ing.G.van DesselPutte, Belgi?Deze bijdrage is de tweede in de reeks vansamenvattingen van studies, die in 1981 be-kroond zijn met een Studieprijs, ingestelddoor de Betonvereniging en het ENCI-jubi-leumfonds. De eerste samenvatting werdgepubliceerd in Cement 1982 nr. 6 (Invloedvan windbelasting op hoge gebouwen).Red.1Schema van de constructie van debovenbouwBerek.ening van een bowstringboogbrug met laaggelegenrijdekInleidingDe berekening werd gemaakt als eindwerk van mijn studie voor industrieel ingenieur bouw-kunde aan het Hoger Instituut De Nayer te Mechelen (Belgi?). Ik werd bij het werk bijgestaandoor dr.ir.G. De Roeck, leraar aan het HIDN Mechelen en door dir.gen.ir.E.Eggermont vanNV Laboremus, die het maken van de brug destijds leidde.Het project bestond in het bouwen van een nieuwe brug over de Leie op de plaats van eenreeds bestaande, te st. Eloois-Vijve. Om een overspanning van 65 m lang en 15 m breedzonder tussensteunpunten esthetisch in een landelijke omgeving op te nemen, was gekozenvoor een bowstring-boogbrug met laaggelegen rijvloer. De bovenbouw van deze brugberekende ik als afstudeerwerk; deels met de hand, deels met computermethodes.De structuur van de brug is als volgt: de krachten die aangrijpen op het brugdek worden viade langsliggers overgedragen op de dwarsdragers, de dwarsdragers leiden de krachten viade hoofdliggers af naar de trekstaven die ze dan via de bogen op de pijlers brengt (fig. 1).Dynamische co?ffici?ntenHiervoor is gebruikt de formule uit NBN 03:
Reacties