C.U.R.-commissie ElArbeidseconomie bijbetonconstructies (IV)*Arbeidseconomie en bouwkosten bijbetonskelet-constructies (I)U.D.C. 624.012.4:331.01Betonconstructies: arbeidseconomieVierde bijdrage in een artikelenreeks verzorgd door C.U.R.-Commissie E 1 **), ingesteld vooronderzoek op het gebied van de economie bij betonconstructies. In deze artikelenreeksworden gegevens gepubliceerd met het doel de toepassing van economische overwegingenbij het ontwerpen en uitvoeren van betonconstructies te stimuleren.In deze bijdrage zal een studie over arbeidseconomie en bouwkosten bij betonskelet-con-structies worden behandeld. De resultaten van deze studie worden binnenkort bovendienuitvoerig gepubliceerd in een C.U.R.-rapport.De gehele bijdrage, die in twee gedeelten in dit tijdschrift zal worden gepubliceerd, dient teworden beschouwd als een beknopte aanduiding van de belangrijkste gegevens en resul-taten.Dit eerste gedeelte bevat de doelstelling van het onderzoek en de behandeling van eenaantal belangrijke begrippen op het gebied van de arbeidsstudie en organisatiekunde.Het tweede gedeelte, dat zal worden gepubliceerd in het volgende nummer van dit blad, be-vat resultaten en conclusies van een aantal economische vergelijkingen bij betonskelet-con-structies.*De eerste drie bijdragen in deze artike-lenreeks zijn achtereenvolgens versche-nen in Cement XVII (1965) nr. 8,CementXVII (1965) nr. 9 en Cement XVIII (1966)nr. 12, met rectificatie in Cement XX(1967).**Het secretariaat van C.U.R.-CommissieE1 is gevestigd in het Bouwcentrum,Weena 700, Rotterdam.1. StudiedoelVerband tussen bouwkosten en produktiesysteemAanleiding en doel van het onderzoekIn het kader van het onderzoek van Commissie E 1 was het vinden van een re?le methodeom vergelijkingen tussen varianten bij skeletconstructies mogelijk te maken, van zeer grootbelang.De bedoeling van deze vergelijkingen is om het voor ontwerpers (architecten, zowel alsconstructeurs) mogelijk te maken op een juist tijdstip, en dit is meestal in een vroeg stadiumvan het ontwerp, de economische consequenties van bepaalde variant-oplossingen bij eenbetonskelet op verantwoorde wijze af te wegen.In de praktijk blijkt hieraan een grote behoefte te bestaan. Vooral wanneer het gaat om devraag een bepaald onderdeel van een skelet al of niet uit te voeren (bijv. een kelder, eendakopbouw e.d.), ontbreken veelal betrouwbare gegevens of inzichten om een verantwoordekeuze te doen.Aan de uitvoeringsmogelijkheden van een betonskelet en de hiermee in verband staandemeer of minder gunstige werkorganisatie wordt dikwijls te weinig aandacht besteed. Hier-door is het mogelijk dat, door het achterwege laten van op zichzelf van geringe betekeniszijnde wijzigingen in de constructie of uitvoering, een mogelijke besparing aan manuren enbouwtijd als het ware aan de neus voorbij gaat.De resultaten van de huidige studie wijzen dit overduidelijk uit. Er zijn in de betrokken va-rianten zowel verschillen in bouwtechnisch opzicht, als in zuiver uitvoeringstechnisch op-zicht opgenomen.Aangezien het doel van de studie was veel voorkomende variatie-mogelijkheden onderling tekunnen vergelijken, is uitgegaan van een compleet betonskelet van een uitgevoerd bouw-werk. Voor onderdelen van dit skelet, bestemd voor een kantoorgebouw van 6 bouwlagen,lang 79,50 m, breed 14 m, zijn een groot aantal varianten uitgewerkt. De algemene bestem-ming en indeling van het gebouw is hierdoor niet aangetast. Van elk van de varianten zijnuitvoerige berekeningen gemaakt van de arbeidseconomie en de vergelijkbare totaalkosten.Een speciale werkgroep, samengesteld uit medewerkers van de bedrijfsbureau's van eenaantal aannemersbedrijven, heeft onder auspici?n van Commissie E 1 en de Stichting Ar-beidstechnisch Onderzoek Bouwnijverheid te Utrecht, de hoofdbijdrage geleverd aan de on-derhavige studie.Alvorens de resultaten van het onderzoek te behandelen, wordt het nuttig geacht in dit ge-deelte een beknopte beschouwing te geven van een aantal belangrijke begrippen op hetgebied van de arbeidsstudie en organisatiekunde. Hierdoor worden de werkmethoden en deachtergronden van de studie wellicht duidelijker belicht.Cement XX (1968) nr.3 112De bouwkosten in relatie tot het produktiesysteemHet is duidelijk dat, voor het tot zijn recht komen van een re?le economische vergelijkingtussen twee varianten van een skeletconstructie, de verschillen in bouwkosten en manurenmoeten worden bepaald op basis van dat produktiesysteem, dat voor elk van de variantenhet meest doeltreffend is. Het produktiesysteem bevat in dit verband het geheel aan or-ganisatiemaatregelen, gebonden aan de toegepaste bouwmethode, waarbij een zekere her-haling van gelijksoortige bouwonderdelen voorkomt (zgn. repeterend werk).Met de hiervoor genoemde doeltreffendheid wordt dan bedoeld, dat hierbij het produktie-systeem z? is ingericht, dat een zo gunstig mogelijke werkverdeling wordt toegepast, zo-danig dat de som van loonkosten, materieelkosten en kosten ten behoeve van de bedrijfs-voering zo laag mogelijk is.De materiaalkosten hebben als onderdeel van de bouwkosten geen belangrijke invloed ophet produktiesysteem of omgekeerd, indien men althans ervan uitgaat, dat men vergelijkin-gen trekt tussen betonskeletten met eenzelfde constructiemethode.De vier cursief gedrukte kostenonderdelen vormen tezamen het totale begrip bouwkosten.Om nu het verband van de drie eerste kostenonderdelen met het produktiesysteem duidelijkte maken, volgt hieronder een beknopte nadere beschouwing.LoonkostenDeze worden bepaald door:het aantal te verwachten manuren en voorts de loonkosten per manuur.Indien men conjuncturele invloeden buiten beschouwing laat, is in dit verband alleen de eer-ste factor van belang. Het aantal te verwachten manuren kan worden bepaald door zgn. tijd-normen. Deze zijn vastgesteld door tijdmetingen van handelingen onder bepaalde werkom-standigheden. De gevonden meettijd wordt dan nog gecorrigeerd door het in rekeningbrengen van enerzijds verliezen door onderbrekingen of verstoringen (o.m. persoonlijkeverzorging, aanloop/afloopverliezen e.d.) en anderzijds het te verwachten nuttige effect vaneen bepaalde routine-vorming bij zich herhalende werkonderdelen.De genoemde routine-vorming leidt tot een daling van de arbeidskosten. Bij industri?le pro-duktie-technieken verloopt deze daling, volgens metingen, logaritmisch (zgn. afloopkromme).De aldus bepaalde gemiddelde vermindering van de arbeidstijd (zgn. regressiefactor) be-draagt dan 0,80. Dat wil zeggen dat een arbeidsbesparing van 20% optreedt bij een ver-dubbeling van het aantal produktie-eenheden.Bij metingen inzake het routine-effect in de bouw, o.m. voor bekistingswerk, stelwerk e.d.,bleek een gemiddelde regressiefactor van 0,85 haalbaar. Het zal duidelijk zijn dat deze re-gressie-factor zal toenemen (en de invloed van de routine afnemen), naarmate de handelin-gen meer machine-gebonden zijn.De aldus bepaalde tijdnormen berusten op gemiddelde -waarnemingen, waaruit per eenheid,bijv. m2bekisting, de arbeidstijd zou kunnen worden vastgesteld. Vooral in de utiliteitsbouwis een dergelijke gebruikmaking van deze gegevens voor niet strikt gelijke bouwprojectenzeer gevaarlijk en leidt bij geringe uitv?eringsverschillen al tot grote onzuiverheden.Een meer verantwoorde methode verkrijgt men echter, en op basis hiervan zijn de arbeids-tijden van de bij de studie betrokken varianten ook bepaald, door de per invloedsfactor inde praktijk waargenomen en statistisch verwerkte waarden tot synthesen te combineren.Dat wil zeggen: de handeling van een werkstuk z? uiteen te rafelen en hiervoor tijdwaardenvast te stellen, dat voor elk individueel geval de juiste arbeidstijd kan worden bepaald.Als voorbeeld kan op laatstgenoemde wijze worden berekend dat het stellen van een bekis-ting voor een kolom, met doorsnede 20 ? 30 cm2, een arbeidstijd van 0,87 mu/m2bekistingvergt, terwijl dit voor een kolomdoorsnede van bijv. 35 ? 70 cm20,42 mu/m2bekisting is.Het stellen van beide kolommen is dus praktisch even duur. Hieruit blijkt wel overduidelijk,dat het toepassen van eenheidsarbeidstijden vrijelijk ge?xtrapoleerd per m2of per stuk e.d.,enorm gevaarlijk is.Nacalculatie-waarden kunnen alleen verantwoord worden gehanteerd, indien de formulerin-gen z? zijn dat een nauwkeurige aanpassingsberekening mogelijk is.MaterieelkostenHet gebruik van machines en andere arbeidsbesparende hulpmiddelen neemt ook ?n debouw op overrompelende wijze toe. Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat het aannemers-bedrijf van karakter verandert. De aanzienlijke toename van de investeringen maakt het aan-nemersbedrijf kapitaalintensiever, met als gevolg dat de factor tijd een steeds grotere rolgaat spelen en er hogere eisen aan de organisatie van het bedrijf moeten worden gesteld.De materieelkosten kunnen worden verdeeld in twee groepen, enerzijds louter gebonden aande gebruiksduur (bouwtijd), anderzijds afhankelijk van het object:? huurtarieven,. bouwtijd-gebonden: j bedieningskosten;transporten,montaqe/demontagekosten,. object-gebonden: raties,energiekosten.De object-gebonden kosten zijn bij de vergelijkingen buiten beschouwing gelaten, daar magworden aangenomen dat het materieel-pakket hierbij nagenoeg niet wijzigt. Verschillen inbouwtijd daarentegen zijn wel belangrijk voor de materieelkosten.Cement XX (1968) nr. 3 113*Zie bijv. de richtwaarden voor huurtarieven?n het NIVAG-handboek: 'Kostennormenvoor aannemersmaterieel'; uitgave SamsomN.V., 2e druk 1967Kosten ten behoeve van de bedrijfsvoeringDeze kosten kunnen worden verdeeld in:? de directe kosten van het vaste personeel op het werk, zoals uitvoerder, bediening;? andere directe kosten, zoals verzekeringen, renteverlies telefoonkosten, consumpties e.d.;? indirecte kosten, zoals algemene bedrijfs- en kantoorkosten, ondernemingsbeloning (winst)en bedrijfsrisico.Alle bovengenoemde kosten-onderdelen kunnen als bouwtijd-gebonden worden beschouwd,ook de ondernemingsbeloning en het bedrijfsrisico, daar het risico zich recht evenredig, of-wel het indexcijfer van de ondernemingsbeloning zich omgekeerd evenredig tot de bouwtijdverhoudt.Een en ander wil zeggen dat voor gelijksoortig werk de bouwtijd de belangrijkste bepalen-de factor is van deze kostenelementen. Indien men de bouwtijd-gebonden kosten per tijds-eenheid kan vaststellen *), is het mogelijk bij het afwegen van zowel uitvoeringstechnischeals bouwtechnische alternatieve oplossingen, waarvoor ook de bouwtijd varieert, hiermederekening te houden.Factoren die mede de kostenonderdelen be?nvloedenVoor de bepaling van de hiervoor genoemde kostenonderdelen zijn een aantal invloeden vanessentieel belang bij het op de meest doeltreffende wijze bepalen van het produktiesysteem.Serie-produktieZonder regelmatige herhalingen is de uitvoering van een bouwproject bijzonder kostbaar.Zeker bij een betonskelet speelt de serie-produktie, mogelijk door regelmatige herhalingenin het ontwerp te brengen, een zeer belangrijke rol. Niet alleen is hierdoor een bepaalderoutinevorming mogelijk, die manuren besparend werkt, maar vooral wordt hierdoor eenvlotte en ononderbroken 'arbeidsgang' van de diverse ploegen arbeiders bevorderd. Mentracht dan nl. de organisatie te laten verlopen volgens het principe van de constante stroom.Bij het opstellen van een werkregeling voor serie-produktie volgens het principe van deconstante stroom, streeft men er naar diverse arbeidsploegen bepaalde taken te geven endeze taken te doen continueren.De constante stroom ontstaat, doordat alle te verrichten werkzaamheden in een bepaaldetechnische volgorde met dezelfde bouwsnelheid worden uitgevoerd. Het werkgebied vanbijv. timmerlieden die de kolommen stellen, verplaatst zich dus met dezelfde snelheid alsdat van de stellers van de ondersteuningsconstructie, dan wel de balk- of vloerbekisting,enz., enz.De tijd die een ploeg voor een bepaalde bewerking nodig heeft om ??n eenheid - bijv. eenverdieping - af te werken, wordt de procestijd van die ploeg genoemd.De procestijd, uitgedrukt in dagen, is:benodigde manuren van de bewerkingaantal man X werkuren per dagDe bewerking met de langste procestijd is bepalend voor de bouwsnelheid van alle elkaaropvolgende bewerkingen; de maatgevende procestijd wordt de bouwcyclustijd genoemd.Een juiste bepaling van de bouwcyclustijd is van groot belang, omdat de bouwtijd en hetuiteindelijke aantal manuren hierdoor in hoge mate wordt be?nvloed.Anderzijds wordt de bouwcyclustijd ook bepaald door de tijdsintervallen tussen de opeen-volgende bewerkingen (Voor de verklaring van het begrip tijdsinterval zie fig. 1.). Desommatie van deze intervallen tot aan het storten van de vloer of het vloergedeelte, geeftnl. ook aan wanneer met de eerste bewerking op een bovenliggende bouwlaag weer kanworden aangevangen.In de in figuur 2 en 3 gegeven principe produktie-schema's voor een betonskelet wordt eenen ander verduidelijkt. De bouwtijd is het totaal van de intervallen voor de eerste stort +het aantal bouwcyclustijden.Schema a (fig. 2) geeft een situatie aan, waarbij de maatgevende bouwcyclustijd bepaaldis door de sommatie van de tijdsintervallen tussen de bewerkingen tot het storten van devloer, plus de stortperiode; de langste procestijd van de bewerkingen is hierbij dus nietmaatgevend.2Produktie-schema aCement XX (1968) nr.3 1143Produktie-schema bSchema b (fig. 3) geeft een situatie aan, waarbij de maatgevende bouwcyclustijd bepaald isdoor de langste procestijd van de bewerkingen; in dit geval is de sommatie van de tijds-intervallen tussen de bewerkingen tot het storten van het vloergedeelte, plus de stortduurhiervan, gelijk aan de langste procestijd.Uit beide schema's blijkt duidelijk dat het nut van serie-produktie slechts dan ten volletot zijn recht komt, indien men de continu?teit van schema b heeft bereikt. Deze situatie kanmen bereiken door een eenheid (bouwlaag) in voldoende secties uit te voeren, zodat hettijdsinterval tot aan de eerste vloerstort beperkt wordt; met andere woorden men moet vol-doende stortnaden maken *).Daar de procestijden van de verschillende ploegen die de opeenvolgende bewerkingen uit-voeren, niet gelijk zijn, zullen altijd zgn. ploegafstemveriiezen optreden. Bij onregelmatighe-den in de constructie zijn deze noodgedwongen nog groter. Bij het geanalyseerde produktie-systeem kunnen de ploegafstemveriiezen worden berekend en in procenten van de manurenworden uitgedrukt.Diverse arbeidsbesparende en bouwtijd verkortende maatregelenBehalve de in het voorgaande genoemde stortnaden, waardoor men een betere continueringvan de produktie kan bereiken, zijn nog een aantal andere maatregelen te treffen om tot eennog verdergaande besparing van loonkosten en bouwtijd, en dus tijdgebonden kosten, te ge-raken. Gedoeld wordt op bepaalde uitvoeringstechnische maatregelen, zoals:1.toepassen van geprefabriceerde wapening;2. toepassen van arbeidsbesparende bekistingen;3. toepassen van middelen ter versnelling van de betonverharding.In het algemeen hebben deze maatregelen de in tabel 1 (blz. 110) gegeven kostenconse-quenties.Of men al dan niet zal besluiten tot het toepassen van arbeidsbesparende en/of bouwtijd-verkortende maatregelen, hangt af van het economisch effect, zowel voor het bouwbedrijfals voor de opdrachtgever. Hiervoor zijn uiteraard geen algemene regels te stellen, omdatde specifieke mogelijkheden van het object en van het bouwbedrijf, alsmede het inzicht vande bouwdirectie en de belangen van de opdrachtgever van geval tot geval vari?ren.VerletHet verlet ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden vormt bij de uitvoering van eenbouwwerk een factor waar terdege rekening mee moet worden gehouden. Zowel de tijdge-bonden kosten ten gevolge van een verlenging van de bouwtijd, als de loonkosten wordenhierdoor ongunstig be?nvloed. Er worden weliswaar ernstige pogingen ondernomen om ookvoor het bouwproces 'standard conditions' te cre?ren, maar vooralsnog geschiedt dit op vrijbeperkte schaal en het is nog de vraag of het in alle gevallen technisch mogelijk en econo-misch verantwoord is.4Door het toepassen van stortnadenwordt het gebouw uitgevoerd in etappen,waardoor de bouwtijd aanmerkelijkkan worden verkort*Stortnaden dient men niet te verwarren metdilitatie-voegen; uiteraard kan een dilitatie-voeg in dit verband ook als 'stortnaad' fun-geren.Cement XX (1968) nr. 3 115Tabel IKostenconsequenties als gevolg vanbepaalde uitvoeringstechnische maat-regelenmaatregel loonkosten tijdgebondenkostenmateriaalkosten materieelkostengeprefabriceerdewapening?vlechtwerkontbreekt?kortere bouwtijddoor kleinereintervallen+duurdere aankoopwapeningskorvenen -nettenarbeidsbesparendebekisting?eenvoudigebehandelingvan debekisting?kortere bouwtijddoor kleinereintervallenen korterebouwcyclustijd+hogereafschrijvingvan bekisting;huur duremachinesversneldebetonverharding?kortere bouwtijddoor kleinereintervallen+duurdere cement+huur apparatuurvoor versneldeverharding5Toepassing van geprefabriceerdebekistingsonderdelen leidt tot eenvou-digere behandeling van de bekisting,kortere bouwtijd, maar ook meestaltot hogere afschrijvingskosten.6De materieelkosten, waarondertransportinstallaties, vormen in hethuidige bouwbedrijf een aanzienlijkdeel van het totale kostenpakket Eenzo kort mogelijke bouwtijd en eengoede doorstroming van de werken zijnin verband hiermee gebodenEr zijn prognose-gegevens, waaruit voor elke kalendermaand de verschillende, gemiddeld teverwachten verletdagen door diverse omstandigheden zijn af te lezen. Hieruit blijkt dat hetaantal resterende werkbare dagen voor bijv. ruwbouw bij hoge gebouwen, waarbij een bouw-kraan wordt gebruikt, varieert van 9,5 werkbare dagen in januari tot 20 werkbare dagen injuni. Het totale aantal beschikbare werkbare dagen per jaar bedraagt voor de genoemdewerksituatie 191.Betonskelet-bouw dient veel te geschieden onder bovengenoemde omstandigheden, zodathet voor individuele gevallen belangrijk is:a. na te gaan of het begintijdstip van het betonwerk invloed heeft op de verletkosten;b. na te gaan of verletbestrijdingsmaatregelen economisch verantwoord zijn.a. Begintijdstip van het betonwerkHet sterk uiteenlopen van het aantal werkbare dagen per kalendermaand heeft tot gevolg,dat, indien voor een bepaalde werksituatie het aantal benodigde werkbare dagen afwijkt vanhet aantal beschikbare werkbare dagen per jaar (of een veelvoud daarvan), de keuze van hetbegintijdstip van invloed is op de bouwtijd. Met andere woorden: indien een open ruwbouwmet kraan 191 of n ? 191 werkbare dagen zal vergen, heeft het begintijdstip geen invloed opde bouwtijd, leder ander aantal benodigde werkbare dagen is echter wel van invloed op debouwtijd en daarmee op de bouwkosten.Dit verschijnsel wordt veroorzaakt doordat in het laatste geval meer gunstige, dan wel meerongunstige jaargetijden gedurende de bouwtijd kunnen voorkomen.Voorbeeld:Bij een werksituatie met zgn. 'open ruwbouw met kraan' en 140 benodigde werkbare dagen,zijn bij een begindatum van respectievelijk 1 maart of 1 november 34 of 41 kalenderwekennodig. Dit betekent dus een aanzienlijk verschil in bouwtijd (verhoging tijdgebonden kosten)en in loonkosten ten gevolge van de verschillende verletpercentages.Het zal duidelijk zijn, dat voor objecten met een korte bouwtijd de keuze van de aanvangs-datum procentueel van grotere invloed is op de bouwtijd, dan voor werken met een langebouwtijd. De absolute waarden van de kostenverhoging ten gevolge van een ongunstigekeuze blijven echter gelijk.b. VerletbestrijdingsmaatregelenDoor doeltreffende verletbestrijdingsmaatregelen kunnen de verletdagen aanzienlijk wordenteruggedrongen.Uit een berekening van de te verwachten kostenstijgingen, indien geen verletbestrijdings-maatregelen worden getroffen, kan worden nagegaan tot welk bedrag het verantwoord ?sverletbestrijdingsmaatregelen te treffen. In het algemeen dient, voorzover dit dus econo-misch verantwoord is, het verlet dat zowel de directe als de indirecte kosten en de omzetongunstig be?nvloedt en daardoor de bouwprijzen verhoogt, te worden bestreden door:? het verstrekken van goede regenkleding waarin inderdaad gewerkt kan worden;? het aanbrengen van een goede werkverlichting, bijv. 10 lux voor algemene verlichting en100 lux voor de werkplek;? de mogelijkheden van voorzieningen tegen vorstverlet te onderzoeken.Deze maatregelen dienen, willen zij doeltreffend zijn, ook voor de werknemers aanleiding tezijn om hun medewerking te verlenen.Menselijke tekortkomingenleder die bij de bouw is betrokken, dus de opdrachtgever, de bouwdirectie, de aannemer,leveranciers e.d., is mede bepalend voor het volledig tot zijn recht komen van een produktie-systeem. Elke tekortkoming, nalatigheid e.d. van de betrokkenen leidt tot verhoging van deoptimale kosten.Hei meest voorkomende gevolg is wel een verlenging van de bouwtijd en daardoor een toe-name van de tijdgebonden kosten.Cement XX (1968) nr.3 1167Een van de voorwaarden voor eengoed lopend werk is een ordelijkebouwplaats...8Verletbestrijding kan het meest doel-treffend worden aangepakt door eenvolledige overkapping; de vraag of dittechnisch mogelijk en economischverantwoord is, dient per geval teworden beoordeeld9Invloedsfactoren op de bouwkostenen de relatie bouwkosten-produktie-svsteemDeze bouwtijdverlenging wordt in de praktijk o.m. veroorzaakt door:? wijzigingen tijdens de uitvoering van het werk;? te late verstrekking van gegevens;? gebrekkige co?rdinatie tussen ontwerp en uitvoering;? persoonlijke inzichten van toezichthoudend personeel en uitvoerders, die de voorschriftente buiten gaan;? te late levering van bouwmaterialen en halffabrikaten;? slecht materieelbeheer in het aannemersbedrijf;? onvoldoende werkvoorbereiding door de uitvoerende instanties;? onvolkomenheden en fouten in de uitvoering;? onvoldoende beheersing van het produktieproces;? onvoldoende bereidheid tot het leveren van een redelijke prestatie door de werknemers,gepaard gaande met schaarste aan werkkrachten.De ervaring leert, dat enkele of meerdere van deze factoren dikwijls gelijktijdig optreden,met alle consequenties van dien op de bouwkosten.Door een goede bouwvoorbereiding en -begeleiding zal men moeten trachten zoveel moge-lijk de voornoemde ongunstige factoren te voorkomen.Samenvattend overzichtDe in het voorgaande beknopt behandelde invloedsfactoren op de bouwkosten en de relatiebouwkosten-produktiesysteem zijn samengevat in het overzicht, van fig. 9. Hierbij is er vanuitgegaan dat het produktiesysteem inherent is aan een bepaald bouwtechnisch alternatiefvoor een betonskeletconstructie. Voor elk alternatief of variant kan het meest doelmatigeproduktiesysteem worden berekend; ook kunnen tussen een reeks alternatieven van eenbetonskelet vergelijkingen worden getrokken en indices worden bepaald inzake de arbeids-intensiteit en de bouwkosten. Hierop zal in het tweede gedeelte van deze publikatie, in hetvolgende nummer van Cement, nader worden ingegaan.Cement XX (1968) nr.3 117
Reacties