Vervuiling en reiniging vanbetonnen gevels1Gelijkmatige vervuiling wordtternauwernood opgemerkt2Vervuiling van historische bouwwerkendraagt bij aan een contrastrijk uiterlijkInleidingDe vervuiling van de atmosfeer is er de oor-zaak van dat gebouwgevels op den duur inhun esthetische kwaliteit kunnen wordenbe?nvloed. Van atmosferische vervuiling isweliswaar al vele honderden jaren sprake ge-weest, maar de omvang ervan en de agressi-viteit hebben vooral de laatste 10-tallen jarenernstige vormen aangenomen. In de maat-schappij is het woord `zure regen' inmiddelseen vertrouwde uitdrukking geworden. Zureregen wordt verantwoordelijk gesteld vooraantasting, zowel van de natuur als van degebouwde omgeving. Maar zonder de ernstervan te bagatelliseren, de bevindingen zijnmaar zelden proefondervindelijk vastge-steld.Wanneer wordt gesproken over vervuiling enaantasting van gebouwen, is de eerste aan-toonbaar, van de tweede behoeft niet auto-matisch sprake te zijn. De mate van aantas-ting hangt af, enerzijds van het bouwmate-riaal, anderzijds van de kwaliteit van het ge-bouw. En vervuiling wordt niet door de om-vang ervan bepaald, maar door de onregel-matigheid van deze vervuiling. Aantastingvalt volgens objectieve maatstaven vast testellen, terwijl vervuiling een subjectieve be-levingswaarde inhoudt.Wanneer de vervuilende invloeden van de at-mosfeer als uitgangsgegeven worden be-schouwd, kan het effect ervan op gebouwge-vels ten gunstige worden be?nvloed door hetnemen van doeltreffende maatregelen.Ten einde hierin meer inzicht te verschaffenen daardoor oplossingen te kunnen aandra-gen, organiseerde de Betonvereniging, in sa-menwerking met de Technische HogeschoolDelft, afdeling Civiele Techniek, vakgroepMateriaalkunde en de RILEM-commissie TC62 op donderdag 13 oktober een colloquiumover vervuiling en reiniging van gevels. Debijdragen werden vooral geleverd door ledenvan de RILEM-commissie (RILEM is de afkor-ting van R?union Internationale des Labora-toires d'Essais et de Recherches sur les Ma-t?riaux et les Constructions) die bij deze ge-legenheid rapporteerden over de resultatenvan een verrichte studie naar de vervuilings-en reiningsaspecten van gevels.In dit artikel wordt op de inhoud van enkeleinleidingen nader ingegaan. Voor het overigewerden ook andere bronnen geraadpleegd.Verontreiniging van de atmosfeerLuchtverontreiniging is te onderscheidennaar aard en naar grootte van de zich daarinbevindende stofdeeltjes. Er bestaan natuur-lijke verontreinigingen (van minerale,plantaardige of dierlijke oorsprong) en in-dustri?le verontreinigingen. De eerste groepis er altijd geweest, de tweede groep heeftzich de laatste decennia sterk uitgebreid.Bronnen van industri?le verontreinigingenkunnen worden onderscheiden in emissiesten gevolge van de staalindustrie, chemi-sche industrie en raffinaderijen, emissiestengevolge van de verbranding van allerlei Pro-dukten en van het gemotoriseerde verkeer.Bij een indeling naar grootte wordt een on-derscheid gemaakt in gassen en dampen,vaste stoffen en vloeistoffen. Gassen endampen zijn al of niet agressief, maar in hetalgemeen niet vervuilend. Vloeistoffen envaste stoffen die in fijn verdeelde vorm in deatmosfeer aanwezig zijn, worden in de me-teorologie samengevat onder aerosolen. Demate waarin aerosolen in de lucht blijvenzweven wordt hoofdzakelijk bepaald door degrootte van de deeltjes. Zwevende deeltjeszullen door luchtbeweging in contact komenmet gebouwgevels en zich aan het oppervlakkunnen hechten. Op kleinere schaal komenook sporen van algen, mossen en korstmos-sen met gevels in contact. In vochtig blijven-de gebouwdelen treffen deze sporen eengunstige voedingsbodem aan en zullen alnaar de smaak van de waarnemer die delengaan sieren of ontsieren.De verontreinigingen in de atmosfeer komenook tot uiting in de samenstelling van het re-genwater (tabel 1).Regen en windBij het vervuilingsmechanisme is de invloedvan de regen twee?rlei. Enerzijds is regennaast wind het transportmiddel voor de ver-vuiling uit de lucht naar de gevel, anderzijdsis regen het transportmiddel voor reeds ophet oppervlak neergeslagen vuil. Regen kaneen gevelvlak plaatselijk weer schoonwas-sen, maar ook bijdragen tot het accumulerenvan vuil op andere plaatsen.Over het algemeen wordt de vervuiling vangevels niet als storend ervaren wanneer dievervuiling gelijkmatig is. De vervuiling dooratmosferische invloeden leveren in het alge-meen dat beeld op, waarbij de vervuilingCement XXXV (1983) nr. 12816Tabel 1Samenstelling van regenwater, afhankelijkvan de meetplaats. De gehaltes zijnuitgedrukt in mg/l, m.u.v. hetgeleidingsvermogen en de pH (ontleendaan de Ingenieur 1980 r. 47)Plaats De Bilt (NL) Lista (N) Bj?rneja (N) Kiruna (S)Ligging 52?06' N 58?06' N 74?31'N 67?50' N5?11' 0 6?34' O 19?01'O 20?25' OBe?nvloeding industri?leactiviteitlange afstandstransport/zeezee geenPeriode 1979 1973 1977/78 1955/57sulfaat 7,5 8,1 (3,8) 3,3(1,8) 1,4nitraat 3,4 3,1 0,6 0,2chloride 4,4 33,3 8,8 0,4ammonium 1,9 0,6 0,4 0,1natrium 2,7 17,0 6,2 0,3kalium 0,2 0,8 - 0,1calcium 0,9 2,4 0,6 0,1magnesium 0,4 1,1 6,2 0,5pH 4,4 4,6 5,1 5,6geleidings- 61 - - 11vermogendichter bij de grond wat groter is dan in ho-gere luchtlagen.Regen kan die gelijkmatigheid in hoge mateverstoren. Regen zonder wind valt nagenoegloodrecht omlaag, maar dat beeld verandertonder de invloed van wind. En wind speelt inhet Nederlandse klimaat een belangrijke rol.De overheersende wind komt uit het zuid-westen. Gevels die op het zuidwesten zijngeori?nteerd ontvangen veel regen, gevelsdie niet op het zuidwesten liggen veel min-der, soms zelfs in het geheel niet. Dat hangtaf of het gebouw al of niet van een overste-kende dakrand is voorzien.3Bij Gaudi's betonnen bouwwerken inJugendstil speelt vervuiling vanwege degrote expressie van de gevel slechts eenondergeschikte rolDe wind mag dan in belangrijke mate wordengekarakteriseerd door snelheid en richtingper tijdsduur, bij de beoordeling van de in-vloed van wind op gebouwen speelt vooralhet microklimaat een rol. Het microklimaatwordt bepaald door omstandigheden zoalshet stratenplan, bodemhoogte, omvang enhoogte van het gebouw enz. Daardoor kande wind in snelheid en richting nogal afwijkenvan de algemene geaardheid. Windbewegin-gen zijn in hoge mate gecompliceerd en dik-wijls zijn er proeven (in windtunnels) nodigom te bepalen hoe wind zich in een bepaaldesituatie zal gaan gedragen. Er zijn inmiddelswel wat algemene hoofdlijnen in het windge-drag te onderscheiden. Voor een deel zalwind op een gevel naar boven afbuigen enover het gebouw wegstromen. Voor een deelook buigt de wind loodrecht af naar beneden,gaat vervolgens over in een kurketrekker-achtige beweging en stroomt dan langs dezijgevels af.Dit is ??n van de redenen waarom de meege-voerde regen wel op het bovenste gevelge-deelte terecht komt, maar in veel minderemate op lager gesitueerde oppervlakken.Voorts ook waarom aangrenzende gevelsgedeeltelijk wel of niet door regen wordengetroffen.Interactie tussen gevel enweersinvloedenOmdat de omgeving van een gebouw - ver-vuiling van de atmosfeer, regen, wind en ookzonlicht - een gegeven is waaraan menselij-kerwijs weinig te veranderen valt, moet debeheersing van de vervuiling worden ge-zocht inde interactie tussen gevels en omge-ving. De gevel wordt bepaald door de geo-metrie van het gebouw, de bouwkundige de-taillering en de aard van het oppervlak.Wanneer dat oppervlak van beton is, rijst devraag in welke mate de intrinsieke eigen-schappen van dit materiaal de visuele kwali-teit van een gevel be?nvloeden. Geconsta-teerd werd reeds dat een gelijkmatige vervui-ling geen afbreuk doet aan die visuele kwali-teit. Daaruit volgt dat de interactie tussenomgeving en betonoppervlak die gelijkma-tigheid niet mag verstoren. Ten aanzien van4-5De situering van deze gevels t.o.v. regenen windrichting bepaalt of er al of niet vanvervuiling sprake zal zijnCement XXXV (1983) nr. 12 8176Hogere geveldelen staan veel meer blootaan regenwater dan de lagere delen7Voor het `natuurlijk' schoonwassen vaneen betonnen gevel is veel regenwaternodig. Pas als het oppervlak met waterverzadigd is, zal het water omlaag stromenhet homogene gedrag van een betonopper-vlak spelen vooral de niet zichtbare `porosi-teit' en `fysisch-chemische geaardheid', als-mede de zichtbare kleur en textuur een rol.Evenals de meeste andere bouwmaterialenis beton een poreus materiaal. Poreus.wilzeggen dat het een bepaald percentage holleruimte bevat. Een poreus materiaal zal dik-wijls ook permeabel zijn en dus water absor-beren.Een betonnen gevel zal het regenwater dater op terecht komt eerst absorberen. Nadathet oppervlak is verzadigd, stroomt het wa-ter langs de gevel omlaag. Verschillen in po-rositeit maakt het afstromen onregelmatig.Afstromend water neemt het op de gevelaanwezige vuil mee. Voldoende afstromendwater voert het vuil af. Wanneer dat waterniet overvloedig is, zet het vuil zich eldersweer op de gevel af. Ongelijkmatige permea-biliteit van het oppervlak manifesteert zichonder meer door een grillig gebaande vuilaf-zetting, hetgeen zeer ontsierend is. (Dooreen juiste detaillering moet overigens wor-den voorkomen dat vuil zich elders op de ge-vel kan afzetten.)8Onzorgvuldige detaillering wordt doorvervuiling en organische afzettingenonverbiddelijk aan de kaak gesteldCement XXXV ( 1983) r. 12De ongelijkmatigheid uit zich tevens in eenverschil bij het opdrogen. Aangezien natteoppervlakken een groot aanhechtend ver-mogen hebben voor stofdeeltjes, ontstaanhierdoor tevens verschillen in de hoeveel-heid aanhechtend vuil. Indien oppervlakkendoor hun gesitueerdheid praktisch niet dro-gen, ontstaat er een geschikte voedingsbo-dem voor de afzetting van organismen, zoalsalgen, korstmossen e.d.Wat de fysisch-chemische interactie betreftwordt ervan uitgegaan dat er sprake is vaneen goede betonkwaliteit. In dat geval zal zu-re regen niet een zodanige aantasting ver-oorzaken dat hiertegen extra maatregelenmoeten worden genomen. De toename vande `agressiviteit' van de lucht door toenamevan S02 en S03 is in elk geval te verwaarlo-zen.Veranderingen in beton vinden voortdurendplaats. De hydratatie van cement bijv. stoptniet na 28 dagen. Veranderingen die ondermeer het gevolg zijn van slijtage behoevengeen merkbare invloed te hebben op het ui-terlijk. Het oog is in staat kleurnuances vastte stellen indien kleuren gelijktijdig wordenwaargenomen. Dezelfde kleurnuances kun-nen niet na elkaar worden vastgesteld. Eenen ander betekent dat voor de visuele indrukeen kleurverschil dat gelijktijdig kan wordenwaargenomen veel belangrijker is dan eenkleurverandering in de tijd.Wanneer dus het oppervlak ongelijkmatigoplost door `normaal' regenwater, wordt hetvisuele aspect sterker be?nvloed dan een ge-lijkmatig oplossen door `agressiever' regen-water. Uit het bovenstaande volgt dat ookhier de `waterloop' los van de aanwezigheidvan al of geen vuil, bepalend is voor het vi-suele aspect.Ofschoon beton in het algemeen als grijswordt ervaren, of als wit bij toepassing vanwit cement, eventueel in combinatie metspeciale toeslagmaterialen, kan er wel dege-lijk sprake zijn van kleur. Behalve door desoort cement komt dat ook door de kleur van818de toeslagmaterialen en eventueel toege-voegde pigmenten aan de betonsamenstel-ling.Een witte betongevel is bezien vanuit hetoogpunt van vervuiling, uiteraard veel kwets-baarder dan een grijze gevel. Witte gebou-wen zullen bij voorkeur niet in een sterk ver-ontreinigde atmosfeer worden geplaatst. Dekleur van het zand en grind gaat meesprekenwanneer het een uitgewassen betonopper-vlak betreft. Vooral genuanceerde kleur-schakeringen hebben een maskerende in-vloed op vuilafzettingen. In het algemeenechter speelt kleur geen grote rol bij het ver-vuilen. Wel is dat het geval met tintverschil-len als gevolg van een niet-homogeen opper-vlak (wisselende water-cementfactor, al ofniet het gebruik van hulpstoffen, een niet ge-lijkmatige transparante kleur als gevolg vande vorming van calciumcarbonaat (witte uit-slag). Deze invloeden hebben een veel funes-tere invloed op de esthetische kwaliteit vaneen betonoppervlak.Van grotere invloed is de textuur die, afhan-kelijk van de soort en aard van de bekisting,glad kan zijn of grover door het uitwassenvan grind. In het laatste geval is sprake vaneen oppervlak van steenslag of grind dat in-tact wordt gehouden door een matrix van ce-mentmortel. In tegenstelling tot een glad op-pervlak is een uitgewassen oppervlak aan-zienlijk gemakkelijker te beheersen. De wijzewaarop het water over een dergelijk opper-vlak vloeit is meer gespreid.Door van het beton de buitenhuid te verwij-deren wordt de absorptie en vuilaanhechtingdoor het toeslagmateriaal even belangrijk alsdie door de matrix. Bewerkingen van een be-tonoppervlak kunnen worden bereikt dooruitwassen of afzuren, maar ook door stralen,vlamstralen, boucharderen en schuren.Betere beheersbaarheid van vervuilingspa-tronen door nabehandeling van het betonop-pervlak is een van de redenen waarom zicht-baar blijvende betonoppervlakken veelalworden gerealiseerd met behulp van gepre-9Beheersing van het vervuilingspatroondoor het aanbrengen van groeven in hetoppervlakfabriceerde gevelelementen. Tegenwoordigworden elementen dikwijls behandeld mettransparante coatings, impregneermiddelene.d. ten einde een extra waterafstotende laagover dat oppervlak te leggen. De bedoelinghiervan is om het gedrag van de elemententegenover atmosferische invloeden te verbe-teren. Wel dient men zich te realiseren datwaterafstotende lagen het gedrag van hetwater op het betonoppervlak wezenlijk ver-andert. Echter, de vervuilingsmechanismenblijven van kracht, ofschoon de uitwerkingwat minder uitgesproken zal zijn. Wateraf-stotende lagen zullen na verloop van tijd ver-nieuwd moeten worden. Ongelijkmatige slij-tage van dergelijke lagen draagt bij aan dekans op vervuilingsverschillen.VormgevingsaspectenEen centrale plaats in het colloquium nam devoordracht in van ir.L.G.W.Verhoef (-Delft, Afdeling Bouwkunde) over de vormge-ving.Uit de vorige paragraaf is gebleken hoe grootde invloed is van een waterstroom op eeneffen oppervlak. Dat geldt in sterkere matenog voor detailleringen die de vlakheid vanhet geveloppervlak doorbreken. In het verle-den werd de invloed van het buitenmilieuhoofdzakelijk als een technische zaak be-schouwd. Gevels moesten wind- en water-dicht zijn en in voldoende mate warmte ?so-leren. Door analyse van de vervuilingspro-cessen op bestaande gevels kunnen thansook aanvullende randvoorwaarden wordengesteld. De beheersing van vervuiling richtzich in hoofdzaak op vormgeving, profileringen detaillering van het betonoppervlak.Daarmee kunnen de onvermijdelijke vervui-lingspatronen het architectonisch karaktervan de gevels in goede zin accentueren.Het bovenstaande is pas relevant wanneereen keuze is gemaakt uit een van de drie hier-na volgende uitgangspunten:? Een gevel moet er steeds als nieuw uitzien.Mogelijk valt datte bereiken door het gebruikvan zeer dure materialen en een uiterst zorg-vuldige vormgeving en detaillering. Omdatonvergankelijke bouwmaterialen ontbrekenzal dit een illusie blijken te zijn.? Een tweede mogelijkheid is een betonge-vel zodanig te ontwerpen dat deze door mid-del van regelmatige onderhoudsbeurten inde oorspronkelijke staat kan worden terug-gebracht.? De laatste benaderingswijze is erop ge-richt de gevel langzaam te laten verouderen,zonder hoge onderhoudskosten. Waar-schijnlijk is dit de minst gemakkelijke opga-ve, maar vanuit de onderhoudskosten gezienontstaat een goedkope gevel.Het is de laatste benaderingswijze waartoede beschouwing zich beperkt. Men zal bij hetstreven naar beheersing van de vervuilingkennis moeten hebben van de aard van deplaatselijke vervuiling. Men plaatst geen witgebouw in een sterk vervuilde atmosfeer.Voorts is kennis nodig van het gedrag vanregen en wind, zodat bij het ontwerpen ophet te verwachten regenaanbod kan wordengeanticipeerd.Bij de onvermijdelijke vervuiling en de wijzevan afstroming van het regenwater, moet eenaantal verschijnselen worden voorkomen,zoals:- de mogelijkheid van vuilconcentraties;- verschillen in waterafstroming;- verschillen in het door water meegevoerdevuil;- waterafstroming over betonvlakken diezich in de regenschaduw bevinden.Het is op deze plaats niet mogelijk het onder-werp uitputtend te behandelen. Wel kan eenvoorbeeld er toe bijdragen de problematiekenigszins te illustreren.Neem bij voorbeeld de plaatsing van ramen.Men dient zich daarbij te realiseren datwaterafstroming over glasvlakken verschiltmet die overeen gesloten gevel: glas immersabsorbeert geen water. De hoeveelheid wa-ter en de snelheid van afstroming zal derhal-ve groter zijn. Dat heeft consequenties voorhet daaronder gelegen gevelvlak, tenzij, zo-als het eigenlijk altijd behoort te zijn, het af-stromende water wordt opgevangen en af-gevoerd. Nu zijn er drie mogelijkheden watde plaatsing van gevelopeningen betreft: na-melijk buiten het gevelvlak, in het gevelvlak,of terugliggend. Voor alle drie raamplaatsin-gen kan een eigen karakteristiek vervuilings-beeld worden afgeleid.Om op het eerste geval wat nader in te gaan:door het naar buiten stekende raamkozijnkan de op de gevel komende regen het vlakonder het raamkozijn niet bereiken. Het nietberegende vlak wordt in hoogte bepaalddoor de projectie van het kozijn buiten hetgevelvlak, de hoek waaronder de gevel doorde regen wordt getroffen, alsmede door dehoogtesituering aan de gevel. Immers, zoalsin het voorgaande reeds is opgemerkt, heeftde wind op een gevel de neiging om gedeel-telijk naar boven af te buigen en over het ge-10-11Met eenvoudige middelen (hier strippen)kan een ongewenste, vuiltransporterendewaterstroom worden gekanaliseerdCement XXXV (1983) nr. 12 81912-13Interessant vervuilingspatroon vanwegemodellering van het oppervlak. Ofschoonvoor sommigen aanvaardbaar, werd hetgebouw niettemin gereinigd, waarmee desubjectiviteit van de belevingswaardeduidelijk wordt gedemonstreerdbouw weg te stromen en gedeeltelijk lood-recht omlaag af te buigen. De hoogte vanniet beregende vlakken onder uitstekenderaamkozijnen neemt dus toe naarmate datkozijn lager gesitueerd is. Om het verschiltussen beregende en niet beregende vlakken- dus de schoongewassen en niet schoonge-wassen vlakken - visueel aanvaardbaar temaken, kunnen de gevelvlakken tussen deraamkozijnen door verticale profileringenworden begrensd ten einde het hemelwaternaar beneden te leiden. Tevens wordt daar-mee voorkomen dat wind dwars op de gevelhet omlaag stromende water onder het raam-kozijn stuwt. Een te grove structuur van hetgevelvlak houdt het gevaar in dat het watervan de gevel loskomt. Het geleidend effectvan zulke watergoten neemt daarvoor af.Zo'n verticale goot verleent aan een gevel-vlak een bepaalde structuur. Naast een ver-Begin 1984 brengt VNC een brochure uit overde vervuiling van betonnen gevels, geschre-ven door ir.B.F. van Leerdam en ir. L.G.M.Ver-hoef, beiden werkzaam bij de TH-Delft, Afde-ling Bouwkundeticale structuur kunnen ook horizontale endiagonale structuren worden aangebrachtom het aanhechten van vervuiling te beheer-sen.In een Engelse publikatie over dit onderwerpworden bij de detaillering met het oog op devervuiling de volgende algemene richtlijnengegeven:? Wanneer rekening wordt gehouden metberegening van een gevel, zorg er dan voordat de regen de gevel ook inderdaad kan be-reiken;? andersom moet er voor worden gezorgddat gevelgedeelten die in de regenschaduwliggen niet met water in contact komen;? met de detaillering kan de waterbewegingworden gestuurd (zoals hierboven ge?llu-streerd met een voorbeeld);? regenwater moet op bepaalde afstandendoor verticale en horizontale geleiding wor-den verzameld;? men dient zich te realiseren dat de moeilijkte beheersen fijn verdeelde afstroming, diemet het oog nauwelijks kan worden waarge-nomen, wel duidelijk invloed heeft op het ver-vuilingspatroon;? plaatsen waar twee gebouwvlakken c.q.verschillende elementen of verschillendematerialen elkaar ontmoeten, vragen om bij-zondere aandacht;? hetzelfde geldt voor gebouwhoeken.De middelen die de ontwerper ten dienstestaan om goede oplossingen te bereiken be-rusten voor een deel op (zeer) oude ervarin-gen, die helaas bij het huidige moderne bou-wen wel eens vergeten worden. Ir.Verhoefbehandelde verschillende voorbeelden maarde tijd ontbrak om het onderwerp uitputtendte behandelen. Ge?nteresseerden wees hijop de binnenkort te verschijnen brochureover dat onderwerp*.De acceptatie van vervuilingspatronenHoe wordt gevelvervuiling ervaren? Iemanddie in het onderwerp is ge?nteresseerd be-kijkt vervuiling waarschijnlijk met andereogen dan de burger in de straat. Het is nogmaar de vraag of de laatste zich de vervuilingbewust is. Dr.C.Steffen, als psycholoogwerkzaam bij de afdeling Bouwkunde van deTH-Delft hield een voordracht over de bestu-dering van menselijk gedrag en beleven inreactie op de verschijningsvorm van een ge-bouw dat onderhevig is aan de inwerking vanregenwater, vuil en luchtverontreinigendestoffen. Hij leidde een verkennend onder-zoek, met name naar de meetbaarheid vande affectieve belevingswaarde. De onder-vraagden waren eerstejaars-studenten aande TH-Delft, afdeling Bouwkunde, en het on-derwerp betrof het verschil tussen de schonevoorgevel en de vervuilde achtergevel vanhet collegegebouw waarin deze studentenzijn gehuisvest.Bij dit onderzoek werd gewerkt met woord-paren, waarbij de ondervraagde voor elkwoordpaar moest aangeven in hoeverre ??nvan de twee tegengestelde woorden van toe-passing is op resp. de schone en vervuildegebouwgevel. Voorbeelden van woordpa-ren: eenvoudig-complex; opwindend-kal-merend.Uit het onderzoek kwam naar voren dat devervuilde gevel in sterkere mate dan de scho-ne gevel wordt ervaren als complex, opwin-dend, zacht, afwisselend, onbevredigend,druk, natuurlijk e.d. De schone gevel werdgemiddeld in sterkere mate dan de vervuildegevel ervaren als eenvoudig, kalmerend,hard, eentonig, bevredigend, rustig, kunst-matig e.d.Het onderzoek is te ingewikkeld om hier zelfsmaar beknopt te kunnen bespreken. De uit-komsten laten zien dat de vervuilde gevel opeen aantal belevingsaspecten duidelijk ver-schilt van de schone gevel: het is een eerstestap om wat meer greep te krijgen op de ap-preciatie van mensen voor bepaalde ont-werpproblemen.*Het schoonmaken van gevelsEen deel van het symposium was gewijd aangevelreiniging. Een drietal bijdragen handel-den over de filosofie ten aanzien van gevel-Cement XXXV (1983) nr. 12 82014Waterafstroming over geveldetailsreiniging (het Engelse RILEM-lid F.Hawes)alsmede over praktische ervaringen (H.Mul-der van Turco Produkten BV) en de schadedie daarbij kan worden veroorzaakt (L.J.A.R.van der Klugt).Toegespitst op betongevels kan, mede opgrond van literatuur hierover, het volgendeworden opgemerkt**.De keuze van een reinigingsmethode wordtbe?nvloed door:- de plaats, complexiteit en omvang van deschoon te maken gevel;- de betrokken materialen, de textuur en detoestand van het oppervlak;- de soort vervuiling die moet worden verwij-derd en de graad van reiniging die men hooptte bereiken.Al deze factoren be?nvloeden de kosten enwellicht vormen die de basis waarop de keu-ze wordt gemaakt. Toch zullen voor de defi-nitieve keuze alle in aanmerking komendemethoden aan de genoemde factoren ge-toetst moeten worden. Deze methoden zijnte onderscheiden in twee groepen:Droge methoden: borstelen, spuiten metdroog granulaat en overige methoden.Waterige methoden: spuiten met granulaaten leidingwater, verweken met stromend wa-ter en borstelen, verweken door verstuivingBegin 1984 brengt VNC een brochure uit overhet onderhoud, de reparatie en het aanbren-gen van beschermende lagen op betonnengevels. Deze uitgave is een bewerking vaneen studie verricht binnen Cembureau (devereniging van Europese cementindus-trie?n).van water, daarna afspuiten, spuiten metverzadigde stoom, water met oppervlakte-actieve stoffen, overige waterige methoden.Over de methoden van reiniging bestaat denodige discussie. Sommigen zijn tegenstan-der van alle zuurhoudende schoonmaakmid-delen omdat deze andere materialen in debetongevel kunnen aantasten. Ook wordtgewaarschuwd tegen het gebruik van zuur-houdende wasmiddelen, waarvan de chemi-sche samenstelling niet bekend is. De Fransegroepering `Pour un beau b?ton' waar-schuwt tegen straling met vochtig zand entegen chemicali?n die beschadiging aanvoegen kunnen veroorzaken. De groeperingbepleit het schoonmaken met stoom of metwarm of koud water onder druk, als datenigszins mogelijk is.Opgemerkt moet echter worden dat het ge-bruik van stoom zeer kostbaar is en tenau-wernood toepassing vindt. Er bestaat ruimeervaring met chemische reinigingsmiddelen,met name in de Scandinavische landen waarhet gebruik van langzamere methoden met(warm) water het schoonmaakseizoen welerg zou beperken.Veel ervaren schoonmaakbedrijven gaanmet de nodige omzichtigheid te werk, daar-entegen zijn er ook bedrijven die op elke ge-vel de snelste en goedkoopste methodentoepassen, met alle risico's van dien voor hetgebouw, voor het eigen personeel en de om-standers. Goed bekend staande bedrijvengeven de voorkeur aan inschrijving op te rei-nigen projecten overeenkomstig tevoren be-paalde methoden, waarbij zo mogelijk het re-sultaat wordt overeengekomen.De kwaliteitsnorm van het schoonmaakbe-drijf bepaalt in grote mate welke reinigings-methoden veilig kunnen worden toegepast.Er kan in korte tijd veel schade worden be-rokkend als een verkeerde methode wordtgehanteerd of als bepaalde werkzaamhedenmet onvoldoende vakbekwaamheid, erva-ring en zorg worden uitgevoerd. Het niveauvan het toezicht is evenzeer van belang.Wanneer dat onvoldoende is, kan het bestede veiligste methode worden gekozen diewaarschijnlijk ook de meeste tijd vergt.In het stadium van afspraken met eenschoonmaakbedrijf is het van belang om debeveiliging van het gebouw en van de ruimteer omheen, alsmede de afvoer van puin e.d.zorgvuldig te regelen. Decoratieve elemen-ten in de gevel hebben een speciale bescher-ming nodig tegen mogelijke schade. Op-hangconstructies aan de gevel moeten tijde-lijk worden verwijderd en opgeslagen, elek-trische voorzieningen vragen extra zorg, ter-wijl scheuren en voegen mogelijk permanentof tijdelijk afgedekt moeten worden om in-dringing van schoonmaakmiddelen te voor-komen.Van invloed op de keuze van de reinigings-methode is ook h?t lawaai en ander ongemakvoor gebruikers van dat gebouw en de om-wonenden. Om die reden en ook vanwegede invloed op de voortgang van de reinigingmag stof en puin nooit zo maar naar benedenkunnen vallen, maar moet het op elk platformworden verzameld.Alvorens de reinigingsmethode wordt geko-zen moeten alle van belang zijnde gegevensomtrent het gebouw, de bouwmethode en degewenste verschijningsvorm doorgespro-ken zijn. Reinigingsmethoden geschikt voorgevels met een robuuste structuur van uitge-wassen grind komen niet automatisch ook inaanmerking voor gladde gevels met beton-huid. Zuren kunnen het aanzien van gladdegevels aantasten, terwijl bij de keuze van eenmethode voor uitgewassen oppervlakkenzowel de hardheid van de grindkorrel, in ver-band met splijten, als de kwetsbaarheid voorzuren een rol speelt. Als het niet mogelijk isde meer gevoelige andere materialen in eenbetongevel afdoende te beschermen, danzou het best eens kunnen zijn dat men is aan-gewezen op water als enig geschikt reini-gingsmiddel.Het te verwijderen vuil op gevels is meestalvan minerale oorsprong dat is meegevoerddoor de wind, dan wel door water vanaf ho-ger gelegen gevelgedeelten. Het vuil is dik-wijls aaneengekit of wordt aan de betongevelvastgehouden door gips of soms calcium-carbonaat. Het vuil kan vari?ren van dunneoppervlaktelagen tot 20 - 30 mm dikke kor-sten. Het laatste vooral op beschutte gedeel-ten van oudere gebouwen of de lagere ge-deelten van hoge gebouwen waar vuil enzouten die door de regen worden meegeno-men terecht komen.Algen en zwammen treft men aan op gevelswaar de juiste condities voor de aangroei vanorganismen heersen. Dat kan vuilophopingzijn, maar organismen worden ook op scho-ne gevels aangetroffen.Tenslotte is het van groot belang dat de on-derhoudsdienst van een gebouw en hetschoonmaakbedrijf het eens zijn over het tebereiken resultaat. Het maakt nogal wat ver-schil in kosten indien men volstaat met ver-wijdering van het ergste vuil of dat men eengebouwgevel zijn oorspronkelijke aanzienweer wil geven. Trouwens, omdat vuil de ge-vel in een agressieve omgeving ook bescher-ming biedt, zal het niet mogelijk zijn dat oor-spronkelijk aanzien terug te krijgen, hoeveelmen er ook voor wenst uit te geven. Om heteffect van reiniging te kunnen beoordelenwerken enkele proeven op minder in het oogvallende oppervlakken soms verhelderend.Zulke proeven, die natuurlijk op een repre-sentatief gevelvlak uitgevoerd moeten wor-den, kunnen in het stadium van voorberei-ding behulpzaam zijn om misverstandenover het resultaat uit te sluiten.ing.M.G.P.NelissenLiteratuur1. The weathering of concrete buildings,door F.Hawes; uitgave van Cembureau, Pa-rijs**2. The maintenance and painting of concretebuildings, door F.Hawes; uitgave van Cem-bureau, Parijs3. Reinigen van gevels, uitgevoerd in bak-steen of beton, rapport B10-1, uitgave Stich-ting Bouwresearch, Rotterdam4. Betoniek 5/11, Beton en regenwater, uit-gave VNC, `s-HertogenboschCement XXXV (1983) nr. 12 821
Reacties