W.E.Mol en AJ.M.Koemans,Medewerkers N.v. Ned. Spanbeton mij.t~~-=~=-~=--= ~/ ------c8 '1/~~ r~~~~~~~~~~~~11\\~~-~hal IV hal lilDoorsneden en bovenaanzicht van dohalconstructie2Gedeeltelijke langsdoorsnede van dedakconstructie voor hal IVCement XXI (1969) nr. 3Vleugeldakplatenvan voorgespannen licht betonEen gericht onderzoek dat aan een eerste toepassing voorafgingU.D.C.620.17:624.911.073.72:666.973Mechanische beproeving van speciaal gevormde dakplaten van licht betonInleidingVoor de uitbreiding van haar produktie-capaciteit heeft Spanbeton eind 1967 besloten tot debouw van twee nieuwe hallen op haar fabrieksterrein te Koudekerk aan den Rijn. De nieuw-bouw hield in het doortrekken van de reeds gedeeltelijk bestaande hal 111, met afmetingen van120 X 15 m en een geheel nieuwe hal IV, met afmetingen 120 X 16 m. Het nieuwe gedeeltevan hal 111 is volgens de traditionele methode afgebouwd met moerbalken, gordingen en dak-platen. De nieuwe hal IV is afgedekt met voorgespannen vleugeldakplaten, die de breedtevan de hal in ??n keer overspannen. Omdat dergelijke elementen met een relatief groot eigengewicht en een kleine nuttige belasting uitermate geschikt zijn om in licht beton te wordenuitgevoerd, is deze gelegenheid aangegrepen om op fabrieksschaal ervaring op te doen methet vervaardigen van voorgespannen licht betonelementen.Voor het aanbrengen van de voorspankracht wordt gebruik gemaakt van voorgerekt staal,waarbij de voorspankracht wordt overgebracht door de aanhechting tussen voorspanstaal enbeton. Om dit te realiseren is een hoge betonkwaliteit nodig, waarbij in verband met deproduktiecyclus bovendien de eis wordt gesteld, dat deze kwaliteit zo snel mogelijk wordtbereikt.Van de op dat ogenblik beschikbare lichte toeslagmaterialen leek Berwilit (Leca-Bl?hschiefer),een ge?xpandeerde leisteen, de beste waarborg te bieden om aan deze eisen te voldoen.Alvorens met de produktie werd begonnen, is in verband met de beschikbare tijd een gerichtonderzoek gestart; dit omvatte:1. de betontechnologische aspecten van licht beton met Berwilit als toeslagmateriaal;2. de bepaling van de verankeringslengte van l"-voorspanstrengen QP 190 in (Berwilit) lichtbeton.3. het uitvoeren van een 4-puntsbuigproef en een lijnbelastingsproef op de flenzen van een tervoorbereiding op de serieproduktie in de fabriek uit Berwilit beton vervaardigde vleugeldak-piaat ter lengte van 7,20 m.De constructie van de hal met het licht beton dakDe constructie van de hal met het dak van licht beton bestaat uit geprefabriceerde rechthoe-kige kolommen, hart op hart 15 m, waarop moerbalken INP 90/36 rusten, die evenwijdig aande as van het gebouw liggen. Haaks hierop liggen de voorgespannen vleugeldakplaten inlicht beton (fig. 1-2).Vergeleken met de constructie van de oude hallen valt in eerste instantie het verschil inconstructiehoogte op, waardoor een grotere vrije hoogte is verkregen. Eveneens vormt hetaantal benodigde elementen een kenmerkend verschil tussen beide constructie-systemen.De lichtinval werd verkregen door een ruimte van ca. 3 m tussen twee vleugeldakplaten vrijte houden en een lichtkap op de flenzen van de dakelementen te plaatsen.BetontechnologieBepaling (schijnbare) soortelijke gewichten (ssg)Bij de berekening van betonmengsels is de kennis van de soortelijke gewichten van de toe-slagmaterialen onontbeerlijk. Het sg van zand kan gesteld worden op 2,64. Het schijnbaar1500 kolommen h.O. h. 1500112Tabel 1Ssg Berwilit 3 - 7 mm en Berwilit S 7- 15 mmTabel 2Ssg uitgezeefde fracties Berwilitkorrelafmetingin mm13,611,2-13,66,8-11,25,6-6,82,8-5,6 I~~n~L--+----r-.-r---g40+---+---I--I----+--ll/301---+--1---r--+--f~-~---f-~I / '2~---+---I--1---+~~+--~--+-~~, j'10+-.-1---r7?~o~/~0~~~"+--+---r--+--1-~~Ii"~~O~~4---+--+-l-+---t~~~~c-~5 10 15 ~20 25 30 35 40opgebracht moment in tfm-0-----0- 'Je fase hefboomsarm 2,55 m-~::'----:'.!-c=fase plaat is reeds gescheurd hefboomsarm 3,20 mbelasting is snel opgevoerdJvlr;:: scheurmoment10Verband tussen moment en doorbuiging11Verband tussen moment en kromming24M'11"128 - -4oV;/4/12Mr: scheurmoment". r/1-------/16'" 24Cement XXI (1969) nr. 3------I28 32 36 40 .44>
Reacties