Voorgespannen beton eninternationale samenwerkingDe geschiedenis van de F?d?ration Internationalede la Pr?contrainte (FIP)UD.C.00l.8(100):691.328.2Internationale samenwerking op het gebied van voorgespannen beton in FIP-verbandDeze maand, van 6 t/m 13 juni, wordt tePraag het 6de Internationale VoorgespannenBetoncongres van de FIP (F?d?ration Inter-nationale de la Pr?contrainte) gehouden. Ditcongres verdient onze volle aandacht, wantde betekenis ervan zal die van de voorgaan-de vijf congressen (1953, 1955, 1958, 1962 en1966) op z'n minst evenaren en hoogstwaar?schijnlijk overtreffen. Daar zijn verschillenderedenen voor te noemen.Aspecten van het 6de FIP-CongresVoor de eerste maal wordt een FIP-Congresgeorganiseerd door een Oosteuropees land.De recente gebeurtenissen in Tsjechoslowa-kije hebben uiteraard de realisatie van ditcongres enige tijd onzeker gemaakt. Het zager zelfs naar uit, dat de afspraken, die tij-dens het 5de FIP-Congres in 1966 te Parijswaren gemaakt, niet nagekomen kondenworden. Maar ondanks dit alles: het congresgaat door. Daarmee levert het een bijdrag.eaan de overbrugging, van de kloof tussenoost en west. En tegelijk is het een duidelijkvoorbeeld van de internationale samenwer-king die de FIP altijd heeft beoogd.Dit congres wordt benut voor de presentatievan de Internationale Beton-Richtlijnen CEB/FIP, die door het CEB (Comit? Europ?en duB?ton) en de FIP gezamenlijk zijn opgesteld.Over de totstandkoming van deze Richtlij-nen, die zowel gewapend beton als voorge-spannen beton betreffen, is de laatste tijd inCement uitvoerig geschreven 11,2]*. In ditjuni-nummer (blz. 243-248) vinden wij het ar-tikel 'Aan de wieg van de CEB/FIP-Richtlij-nen' [3], waarin ir. J.Brakel ons op de hoogtebrengt van de laatste stand van zaken. Aanhet begin.yan zijn artikel onderstreept hij debetekenis van het 6de FIP-Congres voor deverbreiding van de Internationale Beton-Richtlijnen CEB/HP.De presentatie van deze Richtlijnen, op 8juni te Praag, wordt terecht een 'historischegebeurtenis' genoemd, die aan het 6de FIP-Brug over de Tagliamento, bijPinzano (Itali?)foto: CembureauCement XXII (1970) nr.6Congres een bijzondere betekenis geeft.Want voor het eerst in de geschiedeniskrij-gen wij de beschikking over Beton-Richtlij-nen, die werkelijk internationaal, dat wil zeg-gen mondiaal zijn. In vele landen zullen zijrichtinggevend worden voor de nieuwe na-tionale betonvoorschriften, ook in ons land.Zoals uit het artikel van ir. Brakel valt op temaken, kleven er aan de nieuwe Richtlijnennog heel wat onvolkomenheden. Maar hoegroot hun aantal ook is, zij zullen niet onge-daan kunnen maken, dat er in de afgelopenjaren op betongebied een internationale een-heid is gegroeid, die op 8 juni te Praag een(voorlopig) hoogtepunt zal bereiken.Deze eenheid op internationaal niveau is inbelangrijke mate het resultaat van de nauwesamenwerking tussen twee internationale or-ganisaties: het CEB en de FIP. Een samen-werking die tijdens het 4de HP-Congres, in1962 te Rome en Napels, vaste vormen heeftgekregen.Het 6de FiP-Congres heeft overigens, even-als de voorafgaande vijf congressen, nogveel meer te bieden.Zo kan met veel belangstelling worden uitge-zien naar de speciale lezingen door achtvooraanstaande deskundigen: B. C. Gerwick(USA), Y. Guyon (Frankrijk), Chr. Ostenfeld(Denemarken), R.Baus (Belgi?), V.V. Mikhal-lov (USSR), F.Leonhardt (Duitse Bondsrepu-bliek), A.F. Milovanov (USSR) en V. Kristek(Tsjechoslowakije). Zij zullen allerlei nieuween bijgevolg interessante aspecten van hetvoorgespannen beton belichten.Dan zullen de sinds 1962 door de FIP inge-stelde commissies aan het woord komen omte rapporteren over de resultaten van hunactiviteiten in de afgelopen vier jaren.Vanzelfsprekend worden ook nu weer enkelezittingen gewijd aan 'Outstanding Structu-res'. Vertegenwoordigers van vele landenzullen over opmerkelijke voorgespannen be-tonconstructies vertellen, veelal aan de handvan talrijke dia's. Dergelijke zittingen zijnnogal vermoeiend door het overvolle pro-gramma. Maar constructeurs zullen zeldenzo'n unieke gelegenheid :krijgen om zich teori?nteren: in 10 ? 11 uur worden zij gecon-fronteerd met een uitgezochte verzamelingconstructies in voorgespannen beton.231In twee aparte technische bijeenkomsten, elkverdeeld in een Engels-, Frans- en Duitstali-ge groep, zullen diverse technische proble-men naar voren worden gebracht, zowel detheoretische en experimentele research alshet ontwerp en de uitvoering betreffend.Zulke bijeenkomsten werden nog niet eerdertijdens een FIP-Congres gehouden. Er zijndan ook reeds tientallen bijdragen aangekon-digd. Op de voorlaatste congresdag zullende voorzitters van de drie 'taal-groepen' eensamenvatting van de belangrijkste bijdrageng,even.Niet onvermeld mag blijven, dat onze land-genoot dr. ir. G. F.Janssonius- die overigensal bijna jaar hoofdredacteur van Cementis - in Praag met het presidentschap van deFIP zal worden belast, voor de jaren 1970-1974. Voor hemzelf is dat een even eervolleals moeilijke taak, die hij desondanks gaarneop zich neemt. En voor ons land is zijn be-noeming tot president van de F?d?ration In-ternationale de la Pr?contrainte een gebeur-tenis, waarvan de ware betekenis nauwelijkste schatten valt.Wat is de FIP?Het 6de FIP-Congres wordt dus erg belanq-rijk, in meerdere opzichten, daar behoevenwij niet aan te twijfelen. Maar wat weten wijeigenlijk van de internationale organisatie,die met de drie letters F, I en P wordt aan-geduid en die in feite ook voor dit congresverantwoordelijk is?Aan de F?d?ratlon Internationale de la Pr?-contrainte als zodanig blijkt in Cement nooitzoveel aandacht te zijn besteed. Weliswaarzijn van alle tot dusver gehouden FIP-Con-gressen uitvoerige verslagen opgenomen enwerden diverse congresrapporten alsmedeandere FIP-publikaties in extenso gepubli-ceerd. Maar aan de FIP zelf is feitelijk nooiteen beschouwing gewijd. Ook elders blijktdat niet te zijn gedaan. De geschiedenis vandeze internationale organisatie bleef tot dus-ver ongeschreven, waarschijnlijk omdat mendie altijd minder belangrijk vond dan hetgeendeze organisatie presteerde.*De tussen haakjes geplaatste cijfersverwijzen naar de litteratuur op blz. 238Gezien de verschillende aspecten van het6de FIP-Congres, die in het voorgaande zijngenoemd, is er thans reden genoeg om teproberen na te gaan, hoe de FIPis ontstaanen zich sedertdien heeft ontwikkeld, en wel-ke betekenis aan deze internationale organi-satie moet worden toegekend.De geschiedenis van de FIP valt uiteraardsamen met een belangrijk deel van de ge-schiedenis van het voorgespannen beton.Dat constructiemateriaal vormt immers hetenige interesse-onderwerp van de FIP. Hetenige, maar dan met bijna onnoemelijk veelfacetten. De ontwikkeling van het voorqe-spannen beton, in ieder geval de verbreidingvan de voorspantechniek, blijkt trouwenssterk te zijn bevorderd door het bestaan ende activiteiten van de FIP.Wie op zoek gaat naar de geboortedatumen -plaats van de FIP, komt terecht bij vrij-dag 29 augustus 1952 te Cambridge. Wantdaar is toen een bijeenkomst gehouden, dievolgens de betreffende notulen de 'JnauguraJMeeting of the lntemetionei Federation ofPrestressing' was, omdat toen de FIP is op-gericht.De vorming van die internationale federatieis niet geheel onverwachts gekomen. Menhad daar in voorgaande jaren al dikwijls opaangedrongen, vooral vanuit ons land, maarde realisatie ervan was nog achterwege ge-bleven. De behoefte aan internationale sa-menwerking ontstond trouwens in dezelfdetijd, dat binnen enkele landen afzonderlijkde samenwerkingsgedachte op het gebiedvan de. voorspanning zich uitkristalliseerde.Een en ander hangt natuurlijk nauw samenmet het feit, dat na 1944/1945 in de West-europese landen het constructiemateriaaivoorqespannen beton aan een sprongsge-wijzeontwikkeling begon, die zelfs nu nogniet ge?indigd schijnt te zijn. De principesvan de voorspanning waren toen al bijnatwintig jaar tevoren 'ontdekt' en sedertdienhier en daar in praktijk gebracht. De tweedewereldoorlog had echter ook hier stagne-rendgewerkt, en dat gold zowel voor deverdere ontwikkeling van de voorspantech-niek als voor de internationale contacten opbetongebied. Maar na de volledige bevrij-ding van West-Europa, in de jaren van we-deropbouwen opnieuw beginnen, heeft hetvoorgespannen beton evenals de internatio-nale samenwerking een' extra stimulans eneen bijzonder goede voedingsbodem gekre-gen.Nationale activiteitenIn Frenkrijk, het 'geboorteland' van het voor-gespannen beton, was enkele jaren tevorendoor de Entreprises Campenon-Bemard op-gericht de STUP (Soci?t? Technique pourl'Utilisation de la Pr?contrainte). Dit bureauzou in binnen- en buitenland de voorspan-gedachte moeten uitdragen, met name de'proc?d?s Freyssinet'. Vandaar dat Eug?neFreyssinet, de feitelijke 'uitvinder' van hetvoorgespannen beton, er adviseur van werd.Direct na de oorlog zijn in dat land de nual klassiek geworden voorgespannen beton-constructiesuitgevoerd [4], zoals de brugCement XXII (1970) nr.6te Bourg d'Oisans en die te Luzancy (1946),dan de andere 5 Marne-bruggen [5], de wa-terreservoirs van Orl?ans [6], de spoorweg-overkluizing te Houen, het nieuwe haven-station van Le Havre, de kademuren te Bresten de vliegveldverhardingen op Orly. AIdeze projecten zijn sedertdien tientallenmalen beschreven en door honderden tech-nici uit binnen- en buitenland bezocht. Daar-door hebben zij enorm veel bijgedragen aande ontwikkeling en toepassing van het voor-gespannen beton, in Frankrijk evenals in.vele andere landen.Door de STUP werden al spoedig over degehele wereld agentschappen gevestigd. Inons land kreeg irJJ.B.J.J.80uvy reeds op1 januari 1947 de offici?le vertegenwoordi-ging: STUP Agence g?n?rale pour les Pays-Bas, waaruit het Ingenieurs Bureau voorIndustrie Service (IBIS) is voortgekomen.Door de zgn. Freyssinet-organisatie zijn der-halve in een vroeg stadium diverse inter-nationale contacten ontstaan.In Belgi? had prof.Gustave Magnel, die eerstniet alleen de voorspangedachte maar ookhet voorspansysteem van Freysslnet aan-hing, tijdens de laatste oorlogsjaren zijneigen systeem ontwikkeld, dat onder denaam Blaton-Magnel bekend is geworden[7]. Ook volgens dit systeem kwamen wel-dra diverse voorgespannen betonconstruc-ties tot stand, in Belgi? evenzeer als inandere landen. In ons land werd de aan-nemingsmaatschappij Dura N.V. eind 1947licentiehoudster. De verbreiding van hetsysteem Blaton-Magnel heeft eveneens totallerlei internationale contacten geleid.In Engeland zijn aanvankelijk alleen buiten-landse voorspansystemen toegepast,' voor-namelijk dat va), Freyssinet en dat vanBlaton-Magnel. Overigens was Dow-MacProducts al in 1943 begonnen met defabrlekmatlqe vervaardiging van voorge-spannen dwarsliggers, weldra met een jaar-produktie van een half miljoen.Voor de ontwikkelingen toepassing van devoorspantechniek is in dit land op 16december 1948 de Prestressed ConcreteDevelopment Group (PCDG) opgericht, dieals de eerste nationale voorspanverenigingdient te worden beschouwd. Tot voorzitterwerd benoemd Mr. A. Kirkwood-Dodds,managing director van de Pre-StreseedConcrete Comp. Ltd. (de STUP-vertegen-woordiging in Engeland), en tot secretarisMr.Philip Gooding van de Cement and Con-crete Association. De laatstgenoemde zaltoen nog niet hebben beseft, dat hij binnenenkele jaren ook in de internationale voor-span-organisatie een rol van betekenis zougaan spelen.Opmerkelijk is dat de PCDG bij de oprich-ting alleen de 'prestressed concrete in-dustry' vertegenwoordigde. De contactenmet overheidsdiensten en de 'lnstltutions'zijn pas daarna tot stand gekomen.Ook in Nederland werden aanvankelijk al-leen de systemen Freyssinet en Blaten-Magnel toegepast. De eerste projectenwaren: gebouw V & D te Heerlen [8-10], deondergrondse rijwielstalling/garage bij het232KLM-gebouw te 's-Gravenhage [11] en dehavenloodsen van de Holland-Amerika-Lijnte Rotterdam [12].De industri?le vervaardiging van voorge-spannen beton begon officieel op 24 novem-ber 1948, toen de N.V. Nederlandse Span-beton Maatschappij werd opgericht, in eer-ste instantie voor de fabricage van eengroot aantal elektrifikatieportalen voor deN.S. [13].Niet onvermeld mag blijven dat reeds in hetnajaar van 1950 het boek 'VoorgespannenBeton' verscheen, geschreven door ir.A.S.G.Bruggeling, met medewerking van irJ.A.H.Hartmann en irJ.C.Meischke. Dit werd h?tNederlandse handboek betreffende voorge-spannen beton, dat - na een uitgebreideherdruk in 1953 -is uitgegroeid tot eengeheel nieuw en veel uitgebreider hand-boek 'Theorie en praktijk van het voorge-spannen beton', waarvan de twee delen in1963 zijn verschenen [14].In de jaren 1948 en 1949 begon dus ook inons land de voorspantechniek tot ontwikke-ling te komen. Het aantal projecten wasnog beperkt, maar het enthousiasme van debetrokkenen was enorm groot. De kring vangeinteresseerden was vrij klein en daardoorkende men elkaar allemaal. Men besprakmet elkaar de moeilijkheden, ondervondenbij het ontwerp of de uitvoering van eenvoorgespannen betonconstructie. Er warenderhalve voldoende onderlinge contacten,veelal omdat werd samengewerkt aan eenzelfde project. Maar op een gegeven mo-ment werd het toch noodzakelijk gevondenom aan die contacten een zekere vorm tegeven. Dit heeft geleid tot de oprichting, op11 mei 1949, van de STUVO: Studievereni-ging tot. ontWikkeling van het Voorgespan-nen beton. Daar is nog een voorbesprekingaan voorafgegaan, op 8 april, waarvoor ir.Bouvy het initiatief had genomen.Bij de oprichtingsvergadering telde deStuvo13 leden, niet zo erg veel dus, maar infeite was 'iedereen' erbij. Ondanks dat be-perkte aantal omvatte de Stuvo vanaf heteerste begin vertegenwoordigers van over-heid en aannemerij, van ingenieursbureausen de industrie. Dat was dus direct andersdan bij de kort tevoren in Engeland opge-richte Prestressed Concrete DevelopmentGroup, Opgemerkt moet worden, dat er bijde Stuvo nooit sprake is geweest van of-fici?le vertegenwoordigingen; het ging altijdom persoonlijke lidmaatschappen.Tijdens de oprichting werd ir.Hartmann totvoorzitter benoemd, en ir.Bruggeling totsecretaris.Aldus ontstond een vereniging, momenteelmet bijna honderd leden, die zich al directkenmerkte door de openhartigheid waarmeede discussies werden gevoerd. Dit zal inhoge mate zijn bevorderd doordat de Stuvo-bijeenkomsten van oudsher in de avond-uren worden gehouden: men neemt eraandeel in zijn eigen tijd.Dat de Stuvo reeds binnen enkele jareneen zeker gezag bezat, blijkt uit de erken-ning van de in 1951 verschenen Stuvo-Hlcht-lijnen: Richtlijnen voor de toelaatbare span-ningen en de velllqheldsco?fflcl?nt bij con-structies in voorgespannen beton. Dezerichtlijnen hebben via enige herdrukken enherzieningen geleid tot de huidige RVB.1967 (Richtlijnen voor Voorgespannen Be-ton).Omstreeks dezelfde tijd heeft de Stuvosamen met de Bond voor Materialenkennisde 'Commissie Betonstaal' opgericht, die in1952 een CUR-commissie is geworden. Deactiviteiten daarvan hebben in het voorjaarvan 1955 de Voorlopige Keuringsvoorschrif-ten voor hoogwaardig staal voor voorge-spannen beton opgeleverd. Dit zijn de voor-lopers van de huidige K.V.S. 1962 (Keurlnqs-voorschriften Voorspanstaal), terwijl ook deCertificatencommissie 'Voorspanstaal' hier-mee in verband staat.Toen in ons land de Stuvo tot stand kwam,werd ook in Frankrijk een voorspanvereni-ging opgericht: Association Scientifique dela Pr?contrainte (ASP).Internationale activiteitenHet eerste internationale congres waar ookhet onderwerp 'voorgespannen beton' tersprake is gekomen, was zonder twijfel het2de AIPC-Congres (Association Internatio-nale des Ponts et Charpentes), van 1 tlm11 oktober 1936 te Berlijn en M?nchenqe-houden [15]. Een rapport van Freyssinet envooral een van prof.Dischingeruit Berlijnhebben toen de aandacht gevestigd op devoorspantechniek. Als zodanig zou dit con-gres jarenlang het enige blijven, want detweede wereldoorlog kwam ook hier eenhiaat cre?ren.Ook na de oorlog was het allereerst eenAIPC-Congres, waar op internationaal ni-veau het voorgespannen beton aan de ordeis gesteld: het 3de AIPC-Congres, van 13tlm 18 september 1948 te Luik [16].De 'tweeslachtigheid' van de AIPC - im-mers: staal ?n beton - zal er niet vreemdaan geweest zijn, dat weldra plannen wer-den gesmeed om te komen tot een inter-nationaal congres uitsluitend gewijd aanvoorgespannen beton. Dergelijke plannen.ontstonden bij de STUP te Parijs en der-halve ook binnen de zgn. Freyssinet-organi-satle, die zich toen al over een aantal lan-den uitstrekte.Na de reeds genoemde oprichting van deFranse voorspanvereniging ASP, in mei1949, werd de organisatie van het beoogdecongres door die vereniging overgenomen.Aldus ontstond het Eerste InternationaleVoorgespannen Betoncongres van de ASP,dat van 27 tlm 29 juni 1949 te Parijs isgehouden [17]. Deze Journ?es internatio-nales de la Pr?contrainte hebben een zeergroot aantal ge?nteresseerden aangetrokken:480, waarvan 210 buiten Frankrijk afkomstig,onder wie ca. 15 Nederlanders.Dat eerste ASP-Congres omvatte niet alleenvoordrachten (door o.a. Freyssinet), maarook een excursie naar een aantal opmerke-lijke voorgespannen betonconstructies [4-6].Tijdens een van de discussies gaf ir.Bouvyeen overzicht van de stand van zaken in onsland.Cement XXII (1970) nr. 6Kennelllkpes?muleerd door het succes vanhet eerste congres, heeft de ASP niet ge-aarzeld om ruim een jaar later weer zo'ncongres te organiseren: het Tweede ASP-Congres, dat van 16 tlm 18 oktober 1950te Parijs, Rouen en Le Havre is gehouden[18-19]. Dit congres telde ruim 550 deel-nemers, waarvan 'slechts' 175 uit Frankrijkafkomstig. De rest, onder wie 36 Neder-landers,bestond uit 18 verschillende natio-naliteiten.Tijdens de openingszitting hield de 71-jarigeFreyssinet een lezing over 'Le r?le et l'Im-portance des d?formatlons non ?lastiquesdu b?ton pr?contralnt', waarin wij ook zijnbasis-theorie terugvinden. Dit congres kreegeveneens een extra dimensie door de ex-cursies, waarmee de werkzittingen werdenafgewisseld.In een van die werkzittingen sprakdr.ir.A.M.Haas over proefbelastingen en overhet verband tussen scheurbelasting en nut-tige belasting. Ir.Bruggeling presteerde hetom -als enige - de dimensionering vanvoorgespannen betonconstructies te behan-delen, met gebruikmaking van tabellen,zoalsdie enkele maanden later in zijn boek 'Voor-gespannen Beton' zouden komen.Deze sprekers werden voorafgegaan doorlr.Bouvy, die tot taak had om te rapporterenover recente Nederlandse toepassingen enover de Stuvo-activiteiten. Maar alvorensdit te doen, stelde hij iets aan de orde datkennelijk ook al tijdens het Eerste ASP-Congres ter sprake was gekomen. Het gingnamelijk over de verwezenlijking van inter-nationale samenwerking op het gebied vanhet voorgespannen beton.Toen dit onderwerp op het vorige congresin 1949 aan de orde kwam, werd - aldusir.Bouvy - besloten dat de ASP hierin ZOUbemiddelen. De afgelopen 16 maanden heb-ben ons, d.w.z. de Stuvo, geleerd dat inter-nationale relaties op een andere wijze totstand moeten komen. ASP is nu nogonafhankelijk - zo vervolgde lr.Bouvy maarhet. is best mogelijk dat deze verenigingwordt opgenomen in de AIPC. De Neder-landse Stuvo daarentegen is, als onderdeelvan de Betonvereniging, geheel' onafhanke-lijk. In Engeland moet een soortgelijke voor-spanvereniging bestaan, de PCDG.Naar de mening van de Stuvo aldus nogsteeds ir.Bouvy - is thans de tijd gekomenom een internationale organisatie op te rich-ten voor de ontwikkeling van het voorge-spannen beton. In een dergelijke organisatiezullen de ASP, de PCDG, de Stuvo en an-dere voorspangroepen zich kunnen vereni-gen. Wij verzoeken u deze gedachte in over-weging te willen nemen en wij hopen daterin de slotzitting een definitieve beslissingzal worden genomen.Blijkens het congresverslag [18]. waarin ookde genoemde lezingen staan, heeft de voor-zitter van de betreffende werkzitting ditzeer duidelijke Nederlandse voorstel ver-wezen naar de ledenvergadering van deASP, die dezelfde dag zou worden ge-houden.Eveneens volgens het genoemde verslag233heeft die vergadering, onder voorzitterschapvan Freyssinet, uitvoerig over dat voorstelgesproken. Toen is reeds de naam 'F?ti?re-tion Internationale de la Pr?contrainte' ge-bruikt. Aan die vergadering is ook deelge-nomen door enkele buitenlanders, niet alleenir.Bruggeling, secretaris van de Stuvo, enMr.Gooding, secretaris van de EngelsePCDG, maar ook door vertegenwoordigersvan de Italiaanse en Spaanse voorspanver-enigingen.AI deze buitenlanders hebben enthousiastgepleit voor de oprichting vaneen interna-tionale organisatie. enthousiasme sloegover op de ASP-Ieden en toen werd (op-nieuw?) besloten dat de ASP eraan ZOUbeginnen. Daartoe zou het ASP-secretariaatcontact opnemen met de reeds bestaandezusterverenigingen in het bultenland.De op te richten organisatie, of beter: fede-ratie, die gevestigd zou worden te Parijs(28, Boulevard Raspail, het adres van deASP), zou de volgende doelstellingen moe-ten krijgen:onderling contact van de aangeslotengroepen mogelijk makende oprichting van voorspangroepen bevor-deren- het verzamelen en documenteren vanwetenschappelijke en technische informa-ties- uitwlsselinq van inzichten betreffende we-tenschappelijke en technische problemen,voornamelijk door het organiseren vanconferenties en congressenhet uitgeven van een officieel tijdschrift.De basis was kennelijk gelegd, maar datbleek niet voldoende om nu maar direct tebeginnen aan het optrekken van het FIP-gebouw, d.w.Z. aan de oprichting van eeninternationale organisatie. De toenmaligeStuvo-voorzltter, ir.Hartmann, moet dat alaanstonds hebben begrepen, want in zijnartikel over het 2de ASP-Congres staat:'Ook werd door hem (d.i. ir.Bouvy) een vormvan internationale samenwerking voorge-steld, een onderwerp waarvoor van Fransezijd? vooralsnog weinig belangstelling be-staat [19].Ook het daarna volgende jaar, 1951, kenteen Internationaal Voorgespannen Beton-congres. Het is het Internationaal Congresvoor Spanbeton van de AlG, dat van 9 tlm13 september 1951 te Gent is gehouden,ter viering van het 75-jarig bestaan van deAlG (Algemene Vereniging der Ingenieurs uitde bijzondere scholen te Gent) [20].En ook dit congres trekt honderden deel-nemers, uit 22 verschillende landen. In veelsterkere mate dan bij de twee ASP-congres-sen vinden wij in de lijst van rapporteurs denamen van hen die in de'voorspanwereld'zo bekend zijn geworden: Abeles, Bjuggren,Freyssinet, Gifford, Guyon, Kelopuu, Lipski,Louis, Magnel, Moenaert, Ostenfeld, Ries-sauw, Rinaldi, Vandepitte, Worontzoff, Xer-cavins en vele anderen.De Nederlandse bijdragen zijn afkomstig vandr. Haas (proefbelastingen op Schiphol en teEmmen), ir.Hartmann (de veiligheid van voor-gespannen betonconstructies) [21], ir.G. Baar(hoge temperaturen en voorgespannen be-ton) [10] en ir. Bruggeling (de werkzaamhe-den van de Stuvo) [22].Van de laatstgenoemde bijdrage dienen deslot-alinea's in deze beschouwing geciteerdte worden, omdat zij zo duidelijk tot uitdruk-king brengen dat er ook toen weer in onsland naar internationale samenwerking werdgestreefd. Die alinea's luiden als volgt:'De door de Stuvo in overleg met andereningestelde commissie Betonstaal zal dezeproblemen (betreffende de keuring en hetonderzoek van voorspanstaal) alleen kunnenoplossen door internationale samenwerkingmet de in andere landen bestaande commis-sies en de industrie' en'Alleen door gezamenl?ke krachtsinspanningkan het ons gelukken alle problemen betref-fende het voorgespannen beton op te lossen.Indien deze problemen internationaal zullenworden aangepakt, is de $tuvo gaarne be-reid haar steentje bij te dragen'.Wie dit nog eens leest, zal pas goed begrij-pen waarom ruim 18 jaar later prof. Brugge-lings oratie de titel 'Samenwerking als uit-gangspunt' heeft gekregen.In de slotzitting van het AlG-Congres heeftFreyssinet (ongevraagd?) een opmerkelijkeverklaring afgelegd:'Ik zal waarschijnlijk voldoen aan de wensvan zekere congressisten door eraan te her-inneren dat de Assoclatlon Sclentlflque de laPr?contrainte met het stichten van een Inter-nationale Federatie :is belast. Een eerstevergadering heeft reeds zes maanden gele-den plaatsgehad. Een tweede vergadering,naar wij hopen de stichtingsvergadering zaldeze winter te Parijs bijeengeroepen worden.Ik hoop dat alle nationale verenigingen, metinbegrip van de Belgische waarvan de heerProfessor Magnel voorzitter is van het voor-lopig comit?, afgevaardigden zullen sturen'.De 'geboorte' van de FIPInternationale samenwerking dus, ofwel eeninternationale federatie van voorspanvereni-gingen. Gezien zowel de besluiten als deASP-reacties tijdens de genoemde congres-sen van 1949, 1950 en 1951, had men kunnenverwachten dat de 'geboorte' van de FIP inParijs zou plaatshebben. Dat is echter nietgebeurd, misschien omdat men elders onge-duldig werd en niet langer wenste te wach-ten.De F?d?ration Internationale de la Precon-trainte (FIP) is immers te Cam bridge opge-richt, op 29 augustus 1952. Die plaats en dattijdstip zijn niet zo vreemd als men weet, datvan 25 augustus t/m 5 september het 4deA/PC-Congres is gehouden, te Cambridgeen Londen [23]. In de middaguren van diebewuste dag, toen het congresprogrammaexcursies voorschreef, zijn in een vergader-zaaltje van het Engineering Department ofthe University of Cambridge 13 personen bij-eengekomen, die 13 verschillende landenvertegenwoordigden: Bjuggren/Zweden, Bor-nemann/Duitsland, Goff/USA, Gooding/En-geland, Gyon/Frankrijk, Hartmann/Nederland,Jemson/Denemarken, Kelopuu/Finland, Levi/Itali?, Magnel/Belgi? en Zuid-Afrika, Nisuigi/Japan, Prernpaln/Frankrljk en Torroja/Spanje.Cement XXII (1970) nr.6Er waren dus twee Fransen, maar prof.Magnel vertegenwoordigde zowel Belgi? alsZuid-Afrika.Deze Inaugural Meeting was belegd door dePrestressed Concrete Development Group(PCDG), die het AIPC-Congres dankbaar be-nutte om nu eindelijk eens te komen tot eeninternationale organisatie betreffende voor-gespannen beton. De PCDG-secretaris, Mr.Gooding, had hierover al van tevoren metanderen contact gehad, o.a. met ir.Hartmann.Omdat de bijeenkomst in Engeland werd ge-houden en de PCDG de uitnodigingen hadverstuurd, werd Mr. Gooding aangewezen omdeze vergadering voor te zitten. Gezien detoen genomen beslissingen heeft hij dat ge-daan met dezelfde organisatorische, visionai-re, tactische en idealistische kwaliteiten,die hem later tot een sleutelfiguur in de FIPhebben gemaakt, ofschoon hij daarin nooitmeer het voorzltterschap heeft bekleed.Tijdens de oprichtingsbijeenkomst zijn deStatuten van de nieuwe internationale fede-ratie aanvaard, statuten die sedertdien geenwezenlijke veranderingen hebben ondergaan.Artikel 2 formuleert de volgende doelstellin-gen:- het leggen van een permanent contact tus-sen de aangesloten groepen- het bevorderen van de oprichting van voor-spangroepen in alle landen- het verzamelen van alle wetenschappel?ken technische gegevens, Om deze aan deaangesloten groepen te kunnen doorgeven- de uitwisseling van inzichten betreffendewetenschappel?k en technische voorspan-problemen, voomemetijic door het periodiekorganiseren van internationale congressen- het uitgeven doen uitgeven van een offi-cieel tijdschrift.Wij zien .hler een zeer grote overeenkomstmet de doelstelllnqen, die tijdens het 2deASP-Congres in 1950 zijn geformuleerd (zieblz. 233). De Fransman J.Prempain, in 1950al voorbestemd om secretaris te worden,kreeg nu opdracht om de FIP officieel te la-ten registreren, met Parijs als plaats van ves-tiging (9, Rue La P?rouse, Het adres van deChambre Syndicale N?tionale des Construc-teurs en Ciment Arm? et B?ton Pr?contraint).De toen aanvaarde Statuten gaven ook alonmiddellijk aan, hoe de organisatie-vormzou worden:- de FIP is een internationale 'federatie' vangroepen, die zich technisch of wetenschap-pel?k bezighouden met voorgespannen beton- in de General Assembly of Delegates ('le-denvergadering') zijn die groepen naar ratovertegenwoordigd- voor de Administrative Council ('algemeenbestuur) kan elke groep een vertegenwoor-diger eenwijzen en die wordt vice-presidentgenoemd- de Administrative Council benoemt hetExecutive Committee ('dagel?ks bestuur),bestaande uit: president, deputy general vice-president ('eerste vice-president'), een be-perkt aantal vice-presidents, algemeen se-cretaris en penningmeester.234De deelnemers aan de Inaugural Meetingkonden dus geen bestuur kiezen en daaromis er een Provisional Committee gevormd.Daarin kregen zitting: Bornemann, Gooding,Guyon, Hartmann, Kelopuu, Levi, Magnel,Prempain (secretaris) en Torroja.Aan het begin van de oprichtingsbijeenkomstheeft prof. Torroja namens de AIPC een ver-klaring afgelegd, die hier niet onvermeldmag blijven omdat er iets uit blijkt van demoeilijkheden bij de geboorte van de FIP. Hijzei namelijk, dat de AIPC had kennis geno-men van de plannen om de FIP op te richten.Daarom had men hem tot Technical Advisorbenoemd, met het verzoek de AIPC in de FIPte willen vertegenwoordigen. Verder hadmen hem gevraagd aan de nieuwe federatiemee te delen, dat de AIPC zich het volsterecht voorbehield om zich met voorgespan-nen beton te blijven bezighouden, zoweldens congressen als in publikaties.Op 5 maart 1953 is het Provisional Cornmlt-tee in Parijs bijeengekomen, ongetwijfeldnadat er veel voorbereidend werk was ver-richt. Er waren slechts weinig leden, maardie vertegenwoordigden toch zes nationalevoorspanverenigingen (Belgi?, Engeland,Frankrijk, Nederland, Spanje en Zuid-Afrika),dus op twee na (Duitsland en Itali?) alle achtdie toen bekend waren.Onder voorzitterschap van prof. Torroja zijnverschillende beslissingen genomen. De be-langrijkste was ongetwijfeld de aanvaardingvan het voorstel om in oktober 1953 het eer-ste Internationale Voorgespannen Betoncon-gres van de FIP te organiseren, in Londen.Voorafgaande aan dat congres zou de eerstealgemene ledenvergadering kunnen wordengehouden. Het genoemde voorstel, afkomstigvan de Prestressed Concrete DevelopmentGroup, was ter tafel gebracht door Mr.Gooding, secretaris van die Engelse voor-spanvereniging.Eerste FIP-Congres, 1953Het Eerste Internationale VoorgespannenBetoncongres van de FIP is gehouden teLonden, van 6 t/m 9 oktober 1953. Tijdens deeerste algemene ledenvergadering, op deeerste congresdag, werden de Statuten vrij-wel ongewijZigd aanvaard. Met algemenestemmen heeft men Eug?ne Freyssinet totpresident van de FIP benoemd, en prof.Gustave Magnel tot vice-pr?sident d?l?gu?g?n?ral. Men had geen betere keuze kun-nen maken, al was het alleen maar omdatmen op deze wijze aan beide 'voorspan-pio-niers' alle eer bewees. De Fransman Prem-pain kreeg de dubbel-functie van algemeensecretaris en penningmeester toebedeeld.Het congres telde ca. 350 deelnemers, me-rendeels uit West-Europa, doch ook wel uitandere werelddelen. Zoals het ProvisionalCommittee enkele maanden tevoren had be-sloten, waren er drie hoofdthema's:- Brandveiligheid (algemeen rapporteur A.W.Hili/Engeland)- Breukveiiigheid (algemeen rapporteur G.Magnel/Belgi?)- Statisch onbepaalde constructies (alge-meen rapporteur Y.Guyon/Frankrijk).Twee FIP-presidenten: rechts E.Freyssinet(1953-1958), links prof.E.Torroja (1958-1961)Tijdens de eerste werkzitting, voorgezetendoor de Zweed Bjuggren, ging het bijna uit-sluitend om Engelse proeven en ervaringen.De tweede werkzitting, onder leiding vanprof. Torroja, bracht meer variatie, ondermeer een rapport van ir. Bruggeling. Dat ertoen een behoorlijke discussie is gevolgd,kwam ongetwijfeld door het beperkte aantaldeelnemers en bovendien doordat alles nogzo 'nieuw' was. De derde werkzitting, ondervoorzitterschap van prof. Levi/Itali?, betrofook twee Nederlandse rapporten, van Schok-beton en van het Spoorwegbouwbedrijf, overuitgevoerde 'werken. Dan was er op het laat-ste moment nog een bijdrage van prof. Haasbinnengekomen, o.m. over de toen in uitvoe-ring zijnde Utrechtsebrug over de Amstel teAmsterdam.In de 'Proceedings' [24]' vinden wij de driealgemene rapporten, elk in het Engels, Fransen Duits, alsmede de discussie-bijdragen.. Merkwaardigerwijze is er van dat conpresniets in 'Cement' terechtgekomen.Tweede HP-congres, 1955Het Tweede Internationale VoorgespannenBetoncongres van de FIP heeft ook in 'Ce-ment' veel meer aandacht gekregen. Dat lagwel voor de hand, want dit FIP-Congres isvan 29 augustus t/m 3 september 1955 inAmsterdam gehouden. De plannen daartoewaren tijdens het eerste congres te Londenontstaan, toen Stuvo-voorzitter ir. Hartmannin een niet eens zo erg overmoedige opwel-ling namens de Stuvo aanbood om binnentwee jaar in Amsterdam het volgende con-gres te .organiseren. Niet lang daarna onder-ging het Stuvo-bestuur enkele wijzigingen,waarmee werd vooruitgelopen op het ko-mende congres: dr. ir. G. F.lanssonius werdvoorzitter, ir.l.A H.Hartmann secretaris en Ir.AS. G. Bruggeling penningmeester van deStuvo. Dat was inderdaad vooruitlopen ophet congres van 1955, waarvan dr.lanssoniusde voorzitter zou worden en ir. Hartmann dealgemeen secretaris.Dit congres telde het tot dusver ongekendgrote aantal van ruim 1000 deelnemers, onderwie ook een aantal afkomstig uit Oosteuro-Cement XXII (1970) nr. 6pese landen. Die grote belangstelling washet dubbele van waarop men aanvankelijkmaximaal had gerekend.De 'eerste vice-president' van de FIP, prof.Magnel, was enige maanden tevoren over-leden [25]. Tijdens de algemene ledenver-gadering, voorafgaande aan het congres,werd prof.Torroja tot zijn opvolger benoemd.Tevens werd de dubbel-functie van alge-meen secretaris en penningmeester over-gedragen aan Mr.Gooding, die beide func-ties ook nu nog bekleedt.Het Amsterdamse congres had vijf hoofd-thema's:- injectie- en verankeringsproblemen (alge-meen rapporteur B.Kelopuu/Finland)- voorspanstaal (algemeen rapporteur AS.G.Bruggeling)- prefabricage (algemeen rapporteur D.H.New/Engeland- momenten-verdeling in statisch onbepaal-de constructies (algemeen rapporteur Y.Guyon/Fr.ankrijk)- schaalconstructies (algemeen rapporteurF.Levi/ltali?).Behalve voor het vierde thema waren - van-zelfsprekend - over al deze onderwerpeneen of meer Nederlandse rapporten inge-diend. Ook aan de discussies is verschei-dene malen door Nederlanders deelgeno-men.Het zal niemand verbazen dat ir.Bruggelingaan het slot van zijn algemeen rapport overvoorspanstaal tot de conclusie komt, dat deeisen voor dit staal op internationaal niveauvastgesteld moeten worden, en voorts datzowel de onderzoekingsapparatuur als deonderzoeklnqsrnethoden internationaal ge-standaardiseerd dienen te zijn.\Voor het congres waren verder nog tweeaanvullende rapporten opgesteld: het enedoor prof.Paduart/Belgi? met een vergelij-king van de verschillende voorschriften be-treffende voorgespannen beton, het anderedoor de Engelsman AW.Hill over de econo-mischeaspecten van voorgespannen beton-constructies.Prof.Paduart kwam tot de conclusie dat erin de verschillende landen zeer uiteenlopen-de voorschriften bestaan. Gezien' de speci-fieke omstandigheden en uitgangspuntenvan elk land, geloofde hij (nog) niet in eeninternationale eenwording van al die voor-schriften. Maar wel bepleitte hij een grotereeenheid in de indeling en met name in denomenclatuur. Daarmee zou al een zeer be-langrijke stap worden gezet op de weg naarinternationale voorschriften. Dergelijke voor-schriften - en dan nog als 'Richtlijnen' be-doeld - zouden overigens pas vele jarenlater een feit worden, namelijk op het 5deFIP-Congresin 1966 te Parijs en vooral ophet 6de HP-Congres, deze maand te Praag.Tijdens het Amsterdamse congres zijn veleexcursies gemaakt naar talrijke voorgespan-nen betonconstructies in ons land, nog inuitvoering dan wel reeds in gebruik. Dieprojecten met nog een aantal andere staanuitvoerig beschreven in het juli/augustus-nummer 1955 van 'Cement', dat door de re-dactie was gemaakt in nauwe samenwerking235met dr.Janssonlus, ir.Hartmann en ir.Brugge-ling [25]. De eerstgenoemde heeft toen ken-nelijk de 'smaak van het redigeren' te pak-ken gekregen, want ruim twee jaar later, op1 januari 1958, durfde hij het hoofdredac-teurschap van 'Cement' op zich te nemen,Van het genoemde nummer, met artikelenin het Engels, Frans en Duits, hebben allecongressisten een exemplaar gekregen.Daarmee heeft de Stuvo, die met de orga-nisatie van het congres was belast, veel eerbehaald omdat nog maar zelden congres-deelnemers zo'n uitvoerige documentatiehadden ontvangen. In dat nummer staat ooknog een bijdrage van het Stuvo-bestuur,waarin een overzicht wordt gegeven van deontwikkeling der voorspantechniek,in hetalgemeen en met name in Nederland [25].Vooral tijdens de excursies is duidelijk ge-bleken, dat ons land zich op het gebied vanhet voorgespannen beton in de voorste rijenhad geschaard. Vooral de toen pas voltooi-de Utrechtsebrug over de Amstel te Am-sterdam, toen nog 'Amstelbrug' genoemd,was een buitengewoon goed voorbeeld vande in Nederland toegepaste voorspantech-niek. Maar zo waren er nog veel meer pro-jecten, die van de buitenlandse congres-sisten veel belangstelling ondervonden.Na het congres kon de Stuvo terugzien opeen congres, dat in vele opzichten 'zeergeslaagd' was geweest. Die internationalebijeenkomst heeft dan ook een onmisken-bare invloed gehad op de verdere ontwikke-ling van de voorspantechniekin de wereld.De 'Proceedings' van het 2de FIP-Congresbevatten de algemene rapporten, in drietalen, alsmede de individuele rapporten ende discussie-bijdragen [26].Derde FIP-Congres, 1958Het Derde Internationale VoorgespannenBetoncongres van de FIP is van 5 t/m 10mei 1958 gehouden in West-Beriijn. Vooraldie plaats zal ertoe bijgedragen hebben, datzich onder de ruim 1300 deelnemers (uit 42verschillende landen) ook verscheidene per-sonen uit Oosteuropese landen bevonden.Aan de toen gehouden vergadering van deAdministratieve Council werd dan ook heteerst deelgenomen door enige vertegen-woordigers van deze landen. Tijdens dievergadering zijn enkele Oosteuropese voor-spanverenigingen tot de FIP toegetreden ende Russische vertegenwoordiger sprak zelfsal over het volgende congres dat in Moskouzou kunnen zijn. Uit deze enkele feiten blijktduidelijk, dat de FIP bezig was om uit tegroeien tot een werkelijk 'internationale'organisatie, die zich niets zou aantrekkenvan politieke of geografische grenzen omdatdeze op het gebied van het voorgespannenbeton niet van essentieel belang zijn. Bijdezelfde gelegenheid is trouwens ook uit-voerig gesproken over samenwerking metandere internationale organisaties, zoals hetCEB, de R1LEM en de AIPC.Dit congres had vier hoofdthema's:- ontwerpmethoden (algemeen rapporteurH.R?sch/Duitsland)- uitvoeringstechnieken (algemeen rappor-teur G.F.Janssonius)- prefabricage (algemeen rapporteur DHNew/Engeland)- 'Outstanding Structures' (algemeen rap-porteur F.Dumas/Frankrijk).De eerste drie algemene rapporten zijn inNederlandse vertaling opgenomen in hetmaart/aprtl-nummer 1958 van 'Cement' [27].Dat nummer bevat trouwens ook, als lossebijlage, de zgn. Stuvo-Baedeker, d.l, de 12blz. omvattende 'List of prestressed con-crete structures in the Netherlands, acces-sibie for visitors'. Deze catalogus, van bijna100 voorgespannen betonconstructies, hadde Stuvo speciaal gemaakt voor de deel-nemers aan het 3de FIP-Congres. In hetgenoemde nummer staan verder de overigeNederlandse bijdragen, eveneens in Neder-landse vertaling.Dat de voorspantechniek Inmiddels over degehele wereld op grote schaal tot toepas-sing was gekomen, constateerde algemeenrapporteur Dumas toen hij enkele honderdenbladzijden nodig bleek te hebben om alleenmaar summiere beschrijvingen te geven vande vele 'Outstanding Structures' die hemwaren voorgelegd. Hij heeft zich dan ookmoeten beperken tot een nog kortere sa-menvatting, terwijl slechts een beperkt aan-tal sprekers in de gelegenheid werd gesteldom mondeling op het congres te rappor-teren. Gezien deze ervaringen heeft menop volgende congressen het onderwerp'Outstanding Structures' wel gehandhaafd,maar op een geheel andere wijze georgani-seerd, zoals aan het begin van dit artikelis aangegeven.In het. mei/juni-nummer 1958 van 'Cement'heeft ir.J.C.Meischke een verslag gepubli-ceerd van het 3de FIP-Congres, en in het-zelfde nummer vinden wij het uiteindelijkerapport - in Nederlandse vertaling - vanalgemeen rapporteur Dumas over de 'Out-standing Structures' [28].Tijdens de ledenvergadering, voorafgaandeaan het congres, is prof.E.Torroja benoemdtot president van de HP, als opvolger vande 'nestor' van het voorgespannen beton,Eug?ne Freyssinet, die toen ere-presidentvan de FIP is geworden. Te zelfder tijdwerd de Fransman Guyon benoemd tot 'eer?ste vice-president', in plaats van prof.Torroja. Dr.Janssonius genoot de eer te wor-den opgenomen in het Executive Committee.De 'Proceedings' van het Berlijnse congres,in twee delen, bevatten: I. de eerste driealgemene rapporten, in het Engels, Fransen Duits, alsmede de individuele rapporten;11. de discussie-bijdragen [29].Vierde FIP-Congres, 1962Het Vierde Internationale VoorgespannenBetoncongres van de FIPis van 27 mei t/m2 juni 1962 in Itali? gehouden, het eerstedeel te Rome en het tweede te Napels. Datcongres, met bijna 1600 deelnemers uit 44landen, heeft niet alleen door die grotebelangstelling veel betekenis gekregen [30].Allereerst waren er de gebruikelijke hoofd-thema's, in dit geval vier:- duurzaamheid en vermoeidheid (algemeenrapporteur S.S.Davydov/USSR)- uitvoeringsproblemen (algemeen rappor-Cement XXII (1970) nr. 6teur D.Vandepitte/Belgi?)- economische aspecten (algemeen rappor-teur H.Bay/Duitsland)- prefabricage en standaardisatie (algemeenrapporteur B.C.Gerwick Jr.jUSA).De vier algemene rapporten zijn, in Neder-landse vertaling, gepubliceerd in het juni-en juli-nummer 1962 van 'Cement' [31]. DeNederlandse bijdragen, in hun oorspronke-lijke tekst, zijn te vinden in het mei-nummer.In de algemene ledenvergadering, vooraf-gaande aan het congres, is de FransmanYves Guyon gekozen als president van deFIP. Hij had die functie toen al ongeveereen jaar waargenomen, na het overlijdenvan prof.Torroja in 1961 [32]. In diezelfdevergadering werd de Italiaan prof.Levi be-noemd tot 'eerste vice-president', als op-volger van Guyon.Tijdens het congres maakte de nieuwe FIP-president bekend, dat er tussen de FIP enhet Comit? Europ?en du B?ton (CEB) eennauwe samenwerking tot stand was geko-men. Opgericht werd het Comit? Mixte FIP/CEB en deze gemengde commissie kreegtot taak: 'Het opstellen van praktische richt-lijnen voor het ontwerpen en uitvoeren vanconstructies van voorgespannen beton'. Endaarbij zou men zich moeten baseren op deCEB-Richtlijnen voor gewapend beton, waar-van de principes toen al bekend waren ende contouren zich begonnen af te tekenen.Dat deze samenwerking sedertdien is ge-continueerd en zelfs hechter is gewordenen bruikbare resultaten heeft opgeleverd,zal duidelijk tot uiting komen op het 6deFIP-Congres, deze maand te Praag, als daarde CEB/FIP-Richtlijnen voor het ontwerpenen uitvoeren van betonconstructies wordengepresenteerd.Die samenwerkfnq met het CEB is onge-twijfeld sterk gestimuleerd door prof.Levi,die als voorzitter van het CEB (sedert 1957)in het Executive Committee van de FIP alsverbindingsman tussen beide internationaleorganisaties kon optreden.Bij diezelfde gelegenheid werd ook bekend-gemaakt, dat de FIP een aantal commissiesging instellen. Deze commissies, uiteraardmet een internationale samenstelling, zou-den elk een min of meer afgerond onder-werp gaan bestuderen om daar op komendeFIP-Congressen of bij andere gelegenhedenover te kunnen rapporteren. Op deze wijzeis het werkterrein van de FIP sterk uitge-breid.Niet onvermeld mag blijven dat op het 4deFIP-Congres de eerste exemplaren aanwezigwaren van de 'FIP Zeventalige woordenI?st'.Dit zeer praktische woordenboek, met 2000woorden en uitdrukkingen betreffende voor-gespannen beton, is namelijk samengestelddoor de Stuvo, althans door de zgn. Woor-denlijstcommissie, in samenwerking metspecialisten in de betreffende landen. DeSTUVO heeft hiermee een waardevol werkverricht en tegelijkertijd bewezen nog altijdveel te willen doen voor de internationalesamenwerking.De 'Proceedings' van het Italiaanse congres,in twee delen, bevatten: I. de 78(1) lndivl-236duele rapporten, in de oorspronkelijke taal;11. de vier algemene rapporten, in hetEngels, Frans, Duits, Italiaans, Russisch enSpaans, alsmede de discussie-bijdragen [33].De laatste congresdag, op 2 juni te Napels,bestond hoofdzakelijk uit het Symposiumbetreffende wegen en vliegvelden van voor-gespannen beton, dat was georganiseerddoor de FIP en de PIARC (Permanent Inter-national Assoclatlon of Road Congresses)[34,35].Vijfde FIP-Congres, 1966Het Vijfde Internationale VoorgespannenBetoncongres van de FIP is van 12 t/m 18juni 1962 gehouden te Parijs, dus in de stadwaar reeds in 1949 en 1950 internationalecongressen betreffende voorgespannen be-ton waren. Evenals die 'voorlopers' was ookdit5de congres georganiseerd door deAssociation Scientifique de la Pr?contrainte(ASP). Dit congres telde bijna 2000(1) deel-nemers, uit 60 verschillende landen, en daar-door kan het met recht een 'monster-con-gres' worden genoemd.Een dergelijke grote belangstelling waskennelijk verwacht, want het congrespro-gramma was voor een deel anders dan bijde voorgaande congressen [36]. Zo wasvoor een der hoofdthema's, namelijk 'Recen-te research op het gebied van het voorge-spannen beton', geen gelegenheid gebodenom individuele rapporten in te zenden. Maarmen had vier deskundigen uitgenodigd, dieieder een deel van dat onderwerp moestenbelichten. Deze vier waren: R.Peltier/Frank-rijk (voorgespannen betonverhardingen), A.A.Gvozdev/USSR (research in Oost-Europa,met name in de USSR), onze landgenootir.FKLigtenberg (research in West-Europa)en de Amerikaan E.Hognestad (research inde USA). De Engelstalige lezing van Ir,Ligtenberg is daarna gepubliceerd in hetseptember-nummer 1966 van 'Cement" [37].Verder rapporteerden de na 1962 ingesteldeFIP-commissies over de eerste resultatenvan hun activiteiten, betreffende Pre?ebrt-eage, Brandwerendheid, Corrosie, Construc-ties in aardbevingsgebieden, VoorgespannenLichtbeton, Tanks en Reservoirs, Machine-fundamenten, Hoogwaardig beton en Voor-spanstaal. Na elke rapportage was steedsgelegenheid voor discussie. Enkele commis-sies zijn overigens 'gemengde commissies',ontstaan uit samenwerking met andere inter-nationale organisaties, zoals de RILEM ende AIPC.De belangrijkste gemengde commissie is on-getwijfeld het Comit? Mixte FIP/CEB, dat in1962 is opgericht. Deze commissie presen-teerde op het Parijse congres de 'Practicalrecommendations for the design and con-struction of prestressed concrete structures'.Reeds tijdens de discussie daarover isdoor enkelen aangedrongen op een nognauwere samenwerking met het CEB, doorhet opstellen van algemene richtlijnen voorzowel gewapend beton als voorgespannenbeton. De definitieve beslissing om dit tegaan doen, heeft dan ook niet lang op zichlaten wachten. Want reeds in het najaar van1966 kwamen het CEBen de FIP gezamen-Nog twee FIP-presidenten: rechts Y.Guyon (1961-1966), links prof.FLevi (1966-1970)lijk tot het besluit om inderdaad dergelijkerichtlijnen te gaan opstellen. Dit besluitheeft uiteindelijk geleid tot de CEBIFIP-Richtlijnen, die op het 6de FIP-Congres,deze maand te Praag, aan de 'gehele beton-wereld' gepresenteerd zullen worden.Voor het onderwerp 'Outstanding Struc-tures', dat ook van dit congres een belang-rijk deel in beslag nam, heeft de Stuvo depublikatie 'Holland 62166' aan alle congres-sisten verstrekt. Dit Was in feite het ge-combineerde april/mei-nummer 1966 van'Cement', dat onder de titel 'Recent Pre-stressed Concrete Structures in the Nether-lands 1962-1966' is verschenen en dat inParijs gemakkelijk kon concurreren met demeestepublikaties uit andere landen.Tijdens de algemene ledenvergadering,voorafgaande aan het congres, werd prof.FLevi benoemd tot president van de FIP,als opvolger van de aftredende FransmanY.Guyon, die in de slotzitting ge?erd werdmet het ere-voorzitterschap van de FIP. Indezelfde ledenvergadering aanvaardde mende benoeming van dr.ir.G.F.Janssonius totvice-pr?sident d?l?gu? g?n?ral ('eerste vice-president') van de F?d?ration Internationalede la Pr?contrainte. Op dat moment moethij hebben begrepen, dat men hem tevenshad verkozen om vier jaar later, in 1970 tePraag, president van de FIP te worden.De 'Proceedings' van het Parijse congres,verschenen ineen Engelse, een Franse eneen Duitse versie, bevatten de vier lezingen,de rapportages van de HP-commissies ende daarop gevolgde discussies (38].Betekenis van deFIPHet voorgaande overzicht heeft betrekkingop de thans 18-jarige geschiedenis van deFIP en op wat aan de 'geboorte' van dezeinternationale organisatie is voorafgegaan.Hoogtepunten in de FIP-geschiedenis zijn detelkens terugkerende internationale congres-sen: in 1953, 1955, 1958, 1962, 19136 en dezemaand te Praag. Daarom is in dit overzichtaan elk congres afzonderlijk nogal wat aan-dacht besteed.De ontwikkeling die de opeenvolgende con-Cement XXII (1970) nr. 6gressen tonen, in hun programma's en hetaantal deelnemers, zijn een goede afspiege-ling van de ontwikkeling die de FIP zelf heeftdoorgemaakt. Immers, de federatie die in1952 door 13 personen te Cambridge werdopgericht, is sedertdien uitgegroeid tot een'world-wtde: organisatie. Zonder enige te-rughoudendheid mogen wij stellen, dat de in1950/1952 geformuleerde doelstellingen (zieblz. 234) vrijwel allemaal zijn gerealiseerd.De FIP is opgericht als een 'federatie' en zijis dat gebleven. Er is nooit omschreven aanwelke eisen de aangesloten voorspangroe-pen moeten voldoen, behalve dan dat zij zichmet voorgespannen beton dienen bezig tehouden. Vandaar dat er thans 42 'membergroups' zijn, afkomstig uit 38 verschillendelanden. Verscheidene van die groepen kwa-men tot stand omdat de FIP, reeds door haarbestaan en natuurlijk ook door de congres-sen, daartoe aanspoorde.In de loop der jaren zijn de FIP-congresseninderdaad uitgegroeid tot 'monster-congres-sen' (massa-congressen); het 5de congres in1966 te Parijs telde dan ook bijna 2000 deel-nemers. Die grote belangstelling is op zichreeds een maatstaf voor de betekenis van deFIP-Congressen; het is onvoorstelbaar datde meeste deelnemers zouden zijn gekomenom 'er een paar dagen tussenuit te zijn', zijzullen wel degelijk zijn aangetrokken doorwat zo'n congres te bieden heeft.Daar is de ontmoeting met andere nationali-teiten en andere beroepen, die zich echterallemaal voor de voorspantechniek interes-seren. Op een FIP-Congres kan men bijna'iedereen' ontmoeten, ook degenen met wiemen via de technische litteratuur al in con-tact heeft gestaan. ~et kan niet anders zijndan dat de vijf congressen uit de jaren 1953-1966 op allerlei wijzen hebben bijgedragentot de eenwording van de wereld, in iedergeval van de betontechnische wereld.De congresprogramma's hebben in de loopder jaren een verandering ondergaan, reke-ning houdend met het grote aantal deelne-mers. Dat was reeds het geval op het 5decongres te Parijs in 1966 en dat zal nog meerhet geval zijn op het 6de congres, deze237maand te Praag. Maar alle congressen, zo-wel vroeger als nu, waren steeds een aanlei-ding, zowel voor individuele specialisten alsvoor groepen deskundigen, om ervaringenen gedachten op papier te zetten in talrijkerapporten, waarop tijdens de congressennog talrijke discussie-bijdragen zijn gevolgd.Aldus ontstond een concentratie van kennis,die men in de 'Proceedings' kan terugvinden.Na 1962 zzijn door de FIP verschillende com-missies ingesteld, waarvan sommige in sa-menwerking met andere internationale orga-nisaties tot stand zijn gekomen. Deze com-missies, elk gericht op een min of meer af-gerond onderwerp, krijgen steeds meer be-tekenis, die in rapporten tot uiting zal komen.Op het 6de FIP-Congres zal gerapporteerdworden betreffende Duurzaamheid, Voor-spanetaal. Prefabricage, Constructies inaardbevingsgebieden, Voorgespannen licht-beton, Brandwerendheid en Hoogwaardigbeton.Het belangrijkste resultaat van desamenwer-king met andere internationale organisatiesis zonder twijfel de oprichting van het Comi-t? Mixte FIPICEB, en in het bijzonder de tot-standkoming van de Internationale CEB/FIP-Richtlijnen, die thans aan het 6de FIP-Con-gres worden voorgelegd.Op de opeenvolgende congressen, althansvanaf het 3de congres in 1958 te Berlijn,isaan het onderwerp 'Outstanding Structures'steeds meer tijd besteed. Aan het begin vandit artikel is er reeds op gewezen, dat de be-treffende werkzittingen een waarde bezitten,die recht evenredig is met de moeite die menzich moet getroosten om zo'n afmattende zit-ting helemaal mee te maken.Toen in 1968 de FIP voor de eerste maaltwee symposia organiseerde (beide te Ma-drid, het ene over 'massafabricag.e', het an-dere over 'voorspanstaal'), was dat de ver-wezenlijking van een plan dat al jarenlangbestond. Het plan namelijk om de vierjarigeperiode tussen twee congressen te halverenren door een of meer specialistische bijeen-komsten te beleggen, met een beperkte deel-neming. Gezien het succes van de symposiate Madrid, zullen er in 1972 weer twee wor-den gehouden, te Tbilissi (Tlflls) Sovjet-Unie:het ene over constructies in aardbevingsge-bieden, het andere over 'floating and sub-merged structures', Vooral dat laatste, han-delend over 'onderwatertechnieken en off-shore constructies' zal ook uit ons land veelbelangstelling trekken.Ook in de komende vier jaar zal de FIPvoortgaan op de ingeslagen wegen, die alle-maal naar nabij of veraf gelegen doelen lei-den. Dat zal in die periode gebeuren onderleiding van onze landgenoot dr. Janssonius,die immers dezer dagen tot president van deFIP wordt benoemd.Op die benoeming heeft hij zich de afgelo-pen vier jaar kunnen voorbereiden en hijweet dus wat er van hem verwacht zal wor-den. Hij beseft terdege dat hij anders is enanders zal zijn dan zijn illustere voorgangersFreyssinet, Torroja, Guyon en Levi. Maar hijbegrijpt ook dat de aanstaande presidentvan de 'world-wlde' HP-organisatie niet al-lereerst iemand moet zijn, die zich dagelijksbezighoudt met de verdieping en verdereontwikkeling van de voorspantechniek. In deFIP van nu en straks zullen andere kwalitei-ten worden gevraagd, die op het gebied vanhet 'management' liggen.Wanneer men met buitenlanders over dr.Janssonius spreekt, vooral met zijn collega'sin het Executlve Comrnlttee van de FIP diehem in feite tot president hebben verkozen,dan komen steeds zijn 'menselijkheid' en zijn'tact' ter sprake. Dat zijn trouwens een paar'van zijn kwaliteiten, waarop ook in ons landnogal eens een beroep wordt gedaan.Ongetwijfeld heeft dat iets te maken metonze 'volksaard', wat dat ook mag zijn. Wijhebben kennelijk van huis uit geleerd, endaar is' dan onze hele vaderlandse geschie-denis aan voorafgegaan, om anderen met demeest uiteenlopende levensbeschouwingente accepteren. Volgens sommigen voelen wijons nergens echt thuis, behalve in eigenland; feitelijk is dat hetzelfde als hetaccep-teren van anderen, wie' dat ook zijn. Met eenhedendaags begrip heet dat 'co-existentie'en daartoe zijn wij waarschijnlijk van naturebereid.Dr. Janasomus is kennelijk een exponent vanhetgeen in het voorgaande is aangegeven.En dat wordt waarschijnlijk door de buiten-landers bedoeld als zij beweren, dat hij zouitermate geschikt is voor de hoogste func-tie in de FIP. In de bestuurszaken van dieinternationale organisatie is hij trouwens albijzonder goed ingevoerd, want daar is hij alvanaf 1958 bij betrokken.Ons land mag trots zijn op de benoemingvan dr. Janssonlus tot president van de F?d?-rat/on Internationale de la Pr?contrainte ende FIP kan onder zijn leiding de komendevier jaar met vertrouwen tegemoetgaan.A.A. van der VlistGeraadpleegdll litteratuur1. A.A. van der Vlist, 'Wat betekent het Comit?Europ?en du B?ton voor ons?', Cement XXI (1969)Nr. 9, blz. 385-3902. A.A. van der Vlist, 'Kijkend in de keuken van hetCEB', Cement XXII (1970) Nr. " blz. 33-383. LBrakel, 'Aan de wieg van de CEB/FIP-Richt-lijnen', Cement XXII (1970) Nr. 6, blz. 243-248Cement XXII (1970) nr. 6De nieuwe F/P-president: dr.ir.G.F.Janssonius4. LJ.B.LLBouvy, 'Het bouwen in beton een stapvooruit. Voorqespannen beton', Cement (1949) Nr.1-2, blz. 14-27 (zie ook 'Voorgespannen beton', DeIngenieur 60(1948) Nr. 50, Beton 11, en 61(1949) Nr. 7,Beton 15. A.Starink, 'Bouw van vijf bruggen in voorge-spannen beton over de Marne', Cement 11 (1950)Nr. 17-18, blz. 376-3826. A.S.G.Bruggeling, 'Voorgespannen beton in deutiliteitsbouw. Ontwerp en uitvoering van een water-reservoir van 7000 m' in Orl?ans'. Cement I (1949)Nr. 9-10, blz 166-179G.Magnel, 'Spanbeton' (lezing voor de Betonvereni-ging op 26 juni 1946), De Ingenieur 58 (1946) Nr. 39,Beton 10, en Nr. 45, Beton 118. G.Baar, 'Voorgespannen beton voor een grootzakenpand', Cement I (1949) Nr. 5-6, blz. 94-979. G.Baar, 'Beproevingen op voorgespannen beton',Cement 11 (1950) Nr. 13-14, blz. 251-255( rapport be-stemd voor het 2de ASP-Congres, Parijs 1950)10. G.Baar, 'Invloed van hoge temperaturen opvoorgespannen beton', Cement IV (1952) Nr. 13-14.blz. 232-235 (rapport voor het AlG-Congres, Gent1951)11. A.M.Haas, 'Voorgespannen beton', Cement I(1949) Nr. 3-4, blz. 61-6312. A. Snoek, 'Enkele toepassingen van voorgespan-nen beton in Nederland', Cement 11 (1950) Nr: 19-20.blz. 418-426 \13. LThijsse, 'Draagconstructies voor electrischebovenleiding in voorgespannen beton', Cement I(1949) Nr. 3-4, blz. 64-65 (zie ook C. van Leeuwen,'Electrlflcatle-portalen van spanbeton voor de N.S.',en C.Verruyt Jr., 'Bovenleldtnqsportalen van voor-gespannen beton', De Ingenieur 62 (1950) Nr. 1,Beton 1)14.a. A.S.G.Bruggeling (met medewerking van Ir.LA.H.Hartmann en ir.J.C.Meischke'), 'VoorgespannenBeton'; Delft, Waltman, 1ste druk 1950, 268 blz.; 2dedruk 1953, 429 blz.14.b. A.S.G.Bruggeling, 'Theorie en praktijk van hetvoorgespannen beton', uitgegeven" onder auspici?nvan de Stuvo, onderdeel van de Betonvereniging;Amsterdam, 't Koggeschip / Met Couraqle, delen Ien 11, in totaal 1052 blz.15.a. Deuxi?me Congr?s de I'AIPC 1936, Livret duCongr?s, 172 blz.15.b. Deuxi?rne Congr?s de I'AIPC 1936, Voeux(Proposition pour la s?ance de c!?ture), 30 blz.16. Troisi?me Congr?s de I'AIPC 1948, Publicationpr?liminaire, 698 blz.17. LA.H.Hartmann, 'Verslag van het Congres teParijs over Voorgespannen Beton', Cement I (1949)Nr. 7-8. blz. 113-11618. Journ?es Internationales 1950 de l'AssociationScientifique de la Pr?contrainte; Paris, Ed.Scienceet Industrie 'Travaux' (z.j.), 60 blz.19. LA.H.Hartmann, 'Het tweede internationale con-gres te Parijs van de Assoctatlon Scientifique de laPr?contralnte (ASP)'. Cement lil (1951) Nr. 1-2.blz. 5-1120. 'Internationaal Congres voor Spanbeton 1951';Gent, AlG (z.j.), enkele honderden bladzijden21. LA.H.Hartmann, 'De veiligheid van voorqe-spannen betonconstructies', Cement lil (1951) Nr.9-10, blz. 151-152 (rapport voor het AlG-Congres,Gent 1951)22. A.S.G.Bruggellng, 'De werkzaamheden van deStuvo', Cement IV (1952) Nr. 13-14, blz. 250 (rapportvoor het AlG-Congres, Gent 1951)23823.a. Quatri?me Congr?s de I'AIPC 1952, Publicationpr?liminaire, 925 blz.23.b. Quatrl?me Congr?s de 1952, Rapportfinai, 528 blz.24. 'First Congress of the FIP, London 1953';London, FIP/CACA (z.j.), 255 blz.25. Tweede FIP-Congres, Amsterdam 1955; CementVII (1955) Nr. 7-8 (ook als Edition sp?ciale pour lesmembres du congr?s, 93 blz.)F.G.Riessauw, 'In Memoriam Gustave Magnel', blz.138-139Stuvo-bestuur, 'De ontwikkel ing van het voorge-spannen beton', blz. 181-18626. Second Congress of the FIP, Amsterdam 1955;London, FIP/CACA (z.j.), 990 blz.27. H.R?sch, 'Ontwikkeling Van de ontwerprnetho-den', Cement X (1958) Nr. 15-16, blz. 604-608G.F.Janssonius, 'Vooruitgang bij uitvoeringsmetho-den', Cement X (1958) Nr. 15-16. blz.D.H.New, 'De ontwikkeling in het vervaardigen,het toepassen en de montage van geprefabriceerdevoorgespannen beton-elementen', Cement X (1958)Nr. 15-16, blz. 627-63028. LC.Meischke, 'Het 3de Internationale Congresvan de F.I.P.', Cement X (1958) Nr. 17-18, blz.693-698F.Dumas, 'Constructies in voorgespannen beton,uitgevoerd sedert het 2de FIP-Congres Amsterdam1955', Cement X (1958) Nr. 17-18,blz. 701-703 en 70829. Third Conqress of the FIP, Berlin 1958, VolumesI + 11; London, FIP/CACA (z.j.), 766 + 209 blz.30. A.A. van der VI lst, 'Het 4de Congres van deFIP', Cement XIV (1982) Nr. 7, blz. 415-41931. S.S.Davydov, 'Resultaten van onderzoekingendie in het bijzonder betrekking hebben op duur-zaamheid en vermoeidheid', Cement XIV (1962)Nr. 6, blz. 350-352D.Vandepitte, 'Beschouwing betreffende de uit-voering (problemen en moeilijkheden): hulpmiddelenen oplossingen', Cement XIV (1982) Nr. 6, blz. 353-359H.Bay 'Economie Van voorgespannen beton in ver-band met voorschriften, veiligheid, gedeeltelijkevoorspanning, lichtbeton, enz.', Cement XIV (1962)Nr. 7, blz. 437-440B.C. Gerwick Jr., 'Vooruitgang in de fabriekmatigevervaardiging en de standaardisatie', Cement XIV(1962) Nr. 7, blz. 441-44632. G.F.Janssonlus, 'Eduardo Torroja t', CementXII I (1981) Nr. 6, blz. 30033. Fourth Congress of the FIP, Rome/Napels 1962,Volumes I + 11; Londen, FIP/CACA (z.j.), 630 +553 blz.34. A.A. van der Vlist, 'Symposium betreffendewegen en vliegvelden van voorgespannen beton,Napels 1962', Cement XIV (1962) Nr. 7, blz. 420-424,Nr. 8, blz. 472-480, XV (1963) Nr. 1, blz. 9-14, enNr.3, blz. 142-14635. Symposium on prestressed concrete roads andairfield runways, Napels 1982; London, PIARC/FIP(z.j.), 165 blz.36. A.A. van der Vlist, 'Het vijfde internationaleCongres Voorgespannen Beton van de FIP', CementXVIII (1966) Nr. 7, blz. 379-382, Nr. 9, blz. 510-514 en539 en Nr. 11, blz. 675-67837. F.K.Ligtenberg, 'Research on prestressed con-crete in Western Europe', Cement XVIII (1966) Nr. 9,blz. 499-50338. Fifth Congress of the FIP, Paris 1986; Londen,FIP/CACA (z.j.), 249 blz. (eveneens in een Franseen een Duitse versie)
Reacties