij de 200 MW blokkentreedt een geringere temperatuursverhogingop, zodat hier niet voorgekoeld behoeft teworden.Belchatow: bruinkoolmijn en elektriciteits-centraleBelchatow ligt in het centrum van Polen, eenkleine200 km ten zuid-westen van Warschau.Het vormt een verkeersknooppunt in zowelnoord-zuid als oost-west richting. In Belcha-tow bevindt zich een uitgestrekt bruinkoolveldvan 25 bij 7 km. Men hoopt in 50 jaar de exploi-tatie te kunnen voltooien.In de nabijheid van de mijn wordt een elektrici-teitscentrale gebouwd, die gestookt wordt opde bruinkool afkomstig uit deze mijn. Debruinkool is afgezet in oude rivierbeddingenen oevers en kan een laagdikte hebben van 15tot 70 m. De bruinkool heeft een redelijke ca-lorische waarde van 2000 kcal/kg.Allereerst moet men 50 meter grond verwijde-ren en afvoeren. Dit gebeurt met behulp vantwee grote grondverzetwerktuigen (fabrikaatKrupp), die per dag 100 000 m3grond kunnenafgraven. Deze grond wordt via transport-banden afgevoerd en voorlopig opgeslagen.Na ontginning zal een deel weer worden te-ruggestort in het afgegraven deel en de restzal als berg in het landschap worden ingepast.Naast deze twee grote graafwielbaggers zijnnog zes kleinere aanwezig voor de winning34van de bruinkool. Zoals eerder vermeld be-vindt de bruinkool zich in lagen van 15 tot 70 mverspreid over een diepte van 50 tot 300 m.Tussen de lagen bevindt zich zand, dat ookper transportband wordt afgevoerd en opge-slagen. De verhouding is twee delen zand opeen deel bruinkool.De transportbanden zijn van Pools fabrikaat.Aan het eind van elke transportband'staanspreidmachines met zwenkarmen, die hetmateriaal op de juiste wijze verdelen. Dezemachines zijn van DDR-fabrikaat.De ondergrond bestaat, afgezien van teel-aarde en bruinkool, voor 100% uit zand ofgrind. Omdat de grondwaterspiegel laag ligt,onttrekt de flora het vocht direkt aan hetregenwater. Een eventuele afvoer van grond-wateren een daarmeegepaardgaandegrond-waterspiegeldaling richt dus geen schade aande flora aan. De afvoer zal ongeveer 400m3/sec gaan bedragen als de mijn volop in pro-duktie is. Men zal het grondwater gaan gebrui-ken voor de landbouw, als drinkwater en alskoelwater.De bruinkool komt per transportband bij decentrale aan. Er zal daar een buffer wordenaangelegd om eventuele discontinu?teiten opte vangen. Er zijn twee ketelhuizen (foto17)en de ketels worden gestookt op vermalenbruinkool en verwarmde lucht. In totaal wordter per jaar 110 miljoen ton bruinkool ver-stookt.De machinehal van de centrale bestaat uittwee identieke delen, die elk 12x360 MW kun-nen leveren. Het is zelfs mogelijk om de gene-ratoren van 360 MW te vervangen door grote-re van 600 MW. De generatoren worden in Po-len ?n licentie gebouwd (origineel Zwitsers).17Het in aanbouw zijnde ketelhuis van de opbruinkool gestookte elektriciteitscentrale teBelgatowDe afmetingen zijn enorm. De oppervlaktevan het hoofdgebouw is 175 ha, van de bijge-bouwen 100 ha en nog eens 150 ha voor dekoelwater-behandeling. Het hoofdgebouwheeft afmetingen van 700?120?60 m. Verderstaan er twee schoorstenen en zes koelto-rens, elk met een diameter van 160 m en eenhoogte van 130 m. Hoewel het koelsysteemgesloten is, wordt er toch nog 3 m3/sec ver-bruikt. Dit water wordt zoals eerder verteld,onttrokken aan het afvoerwater van de mijn.Opgemerkt kan worden dat - afgezien van degrote dimensies - de centrale als een magneetwerkt op andere industrie?n.Deze zijn dan ook in de planning opge-nomen . Daarnaast zal echter ook op korte ter-mijn voor 20 000 mensen woonruimte, met deerbij behorende winkels, bioscopen en ande-re recreatieve mogelijkheden, moeten wor-den geschapen. Kortom de hele infrastructuurzal binnen 10 jaar geheel veranderen. Een ge-bied waar vroeger alleen landbouw was,wordt nu veranderd in een groot industriege-bied. Nog een feit waarmee men te makenheeft, is het vervoersprobleem van mensenen materiaal. De kleine landbouwweggetjeszijn onvoldoende. Nog enkele opmerkingen:? in totaal zal 1,1 miljoen kubieke meterbeton worden verwerkt. De betoncentrales ophet werk konden 4500 m3perdag produceren;? ook de hoeveelheden luchtverontreinigin-gen en afvalstoffen zullen evenredig zijn methet verbruik, dus ook enorm;? in de buurt zal een grote aluminiumfabriekworden gebouwd (ook een grote afnemer);? er zijn plannen om energie te exporteren,bijv. naar Zweden. In ruil voor hoogwaardigijzererts krijgen de Zweden schone energie.Men heeft d??r dus niet te doen met luchtver-ontreiniging en koelwaterproblemen;? in Nederland bedraagt het totale opgestel-de produktievermogen 14 440 MW, met eenmaximale belasting van 8720 MW.Wroclaw: drinkwaterbedrijfBij het bezoek aan het drinkwaterbedrijfWroclaw werd een inleiding gehouden dooreen medewerker van het ontwerpbureauOpenbare Werken, vervolgens werd het nieu-we in aanbouw zijnde produktiebedrijf be-zocht, dat zo'n 5 km buiten de stad is gelegen.Uit de inleiding werd duidelijk dat de bestaan-de installatie vooral in de zomermaanden voorde ca. 560 000 inwoners van Wroclaw een tegeringe capaciteit bezit. Daarom is in 1974een aanvang gemaakt met de werkzaam-heden voor de bouw van een nieuw produktie-bedrijf dat de behoeften tot ca. 1990 moetdekken. Hierbij is rekening gehouden met ge-plande stadsuitbreidingen.Het benodigde water wordt op twee plaatsenonttrokken, namelijk uit een kleine rivier, deOlawa (ca. 0,3 m3/sec) direct in de stad zelf enuit een rivier op ca. 70 km afstand (ca.2,5 m3/sec). Ook voor het nieuwe produktie-bedrijf zal van deze plaatsen gebruik wordengemaakt.Het ingenomen water zal worden ge?nfiltreerdin een gebied, gelegen op ongeveer 3 km vanhet nieuwe bedrijf, waareen totale buffervoor-raad wordt aangelegd van zo'n 300 miljoenm3. Het geologische profiel van het infiltratie-gebied bestaat uit een bovenlaag van 1,5 mslecht doorlatende klei, een tussenlaag van6-7 m zand en een onderlaag van 7-8 mgrind. De wateronttrekking zal plaatsvindenuit de grindlaag. Het uit het infiltratiegebiedonttrokken water ondergaat in het nieuwe pro-duktiebedrijf de volgende behandelingen:? verwijderen van grof vuil en doseren vanchloor;? toevoegen van coagulatiemiddelen (alu-minium- en ijzersulfaat);? uitvlokken;? passeren van filters, zowel grindfilters alsactieve-kool filters;? oxydatie met ozon.Na de laatste behandeling komt het water ineen reinwaterreservoir van 50 000 m3, waarnog een laatste chloordosering plaatsheeft.Vervolgens kan het water via een pompstationaan het net worden toegevoegd. De pomp-capaciteit is zodanig, dat aan piekbehoeftenkan worden voldaan. In de toekomst zal hetaanpassen aan de behoefte automatisch wor-den geregeld. Overigens geeft men het waterook nog een fluoridering.18Ver doorgevoelde prefabricage in Polen, zoook bij het drinkwaterleidingbedrijf teWroclawHet geleverde water wordt alleen voor huis-houdelijke doeleinden gebruikt. Het nieuweproduktiebedrijf is zo opgezet dat het water deachtereenvolgende behandelingen onder-gaat in: een doseringsgebouw, neerslagge-bouw, filtergebouw, gebouw voor behande-ling met ozon, en de reinwaterkelder. Op hetterrein ziet men verder: pompstation, chloor-opslag, laboratoria en enkele andere bedrijfs-gebouwen. Voor de verschillende gebouwenwordt zowel ter plaatse gestort beton (cen-trale op het werk) als geprefabriceerd betontoegepast.Autosnelweg Rzeszow-WroclawDe aanleg en uitbreiding van een goed we-gennet is in Polen een zaak van steeds groterwordende urgentie. Als oorzaken hiervoorkunnen worden genoemd het opkomen vansteeds omvangrijker particulier autobezit ende toename van toerisme, binnen- en buiten-landse handel en industrie. Vooral handel enindustrie vragen om uitgebreide infrastructu-rele maatregelen. In dat kader is te noemen deaanleg van twee vlotte oost-west verbindin-gen en een noord-zuid verbinding. De zuide-lijke oost-west verbinding loopt van Lwow(USSR) via Krakow, Katowice en Wroclawnaar Berlijn. Over het gedeelte tussen Kato-wice en Krakow van deze momenteel in uit-voering zijnde autosnelweg noteerden wij hetvolgende.DwarsprofielDe twee banen van de autosnelweg wordengescheiden door een 8 m brede tussenberm.Bij eventuele uitbreiding tot driestrooks rij-banen zal men de middenberm gaan benut-ten.Opbouw van de verhardingDe opbouw van de verhardingsconstructie isals volgt:1. toplaag van 4 cm asfaltbeton;2. spreidlaag van 6 cm asfaltbeton;3. 8 cm dikke asfaltbetonlaag; grindtoeslagmet een maximum korreldiameter van25 mm;Cement XXXI (1979) nr. 1 3519T-balk met verzwaarde onderflens (maten inmm)20Oplegging J-balken21Kolom met extra wapening voor een nieuwebetonschil, omdat de druksterkteonvoldoende bleek4. betonlaag van 24 cm; kubussterkte na 28dagen 5 ? 6 N/mm2; als toeslagmateriaalwordt steenslag met een maximum dia-meter van 6 cm gebruikt;5. 15 cm gestabiliseerd zand met 4% ce-ment; kubusdruksterkte na 7 dagen 1,0 ?1,6 N/mm2.Het toeslagmateriaal voor de vierde laagwordt gehaald uit de ten behoeve van hettrac? ontgraven grond. Voor de gedeeltenwaar de grondslag een rotsachtige structuurheeft, vervalt de vijfde laag en wordt de vierdelaag 15 cm dik.Het viaduct MoravicaEen van de vele benodigde viaducten vindtmen bij Moravica, een plaatsje 15 km tenwesten van Krakow, waar een dal overbrugdmoet worden. Voor de 150 m lange overspan-ning die verdeeld is ?n 10 velden van 15 m,worden geprefabriceerde T-balken met ver-zwaarde onderflens gebruikt (fig. 19, foto 20).De betonkwaliteit komt overeen met 45. DeT-balken zijn voorzien van uitstekende wape-ning. Met ter plaatse te storten beton wordende balken onderling verbonden en fungerende bovenflenzen als drukflenzen van de zoontstane orthotrope plaat.De T-balken zijn opgelegd op 16,80 m langetrapeziumvormige dwarsdragers, die eenhoogte hebben van 80 cm, terwijl de breedteverloopt van 1,00 m aan de onderzijde tot 1,20m aan de bovenzijde.Elke dwarsdrager wordt ondersteund doordrie achtkantige kolommen, 0 0,75 m, die 6 mhart-op-hart staan. De kolomlengte varieertvan 5 tot 15 m. Als fundering van deze kolom-men zijn 10 m lange stalen schroefpalen0 1,50 m toegepast.Op foto 21 ziet men een kolom die is voorzienvan een extra wapening rondom de kolom-schacht. Ook om de beide andere kolommenonder deze dwarsdrager was zo'n wapeningaangebracht. Gebleken was dat het hier toe-gepaste beton slechts 50% van de vereiste*sterkte had bereikt. Door het aanbrengen vaneen extra betonschil kan de draagkracht van, de kolommen op het gewenste niveau wordengebracht. Het oppervlak van deze kolommenis met het oog op een goede aanhechting,door schuren ruw gemaakt.In het voorgaande zijn enkele van onze erva-ringen en indrukken ter sprake gebracht. Wehopen hiermee een beeld te hebben gegevenvan verschillende ontwikkelingen in Polen, inhet bijzonder op betontechnisch gebied.Cement XXXI (1979) nr. 1 36
Reacties